air condition TOYOTA YARIS HATCHBACK 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2020, Model line: YARIS HATCHBACK, Model: TOYOTA YARIS HATCHBACK 2020Pages: 568, PDF Size: 103.77 MB
Page 1 of 568
1
6 5
4
3
2
7
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
8
OverzichtZoeken op afbeelding
Veiligheid
en beveiligingZorg ervoor dat u dit leest
(Belangrijkste onderwerpen: kinderzitje, antidiefstalsysteem)
Voertuigstatus-
informatie en
controlelampjesLezen van rijgerelateerde informatie
(Belangrijkste onderwerpen: tellers, multi-informatiedisplay)
Voordat u
gaat rijdenOpenen en sluiten van de portieren en ruiten,
afstellen vóór het rijden (Belangrijkste onderwerpen: sleutels,
portieren, stoelen, elektrisch bedienbare ruiten)
RijdenHandelingen en adviezen die voor het rijden moeten
worden opgevolgd
(Belangrijkste onderwerpen: starten van de motor, tanken)
Voorzieningen
in het interieurGebruik van de voorzieningen in het interieur
(Belangrijkste onderwerpen: airconditioning,
opbergmogelijkheden)
Onderhoud en
verzorgingDe zorg voor uw auto en onderhoudsprocedures
(Belangrijkste onderwerpen: interieur en exterieur, lampen)
Bij problemenInformatie over wat u moet doen bij een storing en noodgeval
(Belangrijkste onderwerpen: ontladen accu, lekke band)
Vo e r t u i g -
specificatiesVoertuigspecificaties, systemen met mogelijkheden
voor persoonlijke voorkeursinstellingen
(Belangrijkste onderwerpen: brandstof, olie, bandenspanning)
IndexZoeken op symptoom
Alfabetisch zoeken
PZ49X-K0001-NL
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 1 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 4 of 568
4
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
INHOUDSOPGAVE
5-1. Gebruik van de airconditioning en de achterruitverwarming
Handmatig bediende airconditioning ....................... 278
Automatische airconditioning ... 283
Stuurwielverwarming/ stoelverwarming .................... 289
5-2. Gebruik van de interieurverlichting
Overzicht interieurverlichting.... 291
5-3. Gebruik van de opbergmogelijkheden
Overzicht van
opbergmogelijkheden ............ 293
Voorzieningen in de bagageruimte......................... 295
5-4. Overige voorzieningen in het interieur
Overige voorzieningen in het interieur ........................ 299
6-1. Onderhoud en verzorging Reinigen en beschermen van het exterieur van
uw auto .................................. 308
Reinigen en beschermen van het interieur van
uw auto .................................. 311
6-2. Onderhoud Onderhoud en reparatie ........... 3146-3. Zelf uit te voeren onderhoud
Voorzorgsmaatregelen bij zelf uit te voeren
onderhoud.............................. 316
Motorkap .................................. 317
Plaatsen van een garagekrik.... 319
Motorruimte .............................. 320
Banden ..................................... 330
Bandenspanning ...................... 340
Velgen ...................................... 341
Interieurfilter ............................. 343
Batterij afstandsbediening/ elektronische sleutel .............. 345
Controleren en vervangen van zekeringen ...................... 348
Lampen .................................... 351
7-1. Belangrijke informatie Alarmknipperlichten.................. 360
Als uw auto in geval van nood tot stilstand moet
worden gebracht .................... 360
Als de auto vastzit in stijgend water......................... 361
5Voorzieningen in het interieur
6Onderhoud en verzorging
7Bij problemen
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 4 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 15 of 568
15
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
Overzicht
Multi-informatiedisplay ....................................................................... Blz. 93, 99
Display................................................................................................... Blz. 93, 99
Wanneer een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ...................... Blz. 377
Parkeerrem............................................................................................... Blz. 171
Activeren/deactiveren ................................................................................ Blz. 171
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter ............................................ Blz. 274
Waarschuwingszoemer/-melding ...................................................... Blz. 171, 377
Richtingaanwijzerschakelaar ................................................................. Blz. 170
Lichtschakelaar ....................................................................................... Blz. 172
Koplampen/parkeerlichten voor/achterlichten/dagrijverlichting ................. Blz. 172
Mistlampen voor
*4/mistachterlicht ............................................................. Blz. 179
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers................................................ Blz. 180
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier
*4...................................... Blz. 183
Gebruik .............................................................................................. Blz. 180, 183
Bijvullen van ruitensproei ervloeistof .......................................................... Blz. 329
Schakelaar alarmknipperlichten ............................................................ Blz. 360
Ontgrendelingshendel motorkap ........................................................... Blz. 317
Ontgrendelingshendel stuurverstelling ................................................ Blz. 134
Audiosysteem
*4, 5
Airconditioning ................................................................................ Blz. 278, 283
Gebruik .............................................................................................. Blz. 278, 283
Achterruitverwarming ........................................................................ Blz. 280, 285
Tankdopklepontgrendeling .................................................................... Blz. 186
*1: Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
*2: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
*3: Auto's met Multidrive CVT
*4: Indien aanwezig
*5: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 15 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 21 of 568
21
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
Overzicht
Multi-informatiedisplay ....................................................................... Blz. 93, 99
Display................................................................................................... Blz. 93, 99
Wanneer een waarschuwingsmelding wordt weergegeven ...................... Blz. 377
Parkeerrem............................................................................................... Blz. 171
Activeren/deactiveren ................................................................................ Blz. 171
Voorzorgsmaatregelen bij rijden in de winter ............................................ Blz. 274
Waarschuwingszoemer/-melding ...................................................... Blz. 171, 377
Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers................................................ Blz. 180
Schakelaar achterruitenwisser en -sproeier
*4...................................... Blz. 183
Gebruik .............................................................................................. Blz. 180, 183
Bijvullen van ruitensproei ervloeistof .......................................................... Blz. 329
Richtingaanwijzerschakelaar ................................................................. Blz. 170
Lichtschakelaar ....................................................................................... Blz. 172
Koplampen/parkeerlichten voor/achterl ichten/dagrijverlichting ................. Blz. 172
Mistlampen voor
*4/mistachterlicht ............................................................. Blz. 179
Schakelaar alarmknipperlichten ............................................................ Blz. 360
Ontgrendelingshendel motorkap ........................................................... Blz. 317
Ontgrendelingshendel stuurverstelling ................................................ Blz. 134
Airconditioning ................................................................................ Blz. 278, 283
Gebruik .............................................................................................. Blz. 278, 283
Achterruitverwarming ........................................................................ Blz. 280, 285
Audiosysteem
*4, 5
Tankdopklepontgrendeling .................................................................... Blz. 186
*1: Auto's zonder Smart entry-systeem en startknop
*2: Auto's met Smart entry-systeem en startknop
*3: Auto's met Multidrive CVT
*4: Indien aanwezig
*5: Raadpleeg de handleiding voor het navigatie- en multimediasysteem.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 21 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 157 of 568
157
4
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-1. Voordat u gaat rijden
Rijden
■Informatie over de transmissie
Multidrive CVT
Om maximaal te kunnen profiteren van
de motorremwerking en de laadstroom
tijdens het afremmen, mag de transmis-
sie niet in stand D staan en moet de
transmissie in stand M of in de 4e ver-
snelling of een lagere versnelling staan.
(→Blz. 164)
Handgeschakelde transmissie
Rijd niet in de 6e versnelling, om maxi-
maal te kunnen profiteren van de
motorremwerking en de laadstroom.
■Als de motor oververhit raakt
Het rijden met een aanhangwagen op
een lange, steile helling bij buitentem-
peraturen hoger dan 30°C kan ertoe lei-
den dat de motor oververhit raakt. Als
de koelvloeistoftemperatuurmeter aan-
geeft dat de motor oververhit raakt,
schakel dan direct de airconditioning uit
en breng de auto op een veilige plaats
tot stilstand. ( →Blz. 405)
■Bij het parkeren
Plaats altijd wielblokken onder de wie-
len van de auto en de aanhangwagen.
Activeer de parkeerrem goed en zet de
selectiehendel in stand P (Multidrive
CVT) en de 1e versnelling of stand R
(handgeschakelde transmissie).
WAARSCHUWING
Volg alle aanwijzingen in dit hoofdstuk op.
Anders kunnen zich ongevallen voordoen
die tot ernstig letsel kunnen leiden.
■Voorzorgsmaatregelen bij het rijden
met een aanhangwagen
Controleer bij het rijden met een aanhang-
wagen of de maximaal toegestane gewich-
ten niet worden overschreden.
( → Blz. 153)
■Rijsnelheid bij het rijden met een
aanhangwagen
Overschrijd de maximum snelheid voor het
rijden met een aanhangwagen niet.
■Voor het afrijden van een lange hel-
ling
Minder snelheid en schak el terug. Schakel
bij het afdalen van een lange of steile hel-
ling echter niet plotseling terug.
■Werking van het rempedaal
Trap het rempedaal niet veelvuldig of
gedurende een langere periode achtereen
in. Anders kan het remsysteem oververhit
raken of kan de remwerking teruglopen.
■Voorkomen van een ongeval of letsel
●Auto's met compact reservewiel: Rijd
niet met een aanhangwagen wanneer
het compacte reservewiel onder uw
auto is gemonteerd.
●Auto's met bandenreparatieset: Rijd niet
met een aanhangwagen wanneer een
band is gemonteerd die is gerepareerd
met de bandenreparatieset.
●Auto's met Dynamic Radar Cruise Con-
trol-systeem: Gebruik het Dynamic
Radar Cruise Control-systeem niet wan-
neer u met een aanhangwagen rijdt.
OPMERKING
■Sluit de aanhangwagenverlichting op
de juiste wijze aan
Onjuiste aansluiting van de aanhangwa-
genverlichting kan schade toebrengen aan
het elektrische systeem van uw auto en
een storing veroorzaken.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 157 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 190 of 568
190
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
■Verklaringen voor Toyota Safety Sense
→ Blz. 520
■Als een waarschuwingsmelding wordt weerge geven op het multi-informatiedisplay
Een van de systemen is mogelijk tijdelijk niet beschikbaar of er is mogelijk sprake van een sto-
ring in het betreffende systeem.
●Voer in de volgende situaties de in de tabe l aangegeven acties uit. Als wordt gesignaleerd
dat weer aan de normale werkingsvoorwaarden wordt voldaan, verdwijnt de melding en
werkt het systeem weer normaal.
Neem, als de melding niet verdwijnt, contact op met een erkende Toyota-dealer of herstel-
ler/reparateur of een andere naar behoren ge kwalificeerde en uitgeruste deskundige.
SituatieHandelingen
Als het gedeelte rondom een camera bedekt
is met vuil, vocht (condens, ijs, enz.) of andere
verontreinigingenVerwijder het vuil e.d. met behulp van de rui-
tenwissers en de airco. (→Blz. 280, 285).
Als de temperatuur rondom de camera voor
niet binnen het werkingsbereik ligt, bijvoor-
beeld doordat de auto in de zon of een zeer
koude omgeving staat
Als de camera voor heet is, bijvoorbeeld door-
dat de auto in de zon heeft gestaan, maak dan
gebruik van de airconditioning om het
gedeelte rondom de camera voor af te koelen.
Als bij het parkeren van de auto gebruik is
gemaakt van een zonnescherm, kan bij
bepaalde typen zonnescherm door het zon-
licht dat door het oppervlak ervan wordt gere-
flecteerd de temperatuur van de camera voor
extreem hoog oplopen.
Als de camera voor koud is, bijvoorbeeld
doordat de auto in een zeer koude omgeving
heeft gestaan, maak dan gebruik van het air-
conditioningsysteem om het gedeelte rondom
te camera voor op te warmen.
Het gedeelte vóór de camera voor wordt afge-
dekt, bijvoorbeeld doordat de motorkap is
geopend of doordat een sticker op het
gedeelte van de voorruit vóór de camera voor
is geplakt.
Sluit de motorkap, verwijder de sticker, enz.,
zodat de camera voor niet meer wordt afge-
dekt.
Wanneer “Pre-Collision System Radar In Self
Calibration Unavailabl e See Owner’s Manual”
(Zelfkalibratie radar Pre-Crash Safety-sys-
teem niet beschikbaar, zie handleiding) wordt
weergegeven.
Controleer of er materialen op de radar of de
afdekking van de radar zijn bevestigd en ver-
wijder deze zo nodig.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 190 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 231 of 568
231
4
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Als de motor wordt uitgeschakeld door
het Stop & Start-systeem wanneer de
auto op een helling rijdt, worden de
remmen nog enige tijd bekrachtigd
nadat het rempedaal is losgelaten om
te voorkomen dat de auto achteruitrolt
voordat de motor weer wordt gestart en
er aandrijfkracht wordt gegenereerd.
Als er aandrijfkracht wordt gegene-
reerd, wordt de vastgehouden rem-
kracht automatisch uitgeschakeld.
Deze functie werkt zowel op vlakke
oppervlakken als op steile hellingen.
Het remsysteem kan geluid maken,
maar dit duidt niet op een storing.
De reactie van het rempedaal kan
veranderen en er kunnen trillingen
aanwezig zijn, maar dit duidt niet op
een storing.
■Punten bij het gebruik
●Als de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem en de startknop wordt inge-
drukt, kan de motor niet worden herstart
door de automatische motorstartfunctie.
Start in dat geval de motor volgens de nor-
male startprocedure. ( → Blz. 158, 159)
●Wanneer de motor wordt herstart door het
Stop & Start-systeem, zijn de accessoire-
aansluitingen mogelijk ti jdelijk niet bruik-
baar. Dit duidt echter niet op een storing.
●Het plaatsen en verwijderen van elektri-
sche onderdelen en draadloze apparaten
is mogelijk van invloed op het Stop & Start-
systeem. Neem voor meer informatie con-
tact op met een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste
deskundige.
●Zet het contact UIT en zet de motor volle-
dig uit wanneer de auto voor langere tijd
wordt stilgezet.
●Als de motor wordt herstart door het Stop
& Start-systeem, kan de besturing van de
auto zwaarder aanvoelen.
■Voorwaarden voor werking
●Het Stop & Start-systeem werkt als aan de
volgende voorwaarden wordt voldaan:
• Er is gedurende een bepaalde tijd met de auto gereden.
• Het rempedaal wordt stevig ingetrapt.
• Het koppelingspedaal wordt niet ingetrapt (auto's met handgeschakelde transmissie).
• De selectiehendel staat in stand D of P (auto's met Multidrive CVT).
• De selectiehendel staat in stand N (auto's met handgeschakelde transmissie).
• De veiligheidsgordel van de bestuurder is vastgemaakt.
• Het bestuurdersportier is gesloten.
• De geselecteerde rijmodus is de normale modus of de ECO-rijmodus.
• De voorruitverwarming is uitgeschakeld. (auto's zonder handmatig bediende aircon-
ditioning)
• Het gaspedaal wordt niet ingetrapt (auto's met Multidrive CVT).
• De motor is op bedrijfstemperatuur.
• De buitentemperatuur is -5°C of hoger.
• De motorkap is gesloten. ( →Blz. 232)
●Onder de volgende omstandigheden wordt
de motor mogelijk niet uitgeschakeld door
het Stop & Start-systeem. Dit wijst niet op
een storing van het Stop & Start-systeem.
• Als de airconditioning wordt gebruikt.
• Als de accu periodiek wordt opgeladen.
• Als de accu niet voldoende is opgeladen, bijvoorbeeld als de auto gedurende lange
tijd heeft stilgestaan en de ladingstoestand
is afgenomen, als de elektrische belasting
hoog is, als de temperatuur van de accu-
vloeistof extreem laag is of als de accu ver-
ouderd is.
• Als het vacuüm van de rembekrachtiger te laag is.
• Als de verstreken tijd sinds het starten van de motor kort is.
• Als de auto frequent tot stilstand wordt gebracht, bijvoorbeeld in een file.
• Als de temperatuur van de koelvloeistof of van de transmissievloeistof extreem laag
of hoog is.
• Als de auto stilstaat op een steile helling (auto's met Multidrive CVT).
• Als het stuurwiel wordt bediend.
Hill Start Assist Control
(auto's met Multidrive CVT)
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 231 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 232 of 568
232
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
• Als de auto op grote hoogte rijdt.
• Als de temperatuur van de accuvloeistof extreem laag of hoog is.
• Enige tijd nadat de accupolen zijn losgeno- men en weer aangesloten.
●De motor wordt automatisch herstart wan-
neer deze is uitgeschakeld door het Stop &
Start-systeem als aan een van de vol-
gende voorwaarden voldaan is:
(Rijd met de auto om ervoor te zorgen dat de
motor weer door het Stop & Start-systeem
wordt uitgeschakeld.)
• De airconditioning wordt ingeschakeld. (auto's zonder handmatig bediende aircon-
ditioning)
• De voorruitverwarming wordt ingescha- keld. (auto's zonder handmatig bediende
airconditioning)
• De selectiehendel wordt vanuit stand D in een andere stand dan P gezet. (Wanneer
de motor is uitgeschakeld door het Stop &
Start-systeem met de selectiehendel in
stand P.) (auto's met Multidrive CVT)
• De selectiehendel wordt uit stand P gezet. (Wanneer de motor is uitgeschakeld door
het Stop & Start-systeem met de selectie-
hendel in stand P.) (auto's met Multidrive
CVT)
• De veiligheidsgordel van de bestuurder wordt losgemaakt.
• Het bestuurdersportier wordt geopend.
• De rijmodus wordt gewijzigd van de nor- male of ECO-rijmodus in een andere
modus.
• De uitschakeltoets van het Stop & Start- systeem wordt ingedrukt.
• Het stuurwiel wordt bediend.
• Het gaspedaal wordt ingetrapt (auto's met Multidrive CVT).
• De auto begint te rollen op een helling.
●Onder de volgende omstandigheden wordt
de motor mogelijk automatisch herstart
wanneer deze is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem: (Rijd met de auto
om ervoor te zorgen dat de motor weer
door het Stop & Start-systeem wordt uitge-
schakeld.)
• Als het rempedaal pompend of diep wordt ingetrapt.
• Als de airconditioning wordt gebruikt.
• Als een schakelaar van het airconditio-
ningsysteem wordt bediend (schakelaar
achterruitverwarming, enz.).
• Als de accu bijna leeg is.
■Als de motorkap wordt geopend
●Als de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem en de motorkap wordt
geopend, slaat de motor af en kan de
motor niet worden gestart door de automa-
tische motorstartfunctie. Start in dat geval
de motor volgens de normale startproce-
dure. ( →Blz. 158, 159)
●Als de motorkap wordt gesloten nadat de
motor is gestart terwijl de motorkap was
geopend, werkt het Stop & Start-systeem
niet. Sluit de motorkap, zet het contact UIT,
wacht ten minste 30 seconden en start ver-
volgens de motor.
■Airconditioning terwijl de motor door
het Stop & Start-systeem is uitgescha-
keld
Auto's met een automatische airconditioning:
Als de airconditioning in de automatische
modus staat en de motor is uitgeschakeld
door het Stop & Start-systeem, kan de venti-
lator met een lage snelheid gaan draaien om
te voorkomen dat de temperatuur in het inte-
rieur hoger of lager wordt, of kan hij worden
uitgeschakeld.
Schakel het Stop & Start-systeem uit door de
uitschakeltoets van het Stop & Start-systeem
in te drukken om de prestaties van de aircon-
ditioning voorrang te geven als de auto stil-
staat.
●Als de voorruit beslagen is
Schakel de voorruitverwarming in.
( → Blz. 280, 285)
Druk als de voorruit blijft beslaan op de uit-
schakeltoets van het Stop & Start-systeem
om het Stop & Start-systeem uit te schake-
len.
●Als het airconditioningsysteem een onaan-
gename geur verspreidt
• Auto's met een handmatig bediende air- conditioning
Als de tijd voor uitschakeling bij stilstand is
ingesteld op “Extended” (verlengd), wijzig de
instelling dan in “Standard” (standaard). Als
er een onaangename geur verspreid wordt
terwijl de tijd voor uit schakeling bij stilstand is
ingesteld op “Standard” (standaard), druk
dan op de uitschakeltoets voor het Stop &
Start-systeem om het Stop & Start-systeem
te deactiveren.
• Auto's met automatische airconditioning
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 232 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 233 of 568
233
4
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
Rijden
Druk op de uitschakeltoets van het Stop &
Start-systeem om het Stop & Start-systeem
uit te schakelen.
■Wijzigen van de tijd voor uitschakeling
bij stilstand bij ingeschakelde aircondi-
tioning
De werkingsduur van het Stop & Start-sys-
teem als de airconditioni ng is ingeschakeld,
kan via van het multi-informatiedisplay
( → Blz. 93, 99) worden gewijzigd. (De wer-
kingsduur van het Stop & Start-systeem als
de airconditioning is ui tgeschakeld, kan niet
worden gewijzigd.)
■Weergeven van de status van het Stop
& Start-systeem
→ Blz. 99, 104
■Meldingen multi-informatiedisplay
In de volgende gevallen kunnen en een
melding worden weergegeven op het multi-
informatiedisplay.
●Wanneer de motor niet kan worden uitge-
schakeld door het Stop & Start-systeem “Press Brake More to Activate” (trap het
rempedaal dieper in om te activeren)
*
• Het rempedaal wordt niet ver genoeg inge- trapt.
→ Als het rempedaal verder wordt ingetrapt,
werkt het systeem.
*: Auto's met Multidrive CVT
“Non-Dedicated Battery” (niet-specifieke
batterij)
• Er is een accu geplaatst die niet is ontwor- pen voor gebruik met een Stop & Start-
systeem.
→ Laat de auto nakijken door een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
“Battery Charging” (accu aan het opla-
den)
• De accu is mogelijk bijna leeg.
→ Het uitschakelen van de motor is tijdelijk
niet mogelijk om voorrang te geven aan het
laden van de accu. Nadat de motor gedu-
rende een bepaalde periode heeft gedraaid,
wordt het systeem weer geactiveerd. • Mogelijk wordt een onderhoudslaadproce-
dure uitgevoerd
→ Wanneer de onderhoudslaadprocedure
van maximaal een uur is voltooid, kan het
systeem worden bediend.
• Indien continu weergegeven gedurende een langere tijd (meer dan een uur)
→ De accu kan verouderd zijn. Neem voor
meer informatie contact op met een erkende
Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een
andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
“Stop & Start Unavailable” (Stop & Start-
systeem niet beschikbaar)
• Het Stop & Start-systeem is tijdelijk uitge- schakeld.
→ Laat de motor gedurende enige tijd
draaien.
• De motor is mogelijk herstart terwijl de motorkap was geopend.
→ Sluit de motorkap, zet het contact UIT,
wacht ten minste 30 seconden en start ver-
volgens de motor.
“In Preparation” (in voorbereiding)
• De auto rijdt op grote hoogte.
• Auto's met Multidrive CVT: Het vacuüm van de rembekrachtiger is te laag.
→ Wanneer het vacuüm van de rembekrachti-
ger een bepaald niveau bereikt, wordt het
systeem ingeschakeld.
“For Climate Control” (voor klimaatrege-
ling)
• De airconditioning wordt gebruikt wanneer de omgevingstemperatuur hoog of laag is.
→ Het systeem treedt in werking wanneer het
verschil tussen de ingestelde temperatuur en
de temperatuur in het interieur te klein wordt.
• De voorruitverwarming is ingeschakeld.
●Wanneer de motor automatisch wordt her-
start terwijl hij was uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem
“In Preparation” (in voorbereiding)
*
• Het rempedaal is dieper of pompend inge- trapt.
→ Het systeem wordt ingeschakeld als de
motor draait en het vacuüm van de rembe-
krachtiger een bepaald niveau heeft bereikt.
*: Auto's met Multidrive CVT
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 233 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM
Page 234 of 568
234
YARIS(HB) handleiding_Europa_MK0001_nl
4-5. Gebruik van de ondersteunende systemen
“For Climate Control” (voor klimaatrege-
ling)
• De airconditioning wordt ingeschakeld of gebruikt.
• De voorruitverwarming is ingeschakeld.
“Battery Charging” (accu aan het opla-
den)
• De accu is mogelijk bijna leeg.
→ De motor wordt herstart om voorrang te
geven aan het laden van de accu. Nadat de
motor gedurende een bepaalde periode heeft
gedraaid, wordt het systeem weer geacti-
veerd. (auto's met handgeschakelde trans-
missie)
→ Het systeem wordt ingeschakeld als de
motor draait om de accu voldoende op te
laden. (auto's met Multidrive CVT)
●Wanneer de motor niet weer kan worden
gestart door het Stop & Start-systeem
“Shift to N and Press Clutch to Restart”
*
(schakel naar N en trap koppeling in om
opnieuw te starten)
→ Terwijl de motor is uitgeschakeld door het
Stop & Start-systeem, wordt de selectiehen-
del in een andere stand dan de neutraalstand
gezet zonder dat het koppelingspedaal is
ingetrapt.
*: Auto's met handgeschakelde transmissie
■Wanneer er een zoemer klinkt (auto's
met Multidrive CVT)
Als het bestuurdersportier wordt geopend ter-
wijl de motor is uitgezet door het Stop &
Start-systeem en de selectiehendel in D
staat, klinkt er een zoemer en gaat het con-
trolelampje Stop & Start knipperen. Sluit het
bestuurdersportier om de zoemer te stoppen.
■Beveiligingsfunctie van het Stop &
Start-systeem
●Als het volume van het audiosysteem hoog
staat, wordt het geluid van het audiosys-
teem mogelijk plotseli ng uitgeschakeld om
het stroomverbruik te beperken. Stel het
volume van het audiosysteem op een
gematigd niveau in om te voorkomen dat
het audiosysteem wordt uitgeschakeld.
Zet, als het audiosysteem wordt uitgescha-
keld, het contact UIT, wacht gedurende ten
minste 3 seconden en zet vervolgens het
contact in stand ACC of AAN om het
audiosysteem weer in te schakelen.
●Het audiosysteem wordt mogelijk niet inge-
schakeld wanneer de accukabels zijn los-
genomen en weer aangesloten. Zet als dit
gebeurt het contact UIT en herhaal de
onderstaande procedure tweemaal om het
audiosysteem normaal in te schakelen.
• Zet het contact AAN en vervolgens UIT.
■Batterij vervangen
→ Blz. 403
■Als het controlelampje uitgeschakeld
Stop & Start-systeem continu knippert
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
■Als “Stop & Start System Malfunction
Visit Your Dealer” (storing Stop & Start-
systeem, ga naar uw dealer) op het
multi-informatiedisplay wordt weerge-
geven
Er is mogelijk een storing in het systeem aan-
wezig. Laat de auto nakijken door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalifi-
ceerde en uitgeruste deskundige.
YARIS(HB)_OM_Europe_OMK0001E.book Page 234 Thursday, March 12, 2020 9:10 AM