brake sensor TOYOTA RAV4 HYBRID 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: RAV4 HYBRID, Model: TOYOTA RAV4 HYBRID 2021Pages: 626, PDF Size: 108.42 MB
Page 396 of 626

395
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Opnieuw inschakelen van de Parking 
Support Brake
Wanneer de Parking Support Brake is uitge-
schakeld door de werking ervan, kunt u zelf 
het systeem weer inschakelen ( Blz. 392) of 
het contact UIT en vervolgens weer AAN zet-
ten. Het systeem wordt automatisch weer 
ingeschakeld als het obstakel zich niet langer 
in de rijrichting van de auto bevindt of als de 
auto van rijrichting verandert (bijvoorbeeld 
achteruit in plaats van vooruit of andersom).
■Wanneer “Parking Support Brake 
Unavailable” (Parking Support Brake 
niet beschikbaar) op het multi-informa-
tiedisplay wordt weergegeven en het 
controlelampje PKSB OFF knippert
●Wanneer deze melding wordt weergege-
ven is een sensor op de voor- of achter-
bumper mogelijk vuil. Reinig de sensoren 
en het omliggende gebied op de bumpers.
●Mogelijk is het systeem na het losnemen 
en weer aansluiten van een accuklem niet 
geïnitialiseerd. Initialiseer het systeem. 
(  Blz. 395)
Als deze melding na de initialisatie nog 
steeds wordt weergegeven, laat de auto 
dan controleren door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en 
uitgeruste deskundige.
■Wanneer “Parking Support Brake 
Unavailable” (Parking Support Brake 
niet beschikbaar) en “Parking Assist 
Unavailable Clean Parking Assist Sen-
sor” (Parking Assist niet beschikbaar, 
reinig Parking Assist-sensor) op het 
multi-informatiedisplay worden weerge-
geven en het controlelampje PKSB OFF 
knippert
●Mogelijk is een van de sensoren bedekt 
met bijvoorbeeld ijs, sneeuw of vuil. Verwij-
der dit dan van de sensor om te zorgen dat 
het systeem weer normaal werkt. Laat de 
auto nakijken door een erkende Toyota-
dealer of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde en 
uitgeruste deskundige als deze melding 
ook na het verwijderen van het vuil van de 
sensor wordt weergegeven of wordt weer-
gegeven wanneer de sensor helemaal niet 
vuil was.
●Mogelijk is een van de sensoren bevroren. 
Zodra het ijs smelt, zal het systeem weer 
normaal werken.
●Er kan continu water over de sensor stro-
men, zoals bij zware regenval. Als het sys-
teem signaleert dat de toestand weer 
normaal is, zal het systeem weer normaal 
werken.
■Als een accuklem is losgenomen en 
weer is aangesloten
Het systeem moet worden geïnitialiseerd. 
Rijd om het systeem te initialiseren gedu-
rende ten minste 5 seconden recht vooruit 
met een snelheid van ongeveer 35 km/h of 
hoger.
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  395  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 397 of 626

3964-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Deze functie werkt in situaties zoals hieronder aangegeven wanneer in de rijrichting 
van de auto een object wordt gesignaleerd.
■Er wordt langzaam gereden en het rempedaal wordt niet of te laat ingetrapt
Parking Support Brake-functie (voor stilstaande objecten)*
Als de sensoren een stilstaand object, zoals een muur, signaleren in de rij-
richting van de auto en het systeem oordeelt dat zich een aanrijding voor 
kan doen doordat de auto plotseling naar voren beweegt doordat het gas-
pedaal per ongeluk wordt ingetrapt, wanneer de auto de verkeerde kant op 
rijdt doordat de verkeerde schakelstand wordt geselecteerd of tijdens het 
parkeren of het rijden met een lage snelheid, werkt het systeem om de 
gevolgen van een aanrijding met het gesignaleerde stilstaande object zo 
veel mogelijk te beperken.
Voorbeelden van het in werking treden van de functie
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  396  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 399 of 626

3984-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Blz. 383
Soorten sensoren
WAARSCHUWING
■Om ervoor te zorgen dat de Parking 
Support Brake goed werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
met betrekking tot de sensoren in acht 
(  Blz. 383). Het niet in acht nemen van 
de voorschriften kan er toe leiden dat een 
sensor niet goed werkt, waardoor een 
ongeval kan ontstaan.
●Wijzig, demonteer of spuit de sensoren 
niet.
●Vervang een defecte sensor uitsluitend 
door een originele sensor.
●Stel een sensor en  zijn omgeving niet 
bloot aan krachtige schokken.
●Beschadig de sensoren niet en houd ze 
altijd schoon.
●Wanneer het gebied rondom een radar-
sensor wordt blootgesteld aan een 
krachtige schok, werkt het systeem 
mogelijk niet goed meer doordat de sen-
sor niet goed meer werkt. Laat de auto 
nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
■Omgaan met de wielophanging
Breng geen wijzigingen aan de wielop-
hanging aan, aangezien veranderingen in 
de wagenhoogte of de hellingshoek van 
de auto ervoor kunnen zorgen dat de sen-
soren objecten niet juist signaleren, dat 
het systeem niet werkt of dat het systeem 
onnodig werkt.
■Als de Parking Support Brake-functie 
(voor stilstaande objecten) onnodig 
wordt geactiveerd, bijvoorbeeld op 
een spoorwegovergang
Als de Parking Support  Brake-functie (voor 
stilstaande objecten) onnodig in werking 
treedt op een spoorwegovergang e.d., 
wordt de remregeling na ongeveer 2 
seconden uitgeschakeld, zodat u verder 
kunt rijden en de plek kunt verlaten. De 
remregeling kan ook worden geannuleerd 
door het rempedaal in te trappen. Wan-
neer u het gaspedaal intrapt nadat de rem-
regeling is geannuleerd, kunt u weer 
verder rijden en de plek verlaten.
■Opmerkingen bij het wassen van de 
auto
Stel de omgeving van de sensoren niet 
bloot aan sterke waterstralen of stoom.
Anders kan de sensor defect raken.
●Spuit bij het wassen van de auto met 
een hogedrukreiniger niet rechtstreeks 
op de sensoren, omdat dit er toe kan lei-
den dat een sensor niet meer goed 
werkt.
●Richt bij het wassen van de auto met 
stoom de stoom niet rechtstreeks op de 
sensoren, omdat dit er toe kan leiden 
dat een sensor niet meer goed werkt.
■Wanneer moet de Parking Support 
Brake uitgeschakeld worden
Schakel in de onderstaande situaties de 
Parking Support Brake uit, omdat het sys-
teem anders mogelijk zelfs werkt als er 
geen kans op een aanrijding is.
●Bij een controle van de auto op een rol-
lenbank o.i.d.
●Wanneer de auto op een schip, vracht-
wagen of ander transportmiddel wordt 
geladen
●Als de wielophanging is gewijzigd of als 
er een andere maat banden dan voor-
geschreven is gemonteerd
●Als de voorzijde van de auto omhoog of 
omlaag staat door de belading van de 
auto
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  398  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 400 of 626

399
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten)
De functie werkt als het controlelampje PKSB 
OFF niet brandt of knippert ( Blz. 118, 119) 
en aan alle onderstaande voorwaarden wordt 
voldaan:
●Begrenzingsregeli ng hybridesysteem
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is 15 km/h of lager.
• Er bevindt zich een stilstaand object in de  rijrichting van de auto, op een afstand van 
2 tot 4 m.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er  harder dan normaal moet worden geremd 
om een aanrijding te voorkomen.
●Remregeling
• De begrenzingsregeling van het hybride- systeem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat er  onmiddellijk moet worden geremd om een 
aanrijding te voorkomen.
■Voorwaarden voor het stoppen van de 
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor stilstaande objecten)
De werking van de functie stopt als aan één 
van de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
●Begrenzingsregeli ng hybridesysteem
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Het systeem stelt vast dat de aanrijding  voorkomen kan worden met normaal rem-
men.
• Het statische object bevindt zich niet lan- ger op een afstand van 2 tot 4 m van de 
auto in de rijrichting van de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken  nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht. • Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de 
auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Het statische object bevindt zich niet lan- ger op een afstand van 2 tot 4 m van de 
auto in de rijrichting van de auto.
■Detectiebereik van de Parking Support 
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten)
Het detectiebereik van de Parking Support 
Brake-functie (voor stilstaande objecten) ver-
schilt van dat van de Toyota Parking Assist-
sensor. ( Blz. 387) Daardoor wordt de Par-
king Support Brake-functie (voor stilstaande 
objecten) mogelijk niet  geactiveerd, ook al 
signaleert de Toyota Parking Assist-sensor 
een obstakel en wordt er een waarschuwing 
gegeven.
■Objecten die mogelijk niet door de Par-
king Support Brake-functie (voor stil-
staande objecten) worden gesignaleerd
Het kan voorkomen dat de sensoren 
bepaalde objecten niet signaleren, zoals de 
volgende:
●Voetganger
●Katoen, sneeuw en andere materialen die 
ultrasoongolven slecht weerkaatsen
●Objecten die niet loodrecht op de grond 
staan, objecten die niet in een rechte hoek 
ten opzichte van de rijrichting van de auto 
staan en ongelijkmatige of golvende objec-
ten
●Lage objecten
●Dunne objecten zoals draden, hekken, tou-
wen en palen van verkeersborden
●Objecten die zich extreem dicht bij de 
bumper bevinden
●Zeer hoekige objecten
●Hoge obstakels waarbij het bovenste deel 
uitsteekt in de richting van uw auto
■Situaties waarin de Parking Support 
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten) mogelijk niet werkt
Als de selectiehendel in stand N staat.
WAARSCHUWING
●Als er uitrusting die een sensor kan hin-
deren, zoals een sleepoog, bumperbe-
schermer (een extra beschermstrip, 
enz.), fietsendrager of sneeuwploeg, is 
geplaatst
●Bij het wassen van de auto in een was-
straat
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  399  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 401 of 626

4004-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Zoemer Toyota Parking Assist-sensor
Als, ongeacht of de zoemer van de Toyota 
Parking Assist-sensor is  ingeschakeld of niet 
(  Blz. 384), de Parking Support Brake-func-
tie (voor stilstaande objecten) is ingescha-
keld ( Blz. 392) en de sensoren voor of 
achter een object signaleren en de remrege-
ling en de begrenzingsregeling van het hybri-
desysteem worden uitgevoerd, klinkt de 
zoemer van het Toyota Parking Assist Sen-
sor-systeem om de geschatte afstand tot het 
object aan te geven.
■Omstandigheden waaronder de Parking 
Support Brake-functie (voor stilstaande 
objecten) mogelijk werkt, zelfs als er 
geen kans op een aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de 
onderstaande, werkt de Parking Support 
Brake-functie (voor stilstaande objecten) 
mogelijk zelfs als er geen kans op een aanrij-
ding is.
●Omgeving van de auto
• Wanneer op een smalle weg wordt gere- den
• Wanneer op een grindweg of in een omge- ving met hoog gras wordt gereden
• Wanneer richting een spandoek of vlag,  een laaghangende tak of een slagboom 
(zoals wordt gebruikt bij spoorwegovergan-
gen, tolpoortjes en parkeerplaatsen) wordt 
gereden
• Als er een constructie aan de rand van de  weg aanwezig is (zoals bij het rijden in een 
smalle tunnel, over een smalle brug of op 
een smalle weg)
• Bij fileparkeren • Bij een groef of gat in het wegdek
• Wanneer de auto over een metalen afdek-
king (rooster) rijdt, zoals gebruikt boven 
afvoergoten
• Bij het omhoog of omlaag rijden op een  steile helling
• Als een sensor wordt geraakt door een  grote hoeveelheid water, zoals bij het rij-
den op een overstroomde weg
• Bij transport op schepen of trucks
• In een wasstraat met een bewegende  wasinstallatie
• In een parkeergarage met autolift of par- keerplaatsen met meerdere verdiepingen
• In een ondergrondse parkeergarage
• Bij constructies op de grond (verkeers- drempels, kattenogen, enz.)
• Bij hoogteverschillen
• Bij het rechtuitrijden of een bocht naar  rechts
• Bij leidingen voor het smelten van sneeuw
• Bij apparaten voor het detecteren van  voertuigen, zoals ve rkeerslichten, appara-
ten voor het signaleren van verkeersop-
stoppingen of apparaten voor het 
signaleren van lege parkeerplekken op 
parkeerterreinen
• Bij spoorlijnen
• Bij H-vormige stalen balken
• Als er aan beide zijden auto's staan of als  er een auto aanwezig is die lijkt op deze 
auto
●Weer
• Als een sensor is  bedekt met bijvoorbeeld 
ijs, sneeuw of vuil (nadat de sensor is 
schoongemaakt, zal het systeem weer nor-
maal werken)
• Bij zware regenval of als er veel water op  een sensor terechtkomt
• Bij het rijden onder barre weersomstandig- heden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of 
een zandstorm
• Bij sterke wind
●Andere bronnen van ultrasoongolven
• Wanneer in de omgeving van de auto  ultrasoongolven worden geproduceerd 
door claxons, voertuigdetectiesystemen, 
motorfietsmotoren, luchtremmen van 
vrachtwagens, sonarsystemen van andere 
auto's of andere bronnen.
• Als een sticker of een elektronisch onder- deel zoals een kentekenplaat met achter-
grondverlichting (met name 
fluorescerende), een mistlamp, een spat-
bordantenne of een draadloze antenne in 
de buurt van een van de sensoren is 
geplaatst
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  400  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 402 of 626

401
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Wijzigingen in de stand van de auto ten 
opzichte van de weg
• Als de auto sterk naar één kant helt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of  omlaag staat door de belading van de auto
• Als de stand van een sensor is gewijzigd  door een aanrijding o.i.d.
■Situaties waarin de Parking Support 
Brake-functie (voor stilstaande objec-
ten) mogelijk niet goed werkt
In bepaalde situaties, zoals de onderstaande, 
werkt deze functie mogelijk niet goed.
●Weer
• Wanneer een sensor of de omgeving van  een sensor zeer heet of koud is
• Wanneer het stevig waait
• Als een sensor is bedekt met bijvoorbeeld  ijs, sneeuw of vuil (nadat de sensor is 
schoongemaakt, zal het systeem weer nor-
maal werken)
• Bij zware regenval of als er veel water op  een sensor terechtkomt
• Bij het rijden onder barre weersomstandig- heden, bijvoorbeeld bij mist, sneeuw of 
een zandstorm
• De sensor is bevroren. (Het ontdooien van  de sensor zal het probleem oplossen.)
●Omgeving van de auto
• Wanneer zich tussen de auto en een  gesignaleerd obstakel een object bevindt 
dat niet kan worden gesignaleerd
• Als een object zoals een auto, motorfiets,  fiets of voetganger voor de auto langs 
komt of plotseling van opzij opduikt.
• De auto nadert een hoge of gebogen  stoeprand.
• De auto rijdt op een bijzonder hobbelige  weg, op een helling, op grind of op gras.
• Als het object zich te  dicht bij de sensor 
bevindt.
●Andere bronnen van ultrasoongolven
• Wanneer in de omgeving van de auto  ultrasoongolven worden geproduceerd 
door claxons, voertuigdetectiesystemen, 
motorfietsmotoren, luchtremmen van 
vrachtwagens, sonarsystemen van andere 
auto's of andere bronnen.
• Als een sticker of een elektronisch onder- deel zoals een kentekenplaat met achter-
grondverlichting (met name 
fluorescerende), een mistlamp, een spat-
bordantenne of een draadloze antenne in 
de buurt van een van de sensoren is 
geplaatst
●Veranderingen in de auto
• Als de auto sterk naar één kant helt
• Als de voorzijde van de auto omhoog of  omlaag staat door de belading van de auto
• Als de stand van een sensor is gewijzigd  door een aanrijding o.i.d.
• Als er uitrusting di e een sensor kan hinde-
ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.), 
fietsendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
• Als de wielophanging is gewijzigd of als er  een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
• Als er verf of een sticker op de sensor is  aangebracht
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  401  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 403 of 626

4024-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
*: Indien aanwezig
Deze functie treedt in werking in situaties zoals hieronder aangegeven wanneer in 
de rijrichting van de auto een auto wordt gesignaleerd.
■Bij het achteruitrijden nadert een auto en het rempedaal wordt niet of te laat 
ingetrapt
Parking Support Brake-functie 
(voor voertuigen die achterlangs rijden)*
Als een radarsensor achter een auto signaleert die van rechts of links achter 
nadert en het systeem bepaalt dat de kans op een aanrijding groot is, acti-
veert deze functie de remmen om de kans op een aanrijding met de nade-
rende auto te verkleinen.
Voorbeelden van het in werking treden van de functie
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page 402  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 404 of 626

403
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Blz. 377
■Voorwaarden voor werking van de Par-
king Support Brake-functie (voor voer-
tuigen die achterlangs rijden)
De functie werkt als het controlelampje PKSB 
OFF niet brandt of knippert ( Blz. 118, 119) 
en aan alle onderstaande voorwaarden wordt 
voldaan:
●Begrenzingsregeli ng hybridesysteem
• De Parking Support Brake is ingeschakeld.
• De rijsnelheid is 15 km/h of lager.
• Er naderen voertuigen de auto van rechts  of links achter de auto met een snelheid 
van meer dan ongeveer 8 km/h
• De selectiehendel staat in stand R. • De Parking Support Brake stelt vast dat er 
harder dan normaal moet worden geremd 
om een aanrijding met een naderende auto 
te voorkomen.
●Remregeling
• De begrenzingsregeli ng van het hybride-
systeem is in werking.
• De Parking Support Brake stelt vast dat  een noodstop noodzakelijk is om een aan-
rijding met een naderende auto te voorko-
men.
■Voorwaarden voor het stoppen van de 
werking van de Parking Support Brake-
functie (voor voertuigen die achterlangs 
rijden)
De werking van de functie stopt als aan één 
van de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
●Begrenzingsregeling hybridesysteem
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• De aanrijding kan worden voorkomen met  normaal remmen.
• Er nadert niet langer een auto van rechts  of links achter de auto.
●Remregeling
• De Parking Support Brake is uitgescha- keld.
• Er zijn ongeveer 2 seconden verstreken  nadat de auto door de remregeling tot stil-
stand is gebracht.
• Het rempedaal wordt ingetrapt nadat de  auto tot stilstand is gebracht door de rem-
regeling.
• Er nadert niet langer een auto van rechts  of links achter de auto.
■Detectiegebied van de Parking Support 
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden)
Het detectiegebied van de Parking Support 
Brake-functie (voor voertuigen die achter-
langs rijden) verschilt van dat van de RCTA 
(  Blz. 381). Daardoor wordt de Parking Sup-
port Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) mogelijk niet geactiveerd, ook 
al signaleert de RCTA een auto en wordt er 
een waarschuwing gegeven.
■Omstandigheden waaronder de Parking 
Support Brake-functie (voor voertuigen 
die achterlangs rijden) een auto niet 
signaleert
De Parking Support Brake-functie (voor voer-
tuigen die achterlangs ri jden) is niet ontwor-
pen om de volgende typen voertuigen en/of 
objecten te signaleren.
Soorten sensoren
WAARSCHUWING
■Ervoor zorgen dat de Parking Sup-
port Brake (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) goed werkt
Neem de volgende voorzorgsmaatregelen 
met betrekking tot de radarsensoren ach-
ter ( Blz. 377) in acht. Het niet in acht 
nemen van de voorschriften kan er toe lei-
den dat een sensor niet goed werkt, waar-
door een ongeval kan ontstaan.
●Wijzig, demonteer of spuit de sensoren 
niet.
●Vervang een radarsensor achter uitslui-
tend door een originele sensor.
●Voorkom dat de radarsensoren achter 
beschadigd raken en houd de radarsen-
soren en hun omgeving op de bumper 
te allen tijde schoon.
●Wanneer het gebied rondom een radar-
sensor achter wordt blootgesteld aan 
een krachtige schok, werkt het systeem 
mogelijk niet goed meer doordat de sen-
sor niet goed meer werkt. Laat de auto 
nakijken door een erkende Toyota-dea-
ler of hersteller/reparateur of een 
andere naar behoren gekwalificeerde 
en uitgeruste deskundige.
●Neem de voorzorgsmaatregelen met 
betrekking tot het omgaan met de radar-
sensor achter in acht. ( Blz. 377)
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  403  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 405 of 626

4044-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
●Voertuigen die van direct achter de auto 
naderen
●Voertuigen die achteruit inparkeren in een 
parkeerruimte naast uw auto
●Voertuigen die niet kunnen worden gesig-
naleerd door de sensoren als gevolg van 
obstakels
●Voertuigen vlak bij uw auto die plotseling 
accelereren of decelereren
●Vangrails, muren, bebording, geparkeerde 
auto's en vergelijkbare stilstaande objec-
ten
*
●Kleine motorfietsen, fietsen, voetgangers, 
enz.*
●Voertuigen die van de auto af bewegen
●Voertuigen die naderen vanuit parkeer-
ruimtes naast uw auto*
●Objecten die zich zeer dicht bij een radar-
sensor bevinden*
●Voertuigen die de auto van rechts of links 
achter de auto naderen met een snelheid 
van minder dan ongeveer 8 km/h
●Voertuigen die de auto van rechts of links 
achter de auto naderen met een snelheid 
van meer dan ongeveer 24 km/h
*: Afhankelijk van de omstandigheden wordt er mogelijk een auto en/of object gesigna-
leerd.
■Omstandigheden waaronder het sys-
teem mogelijk werkt, zelfs als er geen 
kans op een aanrijding is
Onder sommige omstandigheden, zoals de 
onderstaande, werkt de Parking Support 
Brake-functie (voor voertuigen die achter-
langs rijden) mogelijk zelfs als er geen kans 
op een aanrijding is.
●Wanneer de parkeerplaats uitkijkt op een 
straat en er auto's over die straat rijden
●Wanneer een gesignaleerde naderende 
auto een bocht maakt
●Wanneer een voertuig uw auto van opzij 
passeert
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  404  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM 
Page 406 of 626

405
4
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
●Wanneer de afstand tussen uw auto en 
metalen objecten, zoals een vangrail, 
muur, verkeersbord of geparkeerde auto, 
die mogelijk elektrische golven richting de 
achterzijde van de auto reflecteren, kort is
●Als er zich ronddraaiende objecten, zoals 
een ventilator van een airco-unit, in de 
buurt van de auto bevinden
●Als er water op de achterbumper spat of 
gespoten wordt, bijvoorbeeld van een 
sproeier
■Situaties waarin de Parking Support 
Brake-functie (voor voertuigen die ach-
terlangs rijden) mogelijk niet goed 
werkt
In bepaalde situaties, zoals de onderstaande, 
signaleren de radarsensoren een object 
mogelijk niet en werkt deze functie mogelijk 
niet goed
●Stilstaande objecten
●Wanneer een sensor of de omgeving van 
een sensor zeer heet of koud is
●Als de achterbumper is bedekt met bijvoor-
beeld ijs, sneeuw of vuil
●Bij zware regenval of een andere oorzaak 
waardoor er veel water op de auto terecht-
komt
●Wanneer een voertuig naast uw auto het 
detectiegebied van een radarsensor blok-
keert
●Als de auto sterk naar één kant helt
●Als er uitrusting die een sensor kan hinde-
ren, zoals een sleepoog, bumperbescher-
mer (een extra beschermstrip, enz.), 
fietsendrager of sneeuwploeg, is geplaatst
●Als de wielophanging is gewijzigd of als er 
een andere maat banden dan voorge-
schreven is gemonteerd
●Als de voorzijde van de auto omhoog of 
omlaag staat door de belading van de auto
●Als een sticker of een elektronisch onder-
deel zoals een kentekenplaat met achter-
grondverlichting (met name 
fluorescerende), een mistlamp, een spat-
bordantenne of een draadloze antenne in 
de buurt van een radarsensor is geplaatst
●Als de stand van een radarsensor is gewij-
zigd
●Wanneer meerdere auto's naderen met 
slechts weinig ruimte tussen elke auto
●Als er een auto snel van achteren nadert
●Omstandigheden waaronder de radarsen-
sor een voertuig mogelijk niet signaleert
• Wanneer een voertuig van rechts of links  achter de auto nadert terwijl u achteruitrij-
dend een bocht maakt
• Wanneer u achteruitrijdend een bocht  maakt
• Bij het onder een kleine hoek achteruit uit- rijden van een parkeerplaats
pM_RAV4-HV_OM_OM42D32E_(EE).book  Page  405  Wednesday, July 29, 2020  9:01 AM