YAMAHA TRACER 700 2018 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2018, Model line: TRACER 700, Model: YAMAHA TRACER 700 2018Pages: 102, PDF Size: 5.57 MB
Page 81 of 102
Periodiek onderhoud en afstelling
6-35
6
DAUM3820
Koplampgloeilamp vervangen
De koplampen op dit model hebben halo-
geen gloeilampen. Vervang een koplamp-
gloeilamp als volgt als deze is
doorgebrand.
LET OP
DCA10651
Pas op en zorg dat de volgende onder-
delen niet worden beschadigd:
Koplampgloeilamp
Raak het glas van de koplampgloei-
lamp niet aan zodat dit vetvrij blijft,
anders kan de doorzichtigheid van
het glas, de lichtintensiteit en de le-
vensduur nadelig worden beïn-
vloed. Wrijf eventuele
verontreinigingen en vingerafdruk-
ken op het gloeilampglas weg met
een doekje gedrenkt in alcohol of
thinner.
Koplamplens
Plak g
een kleurfolie of stickers op
de koplamplens.
Gebruik geen koplampgloeilamp
met een hoger wattage dan is voor-
geschreven.
1. Verwijder de gloeilampkap door deze
linksom te draaien.2. Maak de koplampstekker los.
3. Haak de gloeilamphouder los en ver-
wijder dan de defecte gloeilamp.
4. Breng een nieuwe koplampgloeilamp
aan en zet deze dan vast met de gloei-
lamphouder.
5. Sluit de koplampstekker aan.
6. Monteer de gloeilampkap door deze
rechtsom te draaien.
OPMERKING
Zorg bij het monteren van de kop-
gloeilampkappen dat de breedste
borglip naar boven wijst.
Zorg dat de O-ring correct aanligt.
1. Raak het glas van de gloeilamp niet aan.
1. Gloeilampkap
1. Gloeilamphouder
2. Koplampstekker
1
ZAUM1419
2
1
ZAUM1420
UBC6D2D0.book Page 35 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 82 of 102
Periodiek onderhoud en afstelling
6-36
6
7. Vraag indien nodig een Yamaha dea-
ler de koplamplichtbundel af te stel-
len.
DAU54502
Parkeerlichten
Dit model heeft parkeerlichten van het LED-
type.
Als een parkeerlicht niet werkt, laat dan een
controle uitvoeren door een Yamaha-dea-
ler.
ZAUM1431
UBC6D2D0.book Page 36 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 83 of 102
Periodiek onderhoud en afstelling
6-37
6
DAU70540
Remlicht/achterlicht
Dit model is uitgerust met een rem-
licht/achterlicht van het LED-type.
Als het remlicht/achterlicht niet gaat bran-
den, vraag dan een Yamaha-dealer om het
na te kijken.
DAU24205
Gloeilamp in richtingaanwijzer
vervangen
1. Verwijder de lamplens van de richting-
aanwijzer door de schroeven te verwij-
deren.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze in te drukken en linksom te draai-
en.
3. Plaats een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting, druk deze in en draai rechtsom
tot hij stuit.
4. Monteer de lamplens door de schroef
aan te brengen. LET OP: Draai de
schroef niet te vast, hierdoor kan de
lens breken.
[DCA11192]
1. Lamplens richtingaanwijzer
2. Schroef
1. Gloeilamp richtingaanwijzer
1
2
1
UBC6D2D0.book Page 37 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 84 of 102
Periodiek onderhoud en afstelling
6-38
6
DAU59890
Gloeilamp in kentekenverlichting
vervangen
1. Verwijder de kentekenverlichtingsunit
door de moeren, ringen en kragen te
verwijderen en verwijder vervolgens
de gloeilampfitting van de kenteken-
verlichting (samen met de gloeilamp)
door deze uit te trekken.
2. Verwijder de defecte gloeilamp door
deze uit te trekken.
3. Steek een nieuwe gloeilamp in de fit-
ting.
4. Monteer de fitting (samen met de
gloeilamp) door deze in te drukken en
monteer vervolgens de kentekenver-
lichtingsunit door de kragen, ringen en
moeren aan te brengen.
DAU67131
Ondersteunen van de motorfiets
Dit model is niet voorzien van een midden-
bok, gebruik daarom onderhoudsstan-
daards bij het verwijderen van het voor- of
achterwiel of bij het uitvoeren van ander on-
derhoud waarbij de motorfiets rechtop
moet staan.
Controleer of de motorfiets stabiel en vlak
staat alvorens onderhoud te verrichten.
1. Kentekenverlichtingsunit
2. Flensbus
3. Moer
4. Gloeilampfitting kentekenverlichting
1. Gloeilamp kentekenverlichting
1
2
2
4
3
3
1
1. Onderhoudsstandaard (voorbeeld)
1
UBC6D2D0.book Page 38 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 85 of 102
Periodiek onderhoud en afstelling
6-39
6
DAU25872
Problemen oplossen
Yamaha motorfietsen ondergaan een gron-
dige inspectie voordat ze vanaf de fabriek
op transport gaan, maar tijdens gebruik
kunnen toch storingen optreden. Proble-
men in de brandstof-, compressie- of ont-
stekingssystemen kunnen bijvoorbeeld de
oorzaak zijn van slecht starten of een afna-
me in motorvermogen.
In de volgende storingzoekschema’s is een
snelle en gemakkelijke werkwijze weerge-
geven om deze vitale systemen zelf te kun-
nen controleren. Ga met uw motorfiets
echter wel naar een Yamaha dealer als re-
paraties nodig zijn, hier zijn vakkundige
monteurs aanwezig die beschikken over
het benodigde gereedschap en de ervaring
en vakkennis om het nodige onderhoud
aan de motorfiets correct te verrichten.
Gebruik uitsluitend originele Yamaha ver-
vangingsonderdelen. Niet-originele onder-
delen lijken misschien op Yamaha
onderdelen maar zijn toch vaak van minde-
re kwaliteit en hebben een kortere levens-
duur, zodat dan later mogelijk toch dure
reparaties nodig zijn.
WAARSCHUWING
DWA15142
Rook niet tijdens het controleren van het
brandstofsysteem en let erop dat er
geen open vuur of vonken in de omge-
ving zijn, inclusief waakvlammen van
geisers of ovens. Benzine en benzine-
dampen kunnen vlam vatten of explode-
ren, met ernstig letsel of schade aan
eigendommen tot gevolg.
UBC6D2D0.book Page 39 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 86 of 102
Periodiek onderhoud en afstelling
6-40
6
DAU67970
Storingzoekschema’s
Startproblemen of slechte werking van de motor
1. BrandstofEr is voldoende
brandstof aanwezig.
Er is geen brandstof
aanwezig.
Controleer de accu.
Vul brandstof bij.
De motor draait snel
rond.
De motor draait
langzaam rond.
De motor start niet.
Controleer de accu.
Schoonvegen met een
droge doek. Stel de
elektrodenafstand van
de bougies af of
vervang de bougies.
Controleer de
aansluitingen van de
accukabels en vraag
indien nodig een Yamaha
dealer om de accu te laden.
2. AccuDe accu is in orde.
De motor start niet.
Controleer de
ontsteking.
3. OntstekingNatBedien de elektrische
startknop.
Droog
Er is compressie.
Er is geen
compressie.
De motor start niet.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
Vraag een Yamaha dealer de machine te controleren.
De motor start niet.
Controleer de
compressie.Vraag een Yamaha
dealer de machine te
controleren.
Verwijder de bougies
en controleer de
elektroden.
Bedien de elektrische
startknop.
Bedien de elektrische
startknop.
Controleer het
brandstofniveau in de
brandstoftank.
4. Compressie
UBC6D2D0.book Page 40 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 87 of 102
Periodiek onderhoud en afstelling
6-41
6
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWA10401
Verwijder de koelvloeistofradiatorvuldop niet terwijl de motor en de koelvloei-
stofradiator nog heet zijn. Hete vloeistof en stoom kan naar buiten spuiten en zo
ernstige brandwonden veroorzaken. Wacht tot de motor is afgekoeld.
Breng na verwijderen van de borgbout voor de radiatorvuldop een dikke doek,
bijvoorbeeld een handdoek, aan over de radiatorvuldop en draai deze dan lang-
zaam linksom tegen de aanslag zodat de nog aanwezige druk kan ontsnappen.
Druk de d
op omlaag zodra het sisgeluid stopt en draai deze linksom en verwijder
de dop.
OPMERKING
Als geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater worden gebruikt, maar dit
moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschreven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in
het reservoir en in de
radiator.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Het koelvloeistofniveau
is in orde.
Er is geen lekkage.
Er is lekkage.
Het koelvloeistofniveau
is laag. Controleer het
koelsysteem op
lekkage.
Vraag een Yamaha
dealer het koelsysteem
te controleren en te
repareren.
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te repareren als de
motor opnieuw oververhit raakt.
UBC6D2D0.book Page 41 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 88 of 102
Verzorging en stalling van de motorfiets
7-1
7
DAU37834
Matkleur, let op
LET OP
DCA15193
Sommige modellen zijn uitgerust met
matkleurige onderdelen. Raadpleeg een
Yamaha dealer voor advies over wat
voor producten gebruikt moeten worden
om het voertuig te reinigen. Het gebruik
van een borsteltje, chemische produc-
ten of reinigingsmiddelen tijdens het rei-
nigen van deze onderdelen kan het
oppervlak bekrassen of beschadigen.
Ook was moet niet worden aangebracht
op een van de matkleurige onderdelen.
DAU26015
Verzorging
De open constructie van een motorfiets
maakt de fraaie techniek beter zichtbaar,
maar de machine is hierdoor ook kwets-
baarder. Er kan roestvorming en corrosie
optreden, ook al zijn hoogwaardige com-
ponenten gebruikt. Een roestige uitlaatpijp
valt bij een auto niet zo op, maar doet bij
een motorfiets afbreuk aan het algehele ui-
terlijk. Regelmatige en correcte verzorging
is niet alleen vereist volgens de garantiebe-
palingen, maar zorgt ook dat de motorfiets
er langer mooi uit blijft zien, verlengt de le-
vensduur en verbetert de prestaties.
Alvorens te reinigen
1. Dek de uitlaatdemperopening af met
een plastic zak nadat de motor is af-
gekoeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek-
pluggen, ook de bougiedoppen, en
alle elektrische stekkers en aansluitin-
gen stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling, zo-
als verbrande olie op het carter, met
een ontvetter en een borstel, maar ge-
bruik dergelijke producten nooit op af-
dichtingen, pakkingen, tandwielen, de
aandrijfketting en de wielassen. Spoel
vuil en ontvetter altijd af met water.
Reinigen
LET OP
DCA10773
Vermijd het gebruik van sterke en
bijtende wielreinigingsmiddelen,
vooral bij spaakwielen. Als dergelij-
ke producten toch worden gebruikt
om hardnekkig vuil los te maken,
laat het reinigingsmiddel dan niet
langer inwerken dan is vermeld in
de gebruiksinstructies. Spoel ver-
volgens grondig na met water, laat
direct drogen en breng daarna een
corrosiewerende spray aan.
UBC6D2D0.book Page 1 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 89 of 102
Verzorging en stalling van de motorfiets
7-2
7
Bij verkeerd reinigen kunnen kunst-
stof delen (zoals stroomlijnpanelen,
framepanelen, kuipruiten, kop-
lamplenzen, lenzen van de instru-
mentenverlichting enz.) en de
uitlaatdempers beschadigd raken.
Gebruik alleen een zachte, schone
doek of een spons met water om
kunststof delen te reinigen. Als de
kunststof delen met water niet af-
doende kunnen worden gereinigd,
kan een mild reinigingsmiddel met
water worden gebruikt. Spoel reini-
gingsmiddelresten zorgvuldig af
met grote hoeveelheden water,
aangezien ze de kunststof delen
kunnen beschadigen.
Geb
ruik geen bijtende chemische
reinigingsmiddelen op kunststof
delen. Vermijd het gebruik van doe-
ken of sponzen die in contact zijn
geweest met bijtende of schurende
reinigingsmiddelen, oplosmiddelen
of thinner, brandstof (benzine),
roestverwijderingsmiddelen of cor-
rosieremmers, remvloeistof, anti-
vries of elektrolyt.
Gebruik geen hogedrukreinigers of
stoomreinigers, omdat dan op de
volgende plaatsen water kan door-
dringen en zo schade kan ontstaan:
afdichtingen (van wiel- en achter-
bru
glagers, voorvork en remmen),
elektrische componenten (kabel-
stekkers, messtekkers, instrumen-
ten, schakelaars en verlichting),
beluchtings- en ontluchtingsslan-
gen.
Bij motorfietsen met een kuipruit:
Gebruik geen bijtende reinigings-
middelen of harde sponzen, deze
veroorzaken dofheid en laten kras-
jes achter. Sommige reinigingsmid-
delen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op de
kuipruit. Test het product op eenklein, niet-zichtbaar gedeelte van
de kuipruit om zeker te zijn dat
geen sporen achterblijven op de
kuipruit. Als de kuipruit krasjes ver-
toont, breng dan na wassen een
hoogwaardige polish voor gebruik
op kunststof aan.
Na normaal gebruik
Verwijder vuil met warm water, een mild rei-
nigingsmiddel en een zachte, schone
spons en spoel dan grondig met schoon
water. Gebruik een tandenborstel of fles-
senborstel voor moeilijk bereikbare plek-
ken. Hardnekkig vastzittend vuil en
insectenresten laten gemakkelijker los als
de bewuste plek alvorens te reinigen een
paar minuten met een vochtige doek wordt
bedekt.
Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-
kelde wegen
Zeelucht en wegenzout waarmee wegen in
de winter worden bestrooid hebben in
combinatie met water een zeer corrosieve
werking; handel daarom als volgt na een rit
in een regenbui, nabij de kust of op bepe-
kelde wegen.
OPMERKING
In de winter gestrooid wegenzout kan nog
tot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de motorfiets met koud water
en een mild reinigingsmiddel nadat de
motor is afgekoeld. LET OP: Gebruik
geen warm water, dit versnelt de
corrosieve werking van het zout.
[DCA10792]
2. Breng met een spuitbus een corrosie-
werend middel aan op alle metalen
delen, ook op verchroomde en vernik-
kelde componenten, om zo corrosie
te voorkomen.
UBC6D2D0.book Page 2 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM
Page 90 of 102
Verzorging en stalling van de motorfiets
7-3
7
Na reiniging
1. Droog de motorfiets met een zeemle-
ren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Laat de aandrijfketting direct drogen
en smeer hem om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaatsy-
stemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
4. Het is aan te bevelen om met een
spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
5. Gebruik oliespray als universeel
schoonmaakmiddel om nog achter-
gebleven vuil te verwijderen.
6. Werk kleine lakbeschadigingen door
steenslag e.d. bij.
7. Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.
8. Laat de motorfiets volledig drogen al-
vorens deze te stallen of af te dekken.
WAARSCHUWING
DWA11132
Verontreiniging van de remmen of ban-
den kan leiden tot verlies van de controle
over de machine.
Controleer of er geen olie of was op
de remmen of banden zit.
Reinig de remschijven en remvoe-
ringen indien nodig met een norma-
le remschijfreiniger of aceton en
spoel de banden schoon met lauw
water en een mild reinigingsmiddel.
Test de remwerking en het wegge-
drag van de machine in bochten
voordat u met hoge snelheden gaat
rijden.
LET OP
DCA10801
Breng een geringe hoeveelheid
oliespray en was aan en verwijder
overtollige hoeveelheden.
Breng oliespray of was nooit aan op
rubber of kunststof delen, behandel
deze met een daartoe bestemd ver-
zorgingsmiddel.
Vermijd het gebruik van schurende
poetsmiddelen, deze tasten de lak
aan.
OPMERKING
Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
Door wassen, regenachtig weer of een
vochtig klimaat kan de koplamplens
beslagen raken. Inschakelen van de
koplamp gedurende een korte periode
zal helpen bij de verwijdering van het
vocht.
UBC6D2D0.book Page 3 Wednesday, July 11, 2018 3:11 PM