YAMAHA FJR1300AS 2009 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2009, Model line: FJR1300AS, Model: YAMAHA FJR1300AS 2009Pages: 104, PDF Size: 3.66 MB
Page 41 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-27
3
2. Trek het stroomlijnpaneel in de geo-
pende stand en breng de snelsluit-
schroeven weer aan.
Een stroomlijnpaneel sluiten
1. Verwijder de snelsluitschroeven.2. Druk het stroomlijnpaneel in de geslo-
ten stand en breng de snelsluitschroe-
ven weer aan.
OPMERKINGControleer voordat u gaat rijden of destroomlijnpanelen goed vastzitten.
DAU39671
Achteruitkijkspiegels De achteruitkijkspiegels van dit voertuig
kunnen naar voren of naar achteren worden
ingeklapt om het parkeren in smalle ruimten
te vergemakkelijken. Klap de spiegels terug
in hun oorspronkelijke stand voordat u gaat
rijden.
WAARSCHUWING
DWA14371
Vergeet niet de achteruitkijkspiegels in
hun oorspronkelijk stand terug te klap-pen alvorens weg te rijden.
1. Snelsluitschroef
1. Geopende stand
1. Snelsluitschroef
1. Gesloten stand
1. Rijstand
2. Parkeerstand
U2D2D3D0.book Page 27 Friday, September 26, 2008 9:42 AM
Page 42 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-28
3
DAU14732
Voorvork afstellen
WAARSCHUWING
DWA10180
Geef beide vorkpoten steeds dezelfde
afstelling, anders kan slecht weggedrag
en verminderde rijstabiliteit het gevolgzijn.
Deze voorvork is voorzien van stelbouten
voor veervoorspanning, stelknoppen voor
uitgaande demping en stelschroeven voor
ingaande demping.LET OP
DCA10101
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te draaien om
schade aan het mechanisme te voorko-men.Veervoorspanning
Draai om de veervoorspanning te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (a).
Draai om de veervoorspanning te verlagen
en zo de vering zachter te maken de stel-
bout op beide vorkpoten in de richting (b).
Breng de gewenste groef op het stelmecha-
nisme in lijn met het bovenvlak van de vork-
plug.
1. Stelbout veervoorspanning
1. Huidige instelling
2. VorkplugAfstelling veervoorspanning:
Minimum (zacht):
6
Standaard:
4
Maximum (hard):
1
U2D2D3D0.book Page 28 Friday, September 26, 2008 9:42 AM
Page 43 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-29
3
Uitgaande demping
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelknop op beide vorkpoten in de richting
(a). Draai om de uitgaande demping te ver-
lagen en zo de vering zachter te maken de
stelknop op beide vorkpoten in de richting
(b).Ingaande demping
Draai om de ingaande demping te verhogen
en zo de vering stugger te maken de stel-
schroef op beide vorkpoten in de richting
(a). Draai om de ingaande demping te ver-
lagen en zo de vering zachter te maken de
stelschroef op beide vorkpoten in de richting
(b).
OPMERKINGDoor geringe productie-afwijkingen zal het
totaal aantal klikken van een instelmecha-
nisme voor veerdemping niet altijd exact
met bovenstaande specificaties overeenko-
men; het werkelijke aantal klikken vormt
echter wel altijd het complete afstelbereik.
Voor een precieze afstelling is het aan te ra-
den het aantal klikken van elk veerdem-
pingsinstelmechanisme te controleren en
de specificaties dienovereenkomstig aan tepassen.
1. Stelknop voor uitveerdempingAfstelling uitgaande demping:
Minimum (zacht):
17 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
12 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid in
de richting (a)
1. Stelschroef voor inveerdemping
Afstelling ingaande demping:
Minimum (zacht):
21 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
12 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
1 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelschroef volledig gedraaid
in de richting (a)
U2D2D3D0.book Page 29 Friday, September 26, 2008 9:42 AM
Page 44 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-30
3
DAU14914
Schokdemperunit afstellen Deze schokdemperunit is uitgerust met een
stelhefboom voor veervoorspanning en een
stelknop voor uitgaande demping.LET OP
DCA16570
Probeer nooit voorbij de maximum- of
minimuminstellingen te gaan om schadeaan het mechanisme te voorkomen.
Veervoorspanning
Om zonder passagier te rijden, zet u de stel-
hefboom voor veervoorspanning in richting
(b). Om met passagier te rijden, zet u de
stelhefboom voor veervoorspanning in rich-
ting (a).Uitgaande demping
Draai om de uitgaande demping te verho-
gen en zo de vering stugger te maken de
stelknop in de richting (a). Draai om de uit-
gaande demping te verlagen en zo de ve-
ring zachter te maken de stelknop in de
richting (b).
OPMERKINGOm een nauwkeurige afstelling te bereiken,
is het raadzaam om het aantal klikken of
slagen te tellen waarmee het afstelmecha-
nisme van de demping wordt verdraaid. Het
kan voorkomen dat dit afstelbereik vanwe-
ge kleine productieverschillen niet exact
overeenkomt met de opgegeven specifica-ties.
WAARSCHUWING
DWA10221
Deze schokdemperunit is gevuld met
stikstofgas onder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie zorgvuldig
door alvorens werkzaamheden uit te
voeren aan de schokdemperunit.
Probeer de gascilinder niet te ope-
nen en blijf er verder vanaf.
Stel de schokdemperunit niet bloot
aan open vuur of een andere hitte-
bron. Hierdoor kan de gasdruk zo
hoog oplopen dat de unit explo-
deert.
Voorkom vervorming of beschadi-
ging van de cilinder. Schade aan de
cilinder zal resulteren in slechte
dempingsprestaties.
1. Stelhefboom veervoorspanning
1. Stelknop voor uitveerdempingAfstelling uitgaande demping:
Minimum (zacht):
20 klik(ken) in de richting (b)*
Standaard:
12 klik(ken) in de richting (b)*
Maximum (hard):
3 klik(ken) in de richting (b)*
* Met de stelknop volledig gedraaid in
de richting (a)
U2D2D3D0.book Page 30 Friday, September 26, 2008 9:42 AM
Page 45 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-31
3
Werp een beschadigde of versleten
schokdemperunit niet zelf weg.
Breng de schokdemperunit voor elk
onderhoud naar een Yamaha-dealer.
DAU40502
Stelknop handvatverwarming
WAARSCHUWING
DWA14510
Draai niet aan de knop handvatverwar-ming terwijl het voertuig in beweging is.LET OP
DCA15520
Draag handschoenen wanneer u de
handvatverwarming gebruikt.
Als de omgevingstemperatuur 20
°C (68 °F) of meer bedraagt, zet de
knop handvatverwarming dan niet
in de stand “HI”.
Als het stuurhandvat of de gashen-
del versleten of beschadigd is, ge-
bruik de handvatverwarming dan
niet meer en vervang handvat enhendel.
Deze machine is voorzien van handvatver-
warming, die alleen kan worden gebruikt als
de motor loopt.
De temperatuur van de handvatten wordt
geregeld met de stelknop handvatverwar-
ming, die zich bij het toebehorenvak be-
vindt.De stelknop handvatverwarming kan wor-
den ingesteld tussen de standen “LO” en
“HI”. Draai de knop in richting (a) om de
temperatuur te verhogen. Draai de knop in
richting (b) om de temperatuur te verlagen.
Lijn het teken“” op de knop uit met
“OFF” om de handvatverwarming uit te
schakelen.
OPMERKINGAls de machine stilstaat of zeer langzaam
rijdt (bijv. in een file), is de temperatuur van
de handvatverwarming lager dan tijdens rij-den met hogere snelheden.1. Stand “LO” (laag)
2. Stand “OFF” (uit)
3.“”-merkteken
4. Knop handvatverwarming
5. Stand “HI” (hoog)
U2D2D3D0.book Page 31 Friday, September 26, 2008 9:42 AM
Page 46 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-32
3
DAU15301
Zijstandaard De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie hierna voor een nadere uitlegover het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10240
Met de machine mag nooit worden gere-
den terwijl de zijstandaard omlaag staat
of niet behoorlijk kan worden opgetrok-
ken (of niet omhoog blijft), anders kan de
zijstandaard de grond raken en zo de be-
stuurder afleiden, waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt. Het
Yamaha startspersysteem is ontworpen
om de bestuurder te helpen bij zijn ver-
antwoordelijkheid de zijstandaard op te
trekken alvorens weg te rijden. Contro-
leer dit systeem daarom regelmatig zo-
als hierna beschreven en laat het
repareren door een Yamaha dealer alsde werking niet naar behoren is.
DAU40524
Startspersysteem Het startspersysteem (waarvan de zijstan-
daardschakelaar en de remlichtschakelaars
deel uitmaken) heeft de volgende functies:
Het verhindert starten wanneer de zij-
standaard is opgetrokken, terwijl geen
der remmen is bekrachtigd.
Het verhindert starten wanneer een
der remmen is bekrachtigd, terwijl de
zijstandaard nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor af
zodra de zijstandaard omlaag bewo-
gen wordt.
Controleer de werking van het startspersys-
teem regelmatig volgens de onderstaande
procedure.
U2D2D3D0.book Page 32 Friday, September 26, 2008 9:42 AM
Page 47 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-33
3
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. De noodstopschakelaar moet op “ ” staan.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Knijp de voor- of achterrem in en houd deze vast.
6. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
7. Beweeg de zijstandaard omhoog.
8. Knijp de voor- of achterrem in en houd deze vast.
9. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
10. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
11. Beweeg de zijstandaard omhoog.
12. Laat de rem los.
13. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. Het voertuig mag worden gebruikt.De vrijstandschakelaar, de remschakelaar of het
YCC-S-systeem werkt mogelijk niet goed.
Het voertuig mag niet worden gebruikt
voordat het is nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Het voertuig mag niet worden gebruikt
voordat het is nagekeken door een Yamaha dealer.
Een remschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Het voertuig mag niet worden gebruikt
voordat het is nagekeken door een Yamaha dealer.
NEE JA JA NEE JA NEE
Bij deze inspectie moet de machine op de
middenbok worden gezet.
Als zich een storing voordoet, vraag dan
alvorens te gaan rijden een Yamaha dealer
het systeem te controleren.WAARSCHUWING
U2D2D3D0.book Page 33 Friday, September 26, 2008 9:42 AM
Page 48 of 104
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-34
3
DAU39652
Gelijkstroom aansluitcontact
voor accessoires LET OP
DCA15430
Het accessoire dat is aangesloten op het
gelijkstroom aansluitcontact voor ac-
cessoires moet niet worden gebruikt ter-
wijl de motor uit staat en de
stroomonttrekking mag niet meer bedra-
gen dan 30 W (2.5 A), anders raakt deaccu mogelijk ontladen.
WAARSCHUWING
DWA14360
Om een elektrische schok of kortsluiting
te voorkomen, dient u te controleren of
de dop op het gelijkstroom aansluitcon-
tact is aangebracht als het contact nietwordt gebruikt.
Dit voertuig is uitgerust met een ge-
lijkstroom aansluitcontact in de accessoire-
box.
Een 12V-accessoire dat is aangesloten op
dit aansluitcontact, kan worden gebruikt
wanneer de sleutel in de stand “ON” staat,
maar mag alleen worden gebruikt wanneer
de motor draait.Gebruiken van het gelijkstroom aansluit-
contact voor accessoires
1. Open het deksel van de accessoire-
box. (Zie pagina 3-25.)
2. Draai de sleutel naar “OFF”.
3. Verwijder het deksel van het aansluit-
contact.
4. Plaats de stekker van het accessoire
in het aansluitcontact.5. Draai de sleutel naar “ON” en start de
motor. (Zie pagina 5-1.)
1. Dop gelijkstroom aansluitcontact
1. Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoi-
res
U2D2D3D0.book Page 34 Friday, September 26, 2008 9:42 AM
Page 49 of 104
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-1
4
DAU15596
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en procedures
voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11151
Onvoldoende inspectie of onderhoud van de machine vergroot het risico op ongeval of schade. Rijd niet met de machine als u
een probleem hebt gevonden. Als een probleem niet kan worden opgelost via de procedures in deze handleiding, laat de machi-ne dan nazien door een Yamaha dealer.
Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
BrandstofControleer het brandstofniveau in de brandstoftank.
Vul indien nodig brandstof bij.
Controleer de brandstofleiding op lekkage.3-19
MotorolieControleer het olieniveau in de motor.
Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
Controleer de machine op olielekkage.6-12
CardanolieControleer de machine op olielekkage. 6-15
KoelvloeistofControleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
Controleer het koelsysteem op lekkage.6-16
VoorremControleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-22, 6-23
U2D2D3D0.book Page 1 Friday, September 26, 2008 9:42 AM
Page 50 of 104
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-2
4
AchterremControleer de werking.
Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hy-
draulisch systeem te ontluchten.
Controleer de remblokken op slijtage.
Vervang indien nodig.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven
niveau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-22, 6-23
YCC-S-koppelingControleer de werking.
Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
Vul indien nodig het aanbevolen type vloeistof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.6-21, 6-23
GasgreepControleer of de werking soepel is.
Controleer de vrije slag van de kabel.
Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de kabel af te stellen,
en de kabel en het kabelhuis te smeren.6-18, 6-25
BedieningskabelsControleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig.6-24
Wielen en bandenControleer op schade.
Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.6-19, 6-21
Rem- en schakelpedalenControleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de pedaalscharnierpunten.6-25
RemhendelControleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig het hendelscharnierpunt.6-25
Middenbok, zijstandaardControleer of de werking soepel is.
Smeer indien nodig de scharnierpunten.6-26
FramebevestigingenControleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
Zet indien nodig vast.— ITEM CONTROLES PAGINA
U2D2D3D0.book Page 2 Friday, September 26, 2008 9:42 AM