TOYOTA YARIS 2015 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2015, Model line: YARIS, Model: TOYOTA YARIS 2015Pages: 512, PDF Size: 26.14 MB
Page 181 of 512

1814-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E■
Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op een lange helling bij buiten-
temperaturen hoger dan 30C kan ertoe leiden dat de motor over-
verhit raakt. Schakel als het waarschuwingslampje hoge
koelvloeistoftemperatuur knippert of gaat branden direct de aircon-
ditioning uit en breng de auto op een veilige plaats tot stilstand.
(Blz. 458)
■Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wielen van de auto en de aan-
hangwagen. Activeer de parkeerrem en zet de selectiehendel in
stand P bij auto's met Multidrive CVT of in stand 1 of R bij auto's
met handgeschakelde transmissie.
WAARSCHUWING
Volg alle aanwijzingen in dit hoofdstuk op. Anders kunnen zich ongevallen
voordoen die tot ernstig letsel kunnen leiden.
■Voorzorgsmaatregelen bij het rijden met een aanhangwagen
Controleer bij het rijden met een aanhangwagen of de maximaal toege-
stane gewichten niet worden overschreden. (Blz. 174)
■Rijsnelheid bij het rijden met een aanhangwagen
Overschrijd de maximum snelheid voor het rijden met een aanhangwagen
niet.
■Voor het afrijden van een lange helling
Minder snelheid en schakel terug. Schakel bij het afdalen van een lange of
steile helling echter niet plotseling terug.
■Werking van het rempedaal
Trap het rempedaal niet veelvuldig of gedurende een langere periode ach-
tereen in.
Hierdoor kan het remsysteem oververhit raken of kan de remwerking terug-
lopen.
■Ongelukken of letsel voorkomen
●Auto's met cruise control: Gebruik de cruise control niet als achter de auto
een aanhangwagen is gekoppeld.
●Auto's met compact reservewiel: Rijd niet met een aanhangwagen wan-
neer het compacte reservewiel onder uw auto is gemonteerd.
●Auto's met bandenreparatieset: Rijd niet met een aanhangwagen wanneer
een band is gemonteerd die is gerepareerd met de bandenreparatieset.
Page 182 of 512

1824-2. Rijprocedures
YARIS_F_WE_52D53E
Contactslot (auto's zonder Smart entr y-
systeem en startknop)
Benzinemotor
Controleer of de parkeerrem geactiveerd is.
Controleer of de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT) of N
(handgeschakelde transmissie) staat.
Trap het rempedaal (Multidrive CVT) of koppelingspedaal (handge-
schakelde transmissie) stevig in.
Zet het contact in stand START en start de motor.
Dieselmotor
Controleer of de parkeerrem geactiveerd is.
Controleer of de selectiehendel in stand N staat.
Trap het koppelingspedaal stevig in.
Zet het contact AAN.
Het controlelampje gaat branden.
Als het controlelampje uitgaat, zet dan het contact in stand
START om de motor te starten.
Starten van de motor
1
2
3
4
1
2
3
4
5
Page 183 of 512

1834-2. Rijprocedures
4
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E
UIT
Het stuurwiel is geblokkeerd en de
sleutel kan worden verwijderd.
(Auto's met Multidrive CVT: de
sleutel kan alleen worden verwij-
derd als de selectiehendel in stand
P staat.)
ACC
Sommige elektrische componen-
ten zoals het audiosysteem kun-
nen worden gebruikt.
AAN
Alle elektrische componenten kun-
nen worden gebruikt.
START
Motor starten.
■Het contact van stand ACC naar UIT zetten
Zet de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT) of N (handgeschakelde
transmissie). (Blz. 191, 196)
■Als de motor niet aanslaat
De startblokkering is mogelijk niet uitgeschakeld. (Blz. 74)
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Wijzigen van de standen van het contact
1
2
3
4
Druk de sleutel dieper in het slot en
draai deze naar UIT.
1
2
Page 184 of 512

1844-2. Rijprocedures
YARIS_F_WE_52D53E■Als het stuurslot niet ontgrendeld kan worden
■Waarschuwingssysteem sleutel in contactslot
Wanneer u het bestuurdersportier opent terwijl het contact in stand ACC of
UIT staat, klinkt er een zoemer die u helpt herinneren dat u de sleutel moet
verwijderen. Soms kan de sleutel bij het starten moei-
lijk vanuit UIT worden gedraaid. Draai het
stuurwiel enigszins naar links of naar
rechts om het stuurslot te ontgrendelen.
WAARSCHUWING
■Bij het starten van de motor
Start de motor altijd terwijl u in de bestuurdersstoel zit. Trap nooit het gas-
pedaal in terwijl u de motor start.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Zet het contact nooit UIT. Als in een noodgeval de motor moet worden uit-
gezet terwijl de auto nog rijdt, zet dan het contact in stand ACC. Als de
motor wordt uitgeschakeld tijdens het rijden kan een ongeluk het gevolg
zijn. (Blz. 395)
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de accu
Laat het contact niet gedurende langere tijd in stand ACC of AAN staan
wanneer de motor niet draait.
■Bij het starten van de motor
●Laat de startmotor niet langer dan 30 seconden onafgebroken werken.
Anders kunnen de startmotor en de bedrading oververhit raken.
●Jaag een nog koude motor nooit op toeren.
●Indien de motor moeilijk aanslaat of vaak afslaat, laat uw auto dan onmid-
dellijk controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
Page 185 of 512

185
4
4-2. Rijprocedures
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E
Startknop (auto's met Smart entr y-systeem
en startknop)
Controleer of de parkeerrem geactiveerd is.
Controleer of de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT) of N
(handgeschakelde transmissie) staat.
Trap het rempedaal (Multidrive CVT) of koppelingspedaal (handge-
schakelde transmissie) stevig in.
Het controlelampje van het Smart entry-systeem met startknop (groen)
gaat branden.
Als het controlelampje niet gaat branden, kan de motor niet worden
gestart.
Druk op de startknop.
De motor wordt gestart totdat hij
aanslaat, waarbij elke startpoging
maximaal 30 seconden duurt.
Houd het rempedaal (Multidrive
CVT) of koppelingspedaal (hand-
geschakelde transmissie) inge-
trapt tot de motor goed draait.
Alleen dieselmotor: Het controle-
lampje gaat branden. De
motor start zodra het controle-
lampje is gedoofd.
De motor kan in elke stand van het
contact worden gestart.
Als u de volgende handelingen uitvoert terwijl u een elektroni-
sche sleutel bij u hebt, wordt de motor gestart of de stand van
het contact veranderd.
Starten van de motor
1
2
3
4
Page 186 of 512

1864-2. Rijprocedures
YARIS_F_WE_52D53E
Breng de auto tot stilstand.
Zet de selectiehendel in stand P (Multidrive CVT) of N (handge-
schakelde transmissie).
Activeer de parkeerrem. (Blz. 201)
Druk op de startknop.
Laat het rempedaal (Multidrive CVT) of koppelingspedaal (handge-
schakelde transmissie) los en controleer of het controlelampje van
het Smart entry-systeem met startknop (groen) uit is.
De stand kan worden gewijzigd door op de startknop te drukken zon-
der het rempedaal (Multidrive CVT) of het koppelingspedaal (handge-
schakelde transmissie) in te trappen. (De stand verandert iedere keer
dat op de knop wordt gedrukt.)
UIT
*
De alarmknipperlichten kunnen
worden gebruikt.
Het controlelampje van het Smart
entry-systeem met startknop
(groen) is uit.
Stand ACC
Sommige elektrische componen-
ten zoals het audiosysteem kun-
nen worden gebruikt.
Het controlelampje van het Smart
entry-systeem met startknop
(groen) knippert langzaam.
AAN
Alle elektrische componenten kun-
nen worden gebruikt.
Het controlelampje van het Smart
entry-systeem met startknop
(groen) knippert langzaam.
*: Auto's met Multidrive CVT: Als de selectiehendel in een andere stand dan
stand P staat als de motor uit gezet wordt, gaat het contact naar stand
ACC en niet UIT.
Uitzetten van de motor
Wijzigen van de standen van het contact
1
2
3
4
5
Page 187 of 512

1874-2. Rijprocedures
4
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E
Als de motor wordt uitgezet terwijl de selectiehendel in een andere
stand dan P staat, wordt de stand van het contact ACC, niet UIT. Voer
de volgende procedure uit om het contact UIT te zetten:
Controleer of de parkeerrem geactiveerd is.
Zet de selectiehendel in stand P.
Controleer of het controlelampje van het Smart entry-systeem met
startknop (groen) langzaam knippert en druk de startknop vervol-
gens eenmaal in.
Controleer of het controlelampje van het Smart entry-systeem met
startknop (groen) uit is.
■Auto power off-functie
Auto's met Multidrive CVT
Als het contact gedurende meer dan een uur in stand ACC of AAN heeft
gestaan (zonder dat de motor draait) met de selectiehendel in stand P,
schakelt het systeem het contact automatisch UIT. Deze functie kan echter
niet geheel uitsluiten dat de accu ontladen kan raken. Laat het contact niet
gedurende langere tijd in stand ACC of AAN staan zonder dat de motor
draait.
Auto's met handgeschakelde transmissie
Als het contact gedurende meer dan een uur in de stand ACC of AAN heeft
gestaan (terwijl de motor is uitgeschakeld), schakelt het systeem het con-
tact automatisch UIT. Deze functie kan echter niet geheel uitsluiten dat de
accu ontladen kan raken. Laat het contact niet gedurende langere tijd in
stand ACC of AAN staan zonder dat de motor draait.
■Levensduur batterij elektronische sleutel
Blz. 106
■Omstandigheden die de werking van het systeem kunnen beïnvloeden
Blz. 130
■Aanwijzingen voor de instapfunctie
Blz. 130
Uitschakelen van de motor met een selectiehendel in een ander
stand dan stand P (Multidrive CVT)
1
2
3
4
Page 188 of 512

1884-2. Rijprocedures
YARIS_F_WE_52D53E■Als de motor niet aanslaat
●De startblokkering is mogelijk niet uitgeschakeld. (Blz. 74)
Neem contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of
een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Stuurslot
Nadat het contact UIT is gezet en de portieren zijn geopend en gesloten,
wordt het stuurwiel geblokkeerd door de stuurslotfunctie. Als u nogmaals op
de startknop drukt, wordt het stuurslot automatisch weer uitgeschakeld.
■Als het stuurslot niet ontgrendeld kan worden
Druk op de startknop terwijl u het stuurwiel naar links en rechts draait.
■Oververhitting van de stuurslotmotor voorkomen
Om te voorkomen dat de stuurslotmotor oververhit raakt, kan het voorkomen
dat de werking van de stuurslotmotor wordt onderbroken als de motor in een
korte tijd herhaaldelijk wordt gestart en uitgezet. Wacht in dat geval met het
starten of uitzetten van de motor. Na ongeveer 10 seconden zal de stuurslot-
motor weer functioneren.
■Als er een storing is in het systeem
Blz. 408
■Als de batterij van de elektronische sleutel ontladen is
Blz. 367 ●Controleer bij auto's met Multidrive CVT
of de selectiehendel goed in stand P
staat. Mogelijk kan de motor niet worden
gestart als de selectiehendel niet in
stand P staat. Het controlelampje van
het Smart entry-systeem met startknop
(groen) gaat snel knipperen.
Het controlelampje van het Smart entry-
systeem met startknop (groen) gaat snel
knipperen.
Auto's met Multidrive CVT
Controleer of de selectiehendel in stand P
is gezet.
Druk op de startknop terwijl u het stuur-
wiel naar links en rechts draait.
Auto's met handgeschakelde transmis-
sie
Page 189 of 512

1894-2. Rijprocedures
4
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E■Bediening van de startknop
Eén keer kort en stevig indrukken van de startknop is voldoende om deze te
bedienen. Als de startknop niet op de juiste manier wordt bediend, kan het
voorkomen dat de motor niet start of dat de stand van het contact niet veran-
dert. U hoeft de startknop niet ingedrukt te houden.
■Als het Smart entry-systeem met startknop is uitgeschakeld via de per-
soonlijke voorkeursinstellingen
Blz. 490
WAARSCHUWING
■Bij het starten van de motor
Start de motor altijd terwijl u in de bestuurdersstoel zit. Trap nooit het gas-
pedaal in terwijl u de motor start.
Als u dat wel doet, kan dat leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan
ontstaan.
■Wees voorzichtig tijdens het rijden
Als zich een storing voordoet in de motor terwijl de auto rijdt, vergrendel of
open de portieren dan niet totdat de auto veilig en volledig tot stilstand is
gekomen. Als onder deze omstandigheden het stuurslot wordt geactiveerd,
kan dit leiden tot een ongeval waarbij ernstig letsel kan ontstaan.
■Uitzetten van de motor in noodgevallen
Als u in noodgevallen de motor tijdens het rijden af wilt zetten, houd dan de
startknop gedurende ten minste 3 seconden ingedrukt of druk hem ten min-
ste driemaal achter elkaar kort in. (Blz. 395)
Bedien de startknop tijdens het rijden echter uitsluitend in noodgevallen.
Door het contact tijdens het rijden UIT te zetten, verliest u niet de controle
over het stuurwiel of de remmen, maar werkt de bekrachtiging van deze
systemen niet meer. Hierdoor zal het remmen en sturen veel zwaarder
gaan dan normaal. Zet in dat geval de auto aan de kant zodra dit veilig kan.
Page 190 of 512

1904-2. Rijprocedures
YARIS_F_WE_52D53E
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de accu
●Laat het contact niet gedurende langere tijd in stand ACC of AAN staan
zonder dat de motor draait.
●Als het controlelampje van het Smart entry-systeem met startknop (groen)
brandt, is het contact niet UIT. Controleer voordat u uitstapt altijd of het
contact UIT is.
●Zet bij auto's met Multidrive CVT de motor niet uit als de selectiehendel in
een andere stand dan P staat. Als de motor wordt uitgezet terwijl de selec-
tiehendel in een andere stand staat, wordt het contact niet UIT, maar in
stand ACC gezet. Als het contact in stand ACC blijft staan, kan de accu
ontladen raken.
■Bij het starten van de motor
●Jaag een nog koude motor nooit op toeren.
●Indien de motor moeilijk aanslaat of vaak afslaat, laat uw auto dan onmid-
dellijk controleren door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur
of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Symptomen die kunnen duiden op een probleem met de startknop
Wanneer u merkt dat de bediening van de startknop niet helemaal gaat
zoals u gewend bent, bijvoorbeeld als de startknop bij het indrukken niet
goed terugkomt, kan dit duiden op een defect.
Neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.