YAMAHA MT09 TRACER 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: MT09 TRACER, Model: YAMAHA MT09 TRACER 2016Pages: 112, PDF Size: 3.19 MB
Page 71 of 112

Periodiek on derhoud en afstelling
6-11
6
OPMERKINGDe Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel
leveren.6. Smeer een dun laagje schone motor-
olie op de O-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.OPMERKINGZorg dat de O-ring correct aanligt.7. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon meteen oliefiltersleutel en zet hem dan
met een momentsleutel vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment. 8. Monteer de olieaftapplug met een
nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment.
9. Vul bij met de voorgeschreven hoe- veelheid van de aanbevolen motor-
olie, breng dan de olievuldop aan en
zet deze vast.
OPMERKINGVeeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppelin g te
voorkomen ( de motorolie smeert
immers ook d e koppeling) mo gen
g een chemische a dditieven worden
toe gevoe gd. Ge bruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een ho gere kwaliteit dan
g especificeer d. Ge bruik ook g een
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of ho gere aan dui din g.
Zor g d at er geen verontreini gin gen
in het carter terecht komen.
1. O-ring
1. Momentsleutel
Aanhaalmoment: Oliefilterpatroon:17 Nm (1.7 m·kgf, 12 ft·lbf)
Aanhaalmoment: Olieaftapplug:
43 Nm (4.3 m·kgf, 31 ft·lbf)
1
Aan bevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelhei d:
Olieverversing: 2.40 L (2.54 US qt, 2.11 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterele-
ment: 2.70 L (2.85 US qt, 2.38 Imp.qt)
U2PPD2D0.book Page 11 Tuesday, June 9, 2015 1:22 PM
Page 72 of 112

Periodiek on derhou d en afstelling
6-12
6
10. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.OPMERKINGNadat de motor is gestart moet het waar-
schuwingslampje olieniveau uitgaan als het
olieniveau correct is.LET OP
DCA10402
Zet de motor direct af als het waarschu-
win gslampje olieniveau knippert of blijft
b ran den en laat het voertui g controleren
d oor een Yamaha dealer, zelfs als het
olieniveau in or de is.11. Zet de motor af en wacht een paar mi-
nuten tot de olie tot rust is gekomen.
Controleer dan het olieniveau en corri-
geer indien nodig.
DAU20071
KoelvloeistofVoor iedere rit moet het koelvloeistofniveau
worden gecontroleerd. Ook moet de koel-
vloeistof worden ververst volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU40157
Controleren van het koelvloeistofniveau1. Zet de machine op de middenbok.OPMERKING Het koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistof-
niveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.2. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
3. Als het koelvloeistofniveau zich op ofonder de merkstreep voor minimum-
niveau bevindt, open dan de reser-
voirdop. WAARSCHUWING!
Verwij der alleen de dop van het
koelvloeistofreservoir. Pro beer
nooit om de rad iatorvuld op te ver-
wij deren als d e motor kou d is.
[DWA15162]
1. Koelvloeistofreservoir
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
21
3
U2PPD2D0.book Page 12 Tuesday, June 9, 2015 1:22 PM
Page 73 of 112

Periodiek on derhoud en afstelling
6-13
6
4. Vul koelvloeistof of gedestilleerd water
bij tot aan de merkstreep voor maxi-
mumniveau en sluit de reservoirdop.
LET OP: Als er geen koelvloeistof
aanwezi g is, g eb ruik dan in plaats
d aarvan ged istilleer d water of ont-
har d lei din gwater. Ge bruik geen
har d water of zout water, dit is
scha delijk voor de motor. Als er in
plaats van koelvloeistof water is ge-
b ruikt, vervan g d it dan zo snel mo-
g elijk door koelvloeistof, an ders is
het systeem niet bescherm d te gen
vorst en corrosie. Als er water aan
d e koelvloeistof is toe gevoe gd, laat
d an een Yamaha d ealer zo snel mo-
g elijk het antivries gehalte van de
koelvloeistof controleren om te
voorkomen dat de effectiviteit van
d e koelvloeistof afneemt.
[DCA10473] DAU63111
Om
de koelvloeistof te verversen
1. Zet de machine op de middenbok.
2. Verwijder paneel A. (Zie pagina 6-8.)
3. Schuif een opvangbak onder de motor om de gebruikte koelvloeistof op te
vangen.
4. Verwijder de borgbout voor de radia- torvuldop, de borging voor de radia-
torvuldop en de radiatorvuldop.
WAARSCHUWING! Prob eer nooit
om de ra diatorvul dop te verwijd e-
ren als d e motor warm is.
[DWA10382]
5. Verwijder het deksel van het koelvloei-
stofreservoir en het koelvloeistofre-
servoir zelf door de bouten en kragen
los te halen.
6. Verwijder de dop van het koelvloei- stofreservoir.
1. Dop koelvloeistofreservoir
1
Inhou d koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
1. Radiatorvuldop
2. Borgbout radiatorvuldop
3. Borging radiatorvuldop
2
1
3
1. Bout
2. Kap koelvloeistofreservoir
3. Koelvloeistofreservoir
4. Flensbus
1
1
2
4
3
4
U2PPD2D0.book Page 13 Tuesday, June 9, 2015 1:22 PM
Page 74 of 112

Periodiek on derhou d en afstelling
6-14
6
7. Tap de koelvloeistof uit het reservoir af
door het reservoir om te keren.
8. Monteer het koelvloeistofreservoir en
het deksel door ze in de oorspronkelij-
ke positie te plaatsen en breng vervol-
gens de kragen en bouten aan.
9. Verwijder de aftapplug voor koelvloei- stof en de pakking om het koelsy-
steem af te tappen. 10. Spoel het koelsysteem nadat alle
koelvloeistof is uitgestroomd grondig
door met schoon leidingwater.
11. Monteer de aftapplug voor koelvloei- stof met een nieuwe pakking en zet de
plug dan vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
12. Giet de voorgeschreven hoeveelheid van de gespecificeerde koelvloeistof
in de koelvloeistofradiator en in het re-
servoir. 13. Breng de dop van het koelvloeistofre-
servoir aan.
14. Breng de radiatorvuldop weer aan.
15. Start de motor, laat hem een paar mi- nuten stationair draaien en zet hem
dan uit.
16. Verwijder de radiatorvuldop om het koelvloeistofniveau in de radiator te
controleren. Vul indien nodig zoveel
koelvloeistof bij tot het niveau bovenin
de koelvloeistofradiator staat en
breng dan de radiatorvuldop en de
borging en borgbout voor de radiator-
vuldop aan.
17. Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir. Verwijder indien nodig
de dop van het koelvloeistofreservoir,1. Dop koelvloeistofreservoir
1
1. Aftapplug koelvloeistof
2. PakkingAanhaalmoment:Aftapplug koelvloeistof:10 Nm (1.0 m·kgf, 7.2 ft·lbf)1
2
Men gverhou din g antivries/water:
1:1
Aan bevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol
antivries met corrosieremmers voor
aluminium motoren
Hoeveelhei d koelvloeistof:
Radiator (inclusief alle leidingen):
1.93 L (2.04 US qt, 1.70 Imp.qt)
Koelvloeistofreservoir (tot aan de
merkstreep voor maximumniveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
U2PPD2D0.book Page 14 Tuesday, June 9, 2015 1:22 PM
Page 75 of 112

Periodiek on derhoud en afstelling
6-15
6
vul koelvloeistof bij tot aan de merk-
streep voor maximumniveau en breng
dan de dop weer aan.
18. Start de motor en controleer dan of er- gens aan de machine lekkage te zien
is. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het koelsysteem te controleren.
19. Zet de motor uit en breng vervolgens
het paneel aan.
DAU36765
LuchtfilterelementHet luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Vraag een Yamaha dealer het luchtfil-
terelement te vervangen.
DAU44735
Stationair toerental controlerenControleer het stationair toerental en laat
het indien nodig door een Yamaha dealer
bijstellen.
Stationair toerental:1100–1300 tpm
U2PPD2D0.book Page 15 Tuesday, June 9, 2015 1:22 PM
Page 76 of 112

Periodiek on derhou d en afstelling
6-16
6
DAU21385
De vrije sla g van de gas greep
controlerenDe vrije slag van de gasgreep dient bij de
binnenrand van de gasgreep 3.0–5.0 mm
(0.12–0.20 in) te bedragen. Controleer de
vrije slag van de gasgreep regelmatig en
laat de vrije slag indien nodig afstellen door
een Yamaha dealer.
DAU21402
Klepspelin gDe klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-
wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een Yamaha
dealer worden afgesteld volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU64270
BandenBanden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Ban denspannin g
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rij den met d eze machine met een on-
juiste ban denspannin g kan lei den tot
verlies van de controle met mo gelijk ern-
sti g letsel of overlij den tot gevol g.
De ban dspannin g moet wor den ge-
controleer d en af gestel d terwijl de
b an den kou d zijn (wanneer de tem-
peratuur van de ban den gelijk is aan
d e omg evingstemperatuur).
De ban dspanning moet wor den
aan gepast aan de rijsnelhei d en het
totale gewicht van rij der, passa gier,
b ag ag e en accessoires d at
voor dit
mo del is vast gestel d.
1. Vrije slag van gasgreep
1
U2PPD2D0.book Page 16 Tuesday, June 9, 2015 1:22 PM
Page 77 of 112

Periodiek on derhoud en afstelling
6-17
6
WAARSCHUWING
DWA10512
Belaad uw machine nooit te zwaar. Rij-
d en met een te zwaar belaste machine
kan lei den tot een on geval.
Inspectie van b anden
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen.
OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472
Laat sterk versleten b anden door
een Yamaha dealer vervan gen. Rij-
d en op een machine met versleten
b an den is niet alleen ver boden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijsta biliteit, waard oor
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervan gin g van on der delen van
wielen en remmen, inclusief ban-
d en, dient te wor den over gelaten
aan een Yamaha d ealer, die over de
no dig e vakkun dig e kennis en erva-
rin g b eschikt om dit te d oen.
Rijd niet te snel direct na het ver-
wisselen van een b and. Het b and-
oppervlak dient eerst te zijn
in gere den voor
dat
het zijn optimale
ei genschappen verkrij gt.
Ban denspannin g (g emeten op
kou de ban den):
Bela din g tot 90 k g (198 l b):
Voor: 250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Achter: 290 kPa (2.90 kgf/cm2, 42 psi)
90 k g (198 l b) tot maximum bela-
d in g:
Voor: 250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Achter: 290 kPa (2.90 kgf/cm2, 42 psi)
Maximale belastin g*:
180 kg (397 lb)
* Totaal gewicht van bestuurder, passagier, bagage en accessoires
1. Wang van band
2. Bandprofieldiepte
Minimale ban dprofiel diepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
U2PPD2D0.book Page 17 Tuesday, June 9, 2015 1:22 PM
Page 78 of 112

Periodiek on derhou d en afstelling
6-18
6
Ban deninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en bandventielen.
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10902
Monteer altij d voor- en achter ban-
d en van hetzelf de merk en type.
Verschillen de ban den kunnen het we
gge dra g van de machine veran-
d eren, wat kan lei den tot een on ge-
val.
Controleer altij d of de ventiel dopjes
stevi g zijn b evestigd om zo lucht-
lekka ge te voorkomen.
Gebruik uitsluiten d d e hierna ver-
mel de ban dventielen en luchtven-
tiel buisjes om te voorkomen dat de
b an den on der het rij den lee glopen.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden door Yamaha goed-
gekeurd voor dit model.
WAARSCHUWING
DWA10601
Deze motorfiets is uit gerust met specia-
le ban den die geschikt voor zeer ho ge
rijsnelhe den. Let op het vol gen de om
d eze ban den zo effectief mo gelijk te
kunnen geb ruiken.
Gebruik bij vervang ing uitsluiten d
het voor geschreven type ban den.
Bij an dere ban den is het risico op
een klap ban d b ij zeer ho ge rijsnel-
he den niet d enkbeeldig .
Gloe dnieuwe ban den bie den op
sommi ge typen wegdek relatief
weini g g rip tot dat ze zijn “in
gere
-
d en”. Het is dan ook verstan dig d e
eerste 100 km (60 mi) na dat een
nieuwe ban d is aan geb racht rusti g
te blijven rij den en pas daarna de
rijsnelhei d te verho gen.
Voor dat met ho ge snelhei d wor dt
g ered en moeten de ban den zijn op-
g ewarm d.
Pas de ban dspannin g stee ds aan
vol gens de rijomstan dig he den.
1. Bandventiel
2. Bandventielbuis
3. Bandventieldop met afdichting
Voor ban d:
Maat: 120/70ZR17 M/C (58W)
Fabrikant/model: DUNLOP/D222F
Achter ban d:
Maat: 180/55ZR17 M/C (73W)
Fabrikant/model:
DUNLOP/D222
VOOR en ACHTER: Bandventiel:
TR412
Luchtventielbuis: #9100 (origineel)
U2PPD2D0.book Page 18 Tuesday, June 9, 2015 1:22 PM
Page 79 of 112

Periodiek on derhoud en afstelling
6-19
6
DAU21963
GietwielenLet ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren of
kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden
tot gevolg hebben.
DAU22083
Vrije slag van de koppelin gshen-
d el afstellenMeet de vrije slag van de koppelingshendel
zoals getoond.
Controleer de vrije slag van de koppelings-
hendel regelmatig en stel indien nodig als
volgt af.
Draai de stelbout van de koppelingsspeling
richting (a) voor meer vrije slag van de kop-
pelingshendel. Draai de stelbout richting (b)
voor minder vrije slag van de koppelings-
hendel.
OPMERKINGAls de voorgeschreven vrije slag niet kan
worden gehaald op de hierboven beschre-
ven wijze, vraag dan een Yamaha dealer
het inwendig koppelingsmechanisme te
controleren.
1. Stelbout voor vrije slag koppelingshendel
2. Vrije slag van koppelingshendel
Vrije sla g van koppelin gshen del:
10.0–15.0 mm (0.39–0.59 in)
2 1
(b)(a)
U2PPD2D0.book Page 19 Tuesday, June 9, 2015 1:22 PM
Page 80 of 112

Periodiek on derhou d en afstelling
6-20
6
DAU37914
Vrije sla g van remhen del contro-
lerenAan het uiteinde van de remhendel mag
geen vrije slag aanwezig zijn. Als er toch
een vrije slag is, laat dan een Yamaha dea-
ler het remsysteem inspecteren.
WAARSCHUWING
DWA14212
Een zacht of sponzi g g evoel in d e rem-
hend el kan betekenen dat er lucht in het
hy draulisch systeem aanwezi g is. Als er
lucht in het hy draulisch systeem zit, laat
d an het systeem door een Yamaha dea-
ler ontluchten voor dat de machine wor dt
g eb ruikt. Lucht in het hy draulisch sy-
steem heeft een ne gatief effect op de remwerkin
g, waar door u de macht over
het stuur zou kunnen verliezen met een
on geluk als gevol g.
DAU36504
RemlichtschakelaarsHet remlicht, dat wordt geactiveerd door
het rempedaal en de remhendel, moet op-
lichten nét voordat de remmen aangrijpen.
Laat de remlichtschakelaars indien nodig
door een Yamaha dealer afstellen.
1. Geen vrije slag remhendel
1
U2PPD2D0.book Page 20 Tuesday, June 9, 2015 1:22 PM