YAMAHA TMAX 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2020, Model line: TMAX, Model: YAMAHA TMAX 2020Pages: 124, PDF Size: 21.6 MB
Page 11 of 124
Veilighei dsinformatie
1-2
1
• We raden aan om het scooterrijden
te oefenen op plekken waar geen
verkeer is, totdat u grondig bekend
bent met de scooter en zijn bedie-
ning.
Ongelukken worden vaak veroorzaakt
door een fout van de scooterbestuur-
der. Veel bestuurders houden bij het
ingaan van een bocht een te hoge rij-
snelheid aan of gaan onvoldoende
schuinliggen voor de rijsnelheid,
waardoor ze wijd uit de bocht komen.
• Neem altijd de maximumsnelheid in acht en rijd nooit sneller dan de
wegcondities en het verkeer toe-
staan.
• Geef altijd richting aan voordat u af-
slaat of van rijstrook wisselt. Zorg
dat andere weggebruikers u kun-
nen zien.
De zithouding van de bestuurder en
de passagier is belangrijk voor een
goede besturing.
• De bestuurder moet tijdens het rij- den beide handen aan het stuur
houden en beide voeten op de be-
stuurdersvoetsteunen, om zo de
macht over het stuur te behouden.
• De passagier hoort steeds de be-
stuurder, de zadelband of de hand-
greep, indien aanwezig, met beide handen vast te houden en beide
voeten op de passagiersvoetsteu-
nen te houden. Neem nooit een
passagier mee die niet in staat is
om beide voeten stevig op de pas-
sagiersvoetsteunen te zetten.
Rijd nooit onder invloed van alcohol of
andere drugs.
Deze scooter is uitsluitend ontworpen
voor gebruik op verharde wegen. De
machine is niet bedoeld voor off-road-
gebruik.
Beschermen de uitrustin g
Scooterongelukken met dodelijke afloop
betreffen meestal hoofdletsel. Het dragen
van een helm is de belangrijkste factor bij
het voorkomen of reduceren van hoofdlet-
sel.
Draag altijd een goedgekeurde helm.
Draag ook een vizier of een veilig-
heidsbril. Zonder oogbescherming
kan uw zicht door de rijwind verslech-
teren, waardoor u gevaren mogelijk te
laat opmerkt.
Door een jack, stevige schoenen, een
lange broek, handschoenen e.d. te
dragen verkleint u de kans op schaaf-
wonden of ontvellingen.
Draag nooit loszittende kleding, deze
kan blijven haken aan schakelhand-
grepen of door de wielen worden ge-
grepen en zo een ongeval of letsel
veroorzaken.
Draag altijd beschermende kleding
die uw benen, enkels en voeten be-
dekt. De motor en het uitlaatsysteem
kunnen tijdens en na het rijden zeer
heet zijn en brandwonden veroorza-
ken.
De hierboven vermelde voorzorgs-
maatregelen gelden ook voor passa-
giers.
Voorkom koolmonoxi dever gifti gin g
De uitlaatgassen van verbrandingsmotoren
bevatten koolmonoxide, een dodelijk gas.
Inademing van koolmonoxide kan hoofd-
pijn, duizeligheid, sufheid, misselijkheid,
verwarring en uiteindelijk de dood veroor-
zaken.
Koolmonoxide is een kleurloos, reukloos,
smaakloos gas dat ook aanwezig kan zijn
als u geen uitlaatgassen ziet of ruikt. Het
koolmonoxideniveau kan zeer snel oplo-
pen, waardoor u het bewustzijn kunt verlie-
zen en uzelf niet meer kunt redden. In
afgesloten of slecht geventileerde ruimtes
kunnen dodelijke hoeveelheden koolmo-
noxide dagenlang blijven hangen. Als u
UB3TD0D0.book Page 2 Wednesday, September 4, 2019 2:53 PM
Page 12 of 124
Veiligheidsinformatie
1-3
1
symptomen van koolmonoxidevergiftiging
ervaart, verlaat de ruimte dan onmiddellijk,
ga naar de open lucht en ROEP MEDISCHE
HULP IN.
Laat de motor niet binnen draaien.
Zelfs als u ventileert met ventilatoren
of open ramen en deuren kan de hoe-
veelheid koolmonoxide snel oplopen
tot gevaarlijke niveaus.
Laat de motor niet draaien in slecht
geventileerde of deels afgesloten
ruimtes zoals schuren of garages.
Laat de motor niet buiten draaien op
plaatsen waar de uitlaatgassen in een
gebouw kunnen worden getrokken via
openingen zoals ramen en deuren.
Bela den
Het monteren van accessoires of het ver-
voer van bagage kan een negatief effect
hebben op de rijstabiliteit en het wegge-
drag als hierdoor de gewichtsverdeling van
de scooter verandert. Wees uiterst voor-
zichtig bij het monteren van accessoires of
het beladen van uw scooter, om zo moge-
lijke ongevallen te vermijden. Pas extra op
wanneer u op een scooter rijdt die beladen
is of waaraan accessoires zijn gemonteerd.
Hieronder volgen naast de informatie over
accessoires enkele richtlijnen voor het be-
laden van uw scooter: Het totale gewicht van de bestuurder, pas-
sagier, accessoires en bagage mag de
maximale gewichtslimiet niet overschrij-
den.
Rijden met een te zwaar belaste
machine kan lei den tot een on geval.
Let op het volgende wanneer u tot deze ge-
wichtslimiet belaadt: Het zwaartepunt van bagage en ac-
cessoires moet zo laag en zo dicht
mogelijk bij de scooter liggen. Beves-
tig zware goederen zo dicht mogelijk
bij het midden van de machine en ver-
deel het gewicht zo gelijkmatig moge-
lijk over beide zijden om onbalans of
instabiliteit te minimaliseren.
Als gewicht gaat schuiven kan zich
een plotselinge onbalans voordoen.
Controleer voordat u gaat rijden of ac-
cessoires en bagage stevig aan de
scooter zijn bevestigd. Controleer de
bevestigingspunten voor accessoires
en bagage regelmatig.
• Pas de vering aan de te vervoeren
bagage aan (alleen voor modellen
met instelbare vering) en controleer
de toestand en spanning van uw
banden. • Bevestig nooit omvangrijke of zwa-
re goederen aan het stuur, de voor-
vork of het voorwielspatbord.
Dergelijke items kunnen een insta-
biel weggedrag of een te trage re-
actie op het stuur veroorzaken.
Deze machine is niet ontworpen
voor het trekken van een aanhan ger
of bevesti gin g van een zijspan.
Orig inele Yamaha accessoires
De keuze van accessoires voor uw machi-
ne vormt een belangrijke beslissing. Origi-
nele Yamaha accessoires, die alleen
verkrijgbaar zijn bij de Yamaha dealer, zijn
door Yamaha ontwikkeld, getest en goed-
gekeurd voor gebruik op uw machine.
Veel bedrijven die niet zijn gelieerd aan
Yamaha produceren onderdelen en acces- soires of bieden aanpassingssets voor
Yamaha voertuigen. Yamaha kan niet alle
producten testen die deze bedrijven produ-
ceren. Om die reden kan Yamaha acces-
soires die niet door Yamaha zijn verkocht of
wijzigingen die niet door zijn Yamaha zijn
aangeraden niet goedkeuren of aanbeve-
len, zelfs niet als deze zijn verkocht en
geenstalleerd door een Yamaha dealer.
Maximale
belastin g:
195 kg (430 lb) (XP560D)
197 kg (434 lb) (XP560E)UB3TD0D0.book Page 3 Wednesday, September 4, 2019 2:53 PM
Page 13 of 124
Veilighei dsinformatie
1-4
1
In de han del verkrij gbare on der delen,
accessoires en aanpassin gssets
Hoewel er producten verkrijgbaar zijn die
qua ontwerp en kwaliteit sterk lijken op ori-
ginele Yamaha accessoires, dient u te be-
seffen dat sommige in de handel
verkrijgbare accessoires of aanpassings-
sets niet geschikt zijn vanwege mogelijke
veiligheidsrisico’s voor uzelf of anderen.
Het monteren van in de handel verkrijgbare
producten of het verrichten van aanpassin-
gen die de ontwerp- of bedieningskenmer-
ken van uw machine wijzigen kan het risico
op ernstig letsel of overlijden van uzelf of
anderen vergroten. U bent verantwoordelijk
voor letsel dat voortvloeit uit wijzigingen
aan de machine.
Volg bij de montage van accessoires de on-
derstaande richtlijnen en die vermeld onder
het kopje “Beladen”. Monteer nooit accessoires en vervoer
nooit bagage als deze een nadelige in-
vloed hebben op de prestaties van uw
scooter. Inspecteer het accessoire
zorgvuldig alvorens het te gebruiken
om te waarborgen dat het de grond-
speling of de hellinghoek op geen en-
kele manier vermindert, de veerweg, de stuuruitslag of de bediening niet
beperkt en geen lampen of reflectors
afdekt.
• Accessoires die aan of nabij het stuur of de voorvork zijn gemon-
teerd zullen mogelijk instabiliteit
veroorzaken door een foutieve ge-
wichtsverdeling of door aerodyna-
mische effecten. Accessoires aan
het stuur of nabij de voorvork moe-
ten zo licht mogelijk zijn en tot een
minimum worden beperkt.
• Omvangrijke accessoires kunnen door hun aerodynamisch effect van
invloed zijn op de rijstabiliteit van de
scooter. De scooter kan door rij-
wind worden opgetild of bij zijwind
instabiel worden. Zulke accessoires
kunnen ook instabiliteit veroorza-
ken terwijl u grote voertuigen in-
haalt of door deze wordt ingehaald.
• Sommige accessoires dwingen de bestuurder om een andere dan de
normale zitpositie in te nemen. Zo’n
verkeerde zitpositie beperkt de be-
wegingsvrijheid van de bestuurder
en kan een comfortabele bediening
hinderen, zodat we dergelijke ac-
cessoires sterk afraden.
Wees voorzichtig bij het aanbrengen
van elektrische accessoires. Als elek-
trische accessoires de capaciteit van
het elektrisch systeem van de scooter
te boven gaan, kan zich een gevaarlij-
ke elektrische storing voordoen waar-
door de verlichting of de motor uitvalt.
In de han del verkrij gbare ban den en vel-
g en
De banden en velgen die bij uw scooter
werden geleverd zijn ontworpen om de mo-
gelijkheden van de machine te ondersteu-
nen en bieden de beste combinatie van
rijprestaties, remvermogen en comfort. An-
dere banden, velgen, maten of combinaties
zijn mogelijk niet geschikt. Zie pagina 8-18
voor bandenspecificaties en meer informa-
tie over het vervangen van uw banden.
De scooter vervoeren
Volg de onderstaande instructies als u de
scooter in een ander voertuig wilt vervoe-
ren. Verwijder alle loszittende voorwerpen
van de scooter.
Zorg dat het voorwiel recht naar voren
wijst op de aanhanger of de laadvloer
en zet het wiel vast in een goot om be-
weging te voorkomen.
UB3TD0D0.book Page 4 Wednesday, September 4, 2019 2:53 PM
Page 14 of 124
Veiligheidsinformatie
1-5
1
Zet de scooter vast met spanbanden
of andere geschikte banden aan stevi-
ge delen van de scooter, zoals het
frame of de bovenste voorvorkklem
(en niet aan, bijvoorbeeld, het stuur,
de richtingaanwijzers of onderdelen
die kunnen afbreken). Kies de plaats
voor de spanbanden zorgvuldig om te
voorkomen dat deze tijdens het trans-
port schuurplekken op de lak veroor-
zaken.
Zorg indien mogelijk dat de vering iets
door de spanbanden wordt ingedrukt,
zodat de scooter tijdens het transport
niet overmatig kan stuiteren.
DAU57600
Andere aan dachtspunten voor
veili g rij den Geef duidelijk richting aan wanneer u
een bocht neemt.
Op een nat wegdek kan remmen ui-
terst lastig zijn. Ve rmijd te hard rem-
men, de scooter zou kunnen slippen.
Bedien de remmen rustig wanneer u
op een nat wegdek wilt stoppen.
Minder snelheid bij het naderen van
een bocht of een afslag. Trek lang-
zaam op nadat u de bocht hebt geno-
men.
Wees voorzichtig bij het passeren van
geparkeerde auto’s. Een bestuurder
merkt u mogelijk niet op en kan het
portier openslaan in uw rijrichting.
Spoorwegovergangen, tramrails, ijze-
ren platen gebruikt in de wegenbouw
en putdeksels worden in natte toe-
stand zeer glad. Minder snelheid en
passeer ze voorzichtig. Houd de
scooter recht, anders kan hij gaan
schuiven.
De remblokken of remvoeringen kun-
nen nat worden bij het wassen van de
scooter. Controleer de remmen na het
wassen van de scooter, voordat u
gaat rijden.
Draag steeds een helm, handschoe-
nen, een lange broek (taps toelopend
bij de enkel/omslag, om flapperen te
voorkomen), en een felgekleurd jack.
Vervoer op uw scooter niet te veel ba-
gage. Een overbeladen scooter is on-
stabiel. Gebruik degelijke snelbinders
om bagage aan de bagagedrager vast
te binden (indien het voertuig is voor-
zien van een bagagedrager). Losse
bagage beïnvloedt de stabiliteit van
de scooter en kan uw aandacht aflei-
den van het verkeer. (Zie pagina 1-3.)
UB3TD0D0.book Page 5 Wednesday, September 4, 2019 2:53 PM
Page 15 of 124
Beschrijving
2-1
2
DAU10411
Aanzicht linkerzij de
1
2
3
4
5
6
9
8
7
1. Zekeringen (pagina 8-30)
2. Accu (pagina 8-29)
3. Tankdop (pagina 5-20)
4. Olievuldop (pagina 8-12)
5. Zijstandaard (pagina 5-28)
6. Olieaftapplug (pagina 8-12)
7. Kijkglas olieniveau (pagina 8-12)
8. Oliefilterpatroon (pagina 8-12) 9. Kijkglas koelvloeistofniveau (pagina 8-15)
UB3TD0D0.book Page 1 Wednesday, September 4, 2019 2:53 PM
Page 16 of 124
Beschrijving
2-2
2
DAU10421
Aanzicht rechterzijde
1
2
3
4
5
6
7
1. Handgreep (pagina 7-3)
2. Gereedschapsset (pagina 8-2)
3. Achterste opbergcompartiment (pagina 5-23)
4. Luchtfilterelement (pagina 8-17)
5. Voorste opbergcompartiment (pagina 5-23)
6. Kuipruit (pagina 5-24/5-8)
7. Middenbok (pagina 8-27)UB3TD0D0.book Page 2 Wednesday, September 4, 2019 2:53 PM
Page 17 of 124
Beschrijving
2-3
2
DAU10431
Bedienin gen en instrumenten
1
2
3
4
5
6
7
8
910,1112
12
1. Achterremhendel (pagina 5-18)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 5-1)
3. Achterremblokkeerhe ndel (pagina 5-18)
4. Snelheidsmeter (pagina 5-4)
5. Multifunctioneel display (pagina 5-5)
6. Toerenteller (pagina 5-5)
7. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 5-1)
8. Voorremhendel (pagina 5-18) 9. Gasgreep (pagina 8-18)
10.Voorste opbergcompartiment (pagina 5-23)
11.Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoires (pagina 5-28)
12.Schakelaars Smart-sleutelsysteem (pagina 3-1)
UB3TD0D0.book Page 3 Wednesday, September 4, 2019 2:53 PM
Page 18 of 124
Smart-sleutelsysteem
3-1
3
DAU77202
Smart-sleutelsysteemDankzij het Smart-sleutelsysteem kan de
machine worden bediend zonder gebruik
van een mechanische sleutel.
WAARSCHUWING
DWA14704
Hou d g eïmplanteer de pacemakers
of hart defi brillators, alsme de an de-
re elektrische me dische apparaten
uit de buurt van d e op het voertui g
g emonteer de antenne (zie af beel-
d in g).
Door de antenne uit gezon den ra-
d io golven kunnen d e werking van
d er gelijke apparaten beïnvloed en
in dien deze in de nab ijheid zijn.
Als u d rager bent van een elektrisch
me disch apparaat, raa dplee g d an
een arts of de fa brikant van het ap-
paraat voor dat u d it voertui g g aa
t
g eb ruiken.
Naast een antenne op de machine bestaat
het Smart-sleutelsysteem uit de Smart-
sleutel, het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem, de schakelaar “ON/ ”, de
schakelaar “OFF/LOCK” en de schakelaar
“/”.1. Antenne op de machine
1. Smart-sleutel
1
1
1. Controlelampje Smart-sleutelsysteem
“”
1. Schakelaar “ON/ ”
1 1
1
UB3TD0D0.book Page 1 Wednesday, September 4, 2019 2:53 PM
Page 19 of 124
Smart-sleutelsysteem
3-2
3
LET OP
DCA15764
Het Smart-sleutelsysteem geb ruikt
zwakke rad iogolven. Het Smart-sleutel-
systeem werkt in de vol gen de situaties
mo gelijk niet.
De Smart-sleutel is geplaatst in een
locatie die is bloot gestel d aan ster-
ke rad iogolven of an dere elektro-
ma gnetische ruis
Er bevin den zich faciliteiten in de
b uurt die sterke ra dio golven uitzen-
d en (televisie- of ra diotorens, ener-
g iecentrales, uitzen dstations,
luchthavens, etc.)
U draa gt of g eb ruikt communicatie-
apparaten zoals ra dio’s of mo biele
telefoons dicht bij uw Smart-sleutel
De Smart-sleutel maakt contact
met of wor dt bed ekt door een me-
talen voorwerp
Andere
voertui gen die zijn uit gerust
met een Smart-sleutelsysteem be-
vin den zich in de nab ijheid
Verplaats de Smart-sleutel in zulke situ-
aties naar een an dere locatie en voer d e
b ewerkin g opnieuw uit. Als dit het pro-
b leem niet oplost, geb ruikt u d e mecha-
nische sleutel om d e bewerkin g in d e
noo dmo dus uit te voeren. (Zie pa gina
8-37.)
DAU77214
Bereik van het Smart-sleutelsy-
steemHet bereik van het Smart-sleutelsysteem
bedraagt ongeveer 80 cm (31.5 in) vanaf
het midden van het stuur.
1. “ / ”-schakelaar
2. Schakelaar “OFF/LOCK”1 2
UB3TD0D0.book Page 2 Wednesday, September 4, 2019 2:53 PM
Page 20 of 124
Smart-sleutelsysteem
3-3
3
OPMERKINGAangezien het Smart-sleutelsysteem
gebruikmaakt van zwakke radiogol-
ven, kan het ontvangstbereik ervan
worden beïnvloed door de omgeving.
Als de batterij van de Smart-sleutel
ontladen raakt, werkt de Smart-sleutel
mogelijk niet of kan het bereik ervan
zeer klein worden.
Als de Smart-sleutel is uitgeschakeld,
zal de machine de Smart-sleutel niet
herkennen, ook niet als deze zich bin-
nen het ontvangstbereik bevindt.
Als de schakelaar “ON/ ”, de scha-
kelaar “OFF/LOCK” of de schakelaar
“ / ” herhaaldelijk wordt ingedrukt
terwijl de Smart-sleutel buiten bereik
is of niet met de machine kan commu-
niceren, worden alle schakelaars tijde-
lijk uitgeschakeld.
Als de Smart-sleutel wordt opgebor-
gen in het voorste of achterste op-
bergcompartiment, kan dit de
communicatie tussen de Smart-sleu-
tel en de machine belemmeren. Als de
achterste bagageruimte of het voorste
opbergcompartiment is vergrendeld
met de Smart-sleutel erin, wordt het Smart-sleutelsysteem mogelijk uitge-
schakeld. Draag de Smart-sleutel al-
tijd bij u.
WAARSCHUWING
DWA17952
U dient de Smart Key b ij u te dra-
g en. Bewaar d eze niet in het voer-
tui g.
Wees erop alert dat wanneer d e
Smart Key zich binnen het wer-
kin gsb ereik bevin dt, an dere perso-
nen die de Smart Key niet dra gen
d e motor kunnen starten en het
voertui g kunnen bed ienen.
DAU61647
De Smart-sleutel en mechani-
sche sleutel geb ruikenDe machine wordt geleverd met één
Smart-sleutel (met een geïntegreerde me-
chanische sleutel) en één mechanische re-
servesleutel met een identificatiekaart.
Bewaar de mechanische reservesleutel en
de kaart afzonderlijk van de Smart-sleutel.
Als de Smart-sleutel beschadigd of verlo-
ren raakt, of wanneer de batterij ontladen
is, kunt u in plaats daarvan de mechanische
sleutel gebruiken. Het zadel kan worden
geopend, het identificatienummer van het
Smart-sleutelsysteem kan handmatig wor-
den ingevoerd, en de machine kan worden
gebruikt. (Zie pagina 8-37.) We raden u aan
om het i dentificatienummer te noteren
voor noodgevallen.
UB3TD0D0.book Page 3 Wednesday, September 4, 2019 2:53 PM