radiator YAMAHA TDM 900 2003 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2003, Model line: TDM 900, Model: YAMAHA TDM 900 2003Pages: 110, PDF Size: 7.67 MB
Page 12 of 110

2-2
BESCHRIJVING
2
15. Gereedschapsset (pagina 6-1)
16. Koelvloeistofreservoir (pagina 6-11)
17. Gasklepstelschroef (pagina 6-17)
18. Hoofdremcilinder voorrem (pagina 6-25)
19. Koelvloeistofradiatorvuldop (pagina 6-13)20. Vuldop motorolie (pagina 6-8)
21. Oliefilterelement (pagina 6-10)
22. Aftapplug motorolie B (pagina 6-10)
23. Rempedaal (pagina 3-10)
24. Remvloeistofreservoir achterrem (pagina 6-26)
915 16 17 18
19
20 21 22 23 249Aanzicht rechterzijde
5PS-28199-D1 9/9/02 4:54 PM Page 11
Page 58 of 110

6-12
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
3. Als de koelvloeistof bij of beneden
de merkstreep voor minimumniveau
staat, verwijder dan het stroomlijnpa-
neel B (zie pagina 6-6 voor verwijde-
ren en aanbrengen van het stroom-
lijnpaneel), open de reservoirdop,
vul koelvloeistof bij tot de merks-
treep voor maximumniveau, breng
dan de reservoirdop weer aan en
monteer tenslotte het stroomlijnpa-
neel.
1. Dop van koelvloeistofreservoir
DW000067
X@
Verwijder de koelvloeistofradiatorvul-
dop nooit terwijl de motor nog heet is.
OPMERKING:
8De radiatorkoelvin schakelt automa-
tisch aan of uit, afhankelijk van de
temperatuur van de koelvloeistof in
de koelvloeistofradiator.
8Als de motor oververhit raakt, staan
op pagina 6-45 nadere instructies
vermeld.
DC000080
<>
8Als er geen koelvloeistof voorhan-
den is, gebruik in plaats daarvan
dan gedistilleerd water of zacht
leidingwater. Gebruik geen hard
water of zout water, hierdoor kan
de motor worden beschadigd.
8Wanneer water werd gebruikt in
plaats van koelvloeistof, ververs
dan zo snel mogelijk met koel-
vloeistof, anders wordt de motor
onvoldoende gekoeld en is het
koelsysteem niet beschermd
tegen bevriezing en corrosie.
8Als water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, vraag dan zo snel
mogelijk een Yamaha dealer het
antivries percentage van de koel-
vloeistof te controleren, anders
zal de koelvloeistof minder effec-
tief zijn.
Inhoud koelvloeistofreservoir
(tot aan de merkstreep voor
maximumniveau):
0,25 L
5PS-28199-D1 9/9/02 4:54 PM Page 57
Page 59 of 110

6-13
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DAU04461
Verversen van de koelvloeistofVerversen1. Zet de motorfiets op een vlakke
ondergrond en laat het motorblok zo
nodig afkoelen.
2. Verwijder het zadel. (Zie pagina 3-13
voor instructies over verwijderen en
aanbrengen van het zadel.)
3. Verwijder het stroomlijnpaneel B en
het paneel B. (Zie pagina 6-5 en 6-6
voor de werkwijze bij het verwijderen
en aanbrengen van stroomlijnpane-
len en framepanelen.)
4. Verwijder de bevestigingsbouten
voor de brandstoftank en licht dan
de brandstoftank op om deze bij het
koelvloeistofreservoir te verwijderen.
(Maak de brandstofslangen niet los!)
5. Schuif een opvangbak onder de
motor om de gebruikte koelvloeistof
op te vangen.7. Verwijder de aftappluggen voor koel-
vloeistof om het koelsysteem leeg te
maken.
11
1. Aftapplug koelvloeistof (×2)
6. Verwijder de borgbout voor de koel-
vloeistofradiatorvuldop en de dop
zelf.
DW000067
X@
Verwijder de koelvloeistofradiatorvul-
dop nooit terwijl de motor nog heet is.
1. Borgbout koelvloeistofradiatorvuldop
2. Koelvloeistofradiatorvuldop
5PS-28199-D1 9/9/02 4:54 PM Page 58
Page 60 of 110

6-14
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
8. Verwijder de bevestigingsbout van
het koelvloeistofreservoir.
9. Trek het koelvloeistofreservoir
omhoog en van de motorfiets van-
daan.
10. Draai de dop open zodat de achter-
gebleven koelvloeistof uit het reser-
voir kan stromen en keer vervolgens
het reservoir om.
11. Monteer het koelvloeistofreservoir
door dit in de oorspronkelijke stand
te plaatsen en breng dan de bout
aan.
12. Spoel het koelsysteem grondig door
met schoon leidingwater, nadat alle
koelvloeistof is uitgestroomd.
1. Bout
2. Koelvloeistofreservoir
13. Breng de aftappluggen voor koel-
vloeistof aan en zet ze vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
OPMERKING:
Controleer of de sluitringen beschadigd
zijn en vervang ze zo nodig.
14. Giet de aanbevolen koelvloeistof in
de koelvloeistofradiator tot hij vol is. Aanhaalmoment:
Aftapplug koelvloeistof:
10 Nm (1,0 m·kgf)
Mengverhouding antivries/water:
1:1
Aanbevolen antivries:
Hoogwaardige ethyleenglycol
antivries met corrosieremmers
voor aluminium motoren
Hoeveelheid koelvloeistof:
Totale hoeveelheid:
1,7 L
Inhoud koelvloeistofreservoir:
0,25 L
5PS-28199-D1 9/9/02 4:54 PM Page 59
Page 61 of 110

6-15
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
DC000080
<>
8Als er geen koelvloeistof voorhan-
den is, gebruik in plaats daarvan
dan gedistilleerd water of zacht
leidingwater. Gebruik geen hard
water of zout water, hierdoor kan
de motor worden beschadigd.
8Wanneer water werd gebruikt in
plaats van koelvloeistof, ververs
dan zo snel mogelijk met koel-
vloeistof, anders wordt de motor
onvoldoende gekoeld en is het
koelsysteem niet beschermd
tegen bevriezing en corrosie.
8Als water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, vraag dan zo snel
mogelijk een Yamaha dealer het
antivries percentage van de koel-
vloeistof te controleren, anders
zal de koelvloeistof minder effec-
tief zijn.
DWA00052
X@
8Controleer voor de installatie van
de brandstoftank of de brandstof-
slangen niet zijn beschadigd.
Start de motor niet als een brand-
stofslang beschadigd is, maar
vraag een Yamaha dealer de
beschadigde slangen te vervan-
gen om zo brandstoflekkage te
voorkomen.
8Controleer of de brandstofslan-
gen stevig zijn aangesloten en de
juiste ligging hebben en niet wor-
den afgekneld.
8Zorg dat de tankontluchtings-
slang weer in de oorspronkelijke
positie wordt gelegd.
19. Breng het stroomlijnpaneel, het fra-
mepaneel en het zadel aan.
20. Start de motor en controleer dan of
ergens aan de machine lekkage te
zien is. Vraag in dat geval een
Yamaha dealer het koelsysteem te
controleren. 15. Breng de radiatorvuldop aan, start
de motor, laat een paar minuten sta-
tionair draaien en zet hem dan uit.
16. Verwijder de radiatorvuldop om het
koelvloeistofniveau in de radiator te
controleren. Vul zo nodig zoveel
koelvloeistof bij tot het niveau bove-
nin de koelvloeistofradiator staat en
breng dan de koelvloeistofradiator-
vuldop en de bijbehorende borgbout
aan.
17. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir. Verwijder zo nodig de
dop van het koelvloeistofreservoir,
vul koelvloeistof bij tot aan de merk-
streep voor maximumniveau en
breng dan de dop weer aan.
18. Monteer de brandstoftank.
5PS-28199-D1 9/9/02 4:54 PM Page 60
Page 80 of 110

6-34
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
Om de accu op te bergen
1. Verwijder de accu als de motorfiets
een maand lang niet wordt gebruikt,
laad volledig bij en zet hem dan weg
op een koele en droge plek.
2. Als de accu langer dan twee maan-
den wordt weggeborgen, moet deze
minstens eenmaal per maand wor-
den gecontroleerd; laad de accu dan
steeds volledig bij als dat nodig is.
3. Laad de accu volledig bij alvorens te
installeren.
4. Controleer na installatie of de accu-
kabels correct zijn aangesloten op
de accupolen.
DAU04880
Zekeringen vervangenZekeringen, vervangenDe hoofdzekeringhouder en het kastje
met zekeringen voor afzonderlijke circuits
bevinden zich onder het zadel. (Zie pagi-
na 3-13 voor instructies over verwijderen
en aanbrengen van het zadel.)
Vervang een zekering als volgt als deze
is doorgebrand.
1. Draai de contactsleutel naar “OFF”
en schakel het betreffende elektri-
sche circuit uit.
12 34 5 689 7
7
1. Circuitzekering kilometerteller/klok
(reservezekering)
2. Zekering radiatorkoelvin
3. Zekering richtingaanwijzer/alarmverlichting
4. Zekering ontstekingssysteem
5. Zekering signaleringssysteem
6. Koplampzekering
7. Reservezekering (×5)
8. Zekering elektronisch
brandstofinjectiesysteem
9. Hoofdzekering
DC000102
<>
8Zorg dat de accu altijd geladen
blijft. Door een accu in ontladen
toestand weg te bergen kan per-
manente accuschade ontstaan.
8Om een permanent-dichte accu
(onderhoudsvrij type) te laden, is
een speciale acculader (met con-
stante laadspanning) vereist. Bij
gebruik van een conventionele
acculader raakt de accu bescha-
digd. Wanneer u niet beschikt
over een speciale acculader voor
permanent-dichte accu’s (onder-
houdsvrij type), vraag dan een
Yamaha dealer uw accu op te
laden.
5PS-28199-D1 9/9/02 4:55 PM Page 79
Page 81 of 110

6-35
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met
de voorgeschreven ampèrewaarde
aan.
DC000103
<>
Gebruik geen zekering met een hoger
ampèrage dan is voorgeschreven, om
ernstige schade aan het elektrisch
systeem en mogelijk brandgevaar te
vermijden.
DAU04503
Koplampgloeilamp vervangenKoplampgloeilamp, vervangenDe koplampen op deze motorfiets hebben
halogeen gloeilampen. Vervang een kop-
lampgloeilamp als volgt als deze is door-
gebrand.
1. Maak de koplampstekker los en ver-
wijder dan de gloeilampkap.
1. Gloeilamphouder
2. Koplampstekker
3. Draai de contactsleutel in “ON” en
schakel het betreffende elektrische
circuit in om te zien of de apparatuur
werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch systeem te con-
troleren. Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering: 40 A
Koplampzekering: 15 A
Zekering
signaleringssysteem: 10 A
Zekering radiatorkoelvin: 20 A
Zekering
ontstekingssysteem: 10 A
Circuitzekering kilometerteller/
klok (reservezekering): 5 A
Zekering richtingaanwijzer/
alarmverlichting: 10 A
Zekering elektronisch
brandstofinjectiesysteem: 10 A
5PS-28199-D1 9/9/02 4:55 PM Page 80
Page 91 of 110

6-45
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
Oververhitte motorDW000070
X@
8Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof
en stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
8Breng na verwijderen van de borgbout voor de koelvloeistofradiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek,
aan over de koelvloeistofradiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige
druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.
OPMERKING:
Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorge-
schreven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.Controleer het koelvloeistofniveau
in het reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau
is in orde.
Het koelvloeistofniveau
is laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren.
Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem te
controleren en te repareren als de motor opnieuw oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
5PS-28199-D1 9/9/02 4:55 PM Page 90
Page 102 of 110

8
8-4
SPECIFICATIES
Elektrische installatie
Ontstekingssysteem TCI ontsteking (digitaal)
Laadsysteem
Type Wisselstroomdynamo met
permanente magneten
Standaard vermogen 14 V, 31,5 A @ 5.000 tpm
Accu
Type GT12B-4
Gloeilampen, capaciteit 12 V, 10 Ah
Type koplampHalogeen
Gloeilampen voltage, wattage ×aantal
Koplamp 12 V, 55 W ×2
Parkeerlicht 12 V, 5 W ×1
Achterlicht/remlicht 12 V, 5/21 W ×1
Voorremrichtingaanwizerlamp 12 V, 10 W ×2
Achterremrichtingaawijzerlamp 12 V, 10 W ×2
Instrumentenverlichting 12 V, 2 W ×2
Controlelampje voor vrijstand 12 V, 1,2 W ×1
Controlelampje gootlicht 12 V, 1,4 W ×1
Controlelampje
richtingaanwijzers 12 V, 1,2 W ×2
Waarschuwingslampje voor
olieniveau L.E.D. ×1
Waarschuwingslampje
motorstoring 12 V, 1,4 W ×1Zekering
Hoofdzekering 40 A
Koplampzekerin 15 A
Zekering signaleringssysteem 10 A
Zekering ontstekingssysteem 10 A
Zekering richtingaanwijzer/
alarmverlichting 10 A
Circuitzekering kilometerteller/
klok (reservezekering) 5 A
Zekering radiatorkoelvin 20 A
Zekering elektronisch
brandstofinjectiesysteem 10 A
5PS-28199-D1 9/9/02 4:55 PM Page 101