stop start TOYOTA RAV4 PLUG-IN HYBRID 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2021, Model line: RAV4 PLUG-IN HYBRID, Model: TOYOTA RAV4 PLUG-IN HYBRID 2021Pages: 666, PDF Size: 116.04 MB
Page 302 of 666

3005-1. Voordat u gaat rijden
5-1.Voordat u gaat rijden
■Voor het starten van het hybride-
systeem
Controleer of de AC-laadkabel is losge-
nomen. ( Blz. 135)
■Starten van het hybridesysteem
Blz. 317
■Rijden
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(Blz. 321)
2 Deactiveer de parkeerrem.
(Blz. 326)
Als de parkeerrem in de automatische
modus staat, wordt de parkeerrem automa-
tisch gedeactiveerd wanneer de selectiehen-
del in een andere stand dan P wordt gezet.
( Blz. 327)
3 Laat het rempedaal geleidelijk
opkomen en trap langzaam het gas-
pedaal in om de auto in beweging te
brengen.
■Tot stilstand brengen van de auto
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
2 Activeer indien nodig de parkeer-
rem. ( Blz. 326)
Zet de selectiehendel in stand P als er gedu-
rende langere tijd wordt gestopt.
( Blz. 321)
■Parkeren van de auto
1 Trap, terwijl de selectiehendel in
stand D staat, het rempedaal in.
2 Activeer de parkeerrem ( Blz. 326)
en zet de selectiehendel in stand P.
(Blz. 321)
3 Zet het contact UIT om het hybride-
systeem uit te schakelen.
4 Vergrendel de portieren nadat u
gecontroleerd hebt of u de sleutel
bij u hebt.
Plaats bij het parkeren op een helling indien
nodig wielblokken.
■Wegrijden op een steile helling
omhoog
1 Zet met ingetrapt rempedaal de
selectiehendel in stand D.
(Blz. 321)
2 Trek de parkeerremschakelaar
omhoog om de parkeerrem hand-
matig te activeren. ( Blz. 326)
3 Laat het rempedaal opkomen en
trap langzaam het gaspedaal in om
de auto in beweging te brengen.
Functie automatisch deactiveren parkeer-
rem ( Blz. 328)
■Als u wegrijdt op een helling omhoog
De Hill Start Assist Control wordt geacti-
veerd. ( Blz. 437)
■Voor elektriciteits- en brandstofbespa-
rend rijden
Als u de systeemeigenschappen van de auto
begrijpt, kunt u de functies van het hybride-
systeem optimaal gebruiken. Houd er verder
rekening mee dat hybrideauto's vergelijkbaar
zijn met conventionele auto's en dat het
belangrijk is dat u niet plotseling accelereert
enz. Zie “Tips voor het rijden met een plug-in
hybrideauto” ( Blz. 100).
Rijden met de auto
Volg om veilig te kunnen rijden de
onderstaande procedures:
Rijprocedure
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 300 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 303 of 666

301
5
5-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
■Rijden in de regen
●Rijd voorzichtig als het regent, omdat het
zicht dan minder is, de ruiten beslagen
kunnen zijn en de weg glad kan zijn.
●Rijd extra voorzichtig wanneer het begint
te regenen, de weg kan dan immers bij-
zonder glad zijn.
●Matig uw snelheid bij het rijden in de
regen, tussen band en wegdek kan er zich
dan immers een waterfilm vormen die het
sturen en remmen kan bemoeilijken.
■Begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal (
Blz. 182)
Het is gemakkelijker om milieuvriendelijk te
rijden door te rijden overeenkomstig het dis-
play voor begeleiding milieubewust bedie-
nen gaspedaal. Ook kunt u door het gebruik
van de begeleiding milieubewust bedienen
gaspedaal uw “Eco Score” eenvoudig verho-
gen.
●Bij het wegrijden: Trap, terwijl u binnen het
bereik voor begeleiding milieubewust
bedienen gaspedaal blijft, het gaspedaal
geleidelijk in en accelereer tot aan de
gewenste snelheid. Wanneer wordt voor-
komen dat er overmatig wordt geaccele-
reerd, neemt de score van “Start” toe.
●Tijdens het rijden: Laat, nadat u de
gewenste snelheid hebt bereikt, het gaspe-
daal los en rijd met een constante snelheid
binnen het bereik voor begeleiding milieu-
bewust bedienen gaspedaal. Door de auto
binnen het bereik voor begeleiding milieu-
bewust bedienen gaspedaal te houden,
neemt de score van “Cruise” (constant)
toe.
●Bij het tot stilstand brengen van de auto:
Wanneer u bij het tot stilstand brengen van
de auto het gaspedaal eerder loslaat,
neemt de score voor “Stop” toe.
■Beperken van het vermogen van het
hybridesysteem (Brake Override-sys-
teem)
●Wanneer het gaspedaal en rempedaal
gelijktijdig worden ingetrapt, wordt het ver-
mogen van het hybridesysteem mogelijk
beperkt.
●Er wordt een waarschuwingsmelding weer-
gegeven op het multi-informatiedisplay en
het head-up display (indien aanwezig) ter-
wijl het systeem in werking is. ( Blz. 574)
■Beperken plotseling wegrijden (wegrij-
regeling)
●Wanneer de onderstaande ongewone
bediening plaatsvindt, wordt het vermogen
van het hybridesysteem mogelijk beperkt.
• Wanneer de selectiehendel van R in D,
van D in R, van N in R, van P in D
* of van P
in R* (D omvat S) wordt gezet terwijl het
gaspedaal wordt ingetrapt, verschijnt er
een waarschuwingsmelding op het multi-
informatiedisplay en het head-up display
(indien aanwezig). Lees de op het multi-
informatiedisplay weergegeven waarschu-
wingsmelding en volg de aanwijzingen op.
• Wanneer het gaspedaal te diep wordt inge- trapt terwijl de auto in zijn achteruit staat.
*: Afhankelijk van de situatie is het wellicht
niet mogelijk om de selectiehendel in een
andere stand te zetten.
●Wanneer de wegrijregeling wordt geacti-
veerd, heeft uw auto mogelijk moeite met
het wegrijden in modder of op verse
sneeuw. Deactiveer in zo'n geval de TRC
( Blz. 438) om de wegrijregeling uit te
schakelen, zodat de auto gemakkelijker
wegrijdt in modder of op verse sneeuw.
●De wegrijregeling werkt niet als de Trail-
modus is ingeschakeld.
■Inrijden van uw nieuwe Toyota
Voor een maximale levensduur van de auto
adviseren wij rekening te houden met onder-
staande aanwijzingen:
●De eerste 300 km:
Voorkom plotseling sterk afremmen.
●De eerste 800 km:
Rijd niet met een aanhangwagen.
●De eerste 1.000 km:
• Rijd niet met extreem hoge snelheden.
• Vermijd plotseling sterk accelereren.
• Rijd niet langdurig in een lage versnelling.
• Rijd niet langdurig met een constante snel- heid.
■Rijden in het buitenland
Zorg ervoor dat uw auto voldoet aan de in het
desbetreffende land geldende wettelijke
voorschriften en controleer of de juiste brand-
stof verkrijgbaar is. ( Blz. 620)
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 301 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 321 of 666

319
5
5-2. Rijprocedures
Rijden
●Als u probeert het hybridesysteem
opnieuw te starten direct nadat het contact
UIT is gezet, dan start het hybridesysteem
in sommige gevallen mogelijk niet. Wacht
nadat u het contact UIT hebt gezet een
paar seconden voordat u het hybridesys-
teem opnieuw start.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Raadpleeg Blz. 605 als het Smart entry-sys-
teem met startknop is uitgeschakeld via de
persoonlijke voorkeursinstellingen.
1 Breng de auto volledig tot stilstand.
2 Activeer de parkeerrem wanneer
deze in de stand voor handmatige
bediening staat. ( Blz. 326)
Controleer of het waarschuwingslampje van
de parkeerrem brandt.
3Zet de selectiehendel in stand P.
4 Druk kort en krachtig op de start-
knop.
Het hybridesysteem stopt en de weergave
van het instrumentenpaneel dooft.
Laat de selectiehendel los wanneer u op de
startknop drukt.
5Laat het rempedaal los en contro-
leer of ACCESSORY (stand ACC)
of IGNITION ON (contact AAN) niet
wordt weergegeven op het multi-
informatiedisplay.
WAARSCHUWING
■Starten van het hybridesysteem
Ga altijd op de bestuurdersstoel zitten
alvorens het hybridesysteem te starten.
Trap onder geen enkele voorwaarde het
gaspedaal in bij het starten van het hybri-
desysteem.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een
ongeval waarbij ernstig letsel kan ont-
staan.
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als een storing aan het hybridesysteem
zich voordoet terwijl de auto rijdt, vergren-
del of open de portieren dan niet totdat de
auto veilig en volledig tot stilstand is geko-
men. Als onder deze omstandigheden het
stuurslot wordt geactiveerd, kan dit leiden
tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
OPMERKING
■Starten van het hybridesysteem
Indien het hybridesysteem moeilijk start,
laat uw auto dan onmiddellijk controleren
door een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
■Symptomen die kunnen duiden op
een defect in de startknop
Als de startknop anders lijkt te werken dan
normaal, bijvoorbeeld al s de knop iets blijft
hangen, kan de startknop defect zijn.
Neem onmiddellijk contact op met een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
Uitschakelen van het
hybridesysteem
WAARSCHUWING
■Uitschakelen van het hybridesys-
teem in noodgevallen
●Als u in een noodgeval het hybridesys-
teem tijdens het rijden wilt stoppen,
houdt u de startknop langer dan 2
seconden ingedrukt of drukt u deze min-
stens 3 keer kort achter elkaar in.
( Blz. 560)
Raak de startknop echter tijdens het rij-
den niet aan, behalve in geval van
nood. Door het uitschakelen van het
hybridesysteem tijd ens het rijden ver-
liest u niet de controle over het stuurwiel
of de remmen. De stuurbekrachtiging
werkt echter niet meer, waardoor het
sturen zwaarder zal gaan dan normaal
voordat u de auto tot stilstand brengt.
Dit is afhankelijk van de resterende
lading in de 12V-accu en de gebruiks-
omstandigheden. Zet in dat geval de
auto aan de kant zodra dit veilig kan.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 319 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 439 of 666

437
5
5-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
■ECB (elektronisch geregeld rem-
systeem)
Het elektronisch geregelde remsys-
teem genereert remkracht overeen-
komstig de bediening van de remmen.
■ABS (antiblokkeersysteem)
Helpt het blokkeren van de wielen te
voorkomen bij plotseling remmen of
remmen op een glad wegdek
■Brake Assist
Zorgt voor een grotere remkracht nadat
het rempedaal is ingetrapt als het sys-
teem oordeelt dat er sprake is van een
noodstop
■VSC (Vehicle Stability Control)
Helpt de bestuurder de auto onder con-
trole te houden bij uitwijkmanoeuvres
en het nemen van bochten op een glad
wegdek.
■VSC+ (Vehicle Stability Control+)
Coördineert de werking van ABS-,
TRC-, VSC- en EPS-systemen.
Zorgt ervoor dat de voertuigstabiliteit
behouden blijft bij uitwijkmanoeuvres
op een glad wegdek door de stuurcom-
mando's aan te passen.
■Trailer Sway Control
Helpt de bestuurder om de aanhangwa-
gen weer onder controle te krijgen door
op afzonderlijke wielen remdruk uit te
oefenen en het aandrijfkoppel te ver-
minderen wanneer wordt gesignaleerd
dat de aanhangwagen slingert.
■TRC (Traction Control)
Zorgt ervoor dat de aandrijfkracht
behouden blijft en voorkomt dat de aan-
drijvende wielen gaan doorslippen bij
het wegrijden met de auto of bij het
accelereren op gladde wegen
■Active Cornering Assist (ACA)
Helpt te voorkomen dat de auto naar de
buitenkant van de bocht uitwijkt door
remregeling uit te oefenen op de wielen
aan de binnenzijde wanneer tijdens het
rijden in een bocht wordt geprobeerd te
accelereren
■Hill Start Assist Control
Helpt te voorkomen dat de auto achter-
uit rolt bij helling op wegrijden
■EPS (elektrische stuurbekrachti-
ging)
Maakt gebruik van een elektromotor om
de benodigde kracht voor het rond-
draaien van het stuurwiel te verminde-
ren
Ondersteunende systemen
Om de veiligheid en de prestaties
tijdens het rijden te verbeteren is
uw auto uitgerust met de volgende
systemen die automatisch in wer-
king treden als de omstandighe-
den daar om vragen. Houd er
echter rekening mee dat dit aan-
vullende systemen zijn en ver-
trouw niet in al te sterke mate op
deze systemen als u de auto
bedient.
Overzicht van de
ondersteunende systemen
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 437 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 444 of 666

4425-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
WAARSCHUWING
●Als wordt gereden over wegen met
diepe gaten of andere grote oneffenhe-
den
■De TRC/VSC werkt mogelijk niet
effectief als
Het insturen van de juiste richting en het
overbrengen van de aandrijfkracht kunnen
op een gladde weg niet onder alle omstan-
digheden gerealiseerd worden, zelfs niet
als het TRC/VSC-systeem in werking is.
Rijd voorzichtig met de auto onder
omstandigheden waarbij de stabiliteit en
de aandrijfkracht verloren kunnen gaan.
■De Active Cornering Assist werkt niet
effectief als
●Vertrouw niet alleen op de Active Cor-
nering Assist. De Active Cornering
Assist werkt mogelijk niet effectief bij het
accelereren op een helling of bij het rij-
den op een glad wegdek.
●Wanneer de Active Cornering Assist
vaak in werking is getreden, wordt de
werking ervan mogelij k tijdelijk gestopt
om een goede werking van de remmen,
TRC en VSC te garanderen.
■De Hill Start Assist Control werkt niet
effectief wanneer
●Vertrouw niet uitsluitend op de Hill Start
Assist Control. De Hill Start Assist Con-
trol werkt mogelijk niet effectief op steile
hellingen en op met ijs bedekte wegen.
●In tegenstelling tot de parkeerrem is de
Hill Start Assist Control niet bedoeld om
de auto gedurende langere tijd op zijn
plaats te houden. Gebruik de Hill Start
Assist Control niet om de auto op een
helling op zijn plaats te houden omdat
dat kan leiden tot een ongeval.
■Als de TRC/het ABS/de VSC/de Trai-
ler Sway Control in werking is
Het controlelampje Traction Control knip-
pert. Rijd altijd voorzi chtig. Roekeloos rij-
gedrag kan leiden tot ongevallen. Wees
bijzonder voorzichtig als het controle-
lampje knippert.
■Als de TRC/VSC/Trailer Sway Control
is uitgeschakeld
Wees zeer voorzichti g en pas uw snelheid
aan de conditie van het wegdek aan.
Schakel de TRC/VSC/Trailer Sway Con-
trol alleen in geval van nood uit, aangezien
deze systemen zorg dragen voor de voer-
tuigstabiliteit en het aandrijfvermogen.
Trailer Sway Control is onderdeel van het
VSC-systeem en werkt niet als het VSC is
uitgeschakeld of een storing heeft.
■Vervangen van banden
Controleer of alle banden dezelfde maat
hebben, van hetzelfde merk zijn en het-
zelfde profiel en draagvermogen hebben.
Controleer verder of alle banden de aan-
bevolen spanning hebben.
De ABS, TRC en VSC/Trailer Sway Con-
trol werken niet goed als er verschillende
banden onder de auto gemonteerd zijn.
Neem contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde
en uitgeruste deskundige voor meer infor-
matie over het vervangen van de wielen of
banden.
■Omgaan met banden en wielop-
hanging
Problemen met de banden of wijzigingen
aan de wielophanging hebben een nega-
tief effect op de ondersteunende systemen
en kunnen een storing veroorzaken.
■Voorzorgsmaatregelen met betrek-
king tot Trailer Sway Control
Het Trailer Sway Control-systeem kan het
slingeren van de aanhangwagen niet in
alle gevallen verminderen. Afhankelijk van
diverse factoren, waaronder de staat van
de auto, de aanhangwagen, het wegop-
pervlak en de omgeving waarin wordt
gereden, kan het Trailer Sway Control-
systeem minder goed werken. Raadpleeg
de handleiding van uw aanhangwagen
voor meer informatie over het op de juiste
wijze trekken van uw aanhangwagen.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 442 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 457 of 666

455
6
6-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Voorzieningen in het interieur
• is ingeschakeld
■Waterdruppels tijdens aircowerking
Op de warmtewisselaar aan de buitenzijde,
de accumulator en de aircoleidingen kan zich
condens of rijp vormen. Tijdens of na de air-
cowerking kunnen waterdruppels van de auto
vallen. Dit duidt echter niet op een storing.
Accumulator
Warmtewisselaar buitenzijde
■Beslaan van de ruiten
●Wanneer de luchtvochtigheid in de auto
hoog is, zullen de ruiten gemakkelijk
beslaan. Als u de aircoschakelaar inscha-
kelt, wordt de lucht die via de uitstroom-
openingen stroomt, ontvochtigd en wordt
de voorruit efficiënt ontwasemd.
●Als u de aircoschakelaar uitschakelt, zullen
de ruiten mogelijk sneller beslaan.
●De ruiten zullen mogelijk beslaan als de
recirculatiemodus is ingeschakeld.
■Bij gebruik van de “Mijn ruimte-modus”
●Er wordt mogelijk niet zo goed ontwasemd
als beoogd, zelfs niet als wordt
ingedrukt. Wanneer de ruiten vóór het rij-
den moeten worden ontwasemd, stop dan
met het laden en druk vervolgens op
.
●Wanneer de buitentemperatuur laag is,
wordt er mogelijk onvoldoende verwarmd
als gevolg van de beperkte werking van de
airconditioning. Er kan niet worden ver-
warmd bij een temperatuur van -10°C of
lager, aangezien de benzinemotor niet kan
worden gestart wanneer “Mijn ruimte-
modus” is ingeschakeld. Wanneer u wilt
verwarmen, stop dan met het laden en ver-
wijder de AC-laadkabel van de auto.
■Bij het rijden op stoffige wegen
Sluit alle ruiten. Als er na het sluiten van de
ruiten nog altijd stof wordt aangezogen, zet
dan de luchttoevoerregeling in de buiten-
luchtmodus en schakel de aanjager in.
■Buitenlucht-/recirculatiemodus
●Het wordt aangeraden om de recirculatie-
modus tijdelijk in te schakelen om te voor-
komen dat er vuile lucht wordt aangevoerd
en om de auto te helpen koelen wanneer
het buiten warm is.
●Mogelijk wordt de buitenluchtmodus/recir-
culatiemodus automat isch ingeschakeld
afhankelijk van de inges telde temperatuur
of de temperatuur in de auto.
■Werking van de airconditioning in de
ECO-rijmodus
●In de ECO-rijmodus wordt de airconditio-
ning als volgt bediend voor een laag
brandstofverbruik:
• Het motortoerental en de werking van de compressor worden geregeld om de ver-
warm-/koelcapaciteit te beperken
• Wanneer de automatische modus is geko- zen, wordt de aanjagersnelheid beperkt
●Doe het volgende om de prestaties van de
airconditioning te verbeteren:
• Schakel de ECO-rijmodus uit ( Blz. 433)
• Schakel de persoonlijk e voorkeursinstellin-
gen van de aanjager uit ( Blz. 454)
■Wanneer de buitentemperatuur tot bijna
0°C daalt
De ontvochtigingsfuncti e werkt mogelijk niet,
zelfs niet wanneer de aircoschakelaar wordt
ingedrukt.
■Geuren ventilatie en airconditioning
●Zet de airconditioning in de buitenluchtmo-
dus om frisse lucht binnen te laten.
●Tijdens het gebruik kunnen verschillende
geuren van binnen en buiten de auto in het
airconditioningsysteem terechtkomen. Dit
kan tot gevolg hebben dat de lucht die uit
de uitstroomopeningen komt niet lekker
ruikt.
●Het voorkomen van mogelijke geuren:
• We raden u aan het airconditioningsys- teem in de buitenluchtmodus te zetten
voordat u de motor uitschakelt.
• Mogelijk wordt het inschakelen van de aanjager direct nadat de airconditioning in
de automatische modus wordt ingescha-
keld even vertraagd.
A
B
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 455 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 460 of 666

4586-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
■Geconcentreerde luchtcirculatie-
modus voorstoel handmatig in-
/uitschakelen
Wanneer de geconcentreerde luchtcir-
culatiemodus voor de voorstoel is inge-
schakeld, kan met de schakelaar
worden ingesteld of de lucht alleen
naar de voorstoelen moet stromen of
naar alle stoelen. Wanneer de modus
handmatig wordt bediend, stopt de
automatische regeling van de luchtcir-
culatie.
Druk op de op het bedie-
ningspaneel van de airco om de lucht-
circulatie in te stellen.
Indicator brandt: luchtstroom alleen
naar de voorstoelen
Indicator is uit: luchtstroom naar alle
stoelen.
■Werking van de automatische luchtcir-
culatie
●Voor het behoud van een comfortabel inte-
rieur kan de luchtstroom, direct nadat het
hybridesysteem is gestart en op andere
momenten, afhankelijk van de buitentem-
peratuur, naar stoelen zonder passagiers
worden geleid.
●Als, nadat het hybridesysteem is gestart,
passagiers in de auto van plaats verande-
ren of in- of uit de auto stappen, kan het
systeem de aanwezigheid van passagiers
niet goed bepalen en werkt de automati-
sche regeling van de luchtcirculatie niet.
■Handmatige regeling van de luchtcircu-
latie
Zelfs wanneer de functie handmatig wordt
ingesteld om de luchtstroom alleen naar de
voorstoelen te leiden, wordt mogelijk automa-
tisch lucht naar alle stoelen geleid wanneer
een achterstoel bezet is.
■Terugkeren naar automatische luchtcir-
culatie
1 Zet, wanneer de indicator uit is, het con-
tact UIT.
2 Wacht ten minste 60 minuten en zet het
contact AAN.
■Plaats van uitstroomopeningen
De uitstroomopeningen en luchthoe-
veelheid veranderen overeenkomstig
de geselecteerde luchtcirculatiemodus.
■Afstellen van de richting van de
luchtstroom en openen/sluiten
van de uitstroomopeningen
Voor
1 Richt de luchtstroom naar links of
rechts, boven of beneden
2 De uitstroomopening openen
3 De uitstroomopening sluiten
Overzicht en bediening
uitstroomopeningen
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 458 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 484 of 666

4826-4. Gebruik van de overige voorzieningen in het interieur
• Knippert continu 4 keer herhaaldelijk (oranje)
■De draadloze lader kan worden bediend
als
Het contact in stand ACC of AAN staat.
■Bruikbare draagbare apparaten
Standaard Wireless Qi-laders kunnen wor-
den gebruikt voor draagbare apparaten.
Niet voor alle standaard Qi-apparaten is ech-
ter compatibiliteit gegarandeerd.
De draadloze lader is bedoeld voor draag-
bare apparaten met een laag vermogen van
niet meer dan 5 W, zoals mobiele telefoons
en smartphones.
■Wanneer er hoesjes of accessoires aan
de draagbare apparaten zijn bevestigd
Laad niet op wanneer er een hoesje of
accessoire aan het draagbare apparaat is
bevestigd dat niet compatibel is met Qi.
Afhankelijk van het type hoesje of accessoire
kan het zijn dat het laden niet mogelijk is.
Verwijder het hoesje of accessoire als het
draagbare apparaat op het laadgebied is
geplaatst, ook al wordt er niet geladen.
■Tijdens het laden is via AM-radio ruis te
horen
Schakel de draadloze lader uit en controleer
of de ruis is afgenomen. Als de ruis afneemt,
druk dan gedurende 2 seconden op de voe-
dingsschakelaar van de draadloze lader.
Hiermee kan de frequentie van de lader wor-
den gewijzigd en de ruis worden verminderd.
In dat geval gaat ook de werkingsindicator 2
keer oranje knipperen.
■Belangrijke punten met betrekking tot
de draadloze lader
●Als de elektronische sleutel niet in het inte-
rieur kan worden gesignaleerd, kan er niet
worden geladen. Wanneer het portier
wordt geopend en gesloten, wordt het
laden mogelijk tijdelijk onderbroken.
●Tijdens het laden worden de draadloze
lader en het draagbare apparaat warmer.
Dit duidt echter niet op een storing.
Wanneer een draagbaar apparaat tijdens
het laden warm wordt, stopt het laden
mogelijk als gevolg van de beschermings-
functie van het draagbare apparaat. In dit
geval kunt u weer laden nadat de tempera-
tuur van het draagbare apparaat aanmer-
kelijk is afgenomen.
●Afhankelijk van het gebruik van het draag-
bare apparaat is het mogelijk niet volledig
opgeladen. Dit duidt niet op een storing.
●Als u een mobiele telefoon gebruikt in de
buurt van een draadloze lader, nemen de
gespreksgevoeligheid en communicatie-
snelheid mogelijk af.
■Geluiden tijdens het gebruik
Wanneer de voeding wordt ingeschakeld, is
er tijdens het zoeken van het draagbare
apparaat een geluid te horen. Dit duidt echter
niet op een storing.
■Schoonmaken van de draadloze lader
Blz. 492
■Label met voorzorgsmaatregelen m.b.t.
het gebruik van de draadloze lader
Op de draadloze lader bevindt zich een label.
Volg de instructies op het label.
Vermoedelijke oorzakenOplossing
De temperatuur in de
draadloze lader stijgt.
Stop direct met laden
en start het laden
weer na een poos te
hebben gewacht.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 482 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 581 of 666

579
8
8-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
Bij problemen
■Als er een melding wordt weergegeven
dat u naar een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige moet gaan
Het systeem of onderdeel dat op het multi-
informatiedisplay wordt weergegeven, is
defect. Laat de auto onmiddellijk nakijken
door een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren
gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als er een melding wordt weergegeven
dat de handleiding moet worden
geraadpleegd
●Als de onderstaande berichten worden
weergegeven, volg dan de desbetreffende
instructies.
• “Blind Spot Monitor Unavailable” (Blind Spot Monitor niet beschikbaar) ( Blz. 394,
578)
• “RCTA Unavailable” (RCTA niet beschik- baar) ( Blz. 394, 578)
• “Engine Coolant Temp High” (Temp. motorkoelvloeistof hoog) ( Blz. 611)
• “Exhaust Filter Full” (filter uitlaatgassys- teem vol) ( Blz. 436)
●Als de onderstaande meldingen worden
weergegeven, is er mogelijk sprake van
een storing. Breng de auto onmiddellijk op
een veilige plaats tot stilstand en neem
contact op met een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige. Doorrijden met de auto kan
gevaarlijk zijn.
• “Plug-in charging system malfunction” (sto- ring plug-inlaadsysteem)
• “Hybrid System Malfunction” (storing hybri- desysteem)
• “Charging System Malfunction” (storing laadsysteem)
• “Check Engine” (controleer motor)
• “Hybrid Battery System Malfunction” (sto- ring tractiebatterijsysteem)
• “Accelerator System Malfunction” (storing gaspedaalsysteem)
• “Smart Entry & Start System Malfunction” (storing Smart Key-systeem)
●Als de onderstaande meldingen worden
weergegeven, is er mogelijk sprake van
een storing. Laat onmiddellijk de auto
nakijken door een erkende Toyota-dealer
of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
• “Oil Pressure Low” (oliedruk laag)
• “Braking Power Low” (remkracht laag)
●Als een van de onderstaande meldingen
wordt weergegeven op het multi-informa-
tiedisplay, kan de auto zonder brandstof
zijn komen te staan. Breng de auto op een
veilige plaats tot stilstand en vul brandstof
bij als het brandstofniveau laag is.
• “Hybrid System Stopped” (hybridesysteem is gestopt)
• “Engine Stopped” (motor is gestopt)
●Als “Maintenance required for DCDC con-
verter cooling parts See Owner’s Manual”
(Onderhoud vereist voor koeling DC/DC-
omvormer. Zie handleiding) wordt weerge-
geven, zit het filter mogelijk verstopt, is de
ventilatieopening mogel ijk geblokkeerd of
zit er mogelijk een gat in het kanaal. Voer
daarom de onderstaande correctieproce-
dure uit.
• Als de ventilatieopening of het filter van de DC/DC-converter vuil is, voer dan de pro-
cedures op Blz. 536 uit om ze schoon te
maken.
• Als de waarschuwingsmelding wordt weer- gegeven wanneer de ventilatieopening en
het filter van de DC/DC-converter niet vuil
zijn, laat de auto dan nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwa-
lificeerde en uitgeruste deskundige.
●Als “12-Volt Battery Charging System
Malfunction Stop in a Safe Place See
Owner’s Manual” (Storing 12 volt-accu-
laadsysteem. Stop op een veilige plaats.
Zie handleiding) wordt weergegeven
Geeft aan dat er een storing aanwezig is in
het laadsysteem van de auto. Zet de auto
aan de kant zodra dit veilig kan.
Terwijl de melding wordt weergegeven, wordt
de werking van de airconditioning, enz.
mogelijk gedeeltelijk beper kt om het energie-
verbruik van de 12V-accu te verlagen.
■Als “Hybrid system overheated. Redu-
ced output power.” (Hybridesysteem
oververhit. Gereduceerd uitgangsver-
mogen) wordt weergegeven
De melding wordt mogelijk weergegeven tij-
dens het rijden onder zware omstandighe-
den. (Bijvoorbeeld wanneer u (achteruit) een
lange steile helling op rijdt.)
Oplossing: Blz. 611
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 579 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM
Page 582 of 666

5808-2. Stappen die genomen moeten worden in noodgevallen
■Als “Traction Battery Needs to be Pro-
tected Refrain from the Use of N Posi-
tion” (Tractiebatterij moet worden
beschermd. Vermijd het gebruik van
stand N.) wordt weergegeven
Deze melding kan worden weergegeven als
de selectiehendel in stand N staat.
Het batterijpakket (tractiebatterij) kan niet
worden geladen als de selectiehendel in
stand N staat. Zet de selectiehendel daarom
in stand P als de auto stilstaat.
■Als “Traction Battery Needs to be Pro-
tected Shift into P to Restart” (Tractie-
batterij moet worden beschermd.
Schakel naar P om opnieuw te starten.)
wordt weergegeven
Deze melding wordt weergegeven wanneer
het batterijpakket (tractiebatterij) bijna leeg is,
doordat de selectiehendel een bepaalde peri-
ode in stand N heeft stilgestaan.
Zet bij het bedienen van de auto de selectie-
hendel in stand P en herstart het hybridesys-
teem.
■Als “Shift to P when Parked” (schakel
naar stand P na parkeren) wordt weer-
gegeven
De melding wordt weergegeven wanneer het
bestuurdersportier wordt geopend terwijl het
contact niet UIT is gezet en de selectiehendel
in een andere stand dan P stond.
Zet de selectiehendel in stand P.
■Als “Shift is in N Release Accelerator
Before Shifting” (Schakelstand is in N.
Laat gaspedaal los voor het schakelen)
wordt weergegeven
De melding wordt weergegeven wanneer het
gaspedaal wordt ingetrapt en de selectiehen-
del in stand N staat. Laat het gaspedaal los
en zet de selectiehendel in stand D of R.
■Als “Press Brake when Vehicle is Stop-
ped Hybrid System may Overheat”
(Trap rempedaal in als voertuig is
gestopt. Hybridesysteem kan oververhit
raken) wordt weergegeven
De melding wordt weergegeven wanneer het
gaspedaal wordt ingetrapt om de auto op een
helling omhoog te laten stilstaan, enz.
Als deze situatie blijft voortduren, kan het
hybridesysteem oververhit raken.
Laat het gaspedaal los en trap het rempedaal
in.
■Als “Auto Power OFF to Conserve Bat-
tery” (Automatische uitschakeling con-
tact om batterij te sparen) wordt
weergegeven
Het contact is UIT gezet door de automati-
sche power off-functie.
Bedien de volgende keer dat u het hybride-
systeem start het hybridesysteem gedurende
ongeveer 5 minuten om de 12V-accu op te
laden.
■Als “Engine Oil Level Low Add or
Replace” (Motoroliepeil laag. Vul bij of
ververs) wordt weergegeven
Het motoroliepeil is mogelijk te laag. Contro-
leer het oliepeil en vul indien nodig olie bij.
Deze waarschuwingsmelding verschijnt
mogelijk wanneer de auto op een helling stil-
staat. Plaats de auto op een horizontale
ondergrond en controleer of de melding ver-
dwijnt.
■Als er een melding wordt weergegeven
dat er een storing in de camera voor
aanwezig is (indien aanwezig)
De onderstaande systemen worden mogelijk
tijdelijk uitgeschakeld tot het in de melding
aangegeven probleem is opgelost.
( Blz. 353, 568)
●PCS (Pre-Crash Safety-systeem)*
●LTA (Lane Tracing Assist)*
●Automatic High Beam*
●RSA (Road Sign Assist)*
●Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik*
*
: Indien aanwezig
■Als “Radar Cruise Control Unavailable
See Owner's Manual” (Radar Cruise
Control tijdelijk niet beschikbaar. Zie
handleiding) (indien aanwezig) wordt
weergegeven
De Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik (i ndien aanwezig) wordt
tijdelijk uitgeschakeld of tot het in de melding
aangegeven probleem is opgelost. (Oorza-
ken en oplossingen: Blz. 353)
■Als “Radar Cruise Control Unavailable”
(Radar Cruise Control tijdelijk niet
beschikbaar) wordt weergegeven
(indien aanwezig)
De Dynamic Radar Cruise Control met volle-
dig snelheidsbereik (indi en aanwezig) kan tij-
delijk niet gebruikt worden. Gebruik het
systeem wanneer dit weer beschikbaar is.
pM_RAV4-Plug-in-Hybrid_OM_OM42E06E_(EE).book Pa ge 580 Wednesday, February 3, 2021 2:42 PM