YAMAHA MAJESTY 400 2011 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2011, Model line: MAJESTY 400, Model: YAMAHA MAJESTY 400 2011Pages: 94, PDF Size: 2.13 MB
Page 71 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-29
2
3
4
5
67
8
9
WAARSCHUWING
DWA10741
Als de middenbok of de zijstandaard niet
soepel omhoog en omlaag beweegt,
vraag dan een Yamaha dealer deze te
controleren of te repareren. Een slecht
functionerende middenbok of zijstan-
daard kan het wegdek raken en u aflei-
den, waardoor u de controle over de
machine kunt verliezen.
DAU23272
Voorvork controleren
De conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werking te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder-
grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorko-
men.
[DWA10751]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het
stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
LET OP
DCA10590
Als schade wordt gevonden of de voor-
vork niet soepel beweegt, vraag dan een
Yamaha dealer te repareren of te contro-
leren. Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
Page 72 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-30
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU45511
Stuursysteem controleren
Losse of versleten balhoofdlagers kunnen
gevaarlijk zijn. De werking van het stuursys-
teem moet als volgt worden gecontroleerd
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
1. Zet de machine op de middenbok.
WAARSCHUWING! Ondersteun de
machine zorgvuldig om omvallen
en mogelijk letsel te voorko-
men.
[DWA10751]
2. Houd de voorvorkpoten aan het onder-
ste uiteinde beet en probeer ze naar
voren en achteren te bewegen. Als
speling wordt gevoeld, vraag dan een
Yamaha dealer het stuursysteem te in-
specteren of repareren.
DAU23291
Controleren van wiellagers
De voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperio-
den voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU34225
Accu
De accu bevindt zich achter stroomlijnpa-
neel A. (Zie pagina 6-8.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden bij-
gevuld. Het is echter wel nodig om de accu-
kabelverbindingen te controleren en, indien
nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10760
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
1. Negatieve accukabel (zwart)
2. Accu
3. Positieve accukabel (rood)
2
1
3
Page 73 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-31
2
3
4
5
67
8
9
ogen of kleding en bescherm uw
ogen altijd bij werkzaamheden nabij
accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
•UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
•INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
•OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
LET OP
DCA16521
Voor het opladen van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu is een spe-
ciale acculader (met constante span-
ning) vereist. Bij gebruik van een
conventionele acculader raakt de accu
beschadigd.
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als het voertuig lan-
ger dan een maand niet wordt ge-
bruikt, laad hem volledig bij en zet dan
weg op een koele en droge plek.
LET OP:
Draai voordat u de accu
verwijdert de sleutel naar “OFF” en
haal dan eerst de negatieve kabel
en daarna de positieve kabel
los.
[DCA16302]
2. Als de accu langer dan twee maanden
wordt weggeborgen, moet deze min-
stens eenmaal per maand worden ge-
controleerd; laad de accu dan indien
nodig steeds volledig bij.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
LET OP:
Draai voordat u
de accu plaatst de sleutel naar
“OFF” en sluit vervolgens eerst de
positieve kabel en daarna de nega-
tieve kabel aan.
[DCA16840]
4. Controleer na installatie of de accuka-
bels correct zijn aangesloten op de ac-
cupolen.
LET OP
DCA16530
Houd de accu steeds opgeladen. Stallen
van een ontladen accu kan leiden tot
permanente accuschade.
Page 74 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-32
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU48671
Zekeringen vervangen
De hoofdzekering en het zekeringenkastje
met zekeringen voor afzonderlijke circuits
bevinden zich achter stroomlijnpaneel A.
(Zie pagina 6-8.)
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampera-
ge dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorko-
men.
[DWA15131]
Voor YP400
Voor YP400Voor YP400
1. Reservehoofdzekering
2. Hoofdzekering
3. Zekering alarmverlichtingssysteem
1. Zekeringenkastje
1
3
2
1
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering signaleringssysteem
3. Koplampzekering
4. Zekering radiatorkoelvin
5. Backup-zekering (voor klok en verlichting
in achterste opbergcompartiment)
6. Zekering brandstofinjectiesysteem
7. Reservezekering
7
123456
Page 75 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-33
2
3
4
5
67
8
9
Voor YP400A
Voor YP400AVoor YP400A
3. Draai de contactsleutel naar “ON” en
schakel het betreffende elektrische cir-
cuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
1. Reservehoofdzekering
2. Hoofdzekering
3. Zekering alarmverlichtingssysteem
4. Zekering ABS-regeleenheid
5. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
6. Zekering ABS-motor
1. Zekeringenkastje
1
3
2
4
5
6
1
1. Zekering ontstekingssysteem
2. Zekering signaleringssysteem
3. Koplampzekering
4. Zekering radiatorkoelvin
5. Backup-zekering (voor klok en verlichting
in achterste opbergcompartiment)
6. Zekering brandstofinjectiesysteem
7. Reservezekering
7
123456
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
40.0 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Koplampzekering:
20.0 A
Circuitzekering alarmverlichtingssys-
teem:
10.0 A
Zekering radiatorkoelvin:
10.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem:
10.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
YP400A 10.0 A
Zekering ABS-motor:
YP400A 30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïdeklep:
YP400A 20.0 A
Backup-zekering:
10.0 A
Page 76 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-34
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU34241
Koplampgloeilamp vervangen
De koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Als een koplampgloei-
lamp is doorgebrand, laat deze dan door
een Yamaha dealer vervangen en laat in-
dien nodig de koplamplichtbundel afstellen.
DAU24181
Achterlicht/remlichtunit
Dit model is uitgerust met een LED-type
remlicht/achterlicht.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha dealer het
elektrisch circuit te testen.
DAU39880
Voorste richtingaanwijzer
Als een voorste richtingaanwijzer niet gaat
branden, vraag dan een Yamaha dealer het
betreffende elektrisch circuit te testen of
vervang de gloeilamp.
Page 77 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-35
2
3
4
5
67
8
9
DAU34263
Gloeilamp achterste
richtingaanwijzer vervangen
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Verwijder stroomlijnpaneel C voor het
vervangen van de richtingaanwijzer-
gloeilamp links of stroomlijnpaneel D
voor het vervangen van de richtin-
gaanwijzergloeilamp rechts. (Zie
pagina 6-8.)
3. Verwijder de lampfitting (samen met
de richtingaanwijzergloeilamp) door
deze linksom te draaien.
4. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te
draaien.
5. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom tot
hij stuit.6. Breng de lampfitting aan (samen met
de gloeilamp) door deze rechtsom te
draaien.
7. Breng het verwijderde stroomlijnpa-
neel aan.
DAU47900
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen
1. Zet de scooter op de middenbok.
2. Verwijder het stroomlijnpaneel B. (Zie
pagina 6-8.)
3. Verwijder de kap en de lamplens van
de kentekenverlichting door de
schroeven los te halen.
4. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
1. Fitting gloeilamp richtingaanwijzer
1
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
2. Fitting gloeilamp richtingaanwijzer
2
1
1. Lamplens kentekenverlichting
2. Afdekking van kentekenverlichting
3. Schroef
2
3
1
Page 78 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-36
1
2
3
4
5
6
7
8
9
5. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
6. Monteer de lamplens en de kap van de
kentekenverlichting door de schroe-
ven aan te brengen.
7. Breng het stroomlijnpaneel aan.
DAU39020
Parkeerlichtgloeilamp
Als het parkeerlicht niet gaat branden,
vraag dan een Yamaha dealer het elek-
trisch circuit te testen of vervang de gloei-
lamp.
DAU25881
Problemen oplossen
Yamaha scooters ondergaan een grondige
inspectie voordat ze vanaf de fabriek op
transport gaan, maar tijdens gebruik kun-
nen toch storingen optreden. Problemen in
de brandstof-, compressie- of ontstekings-
systemen kunnen bijvoorbeeld de oorzaak
zijn van slecht starten of een afname in mo-
torvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw scooter echter
wel naar een Yamaha dealer als reparaties
nodig zijn, hier zijn vakkundige monteurs
aanwezig die beschikken over het benodig-
de gereedschap en de ervaring en vakken-
nis om het nodige onderhoud aan de
scooter correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
WAARSCHUWING
DWA15141
Rook niet tijdens het controleren van het
brandstofsysteem en let erop dat er
1. Gloeilamp kentekenverlichting
1
Page 79 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-37
2
3
4
5
67
8
9
geen open vuur of vonken in de omge-
ving zijn, inclusief waakvlammen van
geisers of ovens. Benzine en benzine-
dampen kunnen vlam vatten of explode-
ren, met ernstig letsel of schade aan
eigendommen tot gevolg.
Page 80 of 94

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-38
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU42702
Storingzoekschema’s
Startproblemen of slechte werking van de motor
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.1. Brandstof
Er is voldoende brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof aanwezig.
Controleer de compressie.
Vul brandstof bij.
De motor start niet.
Controleer de compressie.
Bedien de elektrische
startknop.2. Compressie
Er is compressie.
Er is geen compressie.
Controleer de ontsteking.
Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.
Verwijder de bougie en
controleer de elektroden.3. Ontsteking
Schoonvegen met een droge doek. Stel de
elektrodenafstand van de bougie af of vervang de bougie.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet. Vraag een
Yamaha dealer de machine te
controleren.
De motor start niet. Controleer de accu.
Bedien de elektrische
startknop.4. Accu
De motor draait snel rond.
De motor draait langzaam rond.
De accu is in orde.Controleer de aansluitingen van de
accukabels en laad de accu indien nodig.
DroogNat
Bedien de elektrische startknop.