YAMAHA TW125 2000 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2000, Model line: TW125, Model: YAMAHA TW125 2000Pages: 84, PDF Size: 3.95 MB
Page 21 of 84

3-9
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU01092
Zadel
Verwijder de bouten om het zadel te ver-
wijderen.
1. Bout (´2)
Om het zadel weer aan te brengen, voor
het aanbrengen van het zadel steekt u de
nok aan de voorkant van het zadel in de
houder van het frame en duwt u het zadel
omlaag, om vervolgens de bouten weer
aan te draaien.
OPMERKING:
Kontroleer, alvorens te gaan rijden, of het
zadel goed vast zit.
1. Uitsteeksel
2. Houder
DAU00260
Helmhouder
Om de helmhouder te openen, steekt u
de sleutel in het slot en draait u deze in
de aangegeven richting. Om de helmhou-
der te sluiten, drukt u deze weer terug
naar de normale stand.
DW000030
X@
Ga nooit rijden terwijl er zich een helm
in de helmhouder bevindt. De helm
zou ergens tegenaan kunnen stoten,
waardoor u uw evenwicht zou kunnen
verliezen met als gevolg een ongeluk.
1. Helmhouder
1
1
1
2
5EK-9-D0 (TW125) 4/7/0 5:23 AM Page 19
Page 22 of 84

3-10
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU01343
AchterschokbrekerDAU00315
X@
Deze schokbreker bevat stikstofgas
onder bijzonder hoge druk. Lees de
onderstaande informatie aandachtig
door alvorens over te gaan tot onder-
houdswerkzaamheden aan de schok-
breker. Yamaha is niet verantwoorde-
lijk voor beschadigingen of
verwondingen ontstaan door verkeerd
behandelen van de schokbreker.
8Probeer de cilinder niet te ope-
nen.
8Zorg dat de schokbreker niet in de
buurt komt van open vuur of
blootgesteld wordt aan hoge tem-
peraturen. Dit zou kunnen leiden
tot een ontploffing door uitzetting
van het stikstofgas.
8Zorg dat de cilinder niet vervormd
of anderzins beschadigd wordt.
Dit zal een slechte werking van de
schokbreker tot gevolg hebben.
8Als er iets mis is met de schok-
breker of er moet onderhouds-
werk aan verricht worden, breng
uw motorfiets dan naar een
Yamaha dealer.
DAU00320
Achterste opbergvakDW000032
X@
Zorg dat de 3 kg maximale belading
niet overschreden wordt.
1. Achterste opbergvak
DAU01493
Snelbinderhaken
Onder de achterbagagedrager zitten vier
haken voor bagagesnelbinders.
1. Snelbinderhaken (´4)
11
1
5EK-9-D0 (TW125) 4/7/0 5:23 AM Page 20
Page 23 of 84

3-11
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU00330
Zijstandaard
Dit model is uitgerust met een onderbre-
kingscircuit voor de onsteking. Rijd nooit
met de motorfiets terwijl de zijstandaard
is uitgeklapt. De zijstandaard bevindt zich
aan de linkerkant.
(Zie blz. 5-1 voor een uitleg van dit onder-
brekingscircuit).
DW000044
X@
Rijd nooit met deze motorfiets terwijl
de zijstandaard is uitgeklapt. Als de
zijstandaard niet volledig is opgeklapt,
kan het gebeuren dat deze de grond
raakt waardoor u uw balans zou kun-
nen verliezen met als gevolg een zeer
ernstig ongeluk. Yamaha heeft in deze
motorfiets een onderbrekingscircuit
voor de ontsteking ingebouwd om
ongelukken door een niet goed inge-
klapte zijstandaard te vermijden. Voer
de hieronder beschreven procedure
regelmatig uit, om te kontroleren of het
onderbrekingscircuit juist funktio-
neert. Mocht er iets mis zijn met het
onderbrekingscircuit, raadpleeg dan
onmiddellijk een Yamaha dealer.
5EK-9-D0 (TW125) 4/7/0 5:23 AM Page 21
Page 24 of 84

3-12
FUNKTIE VAN DE INSTRUMENTEN EN BEDIENINGSELEMENTEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU00331
Kontrole van de
zijstandaard/koppelings-
onderbrekingsschakelaar
Kontroleer, aan de hand van de onder-
staande informatie, de zijstandaard-
onderbrekingsschakelaar en de koppe-
lings-onderbrekingsschakelaar op een
juiste werking.
DW000045
X@
Mocht er iets mis zijn met het onder-
brekingscircuit, raadpleeg dan onmid-
dellijk een Yamaha dealer.
KLAP DE ZIJSTANDAARD UIT.
DE MOTOR SLAAT AF.
DE ZIJSTANDAARD-
ONDERBREKINGSSCHAKELAAR IS IN
ORDE.
DRAAI DE KONTAKTSLOT-
SCHAKELAAR NAAR “ON” EN DE
MOTORSTOPSCHAKELAAR NAAR “#”.
ER IS EEN VERSNELLING
INGESCHAKELD EN DE
ZIJSTANDAARD IS OPGEKLAPT.
TREK DE KOPPELINGSHENDEL IN EN
DRUK OP DE STARTSCHAKELAAR.
DE MOTOR START.
DE KOPPELING-ONDERBREKINGSS-
CHAKELAAR IS IN ORDE.
5EK-9-D0 (TW125) 4/7/0 5:23 AM Page 22
Page 25 of 84

4-1
DAU01114
KONTROLE VOOR HET RIJDEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
Als eigenaar bent u verantwoordelijk voor de toestand van uw voertuig. De vitale onderdelen en funkties van uw motorfiets kunnen
wel eens onverwacht teruglopen, ook al rijdt u er niet mee (bijvoorbeeld door blootstelling aan de elementen). Elke beschadiging, lek-
kage of verlies van bandenspanning kan ernstige gevolgen hebben. Daarom is het van groot belang om naast een zorgvuldige visu-
ele inspektie ook voor elke rit de volgende punten grondig te kontroleren.
DAU00340
KONTROLE VOOR HET RIJDEN
ONDERDEEL KONTROLE BLZ.
Voorrem9Kontroleer werking, vrije slag en vloeistofniveau. Kontroleer op vloeistoflekkage.
3-4, 6-19 ~ 6-20, 6-22 ~ 6-23
9Indien nodig, DOT 4 (of DOT 3) remvloeistof bijvullen.
Achterrem9Kontroleer op soepele werking en vrije slag.
3-5, 6-20 ~ 6-22
9Indien noodzakelijk afstellen.
Koppeling9Kontroleer op soepele werking en vrije slag.
3-4, 6-19
9Indien nodig, afstellen.
Gasgreep en behuizing9Kontroleer op soepele werking.
6-15, 6-26
9Indien nodig, smeren.
Motorolie9Kontroller oliepeil.
6-9 ~ 6-12
9Indien nodig, olie bijvullen.
Ketting9Kontroleer kettingspanning en algehele toestand.
6-24 ~ 6-25
9Indien nodig, afstellen.
Wielen en banden9Kontoroleer op slijtage, beschadiging en degelijk vastzittende spaken.
6-16 ~ 6-18
9Kontoroleer bandenspanning.
Bevestigings- en9Kontroleer op soepele werking.
6-27
schakelpedaalas9Indien nodig, smeren.
Werking van rem- en9Kontroleer op soepele werking.
6-27
koppelingshendel9Indien nodig, smeren.
Werking van zijstandaard9Kontroleer op soepele werking.
6-27
9Indien nodig, smeren.
Bevestigingsdelen van frame9Kontroleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig vastzitten.
—
9Indien nodig, aantrekken.
5EK-9-D0 (TW125) 4/7/0 5:23 AM Page 23
Page 26 of 84

4-2
KONTROLE VOOR HET RIJDEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
OPMERKING:
Deze kontrole vóór het rijden, dient u iedere keer uit te voeren, voordat u wegrijdt. Deze inspektie kan grondig, doch in
vrij korte tijd uitgevoerd werden. De korte tijd die u hieraan besteed, weegt ruimschoots op tegen de extra veiligheid die
dit oplevert.
X@
Als één van de onderdelen van de bovenstaande lijst niet juist funktioneert, laat dit dan kontroleren en reparen door uw
Yamaha dealer.
ONDERDEEL KONTROLE BLZ.
Benzinetank9Kontroleer op benzinepeil.
3-5 ~ 3-7
9Indien nodig, benzine tanken.
Verlichting, richtingaan-
9Kontoroleer op juiste werking. 6-32 ~ 6-34
wijzers en schakelaars
Accu9Kontroleer het accuvloeistofpeil.
6-30 ~ 6-31
9Vul zonodig bij met gedistilleerd water.
5EK-9-D0 (TW125) 4/7/0 5:23 AM Page 24
Page 27 of 84

5-1
DAU00372
BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU00373
X@
8Leer de motorfiets goed kennen,
alvorens ermee te gaan rijden.
Maak uzelf vertrouwd met alle
bedieningsorganen alvorens op te
stappen en weg te rijden. Als er
iets niet geheel duidelijk is, raad-
pleeg dan uw Yamaha dealer.
8Laat de motor nooit langere tijd in
een afgesloten ruimte draaien. De
uitlaatgassen zijn bijzonder giftig
en kunnen binnen zeer korte tijd
leiden tot bewusteloosheid en
dood. Zorg altijd voor een goede
ventilatie.
8Kontroleer alvorens weg te rijden
altijd of de zijstandaard is opge-
klapt. Een neergeklapte, of
gedeeltelijk opgeklapte, zijstan-
daard kan leiden tot bijzonder ern-
stige ongelukken.
DAU03011
Starten van de motor
OPMERKING:
Deze motorfiets is uitgerust met een
onderbrekingssysteem voor de ontsteking
en voor het startcircuit. De motor kan
alleen gestart worden onder een van de
volgende omstandigheden:
8de versnelling in zijn vrij staat.
8de zijstandaard opgeklapt is en er is
een versnelling ingeschakeld terwijl
de koppeling los staat.
Rijd nooit met de motorfiets als de zijstan-
daard is uitgeklapt.
DW000054
X@
Lees de informatie over de onderbre-
kingscircuits van de zijstandaard en
van de koppeling nog eens aandachtig
door (zie blz. 3-12), alvorens de onder-
staande stappen uit te voeren.
5EK-9-D0 (TW125) 4/7/0 5:23 AM Page 25
Page 28 of 84

5-2
BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DE VERSNELLING STAAT IN VRIJ EN DE ZIJ-
STANDAARD IS NEERGEKLAPT:
DRUK OP STARTSCHAKELAAR. DE MOTOR
SLAAT AAN.
KLAP DE ZIJSTANDAARD OMHOOG EN
SCHAKEL EEN VERSNELLING IN.
U KUNT MET DE MOTORFIETS RIJDEN.U KUNT MET DE MOTORFIETS RIJDEN.
ER IS EEN VERSNELLING INGESCHAKELD
EN DE ZIJSTANDAARD IS OPGEKLAPT:
DRAAI DE KONTAKTSLOT-SCHAKELAAR NAAR “ON”
EN DE MOTORSTOPSCHAKELAAR NAAR “#”.
TREK DE KOPPELINGSHENDEL IN EN START
MOTOR MET DE STARTSCHAKELAAR. DE
MOTOR SLAAT AAN.
5EK-9-D0 (TW125) 4/7/0 5:23 AM Page 26
Page 29 of 84

5-3
BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
1. Draai de hendel van de benzine-
kraan naar “ON”.
2. Draai de kontaktslot-schakelaar naar
“ON” en de motorstop-schakelaar
naar “#”.
3. Zet de versnelling vrij.
OPMERKING:
Als de versnelling in vrij staat, dient het
vrijstand-kontrolelampje op te lichten. Als
het kontrolelampje niet oplicht, raadpleeg
dan een Yamaha dealer voor kontrole.
4. Open de chokeknop (choke) en
draai de gashendel volledig dicht.5. Start de motor door op de startscha-
kelaar te drukken.
OPMERKING:
Als de motor niet onmiddellijk aanslaat,
laat de startschakelaar dan los, wacht
enkele sekonden en probeer het nog-
maals. Om de accu te sparen, dient u de
startmotor nooit langer dan 10 sekonden
achtereen te laten draaien.
6. Nadat u de motor heeft gestart,
draait u de chokeknop (choke) onge-
veer voor de helft terug.
OPMERKING:
Voor een lange levensduur van de motor
dient u de motor voor wegrijden warm te
laten lopen. Geef nooit vol gas als de
motor nog koud is.
7. Als de motor warm is, schakelt u de
chokeknop (choke) helemaal uit.
OPMERKING:
De motor is voldoende opgewarmd als
deze goed op de gashendel reageert
wanneer de chokeknop (choke) volledig
uit staat.
ONFUEL
RES
OFF
ON
5EK-9-D0 (TW125) 4/7/0 5:23 AM Page 27
Page 30 of 84

5-4
BEDIENING EN BELANGRIJKE TIPS VOOR HET RIJDEN
1
2
3
4
5
6
7
8
9
DAU01258
Starten van een warme motor
Als de motor warm is, hoeft u de choke-
knop (choke) niet te gebruiken.
DC000046
<>
Alvorens de motorfiets voor de eerste
maal te gebruiken, is het raadzaam de
paragraaf “Inrijden” aandachtig door
te lezen.
DC000048
<>
8Rijd niet al te lange tijd met uitge-
schakelde motor een heuvel af en
sleep de motorfiets niet over al te
lange afstanden. Zelfs met de ver-
snelling in vrij, wordt de overbren-
ging alleen maar goed gesmeerd
als de motor draait. Een slechte
smering kan leiden tot beschadi-
ging van de overbrenging.
8Schakel nooit over of terug zon-
der de koppeling te gebruiken. De
motor, de versnelling en de aan-
drijving zijn niet ontworpen voor
het opvangen van schokken ver-
oorzaakt door schakelen zonder
koppeling, en kunnen hierdoor
beschadigd worden.
1
N5
4
3
2
1
DAU00423
Schakelen
De versnellingsbak regelt de overbreng-
verhouding tussen de motor en het ach-
terwiel, m.a.w. het vermogen dat u naar
het achterwiel kunt overbrengen, bij een
gegeven snelheid. Zorg dat u de juiste
versnelling kiest voor wegrijden, accelere-
ren en het beklimmen en afdalen van
heuvels.
Om de versnelling in zijn vrij te zetten,
drukt u het versnellingspedaal meermalen
omlaag totdat het niet verder kan, en ver-
volgens laat u het pedaal iets opkomen.
1. Versnellingspedaal
N. Vrijstand
5EK-9-D0 (TW125) 4/7/0 5:23 AM Page 28