ECO mode YAMAHA NMAX 125 2021 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2021, Model line: NMAX 125, Model: YAMAHA NMAX 125 2021Pages: 114, PDF Size: 10.59 MB
Page 38 of 114
Functies van instrumenten en bedieningselementen
6-5
6
2. Gebruik de schakelaar “MENU” om
de uren in te stellen.
3. Houd de schakelaar “MENU” inge-
drukt totdat de minutenaanduiding
begint te knipperen.
4. Gebruik de schakelaar “MENU” om
de minuten in te stellen.
5. Houd de schakelaar “MENU” inge-
drukt totdat de minutenaanduiding
stopt met knipperen. De instelling is
nu bevestigd.OPMERKINGAls de CCU en smartphone worden ver-
bonden nadat de machinevoeding is inge-
schakeld, wordt de klok automatisch
bijgesteld.
DAU86860
Temperatuurmeter koelvloeistofDeze meter geeft de temperatuur aan van
de koelvloeistof, en daarmee de toestand
van de motor. De segmenten verschijnen
van “C” (koud) naar “H” (warm) naarmate
de motortemperatuur toeneemt. Als het
segment voor warm begint te knipperen,
stop de motor dan zo snel mogelijk en laat
deze afkoelen. (Zie pagina 9-36.)
OPMERKINGAls er een probleem wordt gedetecteerd in
het elektrische circuit, gaan alle segmenten
knipperen. Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.
DAU86870
VVA-indicatorDit model is uitgerust met variabele klepbe-
diening (VVA) voor brandstofbesparing en
acceleratie in de lage en hoge versnellin-
gen. Het controlelampje voor variabele
klepbediening (VVA) gaat branden wanneer
het systeem voor variabele klepbediening
naar de hogere versnellingen is gescha-
keld.
De VVA-indicator in- of uitschakelen
1. Zet de machine uit.
2. Houd de schakelaar “MENU” inge-
drukt en schakel de machine in.
3. Blijf de schakelaar “MENU” ingedrukt
houden. De weergave voor eenheids-
instelling verschijnt (na 5 seconden),
en vervolgens (na nog eens 10 secon-
den) beginnen alle segmenten behal-
ve de VVA-indicator te knipperen.
Laat nu de schakelaar “MENU” los.
4. Druk één keer op de schakelaar “ME-
NU” om de instelling aan of uit te wij-
zigen.
5. Houd de schakelaar “MENU” 1 se-
conde lang ingedrukt om de instelling
te bevestigen.OPMERKINGUitschakelen van de VVA-indicator heeft
geen invloed op de werking van het sy-
steem voor variabele klepbediening.
1. Temperatuurmeter koelvloeistof
1
1. Controlelampje voor variabele klepbedie-
ning (VVA)
1
UBALD0D0.book Page 5 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 74 of 114
Periodiek onderhoud en afstelling
9-11
9
DAU36112
FilterbusDit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
Controleer de ontluchtingsinrichting
van de filterbus op verstopping en rei-
nig deze indien nodig.
DAU66994
Motorolie en olie-aanzuigzeefVóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de olie-aanzuigzeef
worden gereinigd volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op de middenbok.
Wanneer de machine iets schuin
staat, kan het niveau al foutief worden
afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten om de olie
tot rust te laten komen, verwijder de
olievuldop, veeg de peilstok schoon,
steek deze weer in de vulopening
(zonder vast te draaien) en neem dan
weer uit om het olieniveau te controle-
ren. WAARSCHUWING! De uitlaat-
demper en
uitlaatdemperbeschermer worden
tijdens het gebruik zeer heet. Ter
voorkoming van mogelijke brand-
wonden moet u de uitlaatdemper
en de beschermer laten afkoelen
voordat u de olievuldop verwijdert.
[DWA17810]
OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen het uit-
einde van de peilstok en de merkstreep
voor maximumniveau liggen.4. Als het motorolieniveau niet tussen
het uiteinde van de peilstok en de
merkstreep voor maximumniveau ligt,
vul dan voldoende olie, van de aanbe-
volen soort, bij tot het correcte niveau.
5. Steek de peilstok in de vulopening en
draai dan de olievuldop vast.
1. Filterbus
2. Tankbeluchtingssysteem
2
1
1. Olievulopening
2. O-ring
3. Motoroliepeilstok
4. Merkstreep maximumniveau
5. Uiteinde van de motoroliepeilstok
3245
1
UBALD0D0.book Page 11 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 82 of 114
Periodiek onderhoud en afstelling
9-19
9
DAU21386
De vrije slag van de gasgreep
controlerenMeet de vrije slag van de gasgreep zoals
getoond.
Controleer de vrije slag van de gasgreep re-
gelmatig en laat de vrije slag indien nodig
afstellen door een Yamaha dealer.
DAU21403
KlepspelingDe kleppen zijn een belangrijke motorcom-
ponent, en aangezien de klepspeling bij ge-
bruik verandert moeten ze worden
gecontroleerd en afgesteld volgens de in-
tervalperioden vermeld in het periodieke
onderhoudsschema. Niet-afgestelde klep-
pen kunnen resulteren in een onjuist lucht-
brandstofmengsel, motorgeluid en uitein-
delijk motorschade. Laat om dit te voorko-
men de klepspeling regelmatig controleren
en afstellen door uw Yamaha dealer.OPMERKINGDit onderhoud moet worden uitgevoerd bij
een koude motor.
DAU69761
BandenBanden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Bandenspanning
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rijden met deze machine met een on-
juiste bandenspanning kan leiden tot
verlies van de controle met mogelijk ern-
stig letsel of overlijden tot gevolg.
De bandspanning moet worden ge-
controleerd en afgesteld terwijl de
banden koud zijn (wanneer de tem-
peratuur van de banden gelijk is aan
de omgevingstemperatuur).
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en het
totale gewicht van rijder, passagier,
bagag
e en accessoires dat voor dit
model is vastgesteld.
1. Vrije slag van gasgreepVrije slag van gasgreep:
3.0–5.0 mm (0.12–0.20 in)
1
UBALD0D0.book Page 19 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 83 of 114
Periodiek onderhoud en afstelling
9-20
9
WAARSCHUWING
DWA10512
Belaad uw machine nooit te zwaar. Rij-
den met een te zwaar belaste machine
kan leiden tot een ongeval.
Inspectie van banden
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen.
OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472
Laat sterk versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen. Rij-
den op een machine met versleten
banden is niet alleen verboden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijstabiliteit, waardoor
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervanging van onderdelen van
wielen en remmen, inclusief ban-
den, dient te worden overgelaten
aan een Yamaha dealer, die over de
nodige vakkundige kennis en erva-
ring beschikt om dit te doen.
Rijd niet te snel direct na het ver-
wisselen van een band. Het band-
oppervlak dient eerst te zijn
ingereden voordat het zijn optimale
eigenschappen verkrijgt.
Bandeninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en rubberen bandventielen. Bandenspanning bij koude banden:
1 persoon:
Voor:
150 kPa (1.50 kgf/cm2, 22 psi)
Achter:
250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
2 personen:
Voor:
150 kPa (1.50 kgf/cm2, 22 psi)
Achter:
250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Maximale belasting:
Vo er t ui g :
167 kg (368 lb)
De maximale belasting van het
voertuig is het gecombineerde ge-
wicht van de bestuurder, de passa-
gier, de bagage en eventuele
accessoires.
1. Wang van band
2. Slijtage-indicator band
3. Bandprofieldiepte
Minimale bandprofieldiepte (voor en
achter):
1.6 mm (0.06 in)
UBALD0D0.book Page 20 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 84 of 114
Periodiek onderhoud en afstelling
9-21
9
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10462
Monteer altijd voor- en achterbanden
van hetzelfde merk en type. Verschillen-
de banden kunnen het weggedrag van
de machine veranderen, wat kan leiden
tot een ongeval.Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden door Yamaha goed-
gekeurd voor dit model.
DAU21963
GietwielenLet ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of
band moet het wiel worden uitgeba-
lanceerd. Een niet uitgebalanceerd
wiel zal mogelijk slecht functioneren of
kan een slechte wegligging en een
verkorte levensduur van de banden
tot gevolg hebben.
DAU50861
Vrije slag van voor- en achter-
remhendel controlerenVoor
Achter
Voorband:
Maat:
110/70-13M/C 48P
Fabrikant/model:
DUNLOP/SCOOT SMART L
Achterband:
Maat:
130/70-13M/C 63P
Fabrikant/model:
DUNLOP/SCOOT SMART L1. Geen vrije slag remhendel
1. Geen vrije slag remhendel
1
1
UBALD0D0.book Page 21 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM
Page 91 of 114
Periodiek onderhoud en afstelling
9-28
9
DAU23292
Controleren van wiellagersDe voor- en achterwiellagers moeten wor-
den gecontroleerd volgens de intervalperi-
oden voorgeschreven in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema. Als de wiel-
naaf speling vertoont of het wiel niet soepel
draait, vraag dan een Yamaha dealer de
wiellagers te controleren.
DAU50292
AccuDe accu bevindt zich onder het zadel. (Zie
pagina 6-17.)
Dit model is voorzien van een VRLA (Valve
Regulated Lead Acid)-accu. De elektrolyt
hoeft niet te worden gecontroleerd en er
hoeft geen gedistilleerd water te worden
bijgevuld. Het is echter wel nodig om de ac-
cukabelverbindingen te controleren en, in-
dien nodig, vast te zetten.
WAARSCHUWING
DWA10761
Elektrolyt is giftig en gevaarlijk om-
dat het zwavelzuur bevat, een stof
die ernstige brandwonden veroor-
zaakt. Vermijd contact met de huid,
ogen of kleding en bescherm uwogen altijd bij werkzaamheden na-
bij accu’s. Voer als volgt EERSTE
HULP uit als er lichamelijk contact
is geweest met elektrolyt.
UITWENDIG: Spoel overvloedig
met water.
INWENDIG: Drink grote hoeveel-
heden water of melk en roep di-
rect de hulp in van een arts.
OGEN: Spoel gedurende 15 mi-
nuten met water en roep direct
medische hulp in.
Accu’s produceren het explosieve
waterstofgas. Houd daarom von-
ken, open vuur, sigaretten e.d. uit
de
buurt van de accu en zorg voor
voldoende ventilatie bij acculaden
in een afgesloten ruimte.
HOUD DEZE EN ALLE ACCU’S BUI-
TEN BEREIK VAN KINDEREN.
Om de accu op te laden
Vraag zo snel mogelijk een Yamaha dealer
de accu te laden als deze ontladen lijkt te
zijn. Vergeet niet dat de accu sneller ontla-
den raakt als de machine is uitgerust met
optionele elektrische accessoires.
1. Positieve accukabel (rood)
2. Accu
3. Negatieve accukabel (zwart)
3
2
1
UBALD0D0.book Page 28 Thursday, October 1, 2020 2:14 PM