display YAMAHA FJR1300A 2008 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2008, Model line: FJR1300A, Model: YAMAHA FJR1300A 2008Pages: 100, PDF Size: 3.75 MB
Page 6 of 100
INHOUDSOPGAVEVEILIGHEIDSINFORMATIE ..............1-1
BESCHRIJVING ................................2-1
Aanzicht linkerzijde ..........................2-1
Aanzicht rechterzijde .......................2-2
Bedieningen en instrumenten ..........2-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN
EN BEDIENINGEN.............................3-1
Startblokkeersysteem .....................3-1
Contactslot/stuurslot .......................3-2
Controle- en
waarschuwingslampjes ...............3-3
Snelheidsmeter ...............................3-5
Toerenteller ....................................3-5
Multifunctioneel display ..................3-6
Antidiefstal-alarmsysteem
(optie) ........................................3-12
Stuurschakelaars ..........................3-13
Koppelingshendel .........................3-14
Schakelpedaal ..............................3-15
Remhendel ...................................3-15
Rempedaal ...................................3-16
ABS ..............................................3-16
Tankdop ........................................3-17
Brandstof ......................................3-18
Tankbeluchtingsslang/
overloopslang ............................3-19
Uitlaatkatalysatoren ......................3-19
Zadels ...........................................3-19De hoogte van het
bestuurderszadel verstellen ...... 3-21
Opbergcompartimenten ............... 3-23
Accessoirebox .............................. 3-24
Aanpassen van de
koplamphoogte ......................... 3-24
Stand van het stuur ...................... 3-25
Openen en sluiten van de
stroomlijnpanelen ...................... 3-25
Achteruitkijkspiegels ..................... 3-26
Afstellen van de voorvork ............. 3-26
Afstellen van de
schokdemperunit ...................... 3-28
Knop handvatverwarming ............ 3-29
Zijstandaard ................................. 3-30
Startspersysteem ......................... 3-30
Gelijkstroom aansluitcontact voor
accessoires ............................... 3-32
CONTROLES VOOR HET
STARTEN........................................... 4-1
Controlelijst voor gebruik ................ 4-2
GEBRUIK EN BELANGRIJKE
RIJ-INFORMATIE.............................. 5-1
Starten van de motor ...................... 5-1
Schakelen ...................................... 5-2
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik ........................ 5-2
Inrijperiode ..................................... 5-3
Parkeren ......................................... 5-3PERIODIEK ONDERHOUD EN
KLEINERE REPARATIES................. 6-1
Boordgereedschapsset .................. 6-1
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema .................... 6-2
Panelen verwijderen en
aanbrengen ................................ 6-7
Controleren van de bougies ........... 6-8
Motorolie en oliefilterpatroon ......... 6-9
Cardanolie ................................... 6-12
Koelvloeistof ................................ 6-13
Reinigen van het
luchtfilterelement ...................... 6-15
Controleren van stationair
toerental ................................... 6-16
Controleren van de vrije slag
gaskabel ................................... 6-17
Klepspeling .................................. 6-17
Banden ........................................ 6-17
Gietwielen .................................... 6-20
Koppelingshendel ........................ 6-20
Remlichtschakelaar ..................... 6-21
Controleren van voor- en
achterremblokken ..................... 6-21
Niveaus van rem- en
koppelingsvloeistof
controleren ............................... 6-22
Rem- en koppelingsvloeistof
verversen .................................. 6-23
Controleren en smeren van
kabels ....................................... 6-23U3P6D2D0.book Page 1 Friday, September 14, 2007 9:17 AM
Page 14 of 100
BESCHRIJVING
2-3
2
DAU10430
Bedieningen en instrumenten1. Achteruitkijkspiegel (pagina 3-26)
2. Koppelingshendel (pagina 3-14)
3. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-13)
4. Reservoir koppelingsvloeistof (pagina 6-22)
5. Toerenteller (pagina 3-5)
6. Snelheidsmeter (pagina 3-5)
7. Multifunctioneel display (pagina 3-6)
8. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-22)9. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-13)
10.Remhendel (pagina 3-15)
11.Gasgreep (pagina 6-17)
12.Contactslot/stuurslot (pagina 3-2)
13.Knop koplamphoogteverstelling (pagina 3-24)
14.Knop handvatverwarming (pagina 3-29)U3P6D2D0.book Page 3 Friday, September 14, 2007 9:17 AM
Page 19 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
Dit model is ook uitgerust met een zelfdia-
gnosesysteem voor het startblokkeersys-
teem. (Zie pagina 3-11 voor uitleg over de
werking van het zelfdiagnosesysteem.)
DAU11601
Snelheidsmeter De snelheidsmeter toont de actuele rijsnel-
heid.
Wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, slaat de naald van de snelheidsme-
ter eenmaal helemaal uit tot aan de hoogste
snelheid en keert daarna weer terug naar
nul om het elektrische circuit te testen.
DAU11872
Toerenteller Met de elektrische toerenteller kan de mo-
torrijder het motortoerental controleren en
dit binnen het ideale bereik houden.
Als de sleutel naar “ON” wordt gedraaid,
slaat de naald van de toerenteller eenmaal
helemaal uit tot aan het hoogste aantal toe-
ren per minuut en keert daarna weer terug
naar nul tpm om het elektrische circuit te
testen.LET OP:
DCA10031
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de rode zone wijst.Rode zone: 9000 tpm en hoger
1. Toerenteller
2. Snelheidsmeter
3. Multifunctioneel display
1. Toerenteller
2. Rode zone toerenteller
U3P6D2D0.book Page 5 Friday, September 14, 2007 9:17 AM
Page 20 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
DAU26869
Multifunctioneel display
WAARSCHUWING
DWA14430
Zorg dat de machine stilstaat, voordat u
wijzigingen in de instellingen van het
multifunctionele display gaat aanbren-gen.
Het multifunctionele display toont de vol-
gende voorzieningen:
een kilometerteller (die de totale afge-
legde afstand toont)
twee rittellers (die de afgelegde af-
stand aangeven sinds de tellers het
laatst werden teruggesteld op nul)
een ritteller voor brandstofreserve (die
de afstand aangeeft die wordt afge-
legd op de brandstofreserve)
een klok
een brandstofniveaumeter
een temperatuurmeter koelvloeistof
een aanduiding voor de ingeschakelde
versnelling
een omgevingstemperatuurweergave
een weergave voor het brandstofver-
bruik (functies voor huidig en gemid-
deld verbruik)
een voorziening voor zelfdiagnose
OPMERKING:Vergeet niet de sleutel naar “ON” te draaien
voordat u de toetsen “SELECT” en “RES-ET” gebruikt.Kilometerteller- en rittellermodus
Door indrukken van de toets “SELECT” wis-
selt de weergave tussen de kilometerteller-
modus “ODO” en de rittellermodi “TRIP 1”
en “TRIP 2”, in de onderstaande volgorde:
ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → ODO
OPMERKING:Bij het selecteren van “TRIP 1” of “TRIP 2”knippert het display vijf seconden lang.
Als nog ca. 5.5 L (1.45 US gal) (1.21
Imp.gal) brandstof in de brandstoftank aan-
wezig is, wisselt het display automatisch
naar “F-TRIP” (de brandstofreserve-ritteller)
en wordt de afgelegde afstand vanaf dat
punt aangegeven. In dat geval wordt door
het indrukken van de toets “SELECT” in de
1. Multifunctioneel display
2.“SELECT”-toets
3.“RESET”-toets
1. Kilometerteller/ritteller/ritteller brandstofre-
serve
2.“SELECT”-toets
3.“RESET”-toets
U3P6D2D0.book Page 6 Friday, September 14, 2007 9:17 AM
Page 21 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
onderstaande volgorde gewisseld tussen
de diverse weergaven van rittellers en kilo-
meterteller:
F-TRIP → ODO → TRIP 1 → TRIP 2 → F-
TRIP
Om een ritteller op nul terug te stellen, se-
lecteert u deze door op de toets “SELECT”
te drukken en drukt u vervolgens minstens
1 seconde lang op de toets “SELECT” ter-
wijl het display knippert. Wanneer u de
brandstofreserve-ritteller niet zelf met de
hand op nul terugstelt, wordt deze automa-
tisch teruggesteld zodra na het tanken 5 km
(3 mi) is gereden en verschijnt de vorige
weergavemodus weer.
KlokDe klok op tijd zetten:
1. Houd de toetsen “SELECT” en “RES-
ET” tegelijkertijd minstens twee secon-
den lang ingedrukt.
2. Als de uuraanduiding begint te knippe-
ren, drukt u op de toets “RESET” om
de uren in te stellen.
3. Druk op de toets “SELECT” en de mi-
nutenaanduiding zal gaan knipperen.
4. Druk op de toets “RESET” om de mi-
nuten in te stellen.
5. Druk op de toets “SELECT” en laat
deze dan los om de klok te starten.
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen richting “E” (leeg) naar-mate het brandstofniveau verder daalt. Als
het laatste segment begint te knipperen,
dient u zo snel mogelijk te tanken. Als de
contactsleutel naar “ON” wordt gedraaid,
verschijnen alle segmenten van de brand-
stofniveaumeter een voor een op het dis-
play om het elektrisch circuit te testen.
Daarna verdwijnen ze weer.
OPMERKIN
G:
Deze brandstofniveaumeter is voorzien van
een zelfdiagnosesysteem. Als er een defect
in het elektrisch circuit wordt waargenomen,
gaan alle displaysegmenten knipperen.
Vraag in dat geval een Yamaha dealer hetelektrisch circuit te testen.
Temperatuurmeter koelvloeistof
1. Klok
2.“SELECT”-toets
3.“RESET”-toets
1. Brandstofniveaumeter
1. Temperatuurmeter koelvloeistof
U3P6D2D0.book Page 7 Friday, September 14, 2007 9:17 AM
Page 22 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
Met de contactsleutel in de stand “ON” geeft
de temperatuurmeter koelvloeistof de tem-
peratuur van de koelvloeistof aan. Als de
contactsleutel naar “ON” wordt gedraaid,
verschijnen alle segmenten van de tempe-
ratuurmeter koelvloeistof een voor een op
het display en verdwijnen daarna weer om
het elektrisch circuit te testen. De koelvloei-
stoftemperatuur is afhankelijk van de
weersomstandigheden en de motorbelas-
ting. Als het bovenste segment knippert,
stop het voertuig dan en laat de motor af-
koelen. (Zie pagina 6-33.)LET OP:
DCA10020
Laat de motor niet draaien terwijl dezeoververhit is.Aanduiding ingeschakelde versnelling
Deze aanduiding geeft aan welke versnel-
ling is ingeschakeld. De vrijstand wordt ech-
ter niet getoond, deze wordt aangegeven
door het vrijstandcontrolelampje.De modus omgevingstemperatuur, mo-
dus huidig brandstofverbruik en modus
gemiddeld brandstofverbruik (behalve
voor Groot-Brittannië)
Druk op de knop “RESET” om de weergave
in onderstaande volgorde te wisselen tus-
sen de modus omgevingstemperatuur “Air”,
de modus huidig brandstofverbruik “km/L”
of “L/100 km”, en de modus gemiddeld
brandstofverbruik “AV_ _._ km/L” of “AV_
_._ L/100 km”:
Air (omgevingstemperatuur) → km/L of
L/100 km → AV_ _._ km/L of AV_ _._ L/100
km → Air
1. Aanduiding ingeschakelde versnelling
2. Vrijstandcontrolelampje“”
1. Omgevingstemperatuur/huidig brandstofver-
bruik/gemiddeld brandstofverbruik
2.“SELECT”-toets
3.“RESET”-toets
U3P6D2D0.book Page 8 Friday, September 14, 2007 9:17 AM
Page 25 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
20 km/h (12.5 mi/h)] of door het opont-
houd bij verkeerslichten, spoorweg-overgangen etc.
Modus huidig brandstofverbruik
Deze weergave geeft de afstand weer die
onder de huidige omstandigheden kan wor-
den afgelegd op 1.0 Imp.gal brandstof.OPMERKING:Bij snelheden onder 10 km/h (6.0 mi/h)wordt “_ _._” weergegeven.Modus gemiddeld brandstofverbruik
Deze weergave toont het gemiddelde
brandstofverbruik sinds de weergave op nul
is teruggezet.
Als de modus gemiddeld brandstofverbruik
wordt geselecteerd, knippert de weergave
vijf seconden lang, waarna “AV_ _._ MPG”
(gemiddelde afstand die kan worden afge-
legd op 1.0 Imp.gal brandstof) wordt weer-
gegeven.OPMERKING:
Om de weergave van het gemiddelde
brandstofverbruik terug te stellen,
drukt u op de toets “RESET” om de
modus te selecteren en houdt u vervol-
gens de toets “RESET” een seconde
lang ingedrukt terwijl de weergave
knippert.
Na het terugstellen van de weergave
van het gemiddelde brandstofverbruik
wordt “_ _._” weergegeven totdat demachine 1 km (0.6 mi) heeft afgelegd.
LET OP:
DCA15472
Bij storingen wordt “– –.–” weergege-
ven. Vraag een Yamaha dealer de machi-ne te controleren.
Zelfdiagnosesysteem
Dit model is uitgerust met een zelfdiagnose-
systeem voor diverse elektrische circuits.
Als een van deze circuits uitvalt, gaat het
waarschuwingslampje motorstoring bran-
den en geeft het multifunctionele display
een foutcode van twee cijfers weer.
1. Huidig brandstofverbruik
1. Gemiddeld brandstofverbruik
1. Weergave foutcode
2. Controlelampje startblokkering
U3P6D2D0.book Page 11 Friday, September 14, 2007 9:17 AM
Page 26 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
Noteer zo’n foutcode als die op het multi-
functionele display staat aangegeven en
vraag een Yamaha dealer het voertuig na te
zien.LET OP:
DCA11790
Wanneer het multifunctionele display
een foutcode aangeeft, moet het voer-
tuig zo spoedig mogelijk worden gecon-troleerd om motorschade te voorkomen.
Dit model is ook uitgerust met een zelfdia-
gnosesysteem voor het startblokkeersys-
teem.
Als een van de circuits van het startblok-
keersysteem uitvalt, gaat het controlelamp-
je startblokkering knipperen en geeft het
multifunctionele display een foutcode van
twee cijfers weer wanneer de sleutel naar
“ON” is gedraaid.OPMERKING:Als het multifunctionele display foutcode 52
weergeeft, betreft dit mogelijk een storing in
het transpondersignaal. Als deze fout zichvoordoet, probeer dan het volgende.
1. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.
OPMERKING:Houd andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan de-
zelfde sleutelring! Startblokkeersleutels
kunnen signaalstoring veroorzaken, waar-
door de motor mogelijk niet kan worden ge-start.
2. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeersleu-
tel en beide standaardsleutels naar
een Yamaha dealer en laat de stan-
daardsleutels opnieuw coderen.
Als het multifunctionele display foutcodes
toont, noteer deze dan en vraag een
Yamaha dealer om het voertuig te controle-
ren.
DAU12331
Antidiefstal-alarmsysteem (op-
tie) Dit model kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel antidief-
stal-alarmsysteem. Neem contact op met
een Yamaha dealer voor nadere informatie.
U3P6D2D0.book Page 12 Friday, September 14, 2007 9:17 AM
Page 96 of 100
INDEXAABS ....................................................... 3-16
ABS-waarschuwingslampje .................... 3-4
Accessoirebox....................................... 3-24
Accu ...................................................... 6-27
Achterbrugscharnierpunten, smeren..... 6-25
Achteruitkijkspiegels ............................. 3-26
Achterwielophanging, smeren............... 6-26
Antidiefstal-alarmsysteem (optie).......... 3-12BBanden.................................................. 6-17
Bougies, controleren ............................... 6-8
Brandstof............................................... 3-18
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ... 5-2CCardanolie............................................. 6-12
Claxonschakelaar ................................. 3-13
Contactslot/stuurslot ............................... 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ...... 3-3
Controlelampje grootlicht ........................ 3-4
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 3-3
Controlelampje startblokkering ............... 3-4
Controlelijst voor gebruik ........................ 4-2DDimlichtschakelaar ................................ 3-13GGasgreep en gaskabel, controleren en
smeren................................................ 6-24
Gelijkstroom aansluitcontact voor
accessoires......................................... 3-32
Gereedschapsset .................................... 6-1
Gloeilamp kentekenverlichting,
vervangen ........................................... 6-31
HHoogte bestuurderszadel, verstellen .... 3-21IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode .............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren............. 6-23
Klepspeling ........................................... 6-17
Knop handvatverwarming ..................... 3-29
Koelvloeistof ......................................... 6-13
Koplampgloeilamp ................................ 6-30
Koplamphoogte, aanpassen ................. 3-24
Koppelingshendel ........................ 3-14, 6-20LLichtsignaalschakelaar ......................... 3-13
Locaties van onderdelen ........................ 2-1
Luchtfilterelement, reinigen .................. 6-15MMatkleur, let op ....................................... 7-1
Middenbok en zijstandaard, controleren
en smeren .......................................... 6-25
Modelinformatiesticker............................ 9-2
Motorolie en oliefilterpatroon .................. 6-9
Multifunctioneel display .......................... 3-6NNiveaus rem- en koppelingsvloeistof,
controleren ......................................... 6-22
Noodstopschakelaar ............................. 3-14OOpbergcompartimenten ........................ 3-23PPanelen, verwijderen en aanbrengen ..... 6-7
Parkeerlichtgloeilamp ........................... 6-32
Parkeren ................................................. 5-3Periodiek smeer- en
onderhoudsschema .............................. 6-2
Problemen oplossen ............................. 6-32
RRem- en koppelingshendels,
controleren en smeren ........................ 6-24
Rem- en koppelingsvloeistof,
verversen ............................................ 6-23
Rem- en schakelpedalen, controleren
en smeren ........................................... 6-24
Remhendel ............................................ 3-15
Remlichtschakelaar ............................... 6-21
Rempedaal ............................................ 3-16
Richtingaanwijzergloeilamp of
gloeilamp in remlicht/achterlicht,
vervangen ........................................... 6-31
Richtingaanwijzerschakelaar................. 3-13SSchakelaar alarmverlichting .................. 3-14
Schakelen ............................................... 5-2
Schakelpedaal....................................... 3-15
Schokdemperunit, afstellen ................... 3-28
Sleutelnummer ........................................ 9-1
Snelheidsmeter ....................................... 3-5
Specificaties ............................................ 8-1
Stalling .................................................... 7-3
Stand van het stuur, verstellen.............. 3-25
Startblokkeersysteem.............................. 3-1
Starten van de motor............................... 5-1
Startknop ............................................... 3-14
Startspersysteem .................................. 3-30
Stationair toerental, controleren ............ 6-16
Storingzoekschema’s ............................ 6-33
Stroomlijnpanelen, openen en sluiten ... 3-25
U3P6D2D0.book Page 1 Friday, September 14, 2007 9:17 AM