YAMAHA JOG50R 2006 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2006, Model line: JOG50R, Model: YAMAHA JOG50R 2006Pages: 56, PDF Size: 0.93 MB
Page 11 of 56

veroorzaken terwijl u grote
voertuigen inhaalt of door deze
wordt ingehaald.
• Sommige accessoires noodza-
ken de bestuurder om een
andere dan de normale zitposi-
tie in te nemen. Zo’n verkeerde
zitpositie beperkt de bewe-
gingsvrijheid van de bestuurder
en kan een comfortabele bedie-
ning hinderen, zodat we derge-
lijke accessoires sterk afraden.
Wees voorzichtig bij het aanbren-
gen van elektrische accessoires.
Als elektrische accessoires de
capaciteit van het elektrisch sys-
teem van de scooter te boven
gaan, kan zich een gevaarlijke
elektrische storing voordoen
waardoor de verlichting of de
motor uitvalt.
Benzine en uitlaatgassen
BENZINE IS ZEER GEMAKKE-
LIJK ONTVLAMBAAR:
• Zet de motor altijd af als u ben-
zine tankt.
• Pas op en mors tijdens het tan-
ken geen benzine op de motor
of op het uitlaatsysteem.• Tank niet terwijl u rookt of in de
nabijheid bent van open vuur.
Start de motor nooit in een afges-
loten ruimte en laat hem dan niet
draaien. De uitlaatgassen zijn gif-
tig en kunnen al heel snel bewus-
teloosheid of dodelijk letsel vero-
orzaken. Start de motor alleen in
de open lucht of in een ruimte die
voldoende ventilatie heeft.
Zet de motor altijd uit voordat u
de scooter onbeheerd achterlaat
en neem de sleutel uit het con-
tactslot. Let op het volgende als
u de scooter gaat parkeren:
• De motor en het uitlaatsysteem
kunnen heet zijn, dus parkeer
de scooter op een plek waar
voetgangers of kinderen hier-
van geen hinder hebben.
• arkeer de scooter niet op een
helling of op een zachte onder-
grond, om omvallen te voorko-
men.
• Parkeer de scooter niet nabij
een brandend toestel(bijv. een
petroleumkachel) of bij open
vuur, hij zou zo vlam kunnen
vatten.
Roep onmiddellijk medische hulp
in nadat u benzine heeft ingeslikt,
veel benzinedamp heeft ingea-
demd of benzine in uw ogen is
terecht gekomen. Morst u benzi-
ne op uw huid of kleding, spoel
de bewuste plek dan direct met
zeepwater en trek andere kleding
aan.
1
VEILIGHEIDSINFORMATIE t
1-4
5RW-F8199-D3.qxd 08/09/2005 18:11 Página 11
Page 12 of 56

DAU10410
Aanzicht linkerzijde
BESCHRIJVING
2-1
2
1. Koplamp (bladzijde6-16)
2. Richtingaanwijzer voor (bladzijde 6-16)
3. Zadel (bladzijde 3-6)
4. Steunbeugel 5. Richtingaanwijzer achter links (bladzijde 6-16)
6. Starthendel (bladzijde 3-6)
7. Luchtfilter (bladzijde 6-8)
8. Middenbok (bladzijde 6-14)
1
2
3
4
5
6
87
5RW-F8199-D3.qxd 08/09/2005 18:11 Página 12
Page 13 of 56

DAU10420
Aanzicht rechterzijde
BESCHRIJVING
2-2
2
9. Wiel (voor) (bladzijde 6-9)
10. Richtingaanwijzer achter rechts (bladzijde 6-16)
11. Achterlicht (bladzijde 6-16)
12. Benzinetank (bladzijde 3-4)13. Helmopbergruimte (bladzijde 3-6)
14. Accu (bladzijde 6-17)
15. Wiel (achter) (bladzijde 6-9)
16. Koelvloeistofreservoir (bladzijde 6-7)
15
10 1112 13 14
16
9
5RW-F8199-D3.qxd 08/09/2005 18:11 Página 13
Page 14 of 56

DAU10430
Bedieningen en instrumenten
BESCHRIJVING
2-3
2
17. Achterremhendel (bladzijde 6-11)
18. Dimlichtschakelaars (bladzijde 3-3)
19. Snelheidsmeter (bladzijde 3-2)
20. Controlelampje richtingaanwijzers (bladzijde 3-1)
21. Controlelampje grootlicht (bladzijde 3-1)
22. Oliepeilcontrolelampje (bladzijde 3-1)
23. Controlelampje koelvloeistoftemperatuur (bladzijde 3-1)
24. Knop “TRIP” (bladzijde 3-2)25. Brandstofmeter (bladzijde 3-3)
26. Voorremhendel (bladzijde 3-4)
27. Rechter stuurschakelaar (bladzijde 3-3)
28. Richtingaanwijzerschakelaar (bladzijde 3-3)
29. Claxonschakelaar (bladzijde 3-3)
30. Contactslot (bladzijde 3-1)
31. Peilglas voor het Koelvloeistof Niveau (bladzijde 6-7)
kb
ajd
z
c4050
30
10 2060
70
80
0
y
17
2928
31 30 2726
20 21
25 23 19 20
18
2422
5RW-F8199-D3.qxd 08/09/2005 18:11 Página 14
Page 15 of 56

DAU10460
Contactslot/stuurslot
Via het contactslot/stuurslot worden
het ontstekingssysteem en de verlich-
tingssystemen bediend en wordt het
stuur vergrendeld. De diverse standen
worden hierna beschreven.
DAU10630
AAN
Alle elektrische systemen komen
onder stroom en de motor kan wor-
den gestart. De sleutel kan niet wor-
den uitgenomen.
DAU10660
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitges-
chakeld. De sleutel kan worden uitge-
nomen.
DAU10670
*
Het waarschuwingslampje 2-takt
injectiesmering moet gaan branden.
(Zie pagina 3-2.)
DAU10680
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elek-
trische systemen zijn uitgeschakeld.
De sleutel kan worden uitgenomen.
Om het stuur te ver
grendelen
1. Draai het stuur helemaal naar
links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-
stand in en draai hem dan naar
de “LOCK”-stand. Houd de sleu-
tel hierbij ingedrukt.
3. Neem de sleutel uit.
Om het stuur te ontgr
endelen
Druk de sleutel in en draai hem dan
naar “OFF” terwijl de sleutel ingedrukt
wordt gehouden.
DWA10060
s s
WAARSCHUWING
Draai de contactsleutel nooit naar
“OFF” of naar “LOCK” terwijl de
machine rijdt; elektrische systemen
worden dan afgeschakeld en moge-
lijk zult u zo de macht over het stuur
verliezen of een ongeval veroorza-
ken. Zorg altijd dat de machine
stilstaat voordat u de sleutel naar
“OFF” of naar “LOCK” draait.
DAU10980
Controlelampjes
1. Controlelampjes richtingaanwijzers “b”
2. Controlelampje groot licht “j”
3. Oliepeilcontrolelampje “z”
4. Controlampje Koelvloeistoftemperatuur “y”
j
d
z
c4050
30
10 2060
70
80
0
y
00000.0
23:08TOTALExF
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-1
2 1
4
3
1
5RW-F8199-D3.qxd 08/09/2005 18:11 Página 15
Page 16 of 56

DAU11030
Controlelampjes
richtingaanwijzers “c” en “d”
Het bijbehorende controlelampje
knippert terwijl de schakelaar voor
richtingaanwijzers naar de linker- of
rechterstand is gedrukt.
DAU11080
Controlelampje grootlicht “j”
Dit controlelampje brandt terwijl de
koplamp is ingeschakeld voor groo-
tlicht.
DAU11130
Waarschuwingslampje 2-takt
injectiesmering “z”
Dit waarschuwingslampje gaat bran-
den als het niveau voor 2-takt injec-
tiesmering laag is.
Het elektrisch circuit van het waarschu-
wingslampje kan volgens de volgende
procedure worden gecontroleerd.
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Schakel de versnellingsbak in de
vrijstand.
3. Als het waarschuwingslampje
niet gaat branden, vraag dan een
Yamaha dealer het elektrisch cir-
cuit te testen.
DCA11570
LET OP
Gebruik de motorfiets alleen als u
weet dat het 2-takt motorolieniveau
voldoende hoog is.
OPMERKING:
Bij een voldoende hoog olieniveau
voor 2-takt injectiesmering kan het
waarschuwingslampje soms toch
knipperen bij rijden op een helling of
bij plotseling afremmen of optrekken,
er is dan echter geen sprake van een
storing.
DAU11430
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “y”
Dit waarschuwingslampje gaat bran-
den als de motor oververhit raakt. Zet
in zo’n geval de motor onmiddellijk af
en geef deze de tijd om af te koelen.
DCA10020
LET OP
Laat de motor niet draaien terwijl
deze oververhit is.
DAUM1090
Snelheidsmeterunit
1. Snelheidsmeter
2. Brandstofmeter
3. Klok
4. Kilometerteller (TOTAL/TRIP)
5. Knop TRIP
De snelheidsmeterunit is voorzien van
een snelheidsmeter, een kilometerte-
ller en een ritteller. De snelheidsmeter
toont de actuele rijsnelheid. De kilo-
meterteller toont de totale afgelegde
afstand. De ritteller toont de afstand
afgelegd sinds de teller het laatst
werd teruggesteld op nul.
Door indrukken van de terugstelknop
wisselt de weergave tussen kilometer-
tellerweergave “TOTAL”- en ritteller-
weergave “TRIP”. Om de ritteller terug
j
d
z
c4050
30
10 2060
70
80
0
y
00000.0
23:08TOTALExF
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-2
14
3
2 5
5RW-F8199-D3.qxd 08/09/2005 18:11 Página 16
Page 17 of 56

te stellen activeert u de de “TRIP”-
weergave en houdt u de terugstelknop
minstens 2 seconden ingedrukt.
De ritteller kan samen met de brands-
tofniveaumeter worden gebruikt om
de afstand te schatten die met een
volle brandstoftank kan worden afge-
legd. Deze informatie stelt u in staat
de volgende tankstops te plannen.
DAU12140
Brandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan
hoeveel brandstof in de tank aanwe-
zig is. De naald beweegt naar “E”
(Empty) naarmate het brandstofnive-
au daalt. Vul zo snel mogelijk brands-
tof bij als de naald bij “E” staat.
OPMERKING:
Voorkom dat de brandstoftank geheel
droog komt te staan.
DAUS1010
Klok
Om de klok op tijd te zetten
1. Draai de sleutel naar “f”.2. Stel het kilometerteller/ritteller
display in op “TOTAL” door de
“SET”-toets in te drukken.
3. Houd de “SET”-toets minstens
twee seconden ingedrukt.
4. Zodra de urenaanduiding begint
te knipperen, drukt u op de
“SET”-toets om de uren in te ste-
llen.
5. Houd de “SET”-toets opnieuw
minstens twee seconden inge-
drukt en de minutenaanduiding
begint te knipperen.
6. Druk op de “SET”-toets om de
minuten in te stellen.
7. Houd de “SET”-toets minstens
twee seconden ingedrukt om de
klok in te schakelen en terug te
gaan naar de kilometerteller/ritte-
ller.
OPMERKING:
De klok wordt alleen getoond als de
sleutel in de “f”-stand staat.
DAU12343
Stuurschakelaars
1. Claxonschakelaar
2. Richtingaanwijzerschakelaar
3. Dimlichtschakelaar
DAU12400
Dimlichtschakelaar “j/k”
Zet deze schakelaar op “j” voor gro-
otlicht en op “k” voor dimlicht.
DAU12440
Richtingaanwijzerschakelaar
“TURN”
Druk deze schakelaar naar rechts om afs-
laan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar links om afslaan naar
links aan te geven. Na loslaten keert de
schakelaar terug naar de middenstand.
Om de richtingaanwijzers uit te schakelen
wordt de schakelaar ingedrukt nadat hij is
teruggekeerd in de middenstand.
kb
a
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
13
2
5RW-F8199-D3.qxd 08/09/2005 18:11 Página 17
Page 18 of 56

DAU12500
Claxonschakelaar “a”
Druk deze schakelaar in om een cla-
xonsignaal te geven.
DAUM1131
Startknop “g”
1. Startknop
Druk op deze knop terwijl u de voor-
of achterrem bekrachtigt om de motor
te starten met de startmotor.
DCA10050
LET OP
Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
DAU12900
Voorremhendel
De voorremhendel bevindt zich aan
de rechterstuurgreep. Trek deze hen-
del naar het stuur toe om de voorrem
te bekrachtigen.
DAU12950
Achterremhendel
De achterremhendel bevindt zich aan
de linkerstuurgreep. Trek deze hendel
naar het stuur toe om de achterrem te
bekrachtigen.
DAU13200
Tankdop en dop van het
oliereservoir voor 2-takt
injectiesmering
1. Benzinetank 2. Oliereservoir
De tankdop en de dop van het oliere-
servoir voor 2-takt injectiesmering
bevinden zich onder het zadel. (Zie
pagina 3-6.)
Tankdop
Om de tankdop te verwijderen wordt
deze linksom gedraaid en dan losge-
nomen.
j
k
g
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
1
2
1
5RW-F8199-D3.qxd 08/09/2005 18:11 Página 18
Page 19 of 56

Om de tankdop aan te brengen wordt
deze rechtsom gedraaid.
Dop oliereservoir voor 2-takt
injectiesmering
De dop van het oliereservoir voor 2-
takt injectiesmering wordt los getrok-
ken om te verwijderen.
Om de dop van het oliereservoir voor
2-takt injectiesmering aan te brengen
wordt deze vast gedrukt in de reser-
voiropening.
DWA10140
s s
WAARSCHUWING
Controleer alvorens te gaan rijden
of de tankdop en de dop van het
oliereservoir voor 2-takt injecties-
mering correct zijn aangebracht.
DAU13220
Brandstof
1.De vulpijp
2.Het brandstofpeil
Controleer of voldoende brandstof in
de brandstoftank aanwezig is. Steek
om te tanken het mondstuk van de
pompslang in de vulopening van de
brandstoftank en vul tot onderaan de
vulpijp, zoals getoond in de afbeel-
ding.
DWA10880
s s
WAARSCHUWING
Overvul de brandstoftank niet,
anders zal benzine uitstromen
zodra deze warm wordt en uit-
zet.
Mors geen brandstof op een
heet motorblok.
DCA10070
LET OP
Veeg gemorste brandstof direct af
met een schone, droge en zachte
doek, de brandstof kan immers
schade toebrengen aan de lak of
aan kunststof onderdelen.
DAU13270
Uw Yamaha motorblok is gebouwd
op het gebruik van normale loodvrije
benzine met een octaangetal van
RON 91 of hoger. Als de motor gaat
detoneren (pingelen), gebruik dan
benzine van een ander merk of
gebruik loodvrije superbenzine. Door
loodvrije benzine te gebruiken gaan
bougies langer mee en blijven de
onderhoudskosten beperkt.
DAU13460
2-takt injectiesmering
Controleer of voldoende olie aanwe-
zig is in het reservoir voor 2-takt injec-
tiesmering. Vul indien nodig de voor-
geschreven 2-takt injectiesmering bij.
Voorgeschreven brandstof:
UITSLUITEND NORMALE LOODV-
RIJE BENZINE
Inhoud brandstoftank:
5,5 L (1,21 US gal) (4,8 Imp.gal)
Brandstofreserve:
1,9 L (0,42 US gal) (1,67 Imp.gal)
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
5RW-F8199-D3.qxd 08/09/2005 18:11 Página 19
Page 20 of 56

OPMERKING:
Controleer of de dop op het oliereser-
voir voor 2-takt injectiesmering
correct is aangebracht.
DAUS1050
Kickstarter
1. Star pedaal
Trap om de motor te starten het
kickstartpedaal licht omlaag totdat de
tandwielen aangrijpen en trap het
pedaal dan soepel maar krachtig
omlaag.
DAU13931
Zadel
Openen van het zadel
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Steek de sleutel in het contacts-
lot en draai hem dan linksom.
OPMERKING:
Druk de sleutel niet in terwijl u deze
draait.
3. Klap het zadel omhoog.
Sluiten van het zadel.
1. Klap het zadel omlaag en druk
dan aan om te vergrendelen.
2. Neem de sleutel uit het contacts-
lot als de scooter onbeheerd
wordt achtergelaten.
OPMERKING:
Controleer of het zadel stevig is ver-
grendeld alvorens te gaan rijden.
DAU14510
Opbergcompatiment
1. Opbergcompatiment
Onder het zadel is een opbergcom-
partiment aanwezig. (Zie pagina 3-6.)
DWA10960
s s
WAARSCHUWING
Overschrijd het maximumlaad-
gewicht van 3,5 kg voor het
opbergcompartiment niet.
Aanbevolen olie:
Yamalube 2 of gelijkwaardige 2-
takt injectiesmeerolie (JASO grade
“FC” of ISO grades “EG-C” of “EG-
D”)
Oliehoeveelheid:
1,4 L (0,31 US qt) (1,23 Imp.qt)
3
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
1
1
5RW-F8199-D3.qxd 08/09/2005 18:11 Página 20