alarm YAMAHA TDM 900 2003 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2003, Model line: TDM 900, Model: YAMAHA TDM 900 2003Pages: 110, PDF Size: 7.67 MB
Page 14 of 110

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
Contactslot/stuurslot-unit ....................................................................................3-1
Controlelampjes en waarschuwingslampjes .......................................................3-2
Snelheidsmeterunit .............................................................................................3-4
Toerentellerunit ...................................................................................................3-5
Temperatuurmeter koelvloeistof .........................................................................3-6
Antidiefstal-alarm (optie) .....................................................................................3-7
Stuurschakelaars ................................................................................................3-7
Koppelingshendel ...............................................................................................3-9
Schakelpedaal ....................................................................................................3-9
Remhendel .........................................................................................................3-9
Rempedaal .......................................................................................................3-10
Tankdop ............................................................................................................3-10
Brandstof ..........................................................................................................3-11
Tankbeluchtingsslang .......................................................................................3-12
Uitlaatkatalysator ..............................................................................................3-12
Zadel .................................................................................................................3-13
Opbergcompartiment ........................................................................................3-14
Afstellen van de voorvork .................................................................................3-14
Afstellen van de schokdemperunit ....................................................................3-16
Bagageriembevestiging ....................................................................................3-18
Zijstandaard ......................................................................................................3-18
Startspersysteem ..............................................................................................3-19
3
5PS-28199-D1 9/9/02 4:54 PM Page 13
Page 21 of 110

3-7
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DC000002
<>
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
DAU00118
StuurschakelaarsStuurschakelaars
DAU00119
Lichtsignaalschakelaar “&”LichtsignaalschakelaarDruk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU03888
Dimlichtschakelaar “&/%”DimlichtschakelaarZet deze schakelaar op “&” voor groot-
licht en op “%” voor dimlicht.
1. Lichtsignaalschakelaar “&”
2. Schakelaar “0” voor alarmverlichting
3. Dimlichtschakelaar “&/%”
4. Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”
5. Claxonschakelaar “*”
DAU00109
Antidiefstal-alarm (optie)Antidiefstal-alarmDeze motor kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel anti-
diefstal-alarmsysteem. Neem contact op
met een Yamaha dealer voor nadere
informatie.
5PS-28199-D1 9/9/02 4:54 PM Page 20
Page 22 of 110

3-8
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU03889
Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”RichtingaanwijzerschakelaarDruk deze schakelaar naar “6” om
afslaan naar rechts aan te geven. Druk
deze schakelaar naar “4” om afslaan
naar links aan te geven. Na loslaten keert
de schakelaar terug naar de midden-
stand. Om de richtingaanwijzers uit te
schakelen wordt de schakelaar ingedrukt
nadat hij is teruggekeerd in de midden-
stand.
DAU00129
Claxonschakelaar “*”ClaxonschakelaarDruk deze schakelaar in om een claxon-
signaal te geven.
DAU03826
Schakelaar “0” voor alarmverlichtingSchakelaar voor alarmverlichtingMet de contactsleutel in de stand “ON” of
“
.” wordt deze schakelaar gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting worden gebruikt in
een noodgeval of om andere verkeers-
deelnemers te waarschuwen als uw
machine stilstaat in een mogelijk gevaar-
lijke verkeerssituatie.
DC000006
<>
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd, anders kan de accu
ontladen raken.
DAU03890
Noodstopschakelaar “#/$”NoodstopschakelaarZet deze schakelaar op “#” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar op
“$” om in een noodgeval de motor direct
uit te schakelen, zoals wanneer de
machine omslaat of als de gaskabel blijft
hangen.
DAU00143
Startknop “,”StartknopDruk deze knop in om de motor door mid-
del van de startmotor te starten.
DC000005
<>
Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
1. Noodstopschakelaar “#/$”
2. Startknop “,”
5PS-28199-D1 9/9/02 4:54 PM Page 21
Page 80 of 110

6-34
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als de motorfiets
een maand lang niet wordt gebruikt,
laad volledig bij en zet hem dan weg
op een koele en droge plek.
2. Als de accu langer dan twee maan-
den wordt weggeborgen, moet deze
minstens eenmaal per maand wor-
den gecontroleerd; laad de accu dan
steeds volledig bij als dat nodig is.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
4. Controleer na installatie of de accu-
kabels correct zijn aangesloten op
de accupolen.
DAU04880
Zekeringen vervangenZekeringen, vervangenDe hoofdzekeringhouder en het kastje
met zekeringen voor afzonderlijke circuits
bevinden zich onder het zadel. (Zie pagi-
na 3-13 voor instructies over verwijderen
en aanbrengen van het zadel.)
Vervang een zekering als volgt als deze
is doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF”
en schakel het betreffende elektri-
sche circuit uit.
12 34 5 689 7
7
1. Circuitzekering kilometerteller/klok
(reservezekering)
2. Zekering radiatorkoelvin
3. Zekering richtingaanwijzer/alarmverlichting
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Zekering signaleringssysteem
6. Koplampzekering
7. Reservezekering (×5)
8. Zekering elektronisch
brandstofinjectiesysteem
9. Hoofdzekering
DC000102
<>
8Zorg dat de accu altijd geladen
blijft. Door een accu in ontladen
toestand weg te bergen kan per-
manente accuschade ontstaan.
8Om een permanent-dichte accu
(onderhoudsvrij type) te laden, is
een speciale acculader (met con-
stante laadspanning) vereist. Bij
gebruik van een conventionele
acculader raakt de accu bescha-
digd. Wanneer u niet beschikt
over een speciale acculader voor
permanent-dichte accu’s (onder-
houdsvrij type), vraag dan een
Yamaha dealer uw accu op te
laden.
5PS-28199-D1 9/9/02 4:55 PM Page 79
Page 81 of 110

6-35
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met
de voorgeschreven ampèrewaarde
aan.
DC000103
<>
Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch
systeem en mogelijk brandgevaar te
vermijden.
DAU04503
Koplampgloeilamp vervangenKoplampgloeilamp, vervangenDe koplampen op deze motorfiets hebben
halogeen gloeilampen. Vervang een kop-
lampgloeilamp als volgt als deze is door-
gebrand.
1. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.
1. Gloeilamphouder
2. Koplampstekker
3. Draai de contactsleutel in “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch systeem te con-
troleren. Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering: 40 A
Koplampzekering: 15 A
Zekering
signaleringssysteem: 10 A
Zekering radiatorkoelvin: 20 A
Zekering
ontstekingssysteem: 10 A
Circuitzekering kilometerteller/
klok (reservezekering): 5 A
Zekering richtingaanwijzer/
alarmverlichting: 10 A
Zekering elektronisch
brandstofinjectiesysteem: 10 A
5PS-28199-D1 9/9/02 4:55 PM Page 80
Page 102 of 110

8
8-4
SPECIFICATIES
Elektrische installatie
Ontstekingssysteem TCI ontsteking (digitaal)
Laadsysteem
Type Wisselstroomdynamo met
permanente magneten
Standaard vermogen 14 V, 31,5 A @ 5.000 tpm
Accu
Type GT12B-4
Gloeilampen, capaciteit 12 V, 10 Ah
Type koplampHalogeen
Gloeilampen voltage, wattage ×aantal
Koplamp 12 V, 55 W ×2
Parkeerlicht 12 V, 5 W ×1
Achterlicht/remlicht 12 V, 5/21 W ×1
Voorremrichtingaanwizerlamp 12 V, 10 W ×2
Achterremrichtingaawijzerlamp 12 V, 10 W ×2
Instrumentenverlichting 12 V, 2 W ×2
Controlelampje voor vrijstand 12 V, 1,2 W ×1
Controlelampje gootlicht 12 V, 1,4 W ×1
Controlelampje
richtingaanwijzers 12 V, 1,2 W ×2
Waarschuwingslampje voor
olieniveau L.E.D. ×1
Waarschuwingslampje
motorstoring 12 V, 1,4 W ×1Zekering
Hoofdzekering 40 A
Koplampzekerin 15 A
Zekering signaleringssysteem 10 A
Zekering ontstekingssysteem 10 A
Zekering richtingaanwijzer/
alarmverlichting 10 A
Circuitzekering kilometerteller/
klok (reservezekering) 5 A
Zekering radiatorkoelvin 20 A
Zekering elektronisch
brandstofinjectiesysteem 10 A
5PS-28199-D1 9/9/02 4:55 PM Page 101
Page 107 of 110

INDEX
G
Gasgreep en gaskabel, controleren
en smeren ..........................................6-29
Gaskabel, afstellen van vrije slag .........6-18
Gloeilamp remlicht/achterlicht,
vervangen ..........................................6-37
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ..........................................6-37
I
Identificatienummer sleutel .....................9-1
Identificatienummers ..............................9-1
Inrijperiode ..............................................5-3
K
Kabels, controleren en smeren ............6-29
Klepspeling, afstellen ...........................6-18
Koelvloeistof .........................................6-11
Controleren ........................................6-11
Verversen ..........................................6-13
Koplampgloeilamp, vervangen .............6-35
Koppelingshendel ...................................3-9
Koppelingshendel, vrije slag
afstellen .............................................6-22
L
Locaties van onderdelen ........................2-1
Luchtfilterelement, vervangen ..............6-16
M
Modelinformatiesticker ...........................9-2
Motorolie en oliefilterelement .................6-8O
Omrekentabel .........................................8-5
Ondersteunen van de motorfiets ..........6-38
Opbergcompartiment ............................3-14
P
Parkeren .................................................5-4
Periodiek smeer- en
onderhoudsschema .............................6-2
R
Rem- en koppelingshendel,
controleren en smeren .......................6-30
Rem- en schakelpedalen,
controleren en smeren .......................6-30
Remblokken, controleren .....................6-24
Remhendel .............................................3-9
Remlichtschakelaar, afstellen ...............6-24
Rempedaal ...........................................3-10
Rempedaalstand, afstellen ...................6-23
Remvloeistof, verversen .......................6-26
Remvloeistofniveau, controleren ..........6-25
S
Schakelen van versnellingen ..................5-2
Schakelpedaal ........................................3-9
Schakelpunten (alleen voor
Zwitserland) .........................................5-3
Schokdemperunit, afstellen ..................3-16
Snelheidsmeterunit .................................3-4
Specificaties ...........................................8-1
Stalling ....................................................7-4
Starten van de motor ..............................5-1A
Aandrijfketting, smeren .........................6-28
Accu .....................................................6-33
Antidiefstal-alarm ....................................3-7
B
Bagageriembevestiging ........................3-18
Banden .................................................6-18
Boordgereedschapsset ..........................6-1
Bougies, controleren ..............................6-7
Brandstof ..............................................3-11
Brandstofverbruik, tips voor een
zuinig ...................................................5-3
C
Contactslot/stuurslot-unit ........................3-1
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes ........................3-2
Waarschuwingssymbool voor
brandstofniveau ..................................3-2
Controlelampje grootlicht .....................3-3
Controlelampjes richtingaanwijzers .....3-3
Controlelampje vrijstand ......................3-3
Waarschuwingslampje motorstoring ....3-3
Waarschuwingslampje olieniveau ........3-3
Controlelijst voor gebruik ........................4-1
D
Doorbuiging aandrijfketting ...................6-27
Afstellen .............................................6-27
Controleren .........................................6-27
5PS-28199-D1 9/9/02 4:55 PM Page 106
Page 108 of 110

Startspersysteem .................................3-19
Stationair motortoerental ......................6-17
Storingzoeken ......................................6-43
Storingzoekschema’s ...........................6-44
Stroomlijn- en framepanelen,
verwijderen en aanbrengen .................6-5
Stuurschakelaars ....................................3-7
Dimlichtschakelaar ...............................3-7
Lichtsignaalschakelaar ........................3-7
Claxonschakelaar ................................3-8
Noodstopschakelaar ............................3-8
Richtingaanwijzerschakelaar ...............3-8
Schakelaar voor alarmverlichting .........3-8
Startknop .............................................3-8
Stuursysteem, controle .........................6-32
T
Tankbeluchtingsslang ...........................3-12
Tankdop ...............................................3-10
Temperatuurmeter koelvloeistof .............3-6
Toerentellerunit ......................................3-5
U
Uitlaatkatalysator ..................................3-12
V
Veiligheidsinformatie ..............................1-1
Verzorging ..............................................7-1
Voertuigidentificatienummer ...................9-1
Voorvork, afstellen ................................3-14
Voorvork, controleren ...........................6-31W
Wiel (achter) .........................................6-40
Aanbrengen ........................................6-42
Verwijderen ........................................6-40
Wiel (voor) ............................................6-39
Aanbrengen ........................................6-40
Verwijderen ........................................6-39
Wielen ..................................................6-22
Wiellagers, controleren .........................6-32
Wielophanging (achter), smeren ..........6-31
Z
Zadel ....................................................3-13
Zekeringen, vervangen .........................6-34
Zijstandaard ..........................................3-18
Zijstandaard, controleren en smeren ....6-30
INDEX
5PS-28199-D1 9/9/02 4:55 PM Page 107