stop start YAMAHA TDM 900 2003 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2003, Model line: TDM 900, Model: YAMAHA TDM 900 2003Pages: 110, PDF Size: 7.67 MB
Page 22 of 110
3-8
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU03889
Richtingaanwijzerschakelaar “4/6”RichtingaanwijzerschakelaarDruk deze schakelaar naar “6” om
afslaan naar rechts aan te geven. Druk
deze schakelaar naar “4” om afslaan
naar links aan te geven. Na loslaten keert
de schakelaar terug naar de midden-
stand. Om de richtingaanwijzers uit te
schakelen wordt de schakelaar ingedrukt
nadat hij is teruggekeerd in de midden-
stand.
DAU00129
Claxonschakelaar “*”ClaxonschakelaarDruk deze schakelaar in om een claxon-
signaal te geven.
DAU03826
Schakelaar “0” voor alarmverlichtingSchakelaar voor alarmverlichtingMet de contactsleutel in de stand “ON” of
“
.” wordt deze schakelaar gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting worden gebruikt in
een noodgeval of om andere verkeers-
deelnemers te waarschuwen als uw
machine stilstaat in een mogelijk gevaar-
lijke verkeerssituatie.
DC000006
<>
Gebruik de alarmverlichting niet gedu-
rende langere tijd, anders kan de accu
ontladen raken.
DAU03890
Noodstopschakelaar “#/$”NoodstopschakelaarZet deze schakelaar op “#” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar op
“$” om in een noodgeval de motor direct
uit te schakelen, zoals wanneer de
machine omslaat of als de gaskabel blijft
hangen.
DAU00143
Startknop “,”StartknopDruk deze knop in om de motor door mid-
del van de startmotor te starten.
DC000005
<>
Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
1. Noodstopschakelaar “#/$”
2. Startknop “,”
5PS-28199-D1 9/9/02 4:54 PM Page 21
Page 34 of 110
3-20
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
Met afgezette motor:
1. Klap de zijstandaard omlaag.
2. Controleer of de noodstopschakelaar in “
#” staat.
3. Draai de sleutel naar “ON”.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Slaat de motor aan?
Er is mogelijk iets mis met de
vrijstandschakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat een
controle door een Yamaha dealer is
uitgevoerd.
Terwijl de motor nog draait:
6. Klap de zijstandaard omhoog.
7. Houd de koppelingshendel ingetrokken.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Klap de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Nadat de motor is afgeslagen:
10. Klap de zijstandaard omhoog.
11. Houd de koppelingshendel ingetrokken.
12. Druk op de startknop.
Slaat de motor aan?
Er is mogelijk iets mis met de zijstandaard-
schakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat een
controle door een Yamaha dealer is
uitgevoerd.
Er is mogelijk iets mis met de koppelingss-
chakelaar.
Rijd niet met de motorfiets totdat een
controle door een Yamaha dealer is
uitgevoerd.
NEE
OPMERKING:
Deze controle is het meest betrouwbaar bij
een warme motor.
JA
JA NEE
Alles in orde. U kunt met de motorfiets gaan rijden.
JA NEE
5PS-28199-D1 9/9/02 4:54 PM Page 33
Page 41 of 110
5-1
DAU00372
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5
DAU00373
X@
8Zorg dat u volkomen vertrouwd
bent met alle bedieningsfuncties
en hun werking voordat u gaat rij-
den. Informeer bij een Yamaha
dealer als u de werking van een
schakelaar of functie niet volko-
men begrijpt.
8Start de motor nooit in een afge-
sloten ruimte en laat deze hierin
ook niet lange tijd aaneen draaien.
Uitlaatgassen zijn giftig en het
inademen ervan kan al binnen
korte tijd leiden tot bewusteloos-
heid en dodelijk letsel. Controleer
altijd of er voldoende ventilatie is.
8Controleer of de zijstandaard is
ingetrokken alvorens weg te rij-
den. Als de zijstandaard niet
behoorlijk is ingetrokken, kan
deze de grond raken en zo de
motorrijder afleiden, waardoor u
de macht over het stuur verliest.
DAU03951
Starten van de motorStarten van de motorHet startspersysteem staat starten alleen
toe als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
8De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
8De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
DW000054
X@
8Controleer voor het starten van de
motor de werking van het starts-
persysteem en volg daarbij de
werkwijze beschreven op pagina
3-20.
8Ga nooit rijden terwijl de zijstan-
daard omlaag staat.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “#” is gezet.
DCA00083
<>
De waarschuwingslampjes voor olie-
niveau en motorstoring moeten enkele
seconden oplichten en dan uitgaan.
Als een controlelampje niet uitgaat, zie
dan pagina’s 3-2 en 3-3 voor een con-
trole van circuit voor het betreffende
lampje.
2. Schakel de versnellingsbak in de
vrijstand.
OPMERKING:
Als de versnellingsbak in de vrijstand
staat, moet het vrijstandcontrolelampje
branden; zo niet, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.
3. Start de motor door de startknop in
te drukken.
5PS-28199-D1 9/9/02 4:54 PM Page 40
Page 91 of 110
6-45
PERIODIEK ONDERHOUD EN KLEINERE REPARATIES
6
Oververhitte motorDW000070
X@
8Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloeistofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof
en stoom kan naar buiten spuiten en zo ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
8Breng na verwijderen van de borgbout voor de koelvloeistofradiatorvuldop een dikke doek, bijvoorbeeld een handdoek,
aan over de koelvloeistofradiatorvuldop en draai deze dan langzaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige
druk kan ontsnappen. Druk de dop omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder de dop.
OPMERKING:
Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorge-
schreven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.Controleer het koelvloeistofniveau
in het reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau
is in orde.
Het koelvloeistofniveau
is laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren.
Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem te
controleren en te repareren als de motor opnieuw oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
5PS-28199-D1 9/9/02 4:55 PM Page 90
Page 108 of 110
Startspersysteem .................................3-19
Stationair motortoerental ......................6-17
Storingzoeken ......................................6-43
Storingzoekschema’s ...........................6-44
Stroomlijn- en framepanelen,
verwijderen en aanbrengen .................6-5
Stuurschakelaars ....................................3-7
Dimlichtschakelaar ...............................3-7
Lichtsignaalschakelaar ........................3-7
Claxonschakelaar ................................3-8
Noodstopschakelaar ............................3-8
Richtingaanwijzerschakelaar ...............3-8
Schakelaar voor alarmverlichting .........3-8
Startknop .............................................3-8
Stuursysteem, controle .........................6-32
T
Tankbeluchtingsslang ...........................3-12
Tankdop ...............................................3-10
Temperatuurmeter koelvloeistof .............3-6
Toerentellerunit ......................................3-5
U
Uitlaatkatalysator ..................................3-12
V
Veiligheidsinformatie ..............................1-1
Verzorging ..............................................7-1
Voertuigidentificatienummer ...................9-1
Voorvork, afstellen ................................3-14
Voorvork, controleren ...........................6-31W
Wiel (achter) .........................................6-40
Aanbrengen ........................................6-42
Verwijderen ........................................6-40
Wiel (voor) ............................................6-39
Aanbrengen ........................................6-40
Verwijderen ........................................6-39
Wielen ..................................................6-22
Wiellagers, controleren .........................6-32
Wielophanging (achter), smeren ..........6-31
Z
Zadel ....................................................3-13
Zekeringen, vervangen .........................6-34
Zijstandaard ..........................................3-18
Zijstandaard, controleren en smeren ....6-30
INDEX
5PS-28199-D1 9/9/02 4:55 PM Page 107