YAMAHA FJR1300AS 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: FJR1300AS, Model: YAMAHA FJR1300AS 2016Pages: 124, PDF Size: 3.37 MB
Page 61 of 124

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-47
3
DAU55592
Zijstand aard
De zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.
OPMERKING
De ingebouwde zijstandaardschake-
laar maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem
blokkeert. (Zie de volgende paragraaf
voor een uitleg over het startspersy-
steem.)
De zijstandaardschakelaar is ook on-
derdeel van het YCC-S-systeem.
Schakelen uit de vrijstand is niet mo-
gelijk wanneer de zijstandaard omlaag
staat.
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
d en terwijl d e zijstandaar d omlaa g staat
of niet behoorlijk kan wor den op getrok-
ken (of niet omhoo g b lijft), an ders kan d e
zijstan daar d d e gron d raken en zo d e
b estuur der aflei den, waar door de ma-
chine mo gelijk on bestuur baar wor dt.
Het Yamaha startspersysteem is ont-
worpen om d e bestuur der te helpen b ij
zijn verantwoor delijkhei d de zijstan-
d aar d op te trekken alvorens we g te rij-
d en. Controleer d it systeem daarom
re gelmati g en laat het repareren door
een Yama
ha dealer als de werkin g niet
naar behoren is.
DAU68770
Startspersysteem
Het startblokkeringssysteem (waarvan de
zijstandaardschakelaar en de remlicht-
schakelaars deel uitmaken) heeft de vol-
gende functies:
Het verhindert starten wanneer de zij-
standaard is opgetrokken, terwijl geen
der remmen is bekrachtigd.
Het verhindert starten wanneer een
der remmen is bekrachtigd, terwijl de
zijstandaard nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor af
zodra de zijstandaard omlaag bewo-
gen wordt.
Controleer de werking van het startblokke-
ringssysteem regelmatig volgens de onder-
staande procedure.
UB95D0D0.book Page 47 Monday, November 9, 2015 10:54 AM
Page 62 of 124

Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-48
3
Met de motor uit:
1. Zet de machine op de middenbok.
2.
Beweeg de zijstandaard omlaag.
3. De startschakelaar/noodstopschakelaar
moet op “ ” staan.
4. Draai de sleutel naar “ON”.
5. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
6. Knijp de voor- of achterrem in en houd deze vast.
7.
Druk op de “ ”-zijde van de
startschakelaar/noodstopschakelaar.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
8. Beweeg de zijstandaard omhoog.
9. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
10. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
11. Beweeg de zijstandaard omhoog.
12. Laat de rem los.
13.
Druk op de “ ”-zijde van de
startschakelaar/noodstopschakelaar.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets
mag worden gebruikt.
De vrijstandschakelaar, een
remlichtschakelaar of het YCC-S-
systeem werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt
mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
Een remlichtschakelaar werkt mogelijk
niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat
deze is nagekeken door een Yamaha
dealer.
WAARSCHUWING
Bij deze inspectie moet de machine op de middenbok worden gezet.
Als zich een storing voordoet, vraag
dan alvorens te gaan rijden een Yamaha
dealer het systeem te controleren.
OPMERKING
Het controlelampje/waarschuwingslampje
tractieregeling “TCS” kan gaan branden,
maar dit wijst niet op een storing.
JA NEE
JANEE
NEE JA
UB95D0D0.book Page 48 Monday, November 9, 2015 10:54 AM
Page 63 of 124

Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-49
3
DAU39656
Gelijkstroom aansluitcontact
voor accessoires
WAARSCHUWING
DWA14361
Om een elektrische schok of kortsluitin g
te voorkomen, d ient u te controleren of
d e dop op het gelijkstroom aansluitcon-
tact is aan geb racht als het contact niet
wor dt geb ruikt.
LET OP
DCA15432
Het accessoire dat is aan gesloten op het
g elijkstroom aansluitcontact voor ac-
cessoires ma g niet wor den geb ruikt ter-
wijl de motor uit staat en de belastin g
ma g niet meer bed ra gen dan 30 W
(2.5 A), an ders kan d e zekering d oor-
b ran den of d e accu ontla den raken.
Dit voertuig is uitgerust met een gelijk-
stroom aansluitcontact in de accessoire-
box.
Een 12V-accessoire dat is aangesloten op
dit aansluitcontact, kan worden gebruikt
wanneer de sleutel in de stand “ON” staat,
maar mag alleen worden gebruikt wanneer
de motor draait.
Ge bruiken van het gelijkstroom aansluit-
contact voor accessoires 1. Open het deksel van de accessoire- box. (Zie pagina 3-38.)
2. Draai de sleutel naar “OFF”.
3. Verwijder het deksel van het aansluit- contact. 4. Zet het accessoire uit.
5. Plaats de stekker van het accessoire
in het aansluitcontact.
6. Draai de sleutel naar “ON” en start de motor. (Zie pagina 5-2.)
7. Zet het accessoire aan.
1. Dop gelijkstroom aansluitcontact
1. Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoires
1
1
UB95D0D0.book Page 49 Monday, November 9, 2015 10:54 AM
Page 64 of 124

Functies van instrumenten en bed iening selementen
3-50
3
DAU73031
Bochtenlichten
Dit model is uitgerust met 3 bochtenlichten
aan elke kant. De bochtenlichten gaan
branden om de weg beter te verlichten ter-
wijl de machine in de bocht leunt.
De bochtenlichten gaan branden aan de
kant waar de bestuurder naartoe stuurt. De
lichten gaan een voor een aan van binnen
naar buiten, afhankelijk van de leunhoek
van de machine.
OPMERKING
Als de machine wordt gestart voeren de
bochtenlichten een zelftest uit, waarbij ze
een voor een aangaan van binnen naar bui-
ten en vervolgens uitgaan van buiten naar
binnen.
1. Bochtenlicht
11
UB95D0D0.book Page 50 Monday, November 9, 2015 10:54 AM
Page 65 of 124

Voor uw veilighei d – controles voor het rij den
4-1
4
DAU63440
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werken-
de staat is. Volg altijd de schema’s en procedures voor inspectie en onderhoud in de ge-
bruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvol doen de inspectie of on derhou d van de machine ver groot het risico op on geval
of scha de. Rij d niet met de machine als u een pro bleem he bt g evon den. Als een pro-
b leem niet kan wor den op gelost via d e procedures in d eze handleid ing, laat de ma-
chine dan nazien d oor een Yamaha dealer.
Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLESPAGINA
Bran dstof • Controleer het brandstofniv
eau in de brandstoftank.
• Vul indien nodig brandstof bij.
• Controleer de brandstofleiding op lekkage.
• Controleer de tankoverloopslang op obstakels, scheu- ren of beschadiging en controleer de slangaansluiting. 3-31,
3-33
Motorolie • Controleer het olieniveau in de motor.
• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het
voorgeschreven niveau.
• Controleer de machine op olielekkage. 6-11
Car danolie • Controleer de machine op olielekkage. 6-14
Koelvloeistof • Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig de aanbevolen koelvloeistof bij tot aan
het voorgeschreven niveau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage. 6-15
Voorrem • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan
een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluch-
ten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-23,
6-24
Achterrem • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan
een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluch-
ten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-23,
6-24
UB95D0D0.book Page 1 Monday, November 9, 2015 10:54 AM
Page 66 of 124

Voor uw veilighei d – controles voor het rij den
4-2
4
YCC-S-koppelin g• Controleer de werking.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof
bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-22,
6-24
Gas greep • Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de gasgreep.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag
van de gasgreep af te stellen en de kabel en het kabel-
huis te smeren. 6-18,
6-27
Be dienin gska bels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig.
6-26
Wielen en ban den • Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig. 6-19,
6-21
Rem- en schakelpe da-
len • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de pedaalscharnierpunten.
6-27
Remhen del • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig het hendelscharnierpunt.
6-28
Mi dd enbok, zijstan-
d aar d • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de scharnierpunten.
6-28
Frame bevesti gin gen • Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig
zijn vastgezet.
• Zet indien nodig vast. —
Instrumenten, verlich-
tin g, si gnalerin gssy-
steem en schakelaars • Controleer de werking.
• Corrigeer indien nodig.
—
Zijstan daar dschake-
laar • Controleer de werking van het startspersysteem.
• Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een
Yamaha dealer de machine te controleren. 3-47
ITEM CONTROLES PAGINA
UB95D0D0.book Page 2 Monday, November 9, 2015 10:54 AM
Page 67 of 124

Gebruik en b elangrijke rij-informatie
5-1
5
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvol doen de vertrouw dhei d met de
b ed iening selementen kan lei den tot ver-
lies van de controle, met mog elijk een
on geval of letsel tot gevol g.
DAU73460
OPMERKING
Dit model is uitgerust met:
een traagheidsmeeteenheid (IMU) die
de motor laat afslaan als de machine
kantelt. Draai in dat geval de sleutel
naar “OFF” en dan naar “ON” alvorens
te proberen de motor opnieuw te star-
ten. Als u dat niet doet zal de motor
niet starten, ondanks dat de motor
wordt aangezwengeld als u op de
startknop drukt.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Druk in dat
geval eenvoudigweg op de startknop
om de motor weer te starten.
UB95D0D0.book Page 1 Monday, November 9, 2015 10:54 AM
Page 68 of 124

Gebruik en belan grijke rij-informatie
5-2
5
DAU55472
Starten van d e motor
WAARSCHUWING
DWA16411
Bekrachtig altij d d e voor- of achterrem
terwijl het contactslot in d e stand “ON”
staat en een versnellin g is in geschakel d.
An ders kan d e machine plotselin g g aan
rij den wanneer u d e motor start, wat kan
lei den tot controleverlies en een mo ge-
lijk on geval.
Door het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
De voor- of achterrem wordt bekrach-
tigd met de versnellingsbak in de vrij-
stand, waarbij de zijstandaard
omhoog of omlaag is.
De voor- of achterrem wordt bekrach-
tigd met een versnelling ingeschakeld,
en de zijstandaard is omhoog.
Zie pagina 3-47 voor meer informatie.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de startschake-
laar/noodstopschakelaar op “ ” is
gezet.
De volgende waarschuwingslampjes
en controlelampjes moeten enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan. Waarschuwingslampje olieni-
veau
Waarschuwingslampje motor-
storing
Controlelampje tractieregeling
Controlelampjes cruise control
Waarschuwingslampje elektro-
nisch verstelbaar veringsysteem
Terugschakelcontrolelampje
Waarschuwingslampje YCC-S-
systeem
Controlelampje stopmodus
Controlelampje startblokkering
OPMERKING
Als de stopmodus is geactiveerd terwijl de
sleutel naar “OFF” wordt gedraaid, is de
stopmodus nog steeds geactiveerd en blijft
het controlelampje branden.
LET OP
DCA11834
Als een waarschuwin gs- of controle-
lampje niet gaat bran den wanneer d e
sleutel naar “ON” wor dt ged raai d, of
wanneer een waarschuwin gs- of contro-
lelampje niet dooft, zie dan pag ina 3-4
voor een controle van het circuit van het
b etreffen de waarschuwin gs- of contro-
lelampje.
Het ABS-waarschuwingslampje moet
gaan branden als de sleutel op “ON”
wordt gezet en weer uitgaan zodra
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger wordt gereden.
LET OP
DCA17682
Als het ABS-waarschuwin gslampje niet
g aat bran den en weer uit gaat zoals hier-
b oven beschreven, zie dan pa gina 3-4
voor een controle van het circuit van het
waarschuwin gslampje.
2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand. Het vrijstandcontrolelampje
moet gaan branden. Als dit niet ge-
beurt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrische circuit na te kijken.
3. Start de motor door te drukken op de “ ”-zijde van de startschake-
laar/noodstopschakelaar, terwijl u de
voor- of achterrem bekrachtigt.
Als de motor niet wil starten, laat dan
de startschakelaar/noodstopschake-
laar los, wacht een paar seconden en
probeer het dan opnieuw. Iedere
startpoging moet zo kort mogelijk du-
UB95D0D0.book Page 2 Monday, November 9, 2015 10:54 AM
Page 69 of 124

Gebruik en b elangrijke rij-informatie
5-3
5
ren om de accu te sparen. Laat de
startmotor nooit langer dan 10 secon-
den achtereen draaien.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor no g
kou d is, d it verkort de levensd uur van de
motor!
DAU55482
Schakelen
Door de versnellingen te schakelen kunt u
het beschikbare motorvermogen doseren
bij het wegrijden, optrekken, tegen een hel-
ling oprijden etc.
Om te schakelen kunt u het schakelpedaal
gebruiken of de handschakelhendel. Zie
pagina 3-25 voor een uitleg over het
YCC-S-systeem, pagina 3-26 voor de be-
diening van het schakelpedaal en pagina
3-27 voor de bediening van de handscha-
kelhendel.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.
OPMERKING
Als u de versnellingsbak in de vrij-
stand wilt zetten, drukt u het schakel-
pedaal herhaaldelijk omlaag of duwt u
1. Schakelpedaal
2. Vrijstand
1. Handschakelhendel
2. Vrijstand
12
N
1
23456
UB95D0D0.book Page 3 Monday, November 9, 2015 10:54 AM
Page 70 of 124

Gebruik en belan grijke rij-informatie
5-4
5
herhaaldelijk tegen de “ ”-zijde van
de handschakelhendel totdat het vrij-
standcontrolelampje gaat branden.
Wanneer u vanuit de vrijstand naar de
1e versnelling schakelt, moet het mo-
tortoerental lager zijn dan ongeveer
1300 tpm en moet de zijstandaard
omhoog staan.
Opschakelen is niet mogelijk als het
motortoerental te laag is.
Terugschakelen is niet mogelijk als het
motortoerental te hoog is.
Om schade aan de YCC-S-koppeling
te voorkomen, gaat het terugschakel-
controlelampje knipperen als het no-
dig is om terug te schakelen. Als dit
gebeurt, schakel dan terug totdat het
controlelampje stopt met knipperen.
Wanneer de stopmodus is geacti-
veerd, wordt automatisch terugge-
schakeld wanneer de machine tot
stilstand komt.
LET OP
DCA17951
Rijd niet lan ge tij d met af gezette motor,
ook niet met de versnellin gsb ak in d e
vrijstan d, en sleep het voertui g niet over
lan ge afstan den. De versnelling sb ak
wor dt alleen af doen de gesmeer d terwijl
d e motor draait. Door onvol doen de sme-
rin g kan de versnellin gsb ak wor den be-
scha digd.
DAU73230We grij den en optrekken
1. Schakel de versnellingsbak in de eer- ste versnelling. Het vrijstandcontrole-
lampje moet uitgaan.
2. Open de gasgreep geleidelijk.
3. Sluit de gasgreep op de in de onder- staande tabel aangegeven schakel-
punten. 4. Schakel de versnellingsbak in de
tweede versnelling. (Let erop dat u de
versnellingsbak niet in de vrijstand
zet.)
5. Open de gasgreep gedeeltelijk.
6. Volg dezelfde procedure om naar de
volgende hogere versnelling te scha-
kelen.
OPMERKING
Houd u bij het schakelen onder normale
omstandigheden aan de aanbevolen scha-
kelpunten.
DAU73240Afremmen1. Laat de gasgreep los en bekrachtig zowel de voor- als de achterrem gelei-
delijk om de motorfiets af te remmen.
2. Schakel naar een lagere versnelling op de in de onderstaande tabel aangege-
ven schakelpunten.
3. Als de motorfiets 25 km/h (16 mph) bereikt, de motor dreigt af te slaan of
onregelmatig loopt, bekrachtig dan de
remmen om de motorfiets af te rem-
men en ga verder met terugschakelen
zoals vereist.
4. Zodra de motorfiets tot stilstand is ge- komen, kan de versnellingsbak in de
vrijstand worden geschakeld. Het vrij-
standcontrolelampje moet gaan bran-
den.
WAARSCHUWING
DWA17380
Bij onjuist geb ruik van de remmen
kunt u de controle over de machine
verliezen of gaan slippen. Ge bruik
altij d b ei de remmen en bekrachti g
ze gelei delijk.
Zor g d at de motorfiets en d e motor
vol doen de zijn vertraa gd voordat u
naar een la gere versnellin g scha-
kelt. Teru gschakelen terwijl de rij-
snelhei d of het motortoerental te
hoo g is kan leid en tot slippen van
UB95D0D0.book Page 4 Monday, November 9, 2015 10:54 AM