YAMAHA MAJESTY 400 2008 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2008, Model line: MAJESTY 400, Model: YAMAHA MAJESTY 400 2008Pages: 94, PDF Size: 1.99 MB
Page 41 of 94
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-4
2
3
4
56
7
8
9
1600 km (1000 mi) en verder
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.
LET OP:
DCA10310
Voer het toerental niet zover op dat
de toerenteller in de rode zone
wijst.
Als tijdens de inrijperiode motor-
schade optreedt, vraag dan direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.
DAU17212
Parkeren
Zet om te parkeren de motor af en neem
dan de sleutel uit het contactslot.
WAARSCHUWING
DWA10310
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet worden, parkeer
dus op een plek waar voetgangers
of kinderen niet gemakkelijk met
deze onderdelen in aanraking kun-
nen komen.
Parkeer niet op een helling of op
een zachte ondergrond, de machine
zou dan kunnen omvallen.
LET OP:
DCA10380
Parkeer nooit op een plek waar sprake is
van brandgevaar, zoals op droog gras of
nabij ander ontvlambaar materiaal.
Page 42 of 94
6-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
DAU17280
De eigenaar is verplicht de optimale veilig-
heid te waarborgen. Door periodiek inspec-
ties, afstellingen en smeerbeurten uit te
laten voeren, zorgt u ervoor dat uw machine
in zo veilig en efficiënt mogelijke conditie
blijft. Op de volgende pagina’s wordt de be-
langrijkste informatie met betrekking tot in-
specties, afstellingen en smeerbeurten
gegeven.
De intervalperioden vermeld in het perio-
diek smeer- en onderhoudsschema moeten
worden beschouwd als een algemene richt-
lijn onder normale rijcondities. Het is echter
mogelijk dat de INTERVALPERIODEN
VOOR ONDERHOUD MOETEN WORDEN
VERKORT AFHANKELIJK VAN HET
WEER, HET TERREIN, DE GEOGRAFI-
SCHE LOCATIE EN INDIVIDUEEL GE-
BRUIK.
WAARSCHUWING
DWA10320
Vraag een Yamaha dealer het onder-
houdswerk uit te voeren als u hiermee
niet echt vertrouwd bent.
WAARSCHUWING
DWA10330
Deze scooter is uitsluitend ontworpen
voor gebruik op verharde wegen. Wan-
neer deze scooter wordt gebruikt in eenabnormaal stoffige, modderige of voch-
tige omgeving, dient het luchtfilterele-
ment vaker te worden gereinigd of te
worden vervangen om snelle slijtage
van de motor te voorkomen. Raadpleeg
een Yamaha dealer voor de juiste onder-
houdsperiodes.
DAU17501
Boordgereedschapsset
De boordgereedschapsset is te vinden in
het achterste opbergcompartiment. (Zie
pagina 3-16.)
Trek de mat van het opbergcompartiment
omhoog en verwijder de boordgereed-
schapsset.
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Het
gebruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel kan echter nodig zijn om be-
paalde onderhoudswerkzaamheden cor-
rect uit te voeren.
1. Bodembekleding opbergcompartiment
2. Boordgereedschapsset
1
2
Page 43 of 94
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-2
2
3
4
5
67
8
9
OPMERKING:
Laat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaalde
werkzaamheden vereist zijn.
WAARSCHUWING
DWA10350
Door modificaties die niet door Yamaha
zijn goedgekeurd kan het motorvermo-
gen achteruitgaan of de machine te on-
veilig worden om nog te gebruiken.
Raadpleeg een Yamaha dealer voordat u
zelf wijzigingen aanbrengt.
Page 44 of 94
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU1770A
Periodiek smeer- en onderhoudsschema
OPMERKING:
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-
houdsbeurt op kilometerbasis of, voor Groot-Brittannië, op mijlbasis wordt verricht.
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi).
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uitgevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereed-
schap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
NR. ITEMCONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)
1*
Brandstofleiding
Controleer de brandstofslan-
gen op scheurtjes of beschadi-
gingen.
√√√√√
2
Bougie
Controleer de conditie.
Reinigen en elektro-
denafstand afstellen.
√√
Vervangen.
√√
3*
Ventielen
Controleer de klepspeling.
Afstellen.Elke 40000 km (24000 mi)
4
Luchtfilterelementen
Vervangen.
√√
5
Luchtfilterelement in
v-snaarbehuizing
Reinigen.
√√√√
6*
Voorrem
Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer
de machine op vloeistoflek-
kage.
√√√√√√
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
Page 45 of 94
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-4
2
3
4
5
67
8
9
7*
Achterrem
Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer
de machine op vloeistoflek-
kage.
√√√√√√
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
8
Achterremblokke-
ring
Controleer de werking.
Afstellen.
√√√√√√
9*
Remslangen
Controleer op scheurtjes en
beschadigingen.
√√√√√
Vervangen. Elke 4 jaar
10
*
Wielen
Controleer de speling en con-
troleer op beschadigingen.
√√√√
11
*
Banden
Controleer op slijtage en
beschadigingen.
Vervang indien nodig.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.
√√√√√
12
*
Wiellagers
Controleer op speling of
beschadigingen.
√√√√
13
*
Balhoofdlagers
Controleer de lagers op spe-
ling en oppervlakteruwheid.
√√√√√
Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km (12000 mi)
14
*
Framebevestigingen
Controleer of alle moeren, bou-
ten en schroeven stevig zijn
vastgezet.
√√√√√
15
Scharnieras van
voorremhendel
Smeren met siliconenvet.
√√√√√
16
Scharnieras van
achterremhendel
Smeren met siliconenvet.
√√√√√
NR. ITEMCONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)
Page 46 of 94
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-5
1
2
3
4
5
6
7
8
9
17
Zijstandaard, mid-
denbok
Controleer de werking.
Smeren.
√√√√√
18
*
Zijstandaardschake-
laar
Controleer de werking.
√√√√√√
19
*
Voorvork
Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
√√√√
20
*
Schokdemperunits
Controleer op een correcte
werking en olielekkage.
√√√√
21
*
Brandstofinjectie-
systeem
Controleer het stationair toe-
rental.
√√√√√√
22
Motorolie
Verversen. (Zie pagina’s 3-5 en
6-13.)
√
Wanneer de indicator olieverversing knippert [elke 5000 km
(3000 mi)]
Controleer het olieniveau en
controleer de machine op olie-
lekkage.Elke 5000 km (3000 mi)
√
23
Oliefilterelement
Vervangen.
√√√
24
*
Koelsysteem
Controleer het koelvloeistofni-
veau en controleer de machine
op vloeistoflekkage.
√√√√√
Verversen. Elke 3 jaar
25
Versnellingsbakolie
Controleer de machine op olie-
lekkage.
√√ √
Verversen.
√√√√√√
26
*
V-snaar
Vervangen. Wanneer de indicator V-snaarvervanging knippert [elke 20000 km (12000 mi)]
27
*
Voor- en achterrem-
schakelaar
Controleer de werking.
√√√√√√
28
Bewegende delen en
kabels
Smeren.
√√√√√
NR. ITEMCONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)
Page 47 of 94
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-6
2
3
4
5
67
8
9
DAU34490
OPMERKING:
De luchtfilters dienen vaker te worden gecontroleerd wanneer u in een extreem vochtige of stoffige omgeving rijdt.
Hydraulisch remsysteem
Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdremcilinders en de remklauwen worden vervangen en de remvloei-
stof worden ververst.
De remslangen dienen elke vier jaar te worden vervangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
29
*
Gaskabelhuis en
gaskabel
Controleer de werking en spe-
ling.
Stel indien nodig de speling af.
Smeer het gaskabelhuis en de
gaskabel.
√√√√√
30
*
Lampen, richtin-
gaanwijzers en
schakelaars
Controleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.
√√√√√√
NR. ITEMCONTROLE OF
ONDERHOUDSBEURTKILOMETERSTAND
JAARLIJKSE
CONTROLE
1000 km
(600 mi)10000 km
(6000 mi)20000 km
(12000 mi)30000 km
(18000 mi)40000 km
(24000 mi)
Page 48 of 94
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-7
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU18712
Stroomlijn- en framepanelen
verwijderen en aanbrengen
Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden beschreven in dit
hoofdstuk moeten de afgebeelde stroom-
lijn- en framepanelen worden verwijderd.
Neem deze paragraaf door wanneer een
stroomlijn- of framepaneel moet worden
verwijderd of aangebracht.
DAU34282
Stroomlijnpaneel A
Verwijderen van stroomlijnpaneel
1. Open het bestuurderszadel. (Zie
pagina 3-14.)
2. Verwijder de drukclips in het achterste
opbergcompartiment en trek dan het
stroomlijnpaneel los zoals getoond.OPMERKING:
De drukclip wordt losgehaald door met een
schroevendraaier de pen op het midden in
te drukken en dan de drukclip los te trekken.Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
drukclips aan.OPMERKING:
Om de drukclip te bevestigen wordt de pen
teruggedrukt zodat deze uitsteekt uit de kop
van de drukclip; steek dan de drukclip in het
stroomlijnpaneel en druk de uitstekende
pen naar binnen tot deze gelijk ligt met de
kop van de clip.
2. Sluit het bestuurderszadel.
Stroomlijnpaneel B
Verwijderen van stroomlijnpaneel
1. Verwijder de schroeven.
1. Paneel A
2. Stroomlijnpaneel C
3. Stroomlijnpaneel A
4. Stroomlijnpaneel B
5. Paneel B
6. Stroomlijnpaneel E
2
3
4
5
6 1
1. Stroomlijnpaneel D
1
1. Drukclip
2. Stroomlijnpaneel A
1
2
Page 49 of 94
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-8
2
3
4
5
67
8
9
2. Verwijder het stroomlijnpaneel zoals
getoond.
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
Plaats het stroomlijnpaneel in de oorspron-
kelijke positie en breng dan de schroevenaan.
Stroomlijnpanelen C en D
Verwijderen van een stroomlijnpaneel
1. Verwijder de stroomlijnpanelen A en
B.
2. Verwijder het duozadel. (Zie
pagina 3-14.)
3. Verwijder de handgreep door de bou-
ten van de handgreep en de flensbus-
sen te verwijderen.
4. Verwijder het afdekplaatje van de
schroeven door dit los te trekken.5. Verwijder de schroeven en neem dan
het stroomlijnpaneel los.
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
schroeven aan.
1. Stroomlijnpaneel B
2. Schroef
1. Stroomlijnpaneel B
1
21
1. Bout van handgreep
2. Flensbus
3. Handgreep1
1
3
1
1
2
2
22
1. Afdekplaatje schroeven
1. Schroef
1
1
1
Page 50 of 94
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6-9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
2. Monteer het afdekplaatje van de
schroeven door dit in de oorspronkelij-
ke positie te plaatsen.
3. Bevestig de handgreep door de flens-
bussen en bouten van de handgreep
aan te brengen.
4. Installeer het duozadel.
5. Bevestig de stroomlijnpanelen A en B.
Stroomlijnpaneel E
Verwijderen van stroomlijnpaneel
1. Trek de voetplaatmatten aan linkerzij-
de omhoog zoals getoond.2. Verwijder de schroeven in het stroom-
lijnpaneel.
3. Trek het stroomlijnpaneel iets omlaag
en vervolgens naar buiten, zoals ge-
toond in de afbeelding.Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Steek de uitsteeksels aan het stroom-
lijnpaneel in de sleuven zoals getoond
in de afbeelding en breng dan de
schroeven aan.
2. Plaats de voetplaatmatten aan de lin-
Aanhaalmoment:
Bout van handgreep:
23 Nm (2.3 m·kgf, 16.6 ft·lbf)
1. Voerplaatmat linkerzijde
1. Schroef
1
1
1. Stroomlijnpaneel E
1. Uitsteeksel
1
1
1