stop start TOYOTA YARIS HATCHBACK 2014 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2014, Model line: YARIS HATCHBACK, Model: TOYOTA YARIS HATCHBACK 2014Pages: 512, PDF Size: 26.14 MB
Page 156 of 512

1563-5. Openen en sluiten van de ruiten
YARIS_F_WE_52D53E
■De elektrisch bedienbare ruiten kunnen bediend worden als
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
■Bedienen van de elektrisch bedienbare ruiten nadat het contact UIT is
gezet
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen, zelfs nadat het contact in stand ACC
of UIT is gezet, nog ongeveer 45 seconden worden bediend. Ze kunnen ech-
ter niet meer worden bediend als een van de voorportieren wordt geopend.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop
De elektrisch bedienbare ruiten kunnen, zelfs nadat het contact in stand ACC
of UIT is gezet, nog ongeveer 45 seconden worden bediend. Ze kunnen ech-
ter niet meer worden bediend als een van de voorportieren wordt geopend.
■Klembeveiliging (alleen ruit bestuurdersportier)
Als tijdens het sluiten een object bekneld raakt tussen de ruit en het ruitframe,
stopt de beweging van de ruit en wordt de ruit weer iets geopend.
Page 159 of 512

159
4Rijden
YARIS_F_WE_52D53E4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden met de auto ............ 160
Lading en bagage .............. 171
Rijden met een
aanhangwagen ................ 173
4-2. Rijprocedures
Contactslot
(auto's zonder Smart entry-
systeem en startknop) ..... 182
Startknop
(auto's met Smart entry-
systeem en startknop) ..... 185
Multidrive CVT ................... 191
Handgeschakelde
transmissie ...................... 196
Richtingaanwijzer-
schakelaar ....................... 200
Parkeerrem ........................ 201
4-3. Bedienen van verlichting
en ruitenwissers
Lichtschakelaar.................. 202
Schakelaar mistlampen ..... 208
Ruitenwissers en
-sproeier .......................... 210
Achterruitenwisser en
-sproeier .......................... 2144-4. Tanken
Openen van de tankdop .... 216
4-5. Gebruik van de onder-
steunende systemen
Cruise control..................... 220
Snelheidsbegrenzer ........... 224
Stop & Start-systeem ......... 228
Ondersteunende
systemen ......................... 235
Roetfilter ............................ 240
4-6. Rijtips
Rijden in de winter ............. 242
Page 161 of 512

1614-1. Voordat u gaat rijden
4
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E
Auto's met Multidrive CVT
Trap, terwijl de selectiehendel in stand D staat, het rempedaal in.
Auto's met Stop & Start-systeem: Als het Stop & Start-systeem is ingescha-
keld, wordt de motor uitgeschakeld bij het intrappen van het rempedaal.
(Blz. 228)
Activeer indien nodig de parkeerrem.
Zet de selectiehendel in stand P als er gedurende langere tijd wordt
gestopt. (Blz. 191)
Auto's met handgeschakelde transmissie
Trap met ingetrapt koppelingspedaal het rempedaal in.
Activeer indien nodig de parkeerrem.
Als de auto gedurende langere tijd stilstaat, zet dan de selectiehendel in
stand N. (Blz. 196)
Auto's met Stop & Start-systeem: Als het Stop & Start-systeem is ingescha-
keld, wordt de motor uitgeschakeld als de selectiehendel in stand N wordt
gezet en het koppelingspedaal wordt losgelaten. (Blz. 228)
Auto's met Multidrive CVT
Trap, terwijl de selectiehendel in stand D staat, het rempedaal in.
Activeer de parkeerrem. (Blz. 201)
Zet de selectiehendel in stand P. (Blz. 191)
Plaats bij het parkeren op een helling indien nodig wielblokken.
Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop: Zet het contact
UIT om de motor uit te schakelen.
Auto's met Smart entry-systeem en startknop: Druk op de startknop
om de motor uit te schakelen.
Vergrendel de portieren nadat u hebt gecontroleerd of u de elektro-
nische sleutel bij u hebt.
Tot stilstand brengen van de auto
Parkeren van de auto
1
2
1
2
1
2
3
4
5
Page 214 of 512

2144-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
YARIS_F_WE_52D53E
Achterruitenwisser en -sproeier
Draai aan het uiteinde van de schakelaar om de achterruitenwisser en
-sproeier in te schakelen
Uit
Intervalstand
Normale stand ruitenwis-
sers
Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwis-
sers
Gelijktijdig inschakelen rui-
tensproeiers en ruitenwis-
sers
De ruitenwisser maakt auto-
matisch een aantal wisbewe-
gingen nadat de sproeier in
werking is getreden.
■De achterruitenwisser en -sproeier kunnen worden bediend als
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
Auto's met Smart Entry-systeem en startknop
Het contact AAN staat.
■Als er geen ruitensproeiervloeistof op de ruit terechtkomt
Controleer of er ruitensproeiervloeistof in het reservoir aanwezig is en contro-
leer, als dat het geval is, of de sproeierkop niet verstopt is.
: Indien aanwezig
Bedieningsinstructies
1
2
3
4
5
Page 228 of 512

2284-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
YARIS_F_WE_52D53E
Stop & Start-systeem
Auto's met Multidrive CVT
Trap terwijl u in de stand D of M rijdt het rempedaal volledig in en
breng de auto tot stilstand.
De motor wordt uitgezet en het
controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat branden.
Wanneer de selectiehendel in
stand N of P staat, blijft de motor
uitgeschakeld terwijl het rempe-
daal niet wordt ingetrapt.
Auto's met handgeschakelde transmissie
Breng de auto tot stilstand terwijl het koppelingspedaal geheel inge-
trapt is.
Zet vervolgens de selectiehendel in stand N.
Laat het koppelingspedaal los.
De motor wordt uitgezet en het
controlelampje van het Stop &
Start-systeem gaat branden.
: Indien aanwezig
Het Stop & Start-systeem schakelt de motor uit en start deze
weer overeenkomstig de bediening van het rempedaal en de
selectiehendel (Multidrive CVT) of het koppelingspedaal (hand-
geschakelde transmissie) om de auto tot stilstand te brengen en
weer te starten.
Uitzetten van de motor
1
2
1
2
Page 229 of 512

2294-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E
Auto's met Multidrive CVT
Laat het rempedaal los. Trap wanneer de selectiehendel in stand N of
P staat het rempedaal in en zet de selectiehendel in stand D of M.
De motor wordt weer gestart. Het controlelampje van het Stop & Start-sys-
teem dooft.
Auto's met handgeschakelde transmissie
Controleer of de selectiehendel in stand N staat en trap het koppe-
lingspedaal in.
De motor wordt weer gestart. Het controlelampje van het Stop & Start-sys-
teem dooft. (In dit geval wordt de motor niet uitgezet als het koppelingspe-
daal wordt losgelaten.)
Druk op de uitschakeltoets van
het Stop & Start-systeem om het
Stop & Start-systeem uit te scha-
kelen.
Het controlelampje van het Stop &
Start-systeem zal gaan branden.
De motor zal niet elke keer worden
uitgeschakeld bij het tot stilstand
komen en intrappen van het rem-
pedaal (Multidrive CVT) of koppe-
lingspedaal (handgeschakelde
transmissie) (Blz. 228).
Druk nogmaals op de toets om het
Stop & Start-systeem weer in te
schakelen.
Opnieuw starten van de motor
Uitschakelen van het Stop & Start-systeem
Page 230 of 512

2304-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
YARIS_F_WE_52D53E■
Als op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem wordt
gedrukt terwijl de auto stilstaat
●Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem, kunt u de
motor weer starten door op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem te drukken.
Vanaf de volgende keer dat de auto tot stilstand wordt gebracht
(nadat het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld), zal de motor
niet worden uitgezet.
●Als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld en op de uitscha-
keltoets van het Stop & Start-systeem wordt gedrukt, wordt het
systeem weer ingeschakeld, maar zal de motor blijven draaien.
Vanaf de volgende keer dat de auto tot stilstand wordt gebracht
(nadat het Stop & Start-systeem is ingeschakeld), zal de motor
worden uitgezet.
■Voorwaarden voor inschakelen van systeem
●Het Stop & Start-systeem werkt als aan de volgende voorwaarden wordt vol-
daan:
• De motor is op bedrijfstemperatuur.
• De laadtoestand van de accu is voldoende.
• Het bestuurdersportier is gesloten.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
• De motorkap is gesloten.
• Het gaspedaal wordt niet ingetrapt.
• Auto's met Multidrive CVT: Het rempedaal wordt stevig ingetrapt.
• Auto's met Multidrive CVT: De selectiehendel staat niet in stand R.
• Auto's met handgeschakelde transmissie: Het koppelingspedaal wordt
niet ingetrapt.
• Auto's met handgeschakelde transmissie: De selectiehendel staat in
stand N.
●Onder de volgende omstandigheden wordt de motor mogelijk niet uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem. Dit wijst niet op een storing van het
Stop & Start-systeem.
• De temperatuur van de koelvloeistof of van de transmissievloeistof is te
laag of te hoog.
• De buitentemperatuur is zeer laag.
• De airconditioning wordt gebruikt wanneer de buitentemperatuur hoog of
laag is.
• De airconditioning wordt gebruikt om het interieur af te koelen als de tem-
peratuur in het interieur extreem hoog is, bijvoorbeeld nadat de auto in de
brandende zon stond geparkeerd.
• Auto's met automatische airconditioning: De voorruitverwarming wordt
gebruikt.
Page 231 of 512

2314-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E• De accu is niet voldoende opgeladen of wordt opgeladen.
• Door verkeersdrukte of andere omstandigheden komt de auto veelvuldig
tot stilstand, waardoor de hoeveelheid tijd dat de motor is uitgezet door
het Stop & Start-systeem extreem oploopt.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De motorkap wordt geopend.
• De auto staat stil op een steile helling.
• Het vacuüm van de rembekrachtiger is te laag.
• Er wordt een grote hoeveelheid elektriciteit verbruikt.
• Op grote hoogte.
Als de bovenstaande omstandigheden zich niet meer voordoen, zal het Stop
& Start-systeem de volgende keer dat de auto tot stilstand komt de motor
weer uitzetten en starten.
●Onder de volgende omstandigheden wordt de motor mogelijk zelfs gestart
zonder dat het rempedaal (Multidrive CVT) wordt losgelaten of het koppe-
lingspedaal (handgeschakelde transmissie) wordt ingetrapt.
• Het rempedaal wordt pompend of diep ingetrapt.
• De airconditioning wordt ingeschakeld.
• Auto's met automatische airconditioning: De voorruitverwarming is inge-
schakeld.
• De laadtoestand van de accu is onvoldoende.
• De auto begint te rollen op een helling.
• Auto's met Multidrive CVT: De motorkap wordt geopend terwijl de selec-
tiehendel in stand N of P staat.
• Auto's met Multidrive CVT: De selectiehendel wordt in een andere stand
dan N of P gezet.
• Het gaspedaal wordt ingetrapt.
• Er wordt een grote hoeveelheid elektriciteit verbruikt.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.
●In de volgende gevallen kan het langer duren voordat het Stop & Start-sys-
teem wordt ingeschakeld:
• De accu is ontladen.
• De accupolen zijn losgenomen en weer aangesloten nadat de accu is
vervangen, enz.
• De koelvloeistoftemperatuur is laag.
■Automatisch opnieuw inschakelen van het Stop & Start-systeem
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
Zelfs als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld met de uitschakeltoets
van het Stop & Start-systeem, zal het systeem automatisch weer worden
ingeschakeld als de motor weer wordt gestart nadat het contact UIT is gezet.
Auto's met Smart Entry-systeem en startknop
Zelfs als het Stop & Start-systeem is uitgeschakeld met de uitschakeltoets
van het Stop & Start-systeem, zal het systeem automatisch weer worden
ingeschakeld als de motor weer wordt gestart nadat het contact UIT is gezet.
Page 232 of 512

2324-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
YARIS_F_WE_52D53E■Beveiliging van het Stop & Start-systeem
Auto's zonder Smart Entry-systeem en startknop
Als het volume van het audiosysteem hoog staat, kan het audiosysteem auto-
matisch worden uitgeschakeld zodat er voldoende vermogen behouden blijft
voor de werking van het Stop en Start-systeem.
Zet als dit gebeurt het contact UIT en vervolgens in stand ACC of AAN om
het audiosysteem weer in te schakelen.
Auto's met Smart Entry-systeem en startknop
Als het volume van het audiosysteem hoog staat, kan het audiosysteem auto-
matisch worden uitgeschakeld zodat er voldoende vermogen behouden blijft
voor de werking van het Stop en Start-systeem.
Zet als dit gebeurt het contact UIT en vervolgens in stand ACC of AAN om
het audiosysteem weer in te schakelen.
■Motorkap
Als de motor is uitgezet door het Stop & Start-systeem en de motorkap wordt
geopend, kan de motor niet worden gestart door het Stop & Start-systeem of
de automatische startfunctie van de motor. Start de motor door het contactslot
of de startknop te bedienen. (Blz. 182, 185)
Auto's met Multidrive CVT: Als de motorkap wordt geopend terwijl de motor
door het Stop & Start-systeem is uitgezet en de selectiehendel in stand N of P
staat, wordt de motor weer gestart.
■Gebruik van het Stop & Start-systeem
Gebruik het Stop & Start-systeem wanneer de auto tijdelijk wordt stilgezet, bij-
voorbeeld bij verkeerslichten of kruispunten. Zet de motor volledig uit wan-
neer de auto voor langere tijd wordt stilgezet.
■Waarschuwingszoemer Stop & Start-systeem
Als de motor door het Stop & Start-systeem wordt uitgeschakeld en een van
de volgende handelingen wordt uitgevoerd, zal er een zoemer klinken en zal
het controlelampje van het Stop & Start-systeem gaan knipperen (Multidrive
CVT) of zal er een zoemer klinken (handgeschakelde transmissie). Dit geeft
aan dat de motor alleen is uitgeschakeld door het Stop & Start-systeem en
niet helemaal is uitgezet.
Auto's met Multidrive CVT
Het bestuurdersportier wordt geopend terwijl de selectiehendel in stand D
of M staat.
Auto's met handgeschakelde transmissie
De selectiehendel wordt als het koppelingspedaal niet is ingetrapt in een
andere stand dan stand N gezet.
Page 233 of 512

2334-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
4
Rijden
YARIS_F_WE_52D53E■Als het controlelampje uitgeschakeld Stop & Start-systeem blijft knippe-
ren
Er is mogelijk een storing in het Stop & Start-systeem aanwezig. Neem con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere
naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Als de voorruit is beslagen terwijl de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem
Auto's met automatische airconditioning
Schakel de voorruitverwarming in. (De motor wordt gestart door de automa-
tische startfunctie van de motor.) (Blz. 291)
Auto's met handmatig bediende airconditioning
Auto's met Multidrive CVT:
Start de motor door het rempedaal los te laten (wanneer de selectiehendel
in stand D of M staat) of trap het rempedaal in en zet de selectiehendel in
stand D of M (wanneer de selectiehendel in stand N of P staat)
(Blz. 229), of door op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem te
drukken, en zet de draaiknop voor de keuze van de uitstroomopening in
stand . (Blz. 282)
Auto's met handgeschakelde transmissie:
Start de motor door het koppelingspedaal in te trappen (Blz. 229) of door
op de uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem te drukken, en zet de
draaiknop voor de keuze van de uitstroomopening in stand .
(Blz. 282)
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem om het systeem uit te schakelen.
■Weergave werkingsduur Stop & Start-systeem en totale werkingsduur
Stop & Start-systeem
Blz. 92
■Vervangen van batterij
De geplaatste batterij is speciaal voor het Stop & Start-systeem. De batterij
mag alleen worden vervangen door een soortgelijk type.
Neem voor meer informatie contact op met een erkende Toyota-dealer of her-
steller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.