YAMAHA TZR50 2011 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2011, Model line: TZR50, Model: YAMAHA TZR50 2011Pages: 88, PDF Size: 1.71 MB
Page 11 of 88

1
VEILIGHEIDSINFORMATIE
1-4
woordelijk voor letsel dat voortvloeit uit
wijzigingen aan de machine.
Volg bij de montage van accessoires de
onderstaande richtlijnen en die vermeld
onder het kopje “Beladen”.
●Monteer nooit accessoires en vervo-
er nooit bagage als deze een nadeli-
ge invloed hebben op de prestaties
van uw motor. Inspecteer het acces-
soire zorgvuldig alvorens het te
gebruiken om te waarborgen dat het
de grondspeling of de hellinghoek op
geen enkele manier vermindert, de
veerweg, de stuuruitslag of de bedie-
ning niet beperkt en geen lampen of
reflectors afdekt.
• Accessoires die aan of nabij het
stuur of de voorvork zijn gemonte-
erd zullen mogelijk instabiliteit
veroorzaken door een foutieve
gewichtsverdeling of door aerody-
namische effecten. Accessoires
aan het stuur of nabij de voorvork
moeten zo licht mogelijk zijn en tot
een minimum worden beperkt.
• Omvangrijke accessoires kunnen
door hun aerodynamisch effect
van invloed zijn op de rijstabiliteit
van de motor. De motor kan door
rijwind worden opgetild of bij zij-
wind instabiel worden. Zulkeaccessoires kunnen ook instabili-
teit veroorzaken terwijl u grote
voertuigen inhaalt of door deze
wordt ingehaald.
• Sommige accessoires dwingen de
bestuurder om een andere dan de
normale zitpositie in te nemen.
Zo’n verkeerde zitpositie beperkt
de bewegingsvrijheid van de bes-
tuurder en kan een comfortabele
bediening hinderen, zodat we der-
gelijke accessoires sterk afraden.
●Wees voorzichtig bij het aanbrengen
van elektrische accessoires. Als
elektrische accessoires de capaciteit
van het elektrisch systeem van de
motorfiets te boven gaan, kan zich
een gevaarlijke elektrische storing
voordoen waardoor de verlichting of
de motor uitvalt.
In de handel verkrijgbare banden en
velgen
De banden en velgen die bij uw motorfiets
werden geleverd, zijn ontworpen om de
mogelijkheden van de motorfiets te
ondersteunen en bieden de beste combi-
natie van rijprestaties, remvermogen en
comfort. Andere banden, velgen, maten of
combinaties zijn mogelijk niet geschikt.
Zie pagina 6-17 voor bandenspecificatiesen meer informatie over het vervangen
van uw banden.
5WX-F819D-D3 24/11/08 12:56 Página 11
Page 12 of 88

DAU10410
Aanzicht linkerzijde
BESCHRIJVING
2-1
2
1. Luchtfilter (pagina 6-15)
2. Brandstofkraan (pagina 3-10)
3. Zadelslot (pagina 3-11)
4. Handgreep
5. Zijstandaard (pagina 3-13)
6. Schakelpedaal (pagina 3-5)
7. Koelvloeistofreservoir (pagina 6-13)
8. Stationair stelschroef (pagina 6-16)
5WX-F819D-D3 24/11/08 13:53 Página 12
Page 13 of 88

DAU10420
Aanzicht rechterzijde
BESCHRIJVING
2-2
2
1. Opbergcompartiment (pagina 3-12)
2. Boordgereedschapsset (pagina 6-1)
3. Accu (pagina 6-30)
4. Zekering (pagina 6-31)
5. Olietankdop (pagina 3-9)
6. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 6-22)
7. Radiator (pagina 6-13)
8. Rempedaal (pagina 3-6)9. Vloeistofreservoir achterrem (pagina 6-22)
5WX-F819D-D3 24/11/08 13:54 Página 13
Page 14 of 88

DAU10430
Bedieningen en instrumenten
BESCHRIJVING
2-3
2
1. Koppelingshendel (pagina 3-5)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 3-4)
3. Toerenteller (pagina 3-4)
4. Contactslot/stuurslot (pagina 3-1)
5. Snelheidsmeter (pagina 3-3)
6. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 3-4)
7. Gasgreep (pagina 6-17)
8. Voorremhendel (pagina 3-6)9. Tankdop (pagina 3-6)
5WX-F819D-D3 24/11/08 13:54 Página 14
Page 15 of 88

DAU10460
Contactslot/stuurslot
Via het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlich-
tingssystemen bediend en wordt het stuur
vergrendeld. De diverse standen worden
hierna beschreven.
DAU10640
ON
Alle elektrische circuits worden voorzien
van stroom en de motor kan worden ges-
tart. De sleutel kan niet worden uitgeno-
men.
OPMERKING
De koplamp, de instrumentenverlichting
en het achterlicht gaan automatisch bran-
den wanneer de motor wordt gestart.
DAU10661
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
DWA10061
Draai nooit de sleutel naar “ ” of “ ”
terwijl de machine rijdt.
Hierdoor worden de elektrische syste-
men uitgeschakeld, wat mogelijk kan
leiden tot verlies van de controle of een
ongeval.
DAU10681
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel
kan worden uitgenomen.
Om het stuur te ver
grendelen
1. Drukken.
2. Draaien.
1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de “ ”-stand in
en draai deze dan naar “ ”. Houd de
sleutel hierbij ingedrukt.
3. Neem de sleutel uit.
Om het stuur te ontgr
endelen
1. Drukken.
2. Draaien.
Druk de sleutel in en draai deze dan naar
“ ”. Houd de sleutel hierbij ingedrukt.
WAARSCHUWING
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-1
3
5WX-F819D-D3 24/11/08 14:31 Página 15
Page 16 of 88

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-2
3
DAU11004
Controle- en
waarschuwingslampjes
1. Waarschuwingslampje koelvloeistoftempe-ratuur “ ”
2. Waarschuwingslampje olieniveau “ ”
3. Controlelampje richtingaanwijzers “ ”
4. Vrijstandcontrolelampje “ ”
5. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
DAU11020
Controlelampje richtingaanwijzers
“”
Dit controlelampje knippert terwijl de
schakelaar voor richtingaanwijzers naar
de linker- of rechterstand is gedrukt.
DAU11060
Vrijstandcontrolelampje “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de vers-
nellingsbak in de vrijstand staat.
DAUM1062
Waarschuwingslampje olieniveau “ ”
Dit waarschuwingslampje brandt als de
sleutel in de stand “ ” staat of als het
olieniveau in het oliereservoir voor 2-takt
injectiesmering bij draaiende motor te
laag is. Als het waarschuwingslampje bij
draaiende motor gaat branden, stop dan
direct en vul het oliereservoir bij met 2-
taktolie van ofwel JASO-klasse “FC” of
ISO-klasse “EG-C” of “EG-D”. Het waars-
chuwingslampje moet doven nadat het
oliereservoir voor 2-takt injectiesmering is
bijgevuld.
OPMERKING
Vraag een MBK-dealer het elektrisch cir-
cuit te controleren als het waarschuwings-
lampje niet gaat branden als de sleutel in
de stand “ ” staat of niet dooft nadat de
olie in het oliereservoir voor 2-takt injec-
tiesmering is bijgevuld.
DCA16291
Gebruik het voertuig alleen als u weet
dat het motorolieniveau voldoende
hoog is.
DAU11444
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden
als de motor oververhit raakt. Zet in zo’n
geval de motor onmiddellijk af en geef
deze de tijd om af te koelen.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ ” te draaien. Het waarschuwings-
lampje moet enkele seconden oplichten
en dan uitgaan.
Licht het waarschuwingslampje niet mete-
en op wanneer u de sleutel naar “ON” dra-
ait of blijft het lampje branden, laat het
elektrisch circuit dan door een MBK dea-
ler controleren.
DCA10021
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is.
OPMERKING
Bij machines met een of meer radia-
torkoelvinnen schakelt de radiatorko-
elvin automatisch in of uit op basis
van de koelvloeistoftemperatuur in
de radiator.
Als de motor oververhit raakt, staan
op pagina 6-37 nadere instructies
vermeld.
5WX-F819P-D3 27/11/08 06:53 Página 16LET OP LET OP
Page 17 of 88

DAUS1540
Waarschuwingslampje motorstoring
“ ”
Dit waarschuwingslampje knippert wan-
neer er een probleem wordt aangegeven
in het elektrisch circuit dat de motor con-
troleert. Vraag in dat geval een MBK dea-
ler het zelfdiagnosesysteem te controle-
ren.
Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje controleert u door de sleutel
naar “ ” te draaien. Als het waarschu-
wingslampje niet een paar seconden lang
oplicht en dan dooft, vraag dan een MBK
dealer om het elektrisch circuit te testen.
DAU11621
Snelheidsmeterunit
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller
ALLEEN VOOR GROOT-BRITTANNIË
1. Snelheidsmeter
2. Kilometerteller
De snelheidsmeterunit is voorzien van een
snelheidsmeter en een kilometerteller. De
snelheidsmeter toont de actuele rijsnel-
heid. De kilometerteller toont de totale
afgelegde afstand.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
3
5WX-F819P-D3 27/11/08 06:53 Página 17
Page 18 of 88

DAU11851
Toerenteller
1. Toerenteller
Met de elektrische toerenteller kan de
motorrijder het motortoerental controleren
en dit binnen het ideale bereik houden.
DCA10031
Laat de motor niet draaien terwijl de
toerenteller in de rode zone wijst.
Rode zone: 10.000 tpm en hoger
DAU12348
Stuurschakelaars
Links
1. Lichtsignaalschakelaar “ ”
2. Dimlichtschakelaar “ / ”
3. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
4. Claxonschakelaar “ ”
Rechts
1. Noodstopschakelaar “ / ”
2. Startknop “ ”
DAU12360
Lichtsignaalschakelaar “”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU12400
Dimlichtschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groo-
tlicht en op “ ” voor dimlicht.
DAU12460
Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afs-
laan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar “ ” om afslaan naar
links aan te geven. Na loslaten keert de
schakelaar terug naar de middenstand.
Om de richtingaanwijzers uit te schakelen
wordt de schakelaar ingedrukt nadat hij is
teruggekeerd in de middenstand.
DAU12500
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxon-
signaal te geven.
DAU12660
Noodstopschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar voor u de motor start
op “ ”. Zet deze schakelaar op “ ”
om de motor direct uit te schakelen in een
noodgeval, zoals wanneer de machine
omslaat of als de gaskabel blijft hangen.
LET OP
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
5WX-F819D-D3 14/11/08 08:07 Página 18
Page 19 of 88

DAU12711
Startknop “ ”
Druk deze knop in om via de startmotor
de motor rond te draaien. Zie pagina 5-1
voor startinstructies voordat u de motor
start.
DAU31640
Koppelingshendel
1. Koppelingshendel
De koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppe-
len. Laat de hendel los om de koppeling te
laten aangrijpen. Voor een soepele wer-
king van de koppeling moet de hendel
snel ingetrokken worden en langzaam
worden losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-13).
DAU12870
Schakelpedaal
1. Schakelpedaal
Het schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combi-
natie met de koppelingshendel gebruikt
bij het schakelen van de versnellingen van
de 6-traps constant-mesh versnellings-
bak op deze motorfiets.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
5WX-F819D-D3 27/11/08 06:09 Página 19
Page 20 of 88

DAU12890
Remhendel
1. Remhendel
De remhendel bevindt zich aan de rech-
terstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de voorrem te bekrachtigen.
DAU12941
Rempedaal
1. Rempedaal
Het rempedaal bevindt zich aan de rech-
terzijde van de motorfiets. Trap op het
rempedaal om de achterrem te bekrachti-
gen.
DAU13074
Tankdop
1. Slotplaatje tankdop
2. Ontgrendelen.
Openen van de tankdop
Open het slotplaatje op de tankdop, steek
de sleutel in het slot en draai hem dan 1/4
slag rechtsom. Het slot wordt ontgrendeld
en de tankdop kan worden verwijderd.
FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
3-6
5WX-F819D-D3 14/11/08 08:07 Página 20