ESP TOYOTA YARIS HYBRID 2014 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: TOYOTA, Model Year: 2014, Model line: YARIS HYBRID, Model: TOYOTA YARIS HYBRID 2014Pages: 464, PDF Size: 23.15 MB
Page 32 of 464

321-1. Voor een veilig gebruik
YARIS_HV_WE_52E13E
Veiligheidsgordels
●Trek het schoudergedeelte zo
ver naar buiten dat de gordel
goed tegen de schouder aan
ligt en niet van de schouder af
glijdt of tegen de nek aan ligt.
●Plaats het heupgedeelte van de
gordel zo laag mogelijk over de
heupen.
●Stel de rugleuning af. Ga zo
rechtop mogelijk in de stoel zit-
ten met uw rug stevig tegen de
leuning.
●Zorg ervoor dat de veiligheids-
gordel niet gedraaid zit.
Om de veiligheidsgordel vast te
maken, duwt u de gesp in de
gordelsluiting tot u een klik
hoort.
De veiligheidsgordel kan wor-
den losgemaakt door de ont-
grendelknop in te drukken.
Controleer voordat u wegrijdt eerst of alle inzittenden de veilig-
heidsgordel dragen.
Juist gebruik van de veiligheidsgordels
Vast- en losmaken van de veiligheidsgordel
Ontgrendel-
knop
1
2
Page 33 of 464

331-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
YARIS_HV_WE_52E13E
Duw tegen de gesp om hem los
te maken en trek de veiligheids-
gordel naar buiten.
Druk de gesp in de gordelslui-
ting in de volgorde gesp A en
gesp B totdat er een klikgeluid
hoorbaar is.
Gesp A, gordelsluiting A
Gesp B, gordelsluiting B
De middelste veiligheidsgordel achter vastmaken
1
Gesp AGesp B
Gordelsluiting BGordelsluiting A
2
1
2
Page 34 of 464

341-1. Voor een veilig gebruik
YARIS_HV_WE_52E13E
Gesp B kan worden losge-
maakt door de ontgrendelknop
in te drukken.
Steek om gesp A los te maken
gesp B, de sleutel of mechani-
sche sleutel (Blz. 110) in de
opening van de gordelsluiting.
Maak de veiligheidsgordel los en
laat deze langzaam oprollen.
Berg de gesp op zoals aange-
geven in de afbeelding.
Losmaken en opbergen middelste veiligheidsgordel achter
B
1
B
A
A
2
3
Page 37 of 464

371-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
YARIS_HV_WE_52E13E
WAARSCHUWING
■Mensen met fysieke beperkingen
Win medisch advies in en draag de veiligheidsgordel op de juiste manier.
(Blz. 32)
■Als er kinderen in de auto aanwezig zijn
Laat kinderen niet met de veiligheidsgordel spelen. Als de veiligheidsgordel
om de nek van het kind draait, kan het kind stikken of ernstig letsel oplopen.
Als de gordelsluiting niet kan worden losgemaakt, knip de gordel dan door
met een schaar.
■Gordelspanners
●Plaats geen voorwerpen, zoals een kussen, op de voorpassagiersstoel.
Het kan voorkomen dat de gordelspanner van de voorpassagiersstoel in
geval van een aanrijding niet wordt geactiveerd.
●Het waarschuwingslampje SRS gaat branden als een gordelspanner is
geactiveerd. De veiligheidsgordel kan in dit geval niet meer worden
gebruikt en moet worden vervangen door een erkende Toyota-dealer of
hersteller/reparateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uit-
geruste deskundige.
■Beschadiging en slijtage van veiligheidsgordels
●Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels niet beschadigd raken doordat de
riem, de gesp of de gordelsluiting bekneld raakt tussen het portier en de
carrosserie.
●Controleer de veiligheidsgordels regelmatig. Let op beschadigingen, zoals
scheuren en rafels en op losse onderdelen. Gebruik een beschadigde vei-
ligheidsgordel niet, maar laat hem zo snel mogelijk vervangen. Een
beschadigde veiligheidsgordel kan de veiligheid van de desbetreffende
inzittende niet waarborgen.
●Controleer of de gordel en de gesp vastzitten en of de gordel niet gedraaid
is.
Neem direct contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repa-
rateur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige als de veiligheidsgordel niet goed werkt.
●Laat de stoel en de veiligheidsgordels na een ernstig ongeval altijd ver-
vangen, ook als er geen zichtbare schade kan worden vastgesteld.
●Probeer de veiligheidsgordels niet zelf te plaatsen, verwijderen, wijzigen of
demonteren of af te voeren. Laat reparaties altijd uitvoeren door een
erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar beho-
ren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige. Als de veiligheidsgordels
niet op de juiste wijze worden gebruikt, werken ze mogelijk niet meer naar
behoren.
Page 38 of 464

381-1. Voor een veilig gebruik
YARIS_HV_WE_52E13E
WAARSCHUWING
■Gebruik van de middelste veiligheidsgordel achter
●Laat niemand op de middelste achterstoel zitten als de achterstoel rechts
is neergeklapt, omdat de gordelsluiting van de middelste achterstoel dan
onder de neergeklapte rugleuning zit en niet kan worden gebruikt.
●Gebruik de middelste gordel achter niet
als één van de gespen niet in de sluiting
is vergrendeld.
Het gebruik van slechts één van de
gespen kan bij een noodstop of een
aanrijding leiden tot ernstig letsel.
Page 64 of 464

641-1. Voor een veilig gebruik
YARIS_HV_WE_52E13E■
Tegen de rijrichting in geplaatst baby- of kinderzitje
Plaats het zitje achterin,
zodat het kind naar achteren
kijkt.
Voer de veiligheidsgordel
door het zitje en steek de
gesp in de gordelsluiting.
Controleer of de gordel niet
gedraaid is.
Plaats een blokkeerclip bij de
gesp van de schouder- en
heupgordel en haal de gordel
door de openingen van de
blokkeerclip. Maak de gordel
weer vast. Maak de gordel
als deze niet goed strak
getrokken is weer los en
plaats de blokkeerclip weer.
Plaatsen van een baby- of kinderzitje met behulp van een veilig-
heidsgordel
1
2
3
Page 65 of 464

651-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
YARIS_HV_WE_52E13E■
In de rijrichting geplaatst kinderzitje
Verwijder de hoofdsteun. (Blz. 152)
Plaats het zitje zodanig op de
stoel dat het kind in de rijrich-
ting kijkt.
Voer de veiligheidsgordel
door het baby- of kinderzitje
en steek de gesp in de gor-
delsluiting. Controleer of de
gordel niet gedraaid is.
Plaats een blokkeerclip bij de
gesp van de schouder- en
heupgordel en haal de gordel
door de openingen van de
blokkeerclip. Maak de gordel
weer vast. Maak de gordel
als deze niet goed strak
getrokken is weer los en
plaats de blokkeerclip weer.
1
2
3
4
Page 66 of 464

661-1. Voor een veilig gebruik
YARIS_HV_WE_52E13E■
Zitkussen
Plaats het zitje zodanig op de
stoel dat het kind in de rijrich-
ting kijkt.
Plaats het kind op het zitkus-
sen. Zet het kind vast met de
veiligheidsgordel volgens de
aanwijzingen van de fabri-
kant en steek de gesp in de
gordelsluiting. Controleer of
de gordel niet gedraaid is.
Controleer of de schoudergordel goed over de schouder van het kind
loopt en het heupgedeelte zo laag mogelijk ligt. (Blz. 32)
Druk de ontgrendelknop op de
gordelsluiting in en laat de gordel
helemaal oprollen.
1
2
Verwijderen van een baby- of kinderzitje dat is vastgezet met een
veiligheidsgordel
Page 67 of 464

671-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
YARIS_HV_WE_52E13E
Verwijder de hoofdsteun. (Blz. 152)
Maak de opening tussen de zitting en de rugleuning iets groter.
Bevestig de gespen aan de
speciale bevestigingsstangen.
Als het kinderzitje een lus aan de
bovenzijde heeft, moet deze wor-
den vastgezet aan het bovenste
bevestigingspunt.
Plaatsen met ISOfix-bevestigingen (ISOfix-baby- of kinderzitje)
1
2
3
Page 71 of 464

711-1. Voor een veilig gebruik
1
Veiligheid en beveiliging
YARIS_HV_WE_52E13E
WAARSCHUWING
■Als er een baby- of kinderzitje wordt geplaatst
●Als er in het land waarin u woont regels zijn voor baby- en kinderzitjes,
neem dan contact op met een erkende Toyota-dealer of hersteller/repara-
teur of een andere naar behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskun-
dige voor het vervangen of plaatsen van het baby- of kinderzitje.
●Controleer als er een zitkussen geplaatst is altijd of de schoudergordel
over het midden van de schouder van het kind loopt. De gordel mag niet
langs de nek van het kind lopen maar mag ook niet van de schouder van
het kind vallen. Als de gordel niet goed over de schouder ligt, kan het kind
bij plotseling remmen of uitwijken of bij een aanrijding ernstig letsel oplo-
pen.
●Controleer of de gesp goed in de gordelsluiting is vergrendeld en of de vei-
ligheidsgordel niet gedraaid is.
●Beweeg het baby- of kinderzitje naar links en naar rechts en naar voren en
naar achteren om te controleren of het goed is geplaatst.
●Verstel de rugleuning niet meer nadat het baby- of kinderzitje is geplaatst.
●Volg bij het plaatsen van een baby- of kinderzitje altijd de gebruiksaanwij-
zing van de fabrikant.
●Plaats de hoofdsteun niet wanneer er een baby- of kinderzitje met een lus
aan de bovenzijde is geplaatst. De hoofdsteun kan de bovenste lus belem-
meren, waardoor het baby- of kinderzitje niet goed vastgezet kan worden.
●Berg de verwijderde hoofdsteun op een veilige plaats op wanneer u een
baby- of kinderzitje op de achterstoel plaatst.
■Het correct vastzetten van het zitje aan de bevestigingspunten
Controleer bij het gebruik van de onderste bevestigingspunten of er geen
vreemde voorwerpen rond de bevestigingspunten aanwezig zijn en of de
gordel niet klem zit achter het baby- of kinderzitje. Controleer of het zitje
goed vastzit. Als het zitje niet stevig vastzit, kan het kind of een andere pas-
sagier bij hard remmen of uitwijken of bij een aanrijding letsel oplopen.
●Laat niemand plaatsnemen op de mid-
delste zitplaats als de rechter achter-
stoel voor een kinderzitje wordt ge-
bruikt. De werking van de veiligheids-
gordel kan verminderd zijn omdat deze
bijvoorbeeld te hoog geplaatst is of te
los zit, hetgeen bij plotseling remmen of
bij een aanrijding ernstig letsel kan ver-
oorzaken.