ABS YAMAHA FJR1300AS 2007 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2007, Model line: FJR1300AS, Model: YAMAHA FJR1300AS 2007Pages: 100, PDF Size: 5.34 MB
Page 6 of 100
INHOUDSOPGAVEVEILIGHEIDSINFORMATIE ..............1-1
BESCHRIJVING ................................2-1
Aanzicht linkerzijde ..........................2-1
Aanzicht rechterzijde .......................2-2
Bedieningen en instrumenten ..........2-3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN
EN BEDIENINGEN.............................3-1
YCC-S-systeem ..............................3-1
Startblokkeersysteem .....................3-1
Contactslot/stuurslot .......................3-2
Controle- en
waarschuwingslampjes ...............3-4
Snelheidsmeter ...............................3-6
Toerenteller ....................................3-6
Multifunctioneel display ..................3-7
Antidiefstal-alarmsysteem
(optie) ........................................3-13
Stuurschakelaars ..........................3-14
Schakelpedaal ..............................3-16
Handschakelhendel ......................3-16
Remhendel ...................................3-17
Rempedaal ...................................3-17
ABS ..............................................3-17
Tankdop ........................................3-18
Brandstof ......................................3-19
Tankbeluchtingsslang/
overloopslang ............................3-20
Uitlaatkatalysator ..........................3-20
Zadels ...........................................3-20De hoogte van het
bestuurderszadel verstellen ...... 3-22
Opbergcompartiment ................... 3-24
Accessoirebox .............................. 3-24
Aanpassen van de
koplamphoogte ......................... 3-25
Stand van het stuur ...................... 3-25
Openen en sluiten van de
stroomlijnpanelen ...................... 3-26
Achteruitkijkspiegels ..................... 3-27
Afstellen van de voorvork ............. 3-27
Afstellen van de
schokdemperunit ...................... 3-29
Knop handvatverwarming ............ 3-30
Zijstandaard ................................. 3-30
Startspersysteem ......................... 3-31
Gelijkstroom aansluitcontact voor
accessoires ............................... 3-33
CONTROLES VOOR HET
STARTEN........................................... 4-1
Controlelijst voor gebruik ................ 4-2
GEBRUIK EN BELANGRIJKE
RIJ-INFORMATIE.............................. 5-1
Starten van de motor ...................... 5-1
Schakelen ...................................... 5-2
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik ........................ 5-3
Inrijperiode ..................................... 5-3
Parkeren ......................................... 5-4PERIODIEK ONDERHOUD EN
KLEINERE REPARATIES................. 6-1
Boordgereedschapsset .................. 6-1
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema .................... 6-2
Panelen verwijderen en
aanbrengen ................................ 6-6
Controleren van de bougies ........... 6-8
Motorolie en oliefilterpatroon ......... 6-9
Cardanolie ................................... 6-11
Koelvloeistof ................................ 6-12
Luchtfilterelement ........................ 6-14
Controleren van stationair
toerental ................................... 6-14
Controleren van de vrije slag
gaskabel ................................... 6-15
Klepspeling .................................. 6-15
Banden ........................................ 6-15
Gietwielen .................................... 6-18
YCC-S-koppeling ......................... 6-18
Remlichtschakelaar ..................... 6-19
Controleren van voor- en
achterremblokken ..................... 6-19
De vloeistofniveaus van rem en
YCC-S-koppeling controleren ... 6-20
De vloeistof voor rem en
YCC-S-koppeling verversen ..... 6-21
Controleren en smeren van
kabels ....................................... 6-21
Controleren en smeren van
gasgreep en gaskabel .............. 6-22U2D2D1D0.book Page 1 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 18 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
DAU11003
Controle- en waarschuwings-
lampjes
DAU11030
Controlelampjes richtingaanwijzers
“” en “”
Het bijbehorende controlelampje knippert
terwijl de schakelaar voor richtingaanwij-
zers naar de linker- of rechterstand is ge-
drukt.
DAU11060
Vrijstandcontrolelampje “”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11080
Controlelampje grootlicht “”
Dit controlelampje brandt terwijl de koplamp
is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU11120
Waarschuwingslampje olieniveau “”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien.
Als het waarschuwingslampje niet een paar
seconden lang oplicht en dan dooft, vraag
dan een Yamaha dealer om het elektrisch
circuit te testen.OPMERKING:Bij een voldoende hoog olieniveau kan het
waarschuwingslampje soms toch knipperen
bij rijden op een helling of bij plotseling af-
remmen of optrekken, er is dan echter geensprake van een storing.
DAU40513
Waarschuwingslampje en controlesym-
bolen motorstoring “” en YCC-S
“”
Waarschuwingslampje en controlesymboolmotorstoring “”Dit symbool wordt weergegeven en het
waarschuwingslampje gaat branden of
knipperen wanneer een elektrisch circuit
dat de motorwerking bewaakt defect is.
Vraag in dat geval een Yamaha dealer het
zelfdiagnosesysteem te controleren. (Zie
pagina 3-7 voor uitleg over de werking van
het zelfdiagnosesysteem.)
1. Controlelampje linker richtingaanwijzers
“”
2. Controlelampje rechter richtingaanwijzers
“”
3. Waarschuwingslampje en controlesymbolen
motorstoring “” en YCC-S “”
4. ABS-waarschuwingslampje “”
5. Vrijstandcontrolelampje “”
6. Controlelampje grootlicht “”
7. Waarschuwingslampje olieniveau “”
8. Controlelampje startblokkering
SHIFTABS
1. Waarschuwingslampje en controlesymbool
motorstoring “”SHIFT
U2D2D1D0.book Page 4 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 19 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
Waarschuwingslampje en controlesymboolYCC-S “”Dit symbool wordt weergegeven en het
waarschuwingslampje gaat branden wan-
neer er een storing is in het YCC-S. Als dit
gebeurt:
is het YCC-S uitgeschakeld, waardoor
het niet meer mogelijk is een andere
versnelling in te schakelen
kan de koppeling in aangrijping blijven,
waardoor de machine bij het stoppen
met een schok tot stilstand kan komen
Breng de machine op een veilig moment tot
stilstand en parkeer hem op een veilige
plaats. Laat een Yamaha dealer het YCC-S
controleren.
OPMERKING:Om de machine na het stoppen te kunnen
verplaatsen terwijl schakelen met de scha-
kelhendel of het schakelpedaal niet moge-
lijk is, kunt u het volgende doen:
Plaats de machine op de middenbok en
druk dan, terwijl u het achterwiel ronddraait,
de stang en het scharnierpunt van het scha-
kelpedaal naar voren tot de versnelling inz’n vrij staat.
Het elektrisch circuit voor controlesymbolen
en het waarschuwingslampje controleert u
door de sleutel naar “ON” te draaien. Als de
symbolen en het waarschuwingslampje niet
een paar seconden lang oplichten en dan
doven, vraag dan een Yamaha dealer om
het elektrisch circuit te testen.
DAU39500
ABS-waarschuwingslampje “”
Als het waarschuwingslampje tijdens het rij-
den gaat branden of knipperen, is het ABS-
systeem mogelijk defect. Vraag in dat geval
zo snel mogelijk een Yamaha dealer het
systeem te controleren. (Zie pagina 3-17.)
WAARSCHUWING
DWA10081
Als het ABS-waarschuwingslampje tij-
dens het rijden gaat branden of knippe-
ren, wordt alleen het conventionele
remsysteem gebruikt. Wees dan voor-
zichtig en zorg dat de wielen tijdens plot-
seling remmen niet blokkeren. Als het
waarschuwingslampje tijdens het rijden
gaat branden of knipperen, vraag dan zo
snel mogelijk een Yamaha dealer hetremsysteem te controleren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien.
Als het waarschuwingslampje niet oplicht of
blijft branden, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te controleren.
DAU38620
Controlelampje startblokkering
Het elektrisch circuit voor het controlelamp-
je controleert u door de sleutel naar “ON” te
draaien.
1. Waarschuwingslampje en controlesymbool
YCC-S “”
SHIFTSHIFT
1. Scharnierpunt schakelpedaalstang
2. Stang schakelpedaal
ABS
U2D2D1D0.book Page 5 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 29 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-15
3
DAU12660
Noodstopschakelaar “/”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op “”. Zet deze schakelaar op “” om
de motor direct uit te schakelen in een
noodgeval, zoals wanneer de machine om-
slaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAUM1131
Startknop “”
Druk op deze knop terwijl u de voor- of ach-
terrem bekrachtigt om de motor te starten
met de startmotor.LET OP:
DCA10050
Zie pagina 5-1 voor startinstructies voor-dat u de motor start.
DAU42340
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring en het ABS-waarschuwingslampje
gaan branden als de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid en de startknop wordt inge-
drukt. Dit wijst echter niet op een storing.
DAU12733
Schakelaar alarmverlichting “”
Met de sleutel in de stand “ON” of “” kan
deze schakelaar worden gebruikt voor het
inschakelen van de alarmverlichting (gelijk-
tijdig knipperen van alle richtingaanwijzers).De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
LET OP:
DCA10061
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd als de motor niet
draait omdat hierdoor de accu kan ontla-den.
DAU40381
Schakelaar handmatig schakelen De schakelaar handmatig schakelen maakt
schakelen met de handschakelhendel mo-
gelijk. Als de schakelaar wordt ingesteld op
handmatig schakelen, gaat het controle-
lampje handmatig schakelen branden.
OPMERKIN
G:
Met het schakelpedaal kan gescha-
keld worden ongeacht of handmatig
schakelen wel of niet is ingesteld.
Als het contactslot op “OFF” wordt ge-
zet, wordt handmatig schakelen auto-
matisch uitgeschakeld. Druk deze
schakelaar kort in na het starten van
de motor om handmatig schakelenmogelijk te maken.
1. Handschakelhendel
2. Schakelaar handmatig schakelen
3. Controlelampje handmatig schakelen
U2D2D1D0.book Page 15 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 31 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-17
3
DAU26822
Remhendel De remhendel bevindt zich aan de rechter-
stuurgreep. Trek de hendel naar het stuur
toe om de voorrem te bekrachtigen.
De remhendel is voorzien van een stelwiel
voor afstelpositie. Om de afstand tussen de
remhendel en de stuurgreep af te stellen,
wordt het stelwiel gedraaid terwijl de hendel
van het stuur vandaan wordt gehouden.
Controleer of het correcte instelpunt op het
stelwiel tegenover het “” merkteken op
de remhendel staat.
DAU39540
Rempedaal Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van het voertuig.
Dit model is uitgerust met een gekoppeld
remsysteem.
Bij het indrukken van het rempedaal worden
achter- en voorrem gelijktijdig bediend, de
achterrem volledig en de voorrem gedeelte-
lijk. Voor maximale remkracht dient u gelijk-
tijdig zowel de remhendel in te knijpen als
het rempedaal in te drukken.
DAU39530
ABS Het Yamaha ABS (Anti-lock Brake System)
bestaat uit een dubbel uitgevoerd elektro-
nisch regelsysteem dat de voorrem en ach-
terrem onafhankelijk aanstuurt. De ABS-
werking wordt gecontroleerd door een ECU
(Electronic Control Unit) die bij een sys-
teemstoring uitgaat van handmatig rem-
men.
WAARSCHUWING
DWA10090
Het ABS-systeem functioneert het
meest effectief over lange remwe-
gen.
Op sommige wegtypen (ruw weg-
dek of grint) kan de remweg langer
zijn dan bij remmen zonder ABS.
Houd daarom steeds voldoende af-
stand tot uw voorligger, afgestemdop uw rijsnelheid.
OPMERKING:
Wanneer ABS is geactiveerd, worden
de remmen op de gebruikelijke wijze
bediend. In de remhendel of het rem-
pedaal kunnen pulsaties worden ge-
voeld, maar dat duidt niet op een
storing.
1. Remhendel
2.“”-merkteken
3. Stelwiel afstelpositie remhendel
4. Afstand tussen remhendel en stuurgreep
1. Rempedaal
U2D2D1D0.book Page 17 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 32 of 100
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-18
3
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie, waarbij de bestuurder de
pulsaties kan voelen in het rempedaal
of in de remhendel terwijl ABS actief is.
Er is echter speciaal gereedschap ver-
eist, dus neem voor het uitvoeren van
deze test contact op met uw Yamahadealer.
DAU13072
Tankdop Openen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan 1/4
slag rechtsom. Het slot wordt ontgrendeld
en de tankdop kan worden verwijderd.
Sluiten van de tankdop
1. Druk de tankdop in positie met de sleu-
tel in het slot.
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.
OPMERKING:De tankdop kan alleen worden gesloten met
de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct gesloten en vergren-deld is.
WAARSCHUWING
DWA11090
Controleer voor u gaat rijden of detankdop correct is afgesloten.
1. Slotplaatje tankdop
2. Ontgrendelen.
U2D2D1D0.book Page 18 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 51 of 100
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
5
DAU15950
WAARSCHUWING
DWA10270
Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties en
hun werking voordat u gaat rijden.
Informeer bij een Yamaha dealer als
u de werking van een schakelaar of
functie niet volkomen begrijpt.
Start de motor nooit in een afgeslo-
ten ruimte en laat deze hierin ook
niet lange tijd aaneen draaien. Uit-
laatgassen zijn giftig en het inade-
men ervan kan al binnen korte tijd
leiden tot bewusteloosheid en do-
delijk letsel. Controleer altijd of er
voldoende ventilatie is.
Controleer of de zijstandaard is in-
getrokken alvorens weg te rijden.
Als de zijstandaard niet behoorlijk
is ingetrokken, kan deze de grond
raken en zo de motorrijder afleiden,
waardoor u de macht over het stuurverliest.
DAU40331
Starten van de motor Door het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
De voor- of achterrem wordt bekrach-
tigd met de versnellingsbak in de vrij-
stand, waarbij de zijstandaard omhoog
of omlaag is.
De voor- of achterrem wordt bekrach-
tigd met een versnelling ingeschakeld,
en de zijstandaard is omhoog.WAARSCHUWING
DWA14540
Controleer voor het starten van de
motor de werking van het startsper-
systeem en volg daarbij de werkwij-
ze beschreven op pagina 3-31.
Bekrachtig altijd de voor- of achter-
rem terwijl het contactslot in de
stand “ON” staat en een versnelling
ingeschakeld is, anders kan het
achterwiel vrij bewegen.
Ga nooit rijden terwijl de zijstan-daard omlaag staat.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “” is gezet.
LET OP:
DCA15510
De volgende waarschuwingslampjes,
het volgende controlelampje en de vol-
gende indicatoren moeten enkele secon-
den oplichten en dan uitgaan.
Waarschuwingslampje olieniveau
Waarschuwinglampje en controle-
lampjes motorstoring en YCC-S
Controlelampje startblokkering
ABS-waarschuwingslampje
Als een waarschuwings- of controle-
lampje of een indicator niet dooft, zie
dan pagina 3-4 voor een controle van het
betreffende circuit.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand terwijl de voor- of achterrem
wordt bekrachtigd.OPMERKING:Als de versnellingsbak in de vrijstand staat,
moet het vrijstandcontrolelampje branden;
zo niet, vraag dan een Yamaha dealer hetelektrisch circuit te testen.
3. Start de motor door de startknop in te
drukken.OPMERKING:Als de motor niet wil starten, laat dan de
startknop los, wacht een paar seconden en
probeer het dan opnieuw. Iedere startpo-
U2D2D1D0.book Page 1 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 75 of 100
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-21
6
Breng de membranen terug in hun
oorspronkelijke vorm voordat u ze te-
rugplaatst.
Let erop dat tijdens het bijvullen geen
water of stof terechtkomt in de vloei-
stofreservoirs voor rem en YCC-S-
koppeling. Water zal het kookpunt van
de remvloeistof aanzienlijk verlagen
zodat dampbelvorming kan optreden
en vuil de hydraulisch bediende klep-
pen van de ABS eenheid kan verstop-
pen.
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
onderdelen aantasten. Veeg gemorste
remvloeistof steeds direct af.
Naarmate de remblokken afslijten, zal
het remvloeistofniveau geleidelijk ver-
der dalen. Vraag echter wel een
Yamaha dealer om een inspectie als
het remvloeistofniveau plotseling sterk
is gedaald.
DAU40600
De vloeistof voor rem en YCC-S-
koppeling verversen Vraag een Yamaha dealer de remvloeistof
en de YCC-S-koppelingsvloeistof te verver-
sen volgens de intervallen onder OPMER-
KING na het periodieke smeer- en
onderhoudsschema. Laat bovendien de
oliekeerringen van hoofdremcilinder en
YCC-S-koppelingshoofdcilinder, de rem-
klauwen en de rem- en YCC-S-koppelings-
slangen vervangen volgens de hierna
vermelde intervallen of wanneer ze lekken
of zijn beschadigd.
Oliekeerringen: Vervang elke twee
jaar.
Rem- en YCC-S-koppelingsslangen:
Vervang elke vier jaar.
DAU23100
Controleren en smeren van ka-
bels De werking van alle bedieningskabels en de
conditie van alle kabels moet voorafgaand
aan elke rit worden gecontroleerd en de ka-
bel en kabeleinden moeten indien nodig
worden gesmeerd. Vraag een Yamaha
dealer een kabel te controleren of te vervan-
gen wanneer deze is beschadigd of niet
soepel beweegt.
WAARSCHUWING
DWA10720
Bij schade aan de buitenkabel kan de
goede werking van de kabel worden be-
lemmerd en kan de binnenkabel gaan
roesten. Vervang een beschadigde kabel
zo snel mogelijk om onveilige conditieste voorkomen.Aanbevolen smeermiddel:
Motorolie
U2D2D1D0.book Page 21 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 80 of 100
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-26
6
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek.
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen.LET OP:
DCA10630
Zorg dat de accu altijd geladen
blijft. Door een accu in ontladen toe-
stand weg te bergen kan permanen-
te accuschade ontstaan.
Om een permanent-dichte accu (on-
derhoudsvrij type) te laden, is een
speciale acculader (met constante
laadspanning) vereist. Bij gebruik
van een conventionele acculader
raakt de accu beschadigd. Wanneer
u niet beschikt over een speciale
acculader voor permanent-dichteaccu’s (onderhoudsvrij type), vraag
dan een Yamaha dealer uw accu op
te laden.
DAU23657
Zekeringen vervangen De hoofdzekering, de zekeringenkastjes en
de zekering van de ABS-motor bevinden
zich achter paneel A. (Zie pagina 6-6.)1. Hoofdzekering
2. Zekeringenkastje
3. Zekering ABS-pompmotor
4. Reservezekering ABS-pompmotor
U2D2D1D0.book Page 26 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM
Page 81 of 100
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-27
6
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
LET OP:
DCA10640
Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch sys-
teem en mogelijk brandgevaar te vermij-den.
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
1. Zekeringenkastje
2. Zekering rechter radiatorkoelvin
3. Zekering linker radiatorkoelvin
4. Zekering alarmverlichtingssysteem
5. Backup-zekering (voor kilometerteller, klok
en startblokkeersysteem)
6. Zekering YCC-S-motorbesturing
7. Koplampzekering
8. Zekering signaleringssysteem
9. Zekering ABS-regeleenheid
10.Zekering ontstekingssysteem
11.Zekering brandstofinjectiesysteem
12.Circuitzekering aansluitcontact voor acces-
soires
13.Reservezekering
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
50.0 A
Koplampzekering:
25.0 A
Zekering signaleringssysteem:
15.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
15.0 A × 2
Backup-zekering:
10.0 A
Circuitzekering alarmverlichtingssys-
teem:
10.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
15.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
10.0 A
Circuitzekering aansluitcontact voor
accessoires:
3.0 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering YCC-S-motorbesturing:
30.0 A
U2D2D1D0.book Page 27 Tuesday, November 28, 2006 11:44 AM