stop start YAMAHA TRACER 900 GT 2018 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2018, Model line: TRACER 900 GT, Model: YAMAHA TRACER 900 GT 2018Pages: 118, PDF Size: 9.6 MB
Page 18 of 118
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-3
3
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in de stand “LOCK” in en
draai deze dan naar “OFF”.
DAU59680
(Parkeren)
De alarmverlichting en richtingaanwijzers
kunnen worden ingeschakeld, maar alle an-
dere elektrische systemen zijn uit. De sleu-
tel kan worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de
sleutel naar “ ” te kunnen draaien.
LET OP
DCA20760
Als u de alarmverlichtin g of de richtin g-
aanwijzers lan gdurig g eb ruikt, kan dit de
accu ontla den.
DAU66055
StuurschakelaarsLinks Rechts
DAU73921
Dimlichtschakelaar/
lichtsi
gnaalschakelaar “ / /PASS”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
Als u een grootlichtsignaal wilt geven, drukt
u op de lichtsignaalzijde “PASS” van de
schakelaar terwijl de koplampen op dim-
licht staan.
DAU66040
Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de rich-
1. Drukken.
2. Draaien.12
1. Rijmodusschakelaar “MODE”
2. TCS-schakelaar “ / ”
3. Cruise-controlschakelaars
4. Schakelaar alarmverlichting “ ”
5. Claxonschakelaar “ ”
6. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
7. Dimlichtschakelaar/lichtsignaalschakelaar “ / /PASS”
2
3
4
5
1
76
1. Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
2. Wielschakelaar “ ”
1
2
UB1JD0D0.book Page 3 Friday, February 9, 2018 8:37 AM
Page 19 of 118
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-4
3
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU66030
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU84240
TCS-schakelaar “ / ”
Zie pagina 3-27 voor uitleg over de werking
van de tractieregeling.
DAU66060
Stop/Run/Start-schakelaar “ / / ”
Om de motor te starten met de startmotor,
zet u deze schakelaar op “ ” en drukt u de
schakelaar vervolgens omlaag naar “ ”.
Zie pagina 5-1 voor startinstructies voordat
u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU66010
Schakelaar alarmverlichtin g“”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ”
kan deze schakelaar worden gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers). De alarmverlichting wo
rdt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet g ed u-
ren de lan gere tij d als d e motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
DAU84250
Cruise-controlschakelaars
Zie pagina 3-8 voor uitleg over de werking
van cruise control.
DAU84260
Rijmo dusschakelaar “MODE”
Zie pagina 3-24 voor uitleg over de rijmo-
dus.
DAU84271
Wielschakelaar “ ”
Gebruik als het hoofdscherm op het display
wordt weergegeven het wiel om de items in
de informatieweergave te schuiven en te-
rug te stellen en om de handvatverwarming
in te stellen. Wanneer de weergave is gewijzigd naar het
scherm MENU, gebruik dan de wielschake-
laar om naar de instellingsmodulen te navi-
geren en instellingen te wijzigen.
Bedien de wielschakelaar als volgt.
Omhoo
gdraaien - draai het wiel omhoog
om naar boven te schuiven of een instel-
lingswaarde te verhogen.
Omlaa gdraaien - draai het wiel omlaag om
naar beneden te schuiven of een instel-
lingswaarde te verlagen.
Kort in drukken - druk de schakelaar kort
in om te selecteren en te bevestigen.
Lang indrukken - druk de schakelaar een
seconde in om een item op een informatie-
weergave terug te stellen of om het scherm
MENU te openen of af te sluiten.
OPMERKING Het scherm MENU kan worden ge-
opend door het wiel lang ingedrukt te
houden, tenzij het scherm van de
handvatverwarming is geselecteerd of
de brandstofreserve-ritteller (F-TRIP)
wordt weergegeven.
Zie pagina 3-10 voor meer informatie
over het hoofdscherm en de bijbeho-
rende functies.
UB1JD0D0.book Page 4 Friday, February 9, 2018 8:37 AM
Page 22 of 118
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-7
3
Bij wijze van zelfcontrole gaat het lampje
kort branden wanneer de machinevoeding
wordt ingeschakeld.
DAU73120
Controlelampje start blokkerin g“”
Als de sleutel naar “OFF” wordt gedraaid,
begint het controlelampje na 30 seconden
continu te knipperen om aan te geven dat
het startblokkeersysteem is ingeschakeld.
Het controlelampje stopt na 24 uur met
knipperen, maar het startblokkeersysteem
blijft ingeschakeld.
Het elektrisch circuit voor het controle-
lampje kan worden ge controleerd door de
sleutel naar “ON” te draaien. Het controle-
lampje moet enkele seconden oplichten en
dan uitgaan.
Als het controlelampje niet gaat branden
wanneer de sleutel naar “ON” wordt ge-
draaid, blijft branden of in een patroon
knippert, laat de machine dan nazien door
een Yamaha dealer. (Als er een probleem
wordt gedetecteerd in het startblokkeersy-
steem, gaat het controlelampje startblok-
kering in een patroon knipperen.)OPMERKINGAls het controlelampje startblokkering
knippert in het patroon 5 keer langzaam ge-
volgd door 2 keer snel, betreft dit mogelijk een storing in het transpondersignaal. Als
deze fout zich voordoet, probeer dan het
volgende.
1. Houd andere startblokkeersleutels uit
de buurt van het contactslot. Andere
startblokkeersleutels kunnen signaal-
storing veroorzaken, waardoor de mo-
tor weigert te starten.
2. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.
3. Als de motor start, zet deze dan weer uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
4. Als de motor niet kan worden gestart met een of beide standaardsleutels,
breng dan de machine en alle 3 sleu-
tels naar een Yamaha dealer en laat
de standaardsleutels opnieuw code-
ren.
DAU84281
Waarschuwin gslampje motorolie en
koelvloeistof “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is of de koelvloei-
stoftemperatuur hoog is. Zet als dit gebeurt
onmiddellijk de motor uit.
Als de machine wordt ingeschakeld, moet
het waarschuwingslampje enkele secon-
den oplichten en dan uitgaan. Als het waar- schuwingslampje niet gaat branden, vraag
dan een Yamaha dealer de machine te con-
troleren.
LET OP
DCA26391
Als het waarschuwin
gslampje motorolie
en koelvloeistof gaat bran den terwijl de
motor draait, moet u onmi ddellijk de mo-
tor afzetten en de machine stoppen.
Als de motor oververhit raakt,
wor dt het waarschuwin gspicto-
g ram koelvloeistoftemperatuur
weer geg even. Laat de motor afkoe-
len. Controleer het koelvloeistofni-
veau (zie pa gina 6-38).
Als het motorolieniveau laa g is,
wor dt het waarschuwin gspicto-
g ram motorolie weer geg even. Con-
troleer het olieniveau (zie pa gina
6-11).
Als het waarschuwing slampje blijft
b ran den nad at de motor is af ge-
koel d en het olieniveau in or de is
b evon den, laat dan een Yamaha
d ealer de machine controleren. Rij d
niet ver der met de machine!
UB1JD0D0.book Page 7 Friday, February 9, 2018 8:37 AM
Page 25 of 118
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-10
3
gewist. U kunt de hervattingsfunctie pas
weer gebruiken nadat u een nieuwe kruis-
snelheid hebt ingesteld.Automatische uitschakeling van cruisecontrolDe cruise control voor dit model wordt
elektronisch geregeld en is gekoppeld aan
de andere regelsystemen. De cruise control
wordt onder de volgende omstandigheden
automatisch uitgeschakeld:
De cruise control kan de ingestelde
kruissnelheid niet aanhouden.
Er is een wielslip of wielspin gedetec-
teerd. (Als de tractieregeling niet is uit-
geschakeld, werkt de tractieregeling
nog.)
De startschakelaar/noodstopschake-
laar wordt in de stand “ ” gezet.
De motor slaat af.
De zijstandaard wordt omlaag gezet.
Als u rijdt met een ingestelde kruissnelheid
en de cruise control onder de bovenstaan-
de omstandigheden wordt uitgeschakeld,
gaat het controlelampje “ ” uit en knip-
pert het controlelampje “SET” gedurende 4
seconden, waarna het uitgaat.
Als u niet rijdt met een ingestelde kruissnel-
heid en de startschakelaar/noodstopscha-
kelaar in de stand “ ” wordt gezet, de motor afslaat of de zijstandaard omlaag
wordt gezet, gaat het controlelampje “ ”
uit (het controlelampje “SET” knippert niet).
Als de cruise control automatisch wordt uit-
geschakeld, moet u stoppen en controleren
of de machine in goede staat verkeert.
Voordat u de cruise control opnieuw ge-
bruikt, moet u deze inschakelen met de
aan-uitschakelaar.
OPMERKINGIn bepaalde gevallen kan de cruise control
de ingestelde kruissnelheid mogelijk niet
aanhouden wanneer u heuvelopwaarts of
heuvelafwaarts rijdt met de machine.
Wanneer u heuvelopwaarts rijdt met
de machine, kan de werkelijke rijsnel-
heid lager worden dan de ingestelde
kruissnelheid. Als dit gebeurt, accele-
reert u met de gasgreep tot de ge-
wenste rijsnelheid.
Wanneer u heuvelafwaarts rijdt met de
machine, kan de werkelijke rijsnelheid
hoger worden dan de ingestelde
kruissnelheid. Als dit gebeurt, kunt u
de instelschakelaar niet gebruiken om
de ingestelde kruissnelheid aan te
passen. Als u de rijsnelheid wilt verla-
gen, gebruikt u de remmen. Wanneer
u de remmen gebruikt, wordt de
cruise control uitgeschakeld.
DAU84301
Weer gaveDe volgende items kunnen op de weergave
worden gevonden.
Snelheidsmeter
Toerenteller
Brandstofniveaumeter
Informatieweergave
Aanduiding ingeschakelde versnelling
Rijmodusweergave
TCS-weergave
Luchttemperatuurweergave
Scherm handvatverwarming
QS-indicator
Klok
Hold-indicator voor toerenpiek
Eco-controlelampje
Waarschuwingspictogram brandstof-
niveau
Waarschuwingspictogram motorolie
Waarschuwingspictogram koelvloei-
stoftemperatuurOPMERKINGDit model is voorzien van een TFT-LCD
(thin film transistor liquid crystal display)
voor een goede contrastwerking en lees-
baarheid onder uiteenlopende omstandig-
heden. Door de aard van deze technologie
is het normaal dat een klein aantal pixels in-
actief is.
UB1JD0D0.book Page 10 Friday, February 9, 2018 8:37 AM
Page 33 of 118
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-18
3
2. Selecteer “IND Mode”.
3. Selecteer “ON” voor een constante in-
dicatorverlichting, “OFF” om de indi-
cator uit te schakelen of “Flash” om de
schakelindicator te laten knipperen
wanneer de activeringsdrempel voor
de indicator is bereikt. 4. Selecteer “IND Start”.
5. Draai de wielschakelaar om het toe-
rental aan te passen waarbij het scha-
kelcontrolelampje gaat branden. “IND
Start” operationeel bereik is 5000–
12800 tpm. 6. Selecteer “IND Stop” en draai vervol-
gens de wielschakelaar om het toe-
rental aan te passen waarbij het
schakelcontrolelampje uitgaat. “IND
Stop” operationeel bereik is 5500–
13000 tpm.
OPMERKINGHet blauwe gebied op de toerenteller geeft
het huidige ingestelde bereik aan van de
schakelindicatorverlichting.“Shift IND Bri ghtness”
Het schakelindicatorlampje heeft zes hel-
derheidsniveaus.
12 :
00
Shift Indicator
km/h
Tach IND SettingShift IND SettingPeak Rev IND SettingShift IND Brightness
1000 r/min
12 :
00
Shift IND Setting
IND Mode
IND Start
IND Stop ON
6000
r/min
12000
r/min
km/h
Shift Indicator
1000 r/min
12 :
00
Shift IND Setting
IND Mode
IND Start
IND Stop ON
6000
r/min
12000
r/min
km/h
Shift Indicator
1000 r/min
12 :
00
Shift IND Setting
IND Mode
IND Start
IND Stop ON
7000
r/min
12000
r/min
km/h
Shift Indicator
1000 r/min
12 :
00
Shift IND Setting
IND Mode
IND Start
IND Stop ON
8000
r/min
13000
r/min
km/h
Shift Indicator
UB1JD0D0.book Page 18 Friday, February 9, 2018 8:37 AM
Page 59 of 118
Functies van instrumenten en bed ienin gselementen
3-44
3
JA NEE JA NEE JA NEE
WAARSCHUWING
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. Zet de noodstopschakelaar in de stand “run”.
3. Zet het contactslot aan.
4. Zet de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Trek de koppelingshendel in.
8. Zet de versnellingsbak in een versnelling.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet
goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Trek de koppelingshendel in.
12. Druk op de startknop.
Start de motor? De sperschakelaar van de koppelingshendel
werkt mogelijk niet.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt. Laat als een storing wordt aangetroffen de
machine nakijken alvorens te gaan rijden.
UB1JD0D0.book Page 44 Friday, February 9, 2018 8:37 AM
Page 63 of 118
Gebruik en belan grijke rij-informatie5-1
5
DAU15952
Lees de gebruikersha ndleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvol doen de vertrouw dhei d met de
b ed ienin gselementen kan lei den tot ver-
lies van d e controle, met mo gelijk een
on geval of letsel tot g evolg.
DAUM3631
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor, waarbij de
motor afslaat bij kanteling. In dat geval
gaat ook het waarschuwingslampje
motorstoring branden, maar dit is
geen storing. Draai de sleutel naar
“OFF” en dan naar “ON” om het waar-
schuwingslampje uit te zetten. Als u
dat niet doet zal de motor niet starten,
ondanks dat de motor wordt aange-
zwengeld als u op de startknop drukt.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg op de
startknop om de motor opnieuw te
starten.
DAU84361
De motor startenZet onder normale omstandigheden de
versnellingsbak in de vrijstand alvorens de
motor te starten. Om de motor te starten
met een versnelling in geschakeld, moet de
zijstandaard zijn opgeklapt en moet de
koppelingshendel zijn ingeknepen.
Om de motor te starten1. Draai het contactslot naar “ON” en zet de noodstopschakelaar op “ ”.
2. Controleer of de volgende lampjes een circuitcontrole doorlopen. Waarschuwingslampje motor-
storing
ABS-waarschuwingslampje
Controlelampje tractieregeling
Controlelampjes cruise control
Schakelcontrolelampje
Waarschuwingslampje motorolie
en koelvloeistof
Controlelampje startblokkeringOPMERKING Het ABS-waarschuwingslampje moet
uitgaan wanneer een rijsnelheid van
10 km/h (6 mi/h) of hoger wordt be-
reikt.
UB1JD0D0.book Page 1 Friday, February 9, 2018 8:37 AM
Page 104 of 118
Periodiek on derhou d en afstelling
6-38
6
Oververhitte motor
WAARSCHUWING
DWA10401
Verwij der de koelvloeistofra diatorvul dop niet terwijl de motor en de koelvloeistofra diator no g heet zijn. Hete vloeistof en
stoom kan naar buiten spuiten en zo ernsti ge bran dwon den veroorzaken. Wacht tot de motor is afg ekoeld.
Bren g na verwij deren van d e bor gbout voor de rad iatorvuld op een dikke doek, bijvoor beel d een han ddoek, aan over de ra-
d iatorvul dop en draai deze dan lan gzaam linksom te gen de aansla g zo dat de no g aanwezi ge druk kan ontsnappen. Druk
d e dop omlaa g zo dra
het sis gelui d stopt en draai deze linksom en verwij der de dop.
OPMERKINGAls geen koelvloeistof beschikbaar is, kan tijdelijk leidingwater wo rden gebruikt, maar dit moet wel zo snel mogelijk door de voorgeschre-
ven koelvloeistof worden vervangen.
Wacht tot de
motor is afgekoeld.
Controleer het
koelvloeistofniveau in het
reservoir en in de radiator.
Het koelvloeistofniveau is
in orde.
Het koelvloeistofniveau is
laag. Controleer het
koelsysteem op lekkage.
Vraag een Yamaha dealer het
koelsysteem te controleren en te
repareren.Vul koelvloeistof bij.
(Zie OPMERKING.)
Start de motor. Vraag een Yamaha dealer het koelsysteem
te controleren en te repareren als de motor opnieuw
oververhit raakt.
Er is lekkage.
Er is geen
lekkage.
UB1JD0D0.book Page 38 Friday, February 9, 2018 8:37 AM
Page 115 of 118
Index
10-2
10
Specificaties ........................................... 8-1
Stalling .................................................... 7-4
Stand van het stuur, afstellen ............... 3-38
Startblokkeersysteem............................. 3-1
Startspersysteem ................................. 3-43
Stationair toerental, controleren ........... 6-15
Stop/Run/Start-schakelaar ..................... 3-4
Storingzoekschema’s ........................... 6-37
Stuurschakelaars .................................... 3-3
Stuursysteem, controleren ................... 6-29TTankdop ............................................... 3-30
Tankoverloopslang ............................... 3-32
TCS-schakelaar ...................................... 3-4
Tractieregeling ...................................... 3-27UUitlaatkatalysator .................................. 3-32VVeiligheidsinformatie .............................. 1-1
Verzorging .............................................. 7-1
Voertuigidentificatienummer................... 9-1
Voor- en achterremblokken
controleren ......................................... 6-21
Voorvork, afstellen ................................ 3-38
Voorvork, controleren ........................... 6-28
Vrije slag koppelingshendel, afstellen .............................................. 6-19
Vrije slag van gasgreep, controleren .... 6-16
Vrije slag van remhendel,
controleren ......................................... 6-20
Vrijstandcontrolelampje .......................... 3-5WWaarschuwingslampje motorolie en koelvloeistof ......................................... 3-7 Waarschuwingslampje motorstoring ..... 3-6
Weergave, hoofdscherm ...................... 3-10
Weergave, menuscherm ...................... 3-14
Wielen .................................................. 6-19
Wiellagers controleren ......................... 6-29
ZZadels .................................................. 3-33
Zekeringen, vervangen......................... 6-31
Zijstandaard ......................................... 3-43
UB1JD0D0.book Page 2 Friday, February 9, 2018 8:37 AM