YAMAHA TMAX 2003 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2003, Model line: TMAX, Model: YAMAHA TMAX 2003Pages: 102, PDF Size: 1.69 MB
Page 11 of 102

5GJ-28199-D2 9/13/02 3:58 PM Page 10
Page 12 of 102

BESCHRIJVING
Aanzicht linkerzijde ........................................................................................2-1
Aanzicht rechterzijde ......................................................................................2-2
Schakelaars en instrumenten .........................................................................2-3
2
5GJ-28199-D2 9/13/02 3:58 PM Page 11
Page 13 of 102

2-1
DAU00026
BESCHRIJVINGLocaties van onderdelen
2
1. Tankdop (pagina 3-9)
2. Achterste opbergcompartiment (pagina 3-14)
3. Helmbevestiging (pagina 3-13)
4. Handgreep (pagina 5-2)
5. Olievuldop kettingkastolie (pagina 6-15)
6. Vuldop motorolie (pagina 6-13)7. Luchtfilterelementen in
v-snaarbehuizing (linker)
8. Aftapplug motorolie (pagina 6-13)
9. Kijkglas olieniveau (pagina 6-12)
10. Oliefilterpatroon (pagina 6-13)
1234
9876510
Aanzicht linkerzijde
5GJ-28199-D2 9/13/02 3:58 PM Page 12
Page 14 of 102

2-2
BESCHRIJVING
2
11. Accu, Zekering (pagina 6-32,6-34)
12. Boordgereedschapsset (pagina 6-1)
13. Voorste opbergcompartiment (pagina 3-14)
14. Kuipruit
15. Luchtfilterelement (pagina 6-19)16. Koelvloeistofradiator
17. Kijkaglas koelvloeistofniveau (pagina 6-17)
18. Luchtfilterelementen in
v-snaarbehuizing (rechter)
19. Middenbok (pagina 6-29)
20. Voetsteun passagier
1112131415
1817161920
Aanzicht rechterzijde
5GJ-28199-D2 9/13/02 3:58 PM Page 13
Page 15 of 102

2-3
BESCHRIJVING
2
1. Achterremhendel (pagina 3-9)
2. Linker stuurschakelaars (pagina 3-6)
3. Digitale klok (pagina 3-5)
4. Snelheidsmeterunit (pagina 3-4)
5. Temperatuurmeter koelvloeistof (pagina 3-5)6. Brandstofniveaumeter (pagina 3-4)
7. Schakelaargroep rechter stuurzijde (pagina 3-7)
8. Voorremhendel (pagina 3-9)
9. Gasgreep (pagina 6-22,6-29)
10. Contactslot/stuurslot unit (pagina 3-1)
43256781
10
9
Schakelaars en instrumenten
5GJ-28199-D2 9/13/02 3:58 PM Page 14
Page 16 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
Contactslot/stuurslot-unit ................................................................................3-1
Controlelampjes .............................................................................................3-2
Snelheidsmeterunit ........................................................................................3-4
Brandstofniveaumeter ....................................................................................3-4
Temperatuurmeter koelvloeistof .....................................................................3-5
Klok ................................................................................................................3-5
Zelfdiagnosesysteem .....................................................................................3-6
Antidiefstal-alarm (optie) ................................................................................3-6
Stuurschakelaars ...........................................................................................3-6
Voorremhendel ...............................................................................................3-9
Achterremhendel ............................................................................................3-9
Vuldop brandstoftank .....................................................................................3-9
Brandstof ......................................................................................................3-10
Zadel ............................................................................................................3-11
Verstellen van rugsteun rijderzadel ..............................................................3-12
Schokdemper ...............................................................................................3-13
Helmbevestiging ...........................................................................................3-13
Opbergcompartimenten ...............................................................................3-14
Zijstandaard .................................................................................................3-14
Startspersysteem .........................................................................................3-15
3
5GJ-28199-D2 9/13/02 3:58 PM Page 15
Page 17 of 102

3-1
DAU00029
Contactslot/stuurslot-unitContactslot/stuurslot-unit
Via het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtings-
systemen bediend en wordt het stuur ver-
grendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.
DAU04580AAN
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom; de instrumentenverlichting,
het achterlicht, de kentekenverlichting en
het parkeerlicht gaan branden en de
motor kan worden gestart. De sleutel kan
niet worden uitgenomen.
DAU00027
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3IGNITIONP
LOCK
ON
OFF
OPEN
PUSH
PUSH
OPMERKING:
De koplamp gaat automatisch branden
wanneer de motor wordt gestart en blijft
aan totdat de sleutel naar “OFF” wordt
gedraaid of de zijstandaard omlaag wordt
bewogen.
DAU00038OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
DAU00040LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektri-
sche systemen zijn uitgeschakeld. De
sleutel kan worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen
1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in
en draai hem dan naar de “LOCK”-
stand. Houd de sleutel hierbij inge-
drukt.
3. Neem de sleutel uit.Om het stuur te ontgrendelen
Druk de sleutel in en draai hem dan naar
“OFF” terwijl de sleutel ingedrukt wordt
gehouden.
DW000016
X@
Draai de contactsleutel nooit naar
“OFF” of naar “LOCK” terwijl de
scooter rijdt; elektrische systemen
worden dan afgeschakeld en mogelijk
zult u zo de macht over het stuur ver-
liezen of een ongeval veroorzaken.
Zorg altijd dat de scooter stilstaat
voordat u de sleutel naar “OFF” of
naar “LOCK” draait.
5GJ-28199-D2 9/13/02 3:58 PM Page 16
Page 18 of 102

3-2
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU03733.(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en het achter-
licht, de kentekenverlichting en het par-
keerlicht branden, maar alle overige elek-
trische systemen zijn uitgeschakeld. De
sleutel kan worden uitgenomen.
Om het contactslot naar “
.” te draaien:
1. Draai de sleutel naar “LOCK”.
2. Draai de sleutel iets linksom tot hij
stuit.
3. Draai de sleutel nog verder linksom
en druk tegelijkertijd in tot hij vast-
klikt.
DCA00043
<>
Gebruik de parkeerverlichting niet
gedurende langere tijd, anders kan de
accu ontladen raken.
Als de motorolie werd ververst voordat
het controlelampje olieverversingstermijn
brandde (dus voordat de intervalperiode
voor olieverversing was verstreken), moet
het controlelampje na de olieverversing
worden teruggesteld om het eerstvolgen-
de tijdstip voor olieverversing weer cor-
rect aan te geven. (Zie pagina 6-15 voor
de juiste werkwijze.)
Het elektrisch circuit van het controle-
lampje kan via de volgende procedure
worden getest.
1. Zet de noodstopschakelaar in “#”
en draai de sleutel naar “ON”.
2. Kijk of het controlelampje een paar
seconden oplicht en dan dooft.
3. Als het controlelampje niet gaat
branden, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.
DAU00056
ControlelampjesControlelampjes
DAU03797Controlelampje “7” voor oliever-
versingstermijnControlelampje voor olieverversingstermijn
Dit controlelampje gaat aan zodra de eer-
ste 1.000 km zijn afgelegd en gaat vervol-
gens telkens na 5.000 km branden, om
zo aan te geven dat het tijd is om de
motorolie te verversen.
Nadat de motorolie is ververst moet het
controlelampje olieverversingstermijn
worden teruggesteld. (Zie pagina 6-15
voor de juiste werkwijze.)
1234
1. Controlelampje “7” voor
oileverversingstermijn
2. V-snaarvervanging controlelampje
“V-BELT”
3. Controlelampje grootlicht “&”
4. Controlelampjes richtingaanwijzers
“4” en “6”
5GJ-28199-D2 9/13/02 3:58 PM Page 17
Page 19 of 102

3-3
OPMERKING:
Het controlelampje olieverversingstermijn
kan gaan knipperen als gas wordt gege-
ven terwijl de scooter op de middenbok
staat; dit wijst dan echter niet op een sto-
ring.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU04424V-snaarvervanging controlelampje
“V-BELT”Controlelampje V-snaarvervanging
Dit controlelampje gaat telkens na
20.000 km branden, dan moet de V-snaar
worden vervangen.
Het elektrisch circuit van het controle-
lampje kan via de volgende procedure
worden getest.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en
controleer of de noodstopschakelaar
op “#” is gezet.
2. Als het controlelampje niet gaat
branden, vraag dan een Yamaha
dealer het elektrisch circuit te testen.
1234
1. Controlelampje “7” voor
oileverversingstermijn
2. V-snaarvervanging controlelampje
“V-BELT”
3. Controlelampje grootlicht “&”
4. Controlelampjes richtingaanwijzers
“4” en “6”
DAU00063Controlelampje grootlicht “&”Controlelampje grootlicht
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het grootlicht van de koplamp is inge-
schakeld.
DAU04121Controlelampjes richtingaanwijzers
“4” en “6”Controlelampjes richtingaanwijzers
Het bijbehorende controlelampje knippert
terwijl de schakelaar voor richtingaanwij-
zers naar de linker- of rechterstand is
gedrukt.
5GJ-28199-D2 9/13/02 3:58 PM Page 18
Page 20 of 102

3-4
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
DAU04426
SnelheidsmeterunitSnelheidsmeterunit
De snelheidsmeterunit is voorzien van
een snelheidsmeter, een kilometerteller
en een ritteller. De snelheidsmeter toont
de actuele rijsnelheid. De kilometerteller
toont de totale afgelegde afstand. De rit-
tellers tonen de afstand afgelegd sinds de
tellers het laatst werden teruggesteld op
nul.
123
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller/ritteller
3.“TRIP”-toets
DAU02950
BrandstofniveaumeterBrandstofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
naald beweegt naar “E” (Empty) naarma-
te het brandstofniveau daalt. Vul zo snel
mogelijk brandstof bij als de naald bij de
rode lijn staat.
OPMERKING:
Voorkom dat de brandstoftank geheel
droog komt te staan.
1
2
1. Brandstofniveaumeter
2. Rode lijn
Door indrukken van de “Trip”-toets wisselt
de weergave tussen kilometerteller-mode,
“ODO”- en ritteller-mode “TRIP”. Om de
ritteller terug te stellen wordt overgescha-
keld naar “Trip”-weergave, waarna de
“TRIP”-toets gedurende minstens
1 seconde wordt ingedrukt. De ritteller
kan samen met de brandstofniveaumeter
worden gebruikt om de afstand te schat-
ten die met een volle brandstoftank kan
worden afgelegd. Deze informatie stelt u
in staat de volgende tankstops te plan-
nen.
5GJ-28199-D2 9/13/02 3:58 PM Page 19