stop start YAMAHA MAJESTY 250 2003 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2003, Model line: MAJESTY 250, Model: YAMAHA MAJESTY 250 2003Pages: 114, PDF Size: 2.07 MB
Page 19 of 114

3-3
DWA00069
X@
Als het ABS-waarschuwingslampje tij-
dens het rijden brandt of knippert,
wordt alleen het conventionele rem-
systeem gebruikt. Wees dan voorzich-
tig en zorg dat de wielen tijdens plot-
seling remmen niet blokkeren.
OPMERKING:
Het ABS-waarschuwingslampje kan gaan
branden als de startknop wordt ingedrukt
en als gas wordt gegeven terwijl de
scooter op de middenbok staat. Er is dan
echter geen sprake van een storing.
DAU00063Controlelampje grootlicht “&”Controlelampje grootlichtDit controlelampje gaat branden wanneer
het grootlicht van de koplamp is inge-
schakeld.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU03734
Controlelampje “7” voor oliever-
versingstermijn
Controlelampje voor olieverversingstermijnDit controlelampje gaat aan zodra de eer-
ste 1.000 km zijn afgelegd en gaat vervol-
gens telkens na 3.000 km branden, om
zo aan te geven dat het tijd is om de
motorolie te verversen.
Als de motorolie werd ververst voordat
het controlelampje olieverversingstermijn
brandde (dus voordat de intervalperiode
voor olieverversing was verstreken), moet
het controlelampje na de olieverversing
worden teruggesteld om het eerstvolgen-
de tijdstip voor olieverversing correct aan
te geven. (Zie pagina 6-17 voor de juiste
werkwijze.)
Het elektrisch circuit van het controle-
lampje kan via de volgende procedure
worden getest.
1. Zet de noodstopschakelaar in “#”
en draai de sleutel naar “ON”.
2. Kijk of het controlelampje een paar
seconden oplicht en dan dooft.
3. Als het controlelampje niet gaat
branden, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.
OPMERKING:
Het controlelampje olieverversingstermijn
kan gaan knipperen als gas wordt gege-
ven terwijl de scooter op de middenbok
staat; dit wijst dan echter niet op een sto-
ring.
5SJ-28199-D1 12/11/02 10:33 AM Page 18
Page 27 of 114

3-11
DAU03890Noodstopschakelaar “#/$”NoodstopschakelaarZet deze schakelaar op “#” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar op
“$” om in een noodgeval de motor direct
uit te schakelen, zoals wanneer de
machine omslaat of als de gaskabel blijft
hangen.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
1
2
1. Noodstopschakelaar “#/$”
2. Startknop “,”
DAU03801Startknop “,”StartknopDruk bij ingetrokken zijstandaard en
bekrachtigde voor- of achterrem deze
knop in om de motor via de startmotor te
starten.
DC000005
<>
Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
DAU03882
Voorremhendel
De voorremhendel bevindt zich aan de
rechterstuurgreep. Trek deze hendel naar
het stuur toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
1
1. Voorremhendel
5SJ-28199-D1 12/11/02 10:33 AM Page 26
Page 39 of 114

3-23
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3Er is mogelijk iets mis met de
zijstandaardschakelaar.
Rijd niet met de scooter totdat deze door
een Yamaha dealer is gecontroleerd.JA NEE
Met afgezette motor:
1. Klap de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakelaar in “#” staat.
3. Draai de sleutel naar “ON”.
4. Bekrachtig de voor- of achterrem.
5. Druk op de startknop.
Slaat de motor aan?
Er is mogelijk iets mis met de remschakelaar.
Rijd niet met de scooter totdat deze door
een Yamaha dealer is gecontroleerd.
Met nog afgezette motor:
6. Klap de zijstandaard omhoog.
7. Bekrachtig de voor- of achterrem.
8. Druk op de startknop.
Slaat de motor aan?
Terwijl de motor nog draait:
9. Klap de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Er is mogelijk iets mis met de
zijstandaardschakelaar.
Rijd niet met de scooter totdat deze door
een Yamaha dealer is gecontroleerd.
OPMERKING:
Deze controle is het meest betrouwbaar bij
een warme motor.
JA NEE
Alles in orde. U kunt met de scooter gaan rijden.
JA NEE
5SJ-28199-D1 12/11/02 10:33 AM Page 38
Page 45 of 114

3
2
1
1. Startknop
2. Voorremhendel
3. Achterremhendel
5-1
DAU00372
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
DAU01118
X@
8Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties
en hun werking voordat u gaat rij-
den. Informeer bij een Yamaha
dealer als u de werking van een
schakelaar of functie niet volko-
men begrijpt.
8Start de motor nooit in een afge-
sloten ruimte en laat deze hierin
ook niet lange tijd aaneen draaien.
Uitlaatgassen zijn giftig en het
inademen ervan kan al binnen
korte tijd leiden tot bewusteloos-
heid en dodelijk letsel. Controleer
altijd of er voldoende ventilatie is.
8Start de motor om veiligheidsre-
denen te allen tijde met de mid-
denbok naar beneden.
DAU03616*
Starten van de motorStarten van de motorDC000046
<>
Zie pagina 5-4 voor instructies over
het inrijden van de motor alvorens de
machine in gebruik wordt genomen.
Het startspersysteem staat starten alleen
toe als de zijstandaard is opgetrokken.
DW000054
X@
8Controleer voor het starten van de
motor de werking van het starts-
persysteem en volg daarbij de
werkwijze beschreven op pagina
3-23.
8Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat.1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “#” is gezet.
DCA00068
<>
Wanneer de contactsleutel naar “ON”
wordt gedraaid, moet het ABS waar-
schuwingslampje een paar seconden
oplichten en dan uitgaan. Als het ABS
waarschuwingslampje niet oplicht of
blijft branden, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te contro-
leren.
5SJ-28199-D1 12/11/02 10:33 AM Page 44
Page 94 of 114

6-44
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
Oververhitte motorDW000070
X@
8Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof
en stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
8Breng na verwijderen van de borgbout voor de koelvloeistofradiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek,
aan over de koelvloeistofradiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige
druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.
OPMERKING:
Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorge-
schreven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.Controleer het koelvloeistofniveau
in het reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau
is in orde.
Het koelvloeistofniveau
is laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren.
Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem te
controleren en te repareren als de motor opnieuw oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
5SJ-28199-D1 12/11/02 10:33 AM Page 93
Page 112 of 114

Storingzoeken ......................................6-42
Storingzoekschema’s ...........................6-43
Stroomlijnpanelen en framepaneel,
verwijderen en aanbrengen .................6-6
Stuurschakelaars ..................................3-10
Richtingaanwijzerschakelaar .............3-10
Claxonschakelaar ..............................3-10
Dimlichtschakelaar .............................3-10
Lichtsignaalschakelaar ......................3-10
Noodstopschakelaar ..........................3-11
Startknop ...........................................3-11
Stuursysteem, controle .........................6-33
T
Toerenteller ............................................3-4
U
Uitlaatkatalysator ..................................3-17
V
Veiligheidsinformatie ..............................1-1
Verzorging ..............................................7-1
Voorvork, controleren ...........................6-32
Vuldop brandstoftank ...........................3-15
W
Wegrijden ...............................................5-2
Wielen ..................................................6-26
Wiellagers, controleren .........................6-33
Z
Zekeringen, vervangen .........................6-36
Zijstandaard ..........................................3-22
INDEX
5SJ-28199-D1 12/11/02 10:34 AM Page 111