MPG YAMAHA AEROX50 2006 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2006, Model line: AEROX50, Model: YAMAHA AEROX50 2006Pages: 68, PDF Size: 1.49 MB
Page 6 of 68

INHOUDSOPGAVEVEILIGHEIDSINFORMATIE ..............1-1
Andere aandachtspunten voor
veilig motorrijden .........................1-4
BESCHRIJVING ................................2-1
Aanzicht linkerzijde ..........................2-1
Aanzicht rechterzijde .......................2-2
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN
EN BEDIENINGEN.............................3-1
Contactslot/stuurslot .......................3-1
Controle- en
waarschuwingslampjes ...............3-2
Snelheidsmeterunit .........................3-3
Toerenteller
(Per model verschillend) ..............3-3
Brandstofniveaumeter ....................3-4
Stuurschakelaars ............................3-4
Voorremhendel ...............................3-5
Achterremhendel ............................3-5
Tankdop ..........................................3-5
Brandstof ........................................3-6
Uitlaatkatalysator ............................3-7
Oliereservoir voor 2-takt
injectiesmering ............................3-7
2-takt injectiesmering ......................3-8
Kickstarter .......................................3-8
Rijderzadel ......................................3-8
Opbergcompartiment A ...................3-9
Opbergcompartiment B .................3-10Afstellen van de schokdemperunit
(Per model verschillend) ........... 3-10
CONTROLES VOOR HET
STARTEN........................................... 4-1
Controlelijst voor gebruik ................ 4-2
GEBRUIK EN BELANGRIJKE
RIJ-INFORMATIE.............................. 5-1
Starten van de motor ...................... 5-1
Wegrijden ....................................... 5-2
Sneller en langzamer rijden ........... 5-2
Remmen ......................................... 5-2
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik ........................ 5-3
Inrijperiode ..................................... 5-3
Parkeren ......................................... 5-4
PERIODIEK ONDERHOUD EN
KLEINERE REPARATIES................. 6-1
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema .................... 6-2
Verwijderen en aanbrengen van de
stroomlijn- en framepanelen ....... 6-5
Controleren van de bougie ............. 6-6
Versnellingsbakolie ........................ 6-7
Koelvloeistof ................................... 6-8
Reinigen van het
luchtfilterelement ......................... 6-9
Afstellen van de carburateur ........ 6-10Controleren van de vrije slag
gaskabel ................................... 6-11
Banden ........................................ 6-11
Gietwielen .................................... 6-13
Vrije slag van voor- en
achterremhendel controleren ... 6-13
Controleren van voor- en
achterremblokken ..................... 6-14
Controleren van
remvloeistofniveau ................... 6-15
Verversen van remvloeistof ......... 6-16
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel .............. 6-16
Smeren van voor- en
achterremhendels ..................... 6-16
Controleren en smeren van de
middenbok ................................ 6-17
Voorvork controleren ................... 6-17
Controle van stuursysteem .......... 6-18
Controleren van wiellagers .......... 6-18
Accu ............................................. 6-18
Zekering vervangen ..................... 6-20
Koplampgloeilamp vervangen ..... 6-20
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen ................................. 6-21
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen ................................. 6-21
Problemen oplossen .................... 6-22
Storingzoekschema’s ................... 6-23
Page 51 of 68

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-20
6
DAU23501
Zekering vervangen De hoofdzekeringhouder bevindt zich ach-
ter paneel A. (Zie pagina 6-5.)
Vervang de zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “” en
schakel alle elektrische circuits uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
LET OP:
DCA10640
Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch sys-
teem en mogelijk brandgevaar te vermij-den.
3. Draai de contactsleutel naar “” en
schakel de elektrische circuits in om te
zien of de apparatuur werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAUM2110
Koplampgloeilamp vervangen Vervang de koplampgloeilamp als volgt als
deze is doorgebrand.LET OP:
DCA10670
Het is aan te bevelen dit werk uit te latenvoeren door een Yamaha dealer.
1. Verwijder stroomlijnpaneel A. (Zie pa-
gina 6-5.)
2. Maak de koplampstekker los.
3. Verwijder de gloeilamphouder door
deze linksom te draaien en haal dan
de defecte gloeilamp los.
1. ZekeringVoorgeschreven zekering:
7.5 A
1
ZAUM0282
1. Gloeilamphouder
1
ZAUM0283
Page 52 of 68

PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-21
6
WAARSCHUWING
DWA10790
Koplampgloeilampen worden zeer heet.
Houd daarom brandbare producten uit
de buurt van een koplampgloeilamp en
raak het lampglas niet aan zolang dit nietis afgekoeld.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
5. Sluit de stekker aan.
6. Breng het stroomlijnpaneel aan.
7. Vraag indien nodig een Yamaha
dealer de koplamplichtbundel af te
stellen.
DAU24131
Gloeilamp in remlicht/achterlicht
vervangen 1. Verwijder de lamplens van het rem-
licht/achterlicht door de schroeven los
te draaien.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
3. Breng een nieuwe gloeilamp aan in de
fitting, druk de lamp aan en draai
rechtsom tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroe-
ven aan te brengen.LET OP:
DCA10680
Zet de schroeven niet overdreven strakvast, anders kan de lamplens breken.
DAU24201
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen 1. Verwijder de lamplens van de richtin-
gaanwijzer door de schroeven te ver-
wijderen.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
ZAUM0284
ZAUM0285ZAUM0286
Page 65 of 68

INDEX
AAandachtspunten voor veilig
motorrijden ........................................... 1-4
Accu...................................................... 6-18BBanden ................................................. 6-11
Bougie, controleren ................................ 6-6
Brandstof ................................................ 3-6
Brandstofniveaumeter ............................ 3-4
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig .................................................... 5-3CCarburateur,afstellen ............................ 6-10
Claxonschakelaar ................................... 3-4
Contactslot/stuurslot ............................... 3-1
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-2
Controlelampje grootlicht ........................ 3-2
Controlelampje richtingaanwijzers .......... 3-2
Controlelijst voor gebruik ........................ 4-2DDimlichtschakelaar ................................. 3-4GGasgreep en gaskabel,
controleren en smeren ....................... 6-16
Gloeilamp remlicht/achterlicht,
vervangen........................................... 6-21
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen........................................... 6-21IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3KKickstarter............................................... 3-8
Koelvloeistof ........................................... 6-8Koplampgloeilamp, vervangen .............. 6-20
LLocaties van onderdelen ......................... 2-1
Luchtfilterelement, reinigen ..................... 6-9MMiddenbok, controleren en smeren....... 6-17
Modelinformatiesticker ............................ 9-2OOliereservoir voor twee-takt
injectiesmering ...................................... 3-7
Opbergcompartiment A ........................... 3-9
Opbergcompartiment B ......................... 3-10PParkeren..................................................5-4
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema .............................. 6-2
Problemen oplossen .............................6-22RRemhendel, achterrem............................ 3-5
Remhendels, smeren ............................ 6-16
Remmen..................................................5-2
Remvloeistofniveau, controleren ........... 6-15
Remvloeistof, verversen........................ 6-16
Richtingaanwijzerschakelaar................... 3-4
Rijderzadel .............................................. 3-8SSchokdemperunit, afstellen
(Per model verschillend) ..................... 3-10
Sleutelnummer ........................................ 9-1
Snelheidsmeterunit .................................3-3
Sneller en langzamer rijden .................... 5-2
Specificaties ............................................ 8-1
Stalling ....................................................7-3
Starten van de motor...............................5-1Startknop ................................................ 3-4
Storingzoekschema’s............................ 6-23
Stroomlijnpanelen en framepaneel,
verwijderen en aanbrengen .................. 6-5
Stuurschakelaars .................................... 3-4
Stuursysteem, controleren .................... 6-18
TTankdop .................................................. 3-5
Toerenteller (Per model verschillend) ..... 3-3
Twee-takt injectiesmering ....................... 3-8UUitlaatkatalysator .................................... 3-7VVeiligheidsinformatie............................... 1-1
Versnellingsbakolie ................................. 6-7
Verzorging .............................................. 7-1
Voertuigidentificatienummer ................... 9-1
Voor- en achterremblokken
controleren.......................................... 6-14
Voorremhendel ....................................... 3-5
Voorvork, controleren ........................... 6-17
Vrije slag gaskabel, controleren............ 6-11
Vrije slag voor- en achterremhendel,
controleren.......................................... 6-13WWaarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur ...................... 3-2
Waarschuwingslampje olieniveau........... 3-2
Wegrijden................................................ 5-2
Wielen ................................................... 6-13
Wiellagers controleren .......................... 6-18ZZekering, vervangen ............................. 6-20