YAMAHA TRACER 700 2018 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2018, Model line: TRACER 700, Model: YAMAHA TRACER 700 2018Pages: 102, PDF Size: 5.57 MB
Page 11 of 102
Veiligheidsinformatie
1-5
1
Controleer of de brandstofkraan (in-
dien aanwezig) in de “OFF”-stand
staat en er geen brandstoflekkage is.
Zorg dat het voorwiel recht naar voren
wijst op de aanhanger of de laadvloer
en zet het wiel vast in een goot om be-
weging te voorkomen.
Schakel een versnelling in (bij model-
len met een handgeschakelde ver-
snellingsbak).
Zet de motorfiets vast met spanban-
den of andere geschikte banden aan
stevige delen van de motorfiets, zoals
het frame of de bovenste voorvork-
klem (en niet aan, bijvoorbeeld, het
stuur, de richtingaanwijzers of onder-
delen die kunnen afbreken). Kies de
plaats voor de spanbanden zorgvuldig
om te voorkomen dat deze tijdens het
transport schuurplekken op de lak
veroorzaken.
Zorg indien mogelijk dat de vering iets
door de spanbanden wordt ingedrukt,
zodat de motorfiets tijdens het trans-
port niet overmatig kan stuiteren.
UBC6D2D0.book Page 5 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 12 of 102
Beschrijving
2-1
2
DAU63371
Aanzicht linkerzijde
12,3
4 65
789
1. Zadelslot (pagina 3-19)
2. Opbergcompartiment (pagina 3-20)
3. Boordgereedschapsset (pagina 6-2)
4. Schakelpedaal (pagina 3-14)
5. Olievuldop (pagina 6-10)
6. Olieaftapplug (pagina 6-10)
7. Kijkglas olieniveau (pagina 6-10)
8. Oliefilterpatroon (pagina 6-10)
9. Koelvloeistofreservoir (pagina 6-13)
UBC6D2D0.book Page 1 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 13 of 102
Beschrijving
2-2
2
DAU63391
Aanzicht rechterzijde
215
6
7 8
34
1. Zekeringen (pagina 6-33)
2. Accu (pagina 6-32)
3. Stelring voor veervoorspanning schokdemperunit (pagina 3-21)
4. Tankdop (pagina 3-16)
5. Koplamp (pagina 6-35)
6. Aftapplug koelvloeistof (pagina 6-14)
7. Rempedaal (pagina 3-15)
8. Vloeistofreservoir achterrem (pagina 6-23)
UBC6D2D0.book Page 2 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 14 of 102
Beschrijving
2-3
2
DAU63401
Bedieningen en instrumenten
12534678
1. Koppelingshendel (pagina 3-13)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-12)
3. Multifunctionele meter (pagina 3-6)
4. Contactslot/stuurslot (pagina 3-2)
5. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-23)
6. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-12)
7. Gasgreep (pagina 6-16)
8. Remhendel (pagina 3-14)
UBC6D2D0.book Page 3 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 15 of 102
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-1
3
DAU10978
Startblokkeersysteem
Dit voertuig is voorzien van een startblok-
keersysteem waarmee diefstal kan worden
bemoeilijkt door de codering van de stan-
daardsleutels te wijzigen. Het systeem be-
staat uit de volgende onderdelen:
een codeersleutel (met een rood bo-
vendeel)
twee standaardsleutels (met een
zwart bovendeel) die opnieuw kunnen
worden gecodeerd
een transponder (die is geïntegreerd in
de codeersleutel)
een startblokkeereenheid
een ECU
een controlelampje van de startblok-
kering (Zie pagina 3-6.)
De sleutel met het rode bovendeel wordt
gebruikt om de twee standaardsleutels te
coderen. Het wijzigen van de codes is een
ingewikkelde procedure. Breng het voer-
tuig daarom met alle drie sleutels naar een
Yamaha dealer om deze opnieuw te laten
coderen. Gebruik de sleutel met het rode
bovendeel niet om met het voertuig te rij-
den. Deze sleutel dient uitsluitend te wor-
den gebruikt voor het opnieuw coderen van
de standaardsleutels. Gebruik altijd een
standaardsleutel om met het voertuig te rij-
den.
LET OP
DCA11822
ZORG DAT U DE CODEERSLEUTEL
NIET VERLIEST! NEEM DIRECT
CONTACT OP MET UW DEALER
ALS U HEM VERLOREN HEBT! Als
de codeersleutel verloren is, kun-
nen de standaardsleutels niet op-
nieuw gecodeerd worden. U kunt
het voertuig dan nog steeds starten
met de standaardsleutels, maar als
ze opnieuw gecodeerd moeten
worden (d.w.z. als er een nieuwe
standaardsleutel is gemaakt of als
alle sleutels verloren zijn), dient het
gehele startblokkeersysteem ver-
vangen te worden. Daarom wordt u
sterk aangeraden een van de stan-
daardsleutels te gebruiken en de
codeersleutel op een veilige plek te
bewaren.
Dompel de sleutels nooit in water.
Stel de sleutels nooit bloot aan ex-
treem hoge temperaturen.
Leg de sleutels nooit vlakbij magne-
tische voorwerpen (zoals bijvoor-
beeld speakers enz.).
Plaats nooit voorwerpen die elektri-
sche signalen uitzenden vlakbij de
sleutels.
Plaats nooit zware voorwerpen op
de sleutels.
U mag de sleutels nooit slijpen of de
vorm ervan wijzigen.
U mag het plastic gedeelte van de
sleutels nooit demonteren.
Hang nooit twee sleutels van een
startblokkeersysteem aan dezelfde
sleutelring.
Bewaar de standaardsleutels en
ook de sleutels van andere start-
blokkeersystemen altijd op een an-
dere plek
dan de codeersleutel van
het voertuig.
1. Codeersleutel (rood bovendeel)
2. Standaardsleutels (zwart bovendeel)
UBC6D2D0.book Page 1 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 16 of 102
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-2
3
Houd sleutels van andere startblok-
keersystemen altijd uit de buurt van
het contactslot, want anders kun-
nen ze signaalstoring veroorzaken.DAU10474
Contactslot/stuurslot
Via het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtingssy-
stemen bediend en wordt het stuur ver-
grendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.
OPMERKING
Gebruik de standaardsleutel (zwarte greep)
voor regelmatig gebruik van de machine.
Bewaar de codeersleutel (rode greep) op
een veilige plaats en gebruik deze uitslui-
tend voor hercodering om het risico op ver-
lies te minimaliseren.
DAU38531ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom; de instrumentenverlichting, het
achterlicht, de kentekenverlichting en het
parkeerlicht gaan branden en de motor kan
worden gestart. De sleutel kan niet worden
uitgenomen.
OPMERKING
De koplamp gaat automatisch branden als
de motor wordt gestart en blijft aan totdat
als de motor afslaat.
DAU10662OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
P
ON
OFF
LOCK
UBC6D2D0.book Page 2 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 17 of 102
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-3
3
WAARSCHUWING
DWA10062
Draai nooit de sleutel naar “OFF” of
“LOCK” terwijl de machine rijdt. Hier-
door worden de elektrische systemen
uitgeschakeld, wat mogelijk kan leiden
tot verlies van de controle of een onge-
val.
DAU1068BLOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen
1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in
en draai deze dan naar “LOCK”.
3. Neem de sleutel uit.
OPMERKING
Als het stuur niet wordt vergrendeld, pro-
beer het dan iets terug naar rechts te draai-
en.
Om het stuur te ontgrendelen
DAU59680 (Parkeren)
De alarmverlichting en richtingaanwijzers
kunnen worden ingeschakeld, maar alle an-
dere elektrische systemen zijn uit. De sleu-
tel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar “ ” te kunnen draaien.
LET OP
DCA20760
Als u de alarmverlichting of de richting-
aanwijzers langdurig gebruikt, kan dit de
accu ontladen.1. Drukken.
2. Draaien.
12
1. Drukken.
2. Draaien.
12
UBC6D2D0.book Page 3 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 18 of 102
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-4
3
DAU49399
Controlelampjes en waarschu-
wingslampjes
DAU11032Controlelampjes richtingaanwijzers
“” en“”
Elk controlelampje gaat knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU11061Vrijstandcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de versnel-
lingsbak in de vrijstand staat.
DAU11081Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU59962Waarschuwingslampje oliedruk “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motoroliedruk laag is.Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet weer gaan branden na-
dat het kort is uitgegaan, en dan blijven
branden totdat de motor is gestart.
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden als de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, vraag dan een Yamaha-dealer om
het elektrische circuit te controleren.
LET OP
DCA21210
Als het waarschuwingslampje gaat
branden terwijl de motor draait, zet de
motor dan onmiddellijk uit en controleer
het olieniveau. Als het olieniveau bene-
den het minimumniveau staat, vul dan
voldoende olie van de aanbevolen soort
bij tot het correcte niveau. Als het waar-
schuwingslampje oliedruk blijft branden
terwijl het olieniveau in orde is, zet dan
onmiddellijk de motor af en laat het
voertuig controleren door een Yamaha-
dealer.
OPMERKING
Als het waarschuwingslampje niet uitgaat
nadat de motor is gestart, controleer dan
het motorolieniveau en vul indien nodig olie
bij. (Zie pagina 6-10.)
Als het waarschuwingslampje blijft branden
nadat u olie hebt bijgevuld, vraag dan een
Yamaha-dealer om het voertuig te contro-
leren.
DAU11447Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
de motor oververhit raakt. Zet in zo’n geval
de motor onmiddellijk af en geef deze de
tijd om af te koelen.
1. Controlelampje linker richtingaanwijzers
“”
2. Waarschuwingslampje oliedruk “ ”
3. Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
4. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
5. ABS-waarschuwingslampje “ ”
6. Controlelampje startblokkering “ ”
7. Controlelampje grootlicht “ ”
8. Vrijstandcontrolelampje “ ”
9. Controlelampje rechter richtingaanwijzers
“”
123456789
ABS
UBC6D2D0.book Page 4 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 19 of 102
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-5
3
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
OPMERKING
Bij machines met een of meer radia-
torkoelvinnen schakelt de radiator-
koelvin automatisch in of uit op basis
van de koelvloeistoftemperatuur in de
radiator.
Als de motor oververhit raakt, staan
op pagina 6-41 nadere instructies ver-
meld.
DAU11486Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
wanneer er een probleem wordt aangege-
ven in het elektrisch circuit dat de motor
controleert. Als dit zich voordoet, vraag dan
een Yamaha-dealer de machine te contro-
leren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ON” te draaien. Het waarschu-
wingslampje moet enkele seconden oplich-
ten en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet met-
een op wanneer u de sleutel naar “ON”
draait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een Yamaha
dealer controleren.
DAU59120ABS-waarschuwingslampje “ ”
Onder normale omstandigheden gaat het
ABS-waarschuwingslampje branden als de
sleutel naar “ON” wordt gedraaid en uit als
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h) of
hoger wordt gereden.
Als het ABS-waarschuwingslampje:
niet gaat branden wanneer de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
niet uitgaat wanneer met een snelheid
van 10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt
gereden
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
Yamaha dealer het systeem te controleren.
(Zie pagina 3-15 voor uitleg over de wer-
king van het ABS-systeem.)
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
uitgaat zodra met een snelheid van
10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt gereden,
of als het waarschuwingslampje tijdens
het rijden gaat branden of knipperen,
keert het remsysteem terug naar con-
ventioneel remmen. Als een van de bo-
venstaande gevallen zich voordoet, of
als het waarschuwingslampje helemaal
niet gaat branden, rij dan extra voorzich-
tig om te voorkomen dat de remmen in
noodsituaties blokkeren. Laat het rem-
systeem en de elektrische circuits zo
snel mogelijk door een Yamaha dealer
controleren.
OPMERKING
Het ABS-waarschuwingslampje gaat ook
branden als de startknop wordt ingedrukt.
Dit wijst echter niet op een storing.
ABS
UBC6D2D0.book Page 5 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 20 of 102
Functies van instrumenten en bedieningselementen
3-6
3
DAUM3621Controlelampje startblokkering“”
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
continu te knipperen om aan te geven dat
het startblokkeersysteem is ingeschakeld.
Het controlelampje stopt na 24 uur met
knipperen, maar het startblokkeersysteem
blijft ingeschakeld.
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje kan worden gecontroleerd door de
sleutel naar “ON” te draaien. Het controle-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Als het controlelampje niet gaat branden
wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, blijft branden of in een patroon
knippert, laat de machine dan nazien door
een Yamaha dealer. (Als er een probleem
wordt gedetecteerd in het startblokkeersy-
steem, gaat het controlelampje startblok-
kering in een patroon knipperen.)
OPMERKING
Als het controlelampje startblokkering
knippert in het patroon 5 keer langzaam ge-
volgd door 2 keer snel, betreft dit mogelijk
een storing in het transpondersignaal. Als
deze fout zich voordoet, probeer dan het
volgende.
1. Houd andere startblokkeersleutels uit
de buurt van het contactslot. Andere
startblokkeersleutels kunnen signaal-
storing veroorzaken, waardoor de mo-
tor weigert te starten.
2. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.
3. Als de motor start, zet deze dan weer
uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
4. Als de motor niet kan worden gestart
met een of beide standaardsleutels,
breng dan de machine en alle 3 sleu-
tels naar een Yamaha dealer en laat
de standaardsleutels opnieuw code-
ren.
DAUM3760
Multifunctionele meter
De multifunctionele meter biedt de volgen-
de voorzieningen:
snelheidsmeter
toerenteller
klok
brandstofniveaumeter
eco-controlelampje
aanduiding ingeschakelde versnelling
multifunctioneel display
1. Linker instelknop
2. Rechter instelknop
1. Brandstofniveaumeter
2. Klok
3. Aanduiding ingeschakelde versnelling
4. Eco-controlelampje “ECO”
5. Snelheidsmeter
6. Toerenteller
7. Multifunctioneel display
12
67
21345
UBC6D2D0.book Page 6 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM