audio TOYOTA RAV4 HYBRID 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: RAV4 HYBRID, Model: TOYOTA RAV4 HYBRID 2021Pages: 626, PDF Size: 108.42 MB
Page 144 of 626

143
2
2-1. Instrumentenpaneel
Voertuigstatusinformatie en controlelampjes
neel op het stuurwiel, selecteer 
 en druk vervolgens op   of 
 om de energiemonitor weer te 
geven.
Scherm audiosysteem (zonder navi-
gatiefunctie)
1 Druk op de toets MENU.
2 Selecteer “Info” op het scherm 
“Menu”.
Als een ander scherm dan “Energy monitor” 
(energiemonitor) wordt weergegeven, selec-
teert u “Energy” (energie).
Scherm audiosysteem (met naviga-
tiefunctie)
1 Druk op de toets MENU.
2 Selecteer “Info” op het scherm 
“Menu”.
3 Selecteer ECO op het scherm 
“Information” (informatie).
Als een ander scherm dan “Energy monitor” 
(energiemonitor) wordt weergegeven, selec-
teert u “Energy” (energie).
■Het display aflezen
De pijlen verschijnen overeenkomstig 
de energiestroom. Wanneer er geen 
energiestroom is, worden er geen pijlen 
weergegeven.
De kleur van de pijlen wijzigt als volgt:
Groen: Als het batterijpakket (tractiebatterij) 
wordt geregenereerd of opgeladen.
Geel: Als het batterijpakket (tractiebatterij) 
wordt gebruikt.
Rood: Als de benzinemotor wordt gebruikt. 
Multi-informatiedisplay
In de afbeelding worden alle pijlen ter illus-
tratie weergegeven. De daadwerkelijke 
weergave is afhankelijk van de omstandig-
heden.
Benzinemotor
Batterijpakket (tractiebatterij)
Banden voor
Banden achter
*
*: Bij auto's met de motor voorin en voor-
wielaandrijving wor den de pijlen naar   
niet weergegeven.
Scherm audiosysteem
In de afbeelding worden alle pijlen ter illus-
tratie weergegeven. De daadwerkelijke 
weergave is afhankelijk van de omstandig-
heden.
Benzinemotor
Elektromotor voor (tractiemotor)
A
B
C
D
D
A
B
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  143  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 145 of 626

1442-1. Instrumentenpaneel
Batterijpakket (tractiebatterij)
Elektromotor achter (tractiemotor)
Banden voor
Banden achter
*
*: Bij auto's met de motor voorin en voor-wielaandrijving worden de pijlen naar   
niet weergegeven.
Scherm audiosysteem (begin-
scherm)
In de afbeelding worden alle pijlen ter illus-
tratie weergegeven. De daadwerkelijke 
weergave is afhankelijk van de omstandig-
heden.
Benzinemotor
Batterijpakket (tractiebatterij)
Band
■Status batterijpakket (tractiebatterij)
De weergave is onderverdeeld in 8 niveaus, 
afhankelijk van de ladingstoestand van het 
batterijpakket (tractiebatterij).
●In de afbeelding wordt het multi-informatie-
display als voorbeeld weergegeven ter 
illustratie.
●De volgende afbeeldingen zijn slechts 
voorbeelden en kunnen licht afwijken van 
de werkelijke situaties. Laag
Hoog
■Waarschuwing ladingstoestand batterij-
pakket (tractiebatterij)
●De zoemer klinkt met tussenpozen als het 
batterijpakket (tractiebatterij) ongeladen 
blijft als de selectiehendel in stand N staat 
of als de resterende lading onder een vast-
gesteld niveau daalt. Als de ladingstoe-
stand nog verder daalt, klinkt de zoemer 
continu.
●Volg de aanwijzingen die worden weerge-
geven op het scherm om het probleem te 
verhelpen als er een waarschuwingsmel-
ding wordt weergegeven op het multi-infor-
matiedisplay en er een zoemer klinkt.
■Display
Audiosysteem zonder navigatiefunc-
tie
1 Druk op de toets MENU.
2 Selecteer “Info” op het scherm 
“Menu”.
3 Selecteer “Ritinformatie” of 
“Geschiedenis”
Audiosysteem met navigatiefunctie
1 Druk op de toets MENU.
2 Selecteer “Info” op het scherm 
“Menu”.
3 Selecteer ECO op het scherm 
“Information” (informatie).
C
D
E
F
F
A
B
C
Verbruik
A
B
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  144  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 150 of 626

149
3
3-1. Informatie over sleutels
Voordat u gaat rijden
■Als “Key Battery Low Replace Key Bat-
tery” (sleutelbatterij leeg, vervang sleu-
telbatterij) wordt weergegeven op het 
multi-informatiedisplay
De batterij van de elektronische sleutel is 
(bijna) leeg. Vervang de  batterij van de elek-
tronische sleutel. ( Blz. 507)
■Batterij vervangen
 Blz. 507
■Bevestiging van het aantal geregis-
treerde sleutels
Het aantal al geregistreerde sleutels kan wor-
den bevestigd. Neem voor meer informatie 
contact op met een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Als “A New Key has been Registered 
Contact Your Dealer for Details” (Er is 
een nieuwe sleutel geregistreerd. Neem 
voor meer informatie contact op met uw 
dealer) wordt weergegeven op het 
multi-informatiedisplay
Deze melding wordt weergegeven elke keer 
dat het bestuurdersportier wordt geopend als 
de portieren van buitenaf worden ontgren-
deld gedurende ongeveer 10 dagen nadat er 
een nieuwe elektronische sleutel is geregis-
treerd. 
Neem contact op met een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een andere 
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste 
deskundige als de melding wordt weergege-
ven, maar u geen nieuwe elektronische sleu-
tel hebt geregistreerd, om te controleren of er 
een onbekende elektronische sleutel (anders 
dan de sleutels die u in uw bezit hebt) is 
geregistreerd.
OPMERKING
■Voorkomen van beschadiging van de 
sleutel
●Laat de sleutels niet vallen, stel ze niet 
bloot aan sterke schokken en buig ze 
niet.
●Stel de sleutels niet langdurig bloot aan 
hoge temperaturen.
●Voorkom dat de sleutels nat worden en 
reinig ze niet in een ultrasoon reini-
gingsbad of iets dergelijks.
●Bevestig geen metaalhoudende of mag-
netische voorwerpen aan de sleutels en 
houd de sleutels uit de buurt van derge-
lijke voorwerpen.
●Haal de sleutels niet uit elkaar.
●Plak geen stickers o.i.d. op het opper-
vlak van de elektronische sleutels.
●Houd de sleutels uit de buurt van appa-
raten die magnetische velden opwek-
ken, bijvoorbeeld te levisietoestellen, 
audiosystemen en inductiekookplaten.
●Houd de sleutels uit de buurt van medi-
sche apparatuur, zoals laagfrequente 
therapeutische uitrusting en therapeuti-
sche apparaten met microgolven, en 
zorg ervoor dat u de sleutels niet bij u 
draagt als u medische hulp ontvangt.
■De elektronische sleutel bij u dragen
Houd de elektronische sleutel altijd ten 
minste 10 cm uit de buurt van ingescha-
kelde elektrische apparaten. Radiogolven 
die worden uitgezonden door elektrische 
apparaten die zich minder dan 10 cm van 
de elektronische sleutel vandaan bevin-
den, kunnen de correcte werking van de 
sleutel hinderen.
■In geval van storingen in het Smart 
entry-systeem met startknop of 
andere problemen met de sleutel
 Blz. 569
■Wanneer u een elektronische sleutel 
verliest
 Blz. 568
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  149  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 196 of 626

195
3
3-2. Openen, sluiten en vergrendelen van de portieren
Voordat u gaat rijden
• De elektronische sleutel of een afstands-
bediening van een andere auto die radio-
golven uitzendt
• Computers of pda's
• Digitale audioapparatuur
• Draagbare spelcomputers
●Als een metalen coating of metalen voor-
werpen aan de achterruit zijn bevestigd
●Wanneer de elektronische sleutel in de 
buurt van een batterijlader of elektronische 
apparaten wordt gehouden
●Wanneer u parkeert op een parkeerplaats 
met een betaalautomaat (Radiogolven die 
worden gebruikt om auto's te signaleren 
beïnvloeden mogelijk het Smart entry-sys-
teem met startknop.)
■Aanwijzing voor de instapfunctie 
(indien aanwezig)
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, werkt het 
systeem in de volgende gevallen mogelijk 
niet juist:
• De elektronische sleut el bevindt zich te 
dicht bij de ruit of buitenportiergreep, te 
dicht bij de grond of te hoog als de portie-
ren worden vergrendeld of ontgrendeld.
• De elektronische sleut el ligt op het dash-
board, op de bagageafdekking, op de vloer 
of in een portiervak of het dashboardkastje 
wanneer het hybridesysteem wordt gestart 
of de stand van het contact wordt gewij-
zigd.
●Laat de elektronische sleutel niet boven op 
het dashboard of in de buurt van de por-
tiervakken liggen wanneer u de auto ver-
laat. Afhankelijk van  de ontvangst van de 
radiogolven wordt door de antenne moge-
lijk waargenomen dat de sleutel zich buiten 
de auto bevindt en kunnen de portieren 
worden vergrendeld vanaf de buitenzijde, 
waardoor de elektronische sleutel moge-
lijk in de auto wordt opgesloten.
●Zolang de elektronisc he sleutel zich bin-
nen het detectiegebied bevindt, kunnen de 
portieren door een willekeurige persoon 
worden vergrendeld en ontgrendeld. De 
auto kan echter alleen worden ontgrendeld 
via de portieren die  de elektronische sleu-
tel signaleren.
●Zelfs als de elektronis che sleutel zich bui-
ten de auto bevindt, kan het hybridesys-
teem mogelijk worden gestart als de 
elektronische sleutel zi ch in de buurt van 
de ruit bevindt.
●De portieren worden mogelijk ontgrendeld 
als er een grote hoeveelheid water op de 
portiergreep terechtkomt, bijvoorbeeld tij-
dens een zware regenbui of in een was-
straat, wanneer de elektronische sleutel 
zich binnen het detectiegebied bevindt. 
(Als de portieren niet worden geopend en 
gesloten, worden deze na ongeveer 30 
seconden automatisch weer vergrendeld.)
●Als de afstandsbediening wordt gebruikt 
om de portieren te vergrendelen terwijl de 
elektronische sleutel  zich in de nabijheid 
van de auto bevindt, bestaat de mogelijk-
heid dat de portieren niet ontgrendeld wor-
den door de instapfunctie. (Gebruik de 
afstandsbediening om de portieren te ont-
grendelen.)
●Wanneer u de vergrendelsensor aanraakt 
terwijl u handschoenen draagt, kan de 
reactie van het systeem trager zijn of wor-
den de portieren mogelijk niet ontgrendeld. 
Trek uw handschoenen uit en raak de ver-
grendelsensor opnieuw aan.
●Wanneer de vergrendelac tie is uitgevoerd 
met de vergrendelsensor, worden maxi-
maal tweemaal achter  elkaar identificatie-
signalen getoond. Vervolgens worden 
geen identificatiesignalen gegeven.
●Als de portiergreep nat wordt terwijl de 
elektronische sleutel zich binnen het werk-
zame gebied bevindt, kan het portier her-
haaldelijk worden vergrendeld en 
ontgrendeld. Volg in dat geval de correctie-
procedure hieronder bij het wassen van de 
auto:
• Plaats de elektronische sleutel op een  afstand van ten minste 2 meter van de 
auto. (Zorg ervoor dat de sleutel niet 
gestolen wordt.)
• Schakel de energiebespaarmodus van de  elektronische sleutel in om het Smart 
entry-systeem met startknop uit te schake-
len. ( Blz. 194)
●Als de elektronische sl eutel zich in de auto 
bevindt en een portiergreep wordt nat tij-
dens het wassen van de auto, wordt er 
mogelijk een melding weergegeven op het 
multi-informatiedisplay en klinkt er een 
zoemer buiten de auto. Vergrendel alle 
portieren om het alarm uit te schakelen.
●Als de vergrendelsensor in aanraking komt 
met ijs, sneeuw, modder, enz., werkt deze 
mogelijk niet goed. Reinig de vergrendel-
sensor en raak hem opnieuw aan of 
gebruik de vergrendelsensor aan de 
onderzijde van de portiergreep.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  195  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 294 of 626

293
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
1
UIT*
De alarmknipperlichten kunnen worden 
gebruikt.
2ACC
Sommige elektrische componenten zoals 
het audiosysteem kunnen worden gebruikt.
ACCESSORY (stand ACC) wordt op het 
multi-informatiedisplay weergegeven.
3AAN
Alle elektrische componenten kunnen wor-
den gebruikt.
IGNITION ON (contact AAN) wordt op het 
multi-informatiedisplay weergegeven.
*: Als de selectiehendel niet in stand P staat 
en het hybridesysteem wordt uitgezet, 
wordt in plaats van de stand UIT de stand 
ACC van het contact geselecteerd.
■Auto power off-functie
Als het contact langer dan 20 minuten in 
stand ACC of langer dan een uur AAN staat 
(hybridesysteem niet in werking) terwijl de 
selectiehendel in stand P staat, wordt het 
contact automatisch UIT gezet. Deze functie 
kan het ontladen van de 12V-accu echter niet 
helemaal voorkomen. Laat de auto niet gedu-
rende langere tijd in stand ACC of AAN staan 
terwijl het hybridesysteem niet in werking is.
Als het hybridesyst eem wordt uitge-
schakeld met de selectiehendel in een 
andere stand dan P, dan wordt het con-
tact niet UIT maar in stand ACC gezet. 
Voer de volgende procedure uit om het 
contact UIT te zetten:
1 Controleer of de parkeerrem is 
geactiveerd.
2 Zet de selectiehendel in stand P.
3 Controleer of ACCESSORY (stand 
ACC) op het multi-informatiedisplay 
wordt weergegeven en druk de 
startknop kort en stevig in.
4 Controleer of ACCESSORY (stand 
ACC) of IGNITION ON (contact 
AAN) op het multi- informatiedisplay 
uit is.
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de 
12V-accu
●Zet het contact niet gedurende een lan-
gere periode in stand ACC of AAN zon-
der het hybridesysteem in te schakelen.
●Als ACCESSORY (stand ACC) of IGNI-
TION ON (contact AAN) op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven, is 
het contact niet UIT. Verlaat de auto 
nadat u het contact UIT hebt gezet.
Uitschakelen van het 
hybridesysteem met de 
selectiehendel in een andere 
stand dan P
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  293  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 370 of 626

369
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
laar wordt bediend in de richting van de zijde 
waar een auto wordt gesignaleerd, gaat de 
indicator in de buitenspiegel knipperen.
RCTA:
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die 
van rechts of links achter nadert, gaan de 
indicatoren in beide buitenspiegels knippe-
ren.
Controlelampje BSM/controlelampje 
RCTA OFF
Als de Blind Spot Monitor wordt ingescha-
keld, gaat het controlelampje BSM branden.
Wanneer de RCTA wordt uitgeschakeld, 
gaat het controlelampje RCTA OFF bran-
den.
Weergave monitorscherm (alleen 
RCTA)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die 
van rechts of links achter nadert, wordt het 
RCTA-icoon (
Blz. 380) voor de desbetref-
fende zijde weergegeven.
RCTA-zoemer (alleen RCTA)
Wanneer een auto wordt gesignaleerd die 
van rechts of links achter nadert, klinkt er 
een zoemer vanachter de achterstoel.
De BSM-functie en de RCTA kunnen 
worden ingeschakeld/uitgeschakeld via 
het scherm   van het multi-informa-
tiedisplay. ( Blz. 138)
■Zichtbaarheid van de indicatoren in de 
buitenspiegels
Mogelijk zijn de indicatoren in de buitenspie-
gels bij fel zonlicht niet goed te zien.
■Hoorbaarheid van de RCTA-zoemer
De RCTA-zoemer komt mogelijk moeilijk 
boven harde geluiden uit, zoals wanneer het 
volume van het audiosysteem hoog staat.
■Wanneer “Blind Spot Monitor Unavaila-
ble” (Blind Spot Monitor niet beschik-
baar), “Rear Cross Traffic Alert 
Unavailable” (Rear Cross Traffic Alert 
niet beschikbaar) of “RCTA Unavaila-
ble” (RCTA niet beschikbaar) wordt 
weergegeven op het multi-informatie-
display
De sensorspanning is niet in orde of water, 
sneeuw, modder, enz. hopen zich mogelijk 
op in de buurt rondom de sensor in de ach-
terbumper. ( Blz. 377)
Wanneer het water, de sneeuw, de modder, 
enz. rondom de sensor worden verwijderd, 
moet het systeem weer normaal gaan wer-
ken.
Ook werkt mogelijk de sensor niet normaal bij 
extreem warm of koud weer.
■Wanneer “Blind Spot Monitor System 
Malfunction Visit Your Dealer” (Storing 
in Blind Spot Monitor. Ga naar uw dea-
ler), “Rear Cross Traffic Alert Malfunc-
tion Visit Your Dealer” (Storing in Rear 
Cross Traffic Alert. Ga naar uw dealer) 
of “RCTA Malfunction Visit Your Dea-
ler” (Storing in RCTA. Ga naar uw dea-
ler) op het multi-informatiedisplay 
wordt weergegeven
Er zit mogelijk een storing in de sensor of de 
sensor is niet goed uitgelijnd. Laat de auto 
nakijken door een erkende Toyota-dealer of 
hersteller/reparateur of een andere naar 
behoren gekwalificeerde en uitgeruste des-
kundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast 
aan de persoonlijke voorkeur. ( Blz. 138)In-/uitschakelen van de 
BSM-functie/RCTA
C
D
E
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  369  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 384 of 626

383
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
*: Indien aanwezig
■Locatie en soorten sensoren
Hoeksensoren voor (indien aanwe-
zig)
Binnenste sensoren voor (indien 
aanwezig)
Hoeksensoren achter
Binnenste sensoren achter
■Display (multi-i nformatiedisplay)
Wanneer de sensoren een object, zoals 
een muur, signaleren, wordt er een 
afbeelding weergegeven op het multi-
informatiedisplay overeenkomstig de 
positie van en de afstand tot het object.
Signalering hoeksensor voor (indien 
aanwezig)
Signaleren binnenste sensor voor 
(indien aanwezig)
*1
Signaleren hoeksensor achter*2
Signaleren binnenste sensor ach-
ter
*2
*1: Weergegeven als de selectiehendel in een rijpositie staat
*2: Weergegeven als de selectiehendel in 
stand R staat
■Display (scherm audiosysteem)
Wanneer de sensoren een object, zoals 
een muur, signaleren, wordt er een 
afbeelding weergegeven op het scherm 
van het navigatiesysteem (indien aan-
wezig) of het scherm van het multime-
diasysteem (ind ien aanwezig) 
overeenkomstig de positie van en de 
afstand tot het object.
 Wanneer de Toyota Parking Assist-
monitor (indien aanwezig) wordt 
weergegeven
Toyota Parking Assist-
sensor*
De afstand van uw auto tot objec-
ten, zoals een muur, bij het filepar-
keren en inparkeren in een garage 
wordt gemeten door sensoren en 
wordt doorgegeven via het scherm 
van het navigatiesysteem of het 
scherm van het multimediasys-
teem en een zoemer. Controleer 
bij gebruik van dit systeem ook 
altijd zelf de omgeving.
Systeemonderdelen
A
B
C
D
A
B
C
D
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  383  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 387 of 626

3864-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Als er een waarschuwingsmelding wordt 
weergegeven terwijl de  sensor schoon is, is 
er mogelijk een storing aanwezig in de sen-
sor. Laat de auto nakijken door een erkende 
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■Als “Parking Assist Unavailable” (Par-
king Assist niet beschikbaar) wordt 
weergegeven op het multi-informatie-
display (auto's met PKSB)
●Er kan continu water over de sensor stro-
men, zoals bij zware  regenval. Als het sys-
teem signaleert dat de toestand weer 
normaal is, zal het systeem weer normaal 
werken.
●Mogelijk is het systeem na het losnemen 
en weer aansluiten van een accuklem niet 
geïnitialiseerd. Initialiseer het systeem. 
(  Blz. 386)
Als deze melding na de initialisatie nog 
steeds wordt weergegeven, laat de auto 
dan controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en 
uitgeruste deskundige.
■Als een accuklem is losgenomen en 
weer is aangesloten (auto's met PKSB)
Het systeem moet worden geïnitialiseerd. 
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit 
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of 
hoger.
■Detectie-informatie sensoren
●Het detectiegebied van de sensoren is 
beperkt tot het gebied rond de voor- en 
achterbumper van de auto.
●Tijdens het gebruik kunnen zich de vol-
gende situaties voordoen:
• Afhankelijk van de vorm van het object en  andere factoren kan de detectieafstand 
korter worden of kan detectie niet mogelijk 
zijn.
• Als het stilstaande object zich te dicht bij  de sensor bevindt, is detectie wellicht niet 
mogelijk.
• Tussen het signaleren van een statisch  object en de weergave zit een kleine ver-
traging (geluid waarschuwingszoemer). 
Ook als er met lage snelheid wordt gere-
den, bestaat de mogelijkheid dat het object 
binnen 30 cm van de sensoren komt voor-
dat het display wordt weergegeven en de 
waarschuwingszoemer hoorbaar is. • Het kan moeilijk zijn om de zoemer te 
horen als het audiosysteem hard staat of 
als de luchtcirculati e van de airconditioning 
veel geluid produceert.
• Het kan moeilijk zijn om de geluidssignalen  te horen ten gevolge van geluiden van 
andere systemen.
■Omstandigheden waaronder de functie 
mogelijk niet goed werkt
De staat van de auto en de omgeving kunnen 
van invloed zijn op de capaciteit van de sen-
sor om objecten correct te signaleren. Speci-
fieke situaties waarin dit voor kan komen ziet 
u hieronder.
●De sensor is bedekt met vuil, sneeuw of ijs. 
(Het reinigen van de sensoren zal het pro-
bleem oplossen.)
●De sensor is bevroren. (Het ontdooien van 
de sensor zal het probleem oplossen.) 
Vooral bij lage buitentemperaturen kan het 
gebeuren dat er ten gevolge van een 
bevroren sensor een abnormaal beeld te 
zien is op het display of dat objecten, zoals 
een muur, niet worden gesignaleerd.
●Een sensor wordt ergens door afgedekt.
●Wanneer een sensor of de omgeving van 
een sensor zeer heet of koud is.
●De auto rijdt op een bijzonder hobbelige 
weg, op een helling, op grind of op gras.
●Er is veel omgevingslawaai rond de auto 
van claxons, motorfietsmotoren, luchtrem-
men van vrachtwagens of andere geluids-
bronnen die ultrasone geluidsgolven 
produceren.
●Er is een andere auto uitgerust met Par-
king Assist-sensoren in de nabije omge-
ving.
●Een sensor is bedekt met een waterfilm of 
er is sprake van zware regenval.
●Als een sensor wordt geraakt door een 
grote hoeveelheid water, zoals bij het rij-
den op een overstroomde weg.
●Als de auto sterk naar één kant helt.
●De auto nadert een hoge of gebogen 
stoeprand.
●Als het object zich te dicht bij de sensor 
bevindt.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  386  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 465 of 626

4646-1. Onderhoud en verzorging
Verwijder vuil en stof met een stof-
zuiger.
 Veeg overtollig vuil en stof weg met 
een zachte doek die is bevochtigd 
met een verdund reinigingsmiddel.
Gebruik sop met ongeveer 5% wolreini-
gingsmiddel.
Verwijder alle sporen van het reini-
gingsmiddel grondig met een 
schone, vochtige doek.
 Veeg daarna het resterende vocht 
van het leder af met een droge, 
schone doek. Laat de lederen bekle-
ding drogen in een geventileerde 
ruimte in de schaduw.
■Onderhoud van lederen bekleding
Om het interieur in een goede conditie te 
houden, raadt Toyota u aan het ten minste 
twee keer per jaar schoon te maken.
 Verwijder vuil en stof met een stof-
zuiger.
 Verwijder het met een zachte voch-
tige doek met ongeveer 1% reini-
gingsmiddel.
 Verwijder alle sporen van het reini-
gingsmiddel en water grondig met 
een schone, vochtige doek.
OPMERKING
●Gebruik geen autowas of lakcleaner. 
Het dashboard of andere gelakte delen 
van het interieur kunnen beschadigd 
raken.
■Voorkomen van beschadiging van 
lederen bekleding
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
in acht om beschadiging en vroegtijdige 
slijtage van lederen bek leding te voorko-
men:
●Verwijder stof en vuil onmiddellijk van 
de bekleding.
●Stel de auto niet langdurig bloot aan 
direct zonlicht. Parkeer uw auto in de 
schaduw, vooral bij warm weer.
●Leg geen vinyl of plastic voorwerpen of 
artikelen die was bevatten op de bekle-
ding, aangezien ze bij hoge temperatu-
ren in het interieur mogelijk aan het leer 
vast blijven kleven.
■Water op de vloerbedekking
Was de vloerbedekking van de auto niet 
met water.
Water dat in contact komt met elektrische 
onderdelen boven of onder de vloerbedek-
king, kan schade aan de verschillende 
systemen van de auto veroorzaken, bij-
voorbeeld aan het audiosysteem. Water 
kan bovendien roest aan de carrosserie 
veroorzaken.
■Bij het reinigen van de binnenzijde 
van de voorruit (auto's met Toyota 
Safety Sense)
Zorg ervoor dat er geen glasreiniger op de 
lens terechtkomt. Raak de lens ook niet 
aan. ( Blz. 320)
■Schoonmaken van de binnenzijde 
van de achterruit
●Gebruik geen ruitenreiniger om de ach-
terruit schoon te maken. Anders kunnen 
de verwarmingsdraden beschadigd 
raken. Veeg de ruit voorzichtig schoon 
met een doek en lauw water. Maak de 
ruit in horizontale richting schoon, even-
wijdig aan de verwarmingsdraden.
●Voorkom beschadiging van de verwar-
mingsdraden.
Schoonmaken van lederen 
bekleding
Schoonmaken van kunstleder
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  464  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 542 of 626

541
7
7-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Waarschuwingszoemer
De zoemer is in sommige gevallen niet hoor-
baar, zoals in een luidruchtige omgeving of 
wanneer het volume van de audio hoog 
staat.
■Detectiesensor voorpassagier, contro-
lelampje veiligheidsgordel en waar-
schuwingszoemer
●Als er bagage wordt geplaatst op de pas-
sagiersstoel kan de detectiesensor het 
controlelampje laten knipperen en de 
waarschuwingszoemer laten klinken, ook 
al zit er niemand op de passagiersstoel.
●Als er op de stoel een kussen wordt 
geplaatst, werkt de sensor wellicht niet 
goed, waardoor ook het waarschuwings-
lampje niet goed werkt.
■Als het motorcontrolelampje tijdens het 
rijden gaat branden
Het motorcontrolelampje gaat branden als de 
brandstoftank volledig leeg raakt. Vul de 
brandstoftank onmiddellijk  als deze leeg is. 
Het motorcontrolelampje gaat na enkele rit-
ten weer uit.
Neem zo snel mogelijk contact op met een 
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige als het 
motorcontrolelampje niet uitgaat.
■Waarschuwingslampje (waarschu-
wingszoemer) elektrische stuurbe-
krachtiging
Als de spanning van de 12V-accu laag is of 
tijdelijk daalt, kan het  waarschuwingslampje 
van de elektrische stuurbekrachtiging gaan 
branden en kan er een waarschuwingszoe-
mer klinken.
■Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden
Controleer het uiterlijk van de banden om na 
te gaan of er een band lek is.
Als een band lek is:  Blz. 547, 558
Als geen van de banden lek is:
Zet het contact UIT en vervolgens AAN. Con-
troleer of het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden of knipperen. 
Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gedurende ongeveer 1 
minuut knippert en vervolgens blijft bran-
den
Er kan een storing aanwezig zijn in het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem. Laat 
de auto onmiddellijk nakijken door een 
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
 Als het waarschuwingslampje lage ban-
denspanning gaat branden
1 Controleer de bandenspanning voor 
iedere band nadat de banden voldoende 
zijn afgekoeld en breng de banden op de 
voorgeschreven spanning.
2 Als het waarschuwingslampje zelfs na 
enkele minuten niet uitgaat, controleer 
dan of de bandenspanning voor iedere 
band in orde is en voer de initialisatie uit. 
( Blz. 491)
■Het waarschuwingslampje lage banden-
spanning gaat mogelijk branden door 
een natuurlijke oorzaak
Het waarschuwingslampje lage bandenspan-
ning gaat mogelijk branden door een natuur-
lijke oorzaak, zoals het onvermijdelijke 
spanningsverlies dat op den duur optreedt of 
een veranderde bandenspanning die veroor-
zaakt wordt door temperatuurveranderingen. 
In dat geval zal het waarschuwingslampje na 
een paar minuten uitgaan als de banden 
weer op de juiste spanning gebracht zijn.
■Als een wiel wordt vervangen door een 
compact reservewiel (auto's met com-
pact reservewiel en bandenspannings-
waarschuwingssysteem)
Het compacte reservewiel is niet voorzien 
van een bandenspanningssensor en -zender. 
Bij een lekke band zal het waarschuwings-
lampje lage bandenspanning niet uitgaan, 
ook al is het wiel met de lekke band vervan-
gen door het reservewiel. Vervang het reser-
vewiel door het standaardwiel en breng de 
band op de juiste spanning. Het waarschu-
wingslampje lage bandenspanning zal na 
een paar minuten uitgaan.
■Omstandigheden waaronder het ban-
denspanningswaarschuwingssysteem 
mogelijk niet juist werkt
 Blz. 480
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  541  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM