YAMAHA XJ6F 2015 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2015, Model line: XJ6F, Model: YAMAHA XJ6F 2015Pages: 104, PDF Size: 2.79 MB
Page 91 of 104

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-1
7
DAU37834
Matkleur, let opLET OP
DCA15193
Sommige mo dellen zijn uit gerust met
matkleuri ge on der delen. Raa dplee g een
Yamaha dealer voor a dvies over wat
voor prod ucten geb ruikt moeten wor den
om het voertui g te reini gen. Het g eb ruik
van een b orsteltje, chemische pro duc-
ten of reini gin gsmi ddelen tij dens het rei-
ni gen van deze on der delen kan het
oppervlak bekrassen of bescha dig en.
Ook was moet niet wor den aan geb racht
op een van de matkleuri ge on der delen.
DAU54661
Verzor gin gDe open constructie van een motorfiets
maakt de fraaie techniek beter zichtbaar,
maar de machine is hierdoor ook kwets-
baarder. Er kan roestvorming en corrosie
optreden, ook al zijn hoogwaardige com-
ponenten gebruikt. Een roestige uitlaatpijp
valt bij een auto niet zo op, maar doet bij
een motorfiets afbreuk aan het algehele ui-
terlijk. Regelmatige en correcte verzorging
is niet alleen vereist volgens de garantiebe-
palingen, maar zorgt ook dat de motorfiets
er langer mooi uit blijft zien, verlengt de le-
vensduur en verbetert de prestaties.
Alvorens te reini gen
1. Dek de uitlaatdemperopening af met
een plastic zak nadat de motor is af-
gekoeld.
2. Controleer of alle doppen en afdek-
pluggen, ook de bougiedoppen, en
alle elektrische stekkers en aansluitin-
gen stevig zijn bevestigd.
3. Verwijder hardnekkige vervuiling, zo- als verbrande olie op het carter, met
een ontvetter en een borstel, maar ge-
bruik dergelijke producten nooit op af-
dichtingen, pakkingen, tandwielen, de
aandrijfketting en de wielassen. Spoel
vuil en ontvetter altijd af met water. Reini
gen
LET OP
DCA10773
Vermij d het geb ruik van sterke en
b ijten de wielreini gin gsmi ddelen,
vooral bij spaakwielen. Als der gelij-
ke pro ducten toch wor den geb ruikt
om har dnekki g vuil los te maken,
laat het reini gin gsmi ddel dan niet
lan ger inwerken dan is vermel d in
d e geb ruiksinstructies. Spoel ver-
vol gens gron dig na met water, laat
d irect dro gen en bren g d aarna een
corrosieweren de spray aan.
Bij verkeer d reini gen kunnen kunst-
stof delen (zoals stroomlijnpanelen,
framepanelen, kuipruiten, kop-
lamplenzen, lenzen van de instru-
mentenverlichtin g enz.) en de
u
itlaat dempers beschad igd raken.
Ge bruik alleen een zachte, schone
d oek of een spons met water om
kunststof delen te reini gen. Als de
kunststof delen met water niet af-
d oen de kunnen wor den gereini gd,
kan een mil d reini gin gsmi ddel met
water wor den geb ruikt. Spoel reini-
g in gsmi ddelresten zor gvul dig af
met grote hoeveelhed en water,
aan gezien ze d e kunststof d elen
kunnen bescha dig en.
U1CWD4D0.book Page 1 Thursday, July 31, 2014 9:56 AM
Page 92 of 104

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-2
7
Gebruik geen bijten de chemische
reini gin gsmi ddelen op kunststof
d elen. Vermij d het geb ruik van doe-
ken of sponzen d ie in contact zijn
g eweest met bijten de of schuren de
reini gin gsmi ddelen, oplosmi ddelen
of thinner, bran dstof ( benzine),
roestverwij derin gsmi ddelen of cor-
rosieremmers, remvloeistof, anti-
vries of elektrolyt.
Gebruik geen ho ged rukreini gers of
stoomreini gers, om dat dan op de
vol gen de plaatsen water kan door-
d rin gen en zo schad e kan ontstaan:
af dichtin gen (van wiel- en achter-
b ru gla ger
s, voorvork en remmen),
elektrische componenten (ka bel-
stekkers, messtekkers, instrumen-
ten, schakelaars en verlichtin g),
b eluchtin gs- en ontluchting sslan-
g en.
Bij motorfietsen met een kuipruit:
Gebruik geen bijten de reini gin gs-
mi ddelen of har de sponzen, deze
veroorzaken dofhei d en laten kras-
jes achter. Sommi ge reini gin gsmi d-
d elen voor kunststof laten
eveneens krasjes achter op d e
kuipruit. Test het pro duct op een
klein, niet-zicht baar ged eelte van
d e kuipruit om zeker te zijn dat g
een sporen achter blijven op de
kuipruit. Als d e kuipruit krasjes ver-
toont, bren g d an na wassen een
hoo gwaar dig e polish voor geb ruik
o
p kunststof aan.
Na normaal gebruikVerwijder vuil met warm water, een mild rei-
nigingsmiddel en een zachte, schone
spons en spoel dan grondig met schoon
water. Gebruik een tandenborstel of fles-
senborstel voor moeilijk bereikbare plek-
ken. Hardnekkig vastzittend vuil en
insectenresten laten gemakkelijker los als
de bewuste plek alvorens te reinigen een
paar minuten met een vochtige doek wordt
bedekt.
Na rijden in regen, aan de kust of op bepe-kelde wegenZeelucht en wegenzout waarmee wegen in
de winter worden bestrooid hebben in
combinatie met water een zeer corrosieve
werking; handel daarom als volgt na een rit
in een regenbui, nabij de kust of op bepe-
kelde wegen.OPMERKINGIn de winter gestrooid wegenzout kan nog
tot in de lente aanwezig blijven.
1. Reinig de motorfiets met koud water
en een mild reinigingsmiddel nadat de
motor is afgekoeld. LET OP: Gebruik
g een warm water, d it versnelt de
corrosieve werkin g van het zout.
[DCA10792]
2. Breng met een spuitbus een corrosie-
werend middel aan op alle metalen
delen, ook op verchroomde en vernik-
kelde componenten, om zo corrosie
te voorkomen.
De kuipruit reinigenVermijd alkalische of zuurhoudende reini-
gingsmiddelen, benzine, remvloeistof of
enig ander oplosmiddel. Reinig de kuipruit
met een doek of spons die is bevochtigd
met een mild reinigingsmiddel en was de
ruit vervolgens grondig af met water. Ge-
bruik voor extra reiniging Yamaha reini-
gingsmiddel voor kuipruiten of een ander
hoogwaardig reinigingsmiddel voor kuip-
ruiten. Sommige reinigingsmiddelen voor
kunststoffen laten eveneens krasjes achter
op de kuipruit. Voer voordat u dergelijk rei-
nigingsmiddel gebruikt eerst een test uit op
een gedeelte van de kuipruit dat het zicht
niet beïnvloedt en dat niet opvalt.
U1CWD4D0.book Page 2 Thursday, July 31, 2014 9:56 AM
Page 93 of 104

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-3
7
Na reinigin g
1. Droog de motorfiets met een zeemle- ren lap of een vochtabsorberende
doek.
2. Laat de aandrijfketting direct drogen
en smeer hem om roestvorming te
voorkomen.
3. Gebruik een chroompolish om ver-
chroomde, aluminium en roestvrijsta-
len delen te doen glanzen, ook het
uitlaatsysteem. (Zelfs thermische ver-
kleuringen op roestvrijstalen uitlaatsy-
stemen kunnen door oppoetsen
worden verwijderd.)
4. Het is aan te bevelen om met een spuitbus een corrosiewerend middel
aan te brengen op alle metalen delen,
ook op verchroomde en vernikkelde
componenten, om zo corrosie te voor-
komen.
5. Gebruik oliespray als universeel schoonmaakmiddel om nog achter-
gebleven vuil te verwijderen.
6. Werk kleine lakbeschadigingen door steenslag e.d. bij.
7. Zet alle gelakte oppervlakken in de
was.
8. Laat de motorfiets volledig drogen al- vorens deze te stallen of af te dekken.
WAARSCHUWING
DWA11132
Verontreini gin g van d e remmen of ban-
d en kan lei den tot verlies van de controle
over de machine.
Controleer of er geen olie of was op
d e remmen of ban den zit.
Reini g d e remschijven en remvoe-
rin gen in dien no dig met een norma-
le remschijfreini ger of aceton en
spoel de ban den schoon met lauw
water en een mil d reini gin gsmi ddel.
Test de remwerkin g en het wegge-
d ra g van d e machine in b ochten
voor dat u met ho ge snelhe den gaat
rij den.LET OP
DCA10801
Bren g een g eringe hoeveelhei d
oliespray en was aan en verwij der
overtolli ge hoeveelhe den.
Bren g oliespray of was nooit aan op
ru bber of kunststof d elen, behan del
d eze met een daartoe bestem d ver-
zor gin gsmi ddel.
Vermij d het geb ruik van schuren de
poetsmi ddelen, deze tasten d e lak
aan.
OPMERKING Vraag een Yamaha dealer om advies
over de te gebruiken producten.
Door wassen, regenachtig weer of een
vochtig klimaat kan de koplamplens
beslagen raken. Inschakelen van de
koplamp gedurende een korte periode
zal helpen bij de verwijdering van het
vocht.
U1CWD4D0.book Page 3 Thursday, July 31, 2014 9:56 AM
Page 94 of 104

VERZORGING EN STALLING VAN DE MOTORFIETS
7-4
7
DAU26183
StallingKorte termijn
Stal uw motorfiets steeds op een koele en
droge plek en bescherm indien nodig tegen
stof met een luchtdoorlatende stallinghoes.
Zorg ervoor dat de motor en het uitlaatsy-
steem zijn afgekoeld alvorens de motorfiets
af te dekken.LET OP
DCA10811
Als de motorfiets wor dt gestal d in
een slecht g eventileerde ruimte of
in vochtig e toestand wor dt af ge-
d ekt met een hoes of een dekzeil,
zal water en vocht kunnen binnen-
d rin gen en roestvormin g veroorza-
ken.
Voorkom corrosie door de machine
niet te stallen in een vochti ge kel-
d er, een stal (i.v.m. de aanwezi g-
hei d van ammoniak damp) en in een
opsla gruimte voor sterke chemica-
liën.Lang e termijn
Alvorens uw motorfiets gedurende meer-
dere maanden aaneen te stallen: 1. Volg alle instructies op in de paragraaf “Verzorging” in dit hoofdstuk. 2. Vul de brandstoftank en voeg een sta-
bilisatoradditief (indien verkrijgbaar)
toe om roestvorming in de tank en
achteruitgang van de brandstof te
voorkomen.
3. Voer de volgende stappen uit om de cilinders, de zuigerveren etc. te be-
schermen tegen corrosie.a. Verwijder de bougiedoppen en de bougies.
b. Giet een theelepel motorolie in elk
bougiegat.
c. Breng de bougiedoppen aan op de bougies en leg dan de bougies
zodanig op de cilinderkop dat de
elektroden aan massa liggen. (Dit
voorkomt vonken tijdens de vol-
gende stap.)
d. Laat de motor een paar keer rond- draaien op de startmotor. (De cilin-
derwanden worden zo geolied.)
WAARSCHUWING! Ver bin d de
b ou gie-elektro des met d e mas-
sa bij het ron ddraaien van d e
motor om scha de of letsel d oor
vonkvormin g te voorkomen.
[DWA10952]
e. Haal de bougiedoppen los van de
bougies en breng dan de bougies
en de bougiedoppen weer aan. 4. Smeer alle bedieningskabels en
scharnierpunten van alle hendels en
pedalen en van de zijstandaard/mid-
denbok.
5. Controleer de bandenspanning, corri-
geer deze indien nodig en breng dan
de motorfiets omhoog, zodat beide
wielen los van de grond zijn. Een an-
dere mogelijkheid is de wielen elke
maand iets te draaien, zodat de ban-
den niet op één gedeelte sterker ach-
teruitgaan.
6. Dek de uitlaatdemper af met een plas- tic zak om te voorkomen dat vocht
kan binnendringen.
7. Verwijder de accu en laad deze volle- dig bij. Berg de accu op een koele en
droge plek op en laad deze eens per
maand bij. Berg de accu niet op een
overmatig koude of warme plek op
[onder 0 °C (30 °F) of boven 30 °C
(90 °F)]. Zie pagina 6-34 voor meer in-
formatie over het opbergen van de ac-
cu.
OPMERKINGVoer eventueel benodigde reparaties uit
voordat u uw motorfiets stalt.
U1CWD4D0.book Page 4 Thursday, July 31, 2014 9:56 AM
Page 95 of 104

SPECIFICATIES
8-1
8
Afmetingen:Totale lengte:
2120 mm (83.5 in)
Totale breedte:
770 mm (30.3 in)
Totale hoogte: 1185 mm (46.7 in)
Zadelhoogte: 785 mm (30.9 in)
Wielbasis:
1440 mm (56.7 in)
Grondspeling: 140 mm (5.51 in)
Kleinste draaicirkel: 2800 mm (110.2 in)Gewicht:Rijklaar gewicht:XJ6F 215 kg (474 lb)
XJ6FA 220 kg (485 lb)Motor:Type motor:Vloeistofgekoeld, 4-takt, DOHC
Cilinderopstelling:
4-cilinder lijnmotor
Slagvolume: 600 cm3
Boring × slag:
65.5 × 44.5 mm (2.58 × 1.75 in)
Compressieverhouding:
12.2 : 1
Startsysteem: Elektrische startmotor
Smeersysteem: Wet sump
Motorolie:Aanbevolen merk:YAMALUBE
Type:
SAE 10W-30, 10W-40, 10W-50, 15W-40,
20W-40 of 20W-50
Aanbevolen kwaliteit motorolie: Type API service SG of hoger, JASO MA
norm
Hoeveelheid motorolie:
Zonder vervanging van oliefilterpatroon:2.50 L (2.64 US qt, 2.20 Imp.qt)
Met vervanging van oliefilterpatroon:
2.80 L (2.96 US qt, 2.46 Imp.qt)Hoeveelhei d koelvloeistof:Koelvloeistofreservoir (tot aan de merkstreep
voor maximumniveau):
0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Radiator (inclusief alle leidingen): 2.00 L (2.11 US qt, 1.76 Imp.qt)Luchtfilter:Luchtfilterelement:Papieren element met oliecoating
Bran dstof:Aanbevolen brandstof:
Normale loodvrije benzine (Gasohol (E10)
acceptabel)
Inhoud brandstoftank: 17.0 L (4.49 US gal, 3.74 Imp.gal)
Hoeveelheid reservebrandstof:
3.2 L (0.85 US gal, 0.70 Imp.gal)Bran dstofinjectie:Gasklephuis:
Het teken van identificatie:XJ6F 20SF 20 (BEL)(NLD)
XJ6F 20SJ 30 (BEL)(NLD)
XJ6FA 20SF 20 (BEL)(NLD)
XJ6FA 20SJ 30 (BEL)(NLD)Bou gie(s):Fabrikant/model:
NGK/CR9E
Elektrodenafstand: 0.7–0.8 mm (0.028–0.031 in)Koppelin g:Type koppeling:
Nat, meervoudige plaatVersnellin gsb ak:Primaire reductieverhouding:
1.955 (86/44)
Eindoverbrenging:
Ketting
Secundaire reductieverhouding: 2.875 (46/16)
Type versnellingbak: Constant mesh, 6 versnellingen
Bediening:
Bediening met linkervoet
–20 –10 0 1020 30 40 50 C
10 30 50 70 90 110
0 130 F
SAE 10W-30
SAE 15W-40SAE 20W-40SAE 20W-50
SAE 10W-40SAE 10W-50
U1CWD4D0.book Page 1 Thursday, July 31, 2014 9:56 AM
Page 96 of 104

SPECIFICATIES
8-2
8
Overbrengingsverhoudingen:1e:
2.846 (37/13)
2e: 1.947 (37/19)
3e: 1.556 (28/18)
4e:
1.333 (32/24)
5e: 1.190 (25/21)
6e: 1.083 (26/24)Chassis:Type frame:Diamantframe
Spoorhoek: 26.00 graad
Naspoor:
103 mm (4.1 in)Voor ban d:Type:
Tubeless
Maat:
120/70 ZR17M/C (58W)
Fabrikant/model: BRIDGESTONE/BT021
Fabrikant/model: DUNLOP/ROADSMARTAchter ban d:Type:
Tubeless
Maat: 160/60 ZR17M/C (69W) Fabrikant/model:
BRIDGESTONE/BT021
Fabrikant/model: DUNLOP/ROADSMART
Bela din g:Maximale belasting:
XJ6F 185 kg (408 lb)
XJ6FA 180 kg (397 lb)
(Totaal gewicht van bestuurder, passagier,
bagage en accessoires)Ban denspannin g (g emeten aan kou de
b an den):Gewichtsverdeling:
0–90 kg (0–198 lb)
Voor: 225 kPa (2.25 kgf/cm2, 33 psi)
Achter:
250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Gewichtsverdeling: XJ6F 90–185 kg (198–408 lb)
XJ6FA 90–180 kg (198–397 lb)
Voor: 250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Achter: 290 kPa (2.90 kgf/cm2, 42 psi)
Rijden met hoge snelheid:
Voor: 225 kPa (2.25 kgf/cm2, 33 psi)
Achter:
250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)Voorwiel:Type wiel:Gietwiel Velgmaat:
17M/C x MT3.50
Achterwiel:Type wiel:
Gietwiel
Velgmaat: 17M/C x MT4.50Voorrem:Type:
Dubbele schijfrem
Bediening: Bediening met rechterhand
Aanbevolen remvloeistof: DOT 4Achterrem:Type:Enkele schijfrem
Bediening: Bediening met rechtervoet
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4Voorwielophan gin g:Type:
Telescoopvork
Veer/schokdempertype:
Schroefveer/oliedemper
Veerweg: 130 mm (5.1 in)Achterwielophan gin g:Type:
Achterbrug
Veer/schokdempertype: Schroefveer/gas-oliedemper
U1CWD4D0.book Page 2 Thursday, July 31, 2014 9:56 AM
Page 97 of 104

SPECIFICATIES
8-3
8
Veerweg:130 mm (5.1 in)Elektrische installatie:Ontstekingssysteem:
Transistorontsteking
Laadsysteem: Wisselstroomdynamo met permanente
magnetenAccu:Model:GT12B-4
Voltage, capaciteit:
12 V, 10.0 AhKoplamp:Type gloeilamp:HalogeenlampGloeilampen volta ge, watta ge × aantal:Koplamp:
12 V, 60.0 W/55.0 W × 1
Achterlicht/remlicht unit: 12 V, 5.0 W/21.0 W × 1
Voorste richtingaanwijzer:
12 V, 10.0 W × 2
Achterste richtingaanwijzer: 12 V, 10.0 W × 2
Parkeerlicht: 12 V, 5.0 W × 1
Kentekenverlichting:
12 V, 5.0 W × 1
Instrumentenverlichting: LED
Controlelampje vrijstand: LED Controlelampje grootlicht:
LED
Waarschuwingslampje olieniveau: LED
Controlelampje richtingaanwijzers:
LED
Waarschuwingslampje
koelvloeistoftemperatuur:
LED
Waarschuwingslampje motorstoring: LED
ABS-waarschuwingslampje: XJ6FA LED
Controlelampje startblokkering:
LED
Zekerin gen:Hoofdzekering:
30.0 A
Koplampzekering:
20.0 A
Zekering achterlichtcircuit: 10.0 A
Zekering signaleringssysteem: 7.5 A
Zekering ontstekingssysteem:
10.0 A
Zekering radiatorkoelvin: 20.0 A
Zekering brandstofinjectiesysteem: 10.0 A
Zekering ABS-regeleenheid:
XJ6FA 7.5 A
Zekering ABS-motor: XJ6FA 30.0 A Zekering van de ABS-solenoïdeklep:
XJ6FA 20.0 A
Backup-zekering: 7.5 A
U1CWD4D0.book Page 3 Thursday, July 31, 2014 9:56 AM
Page 98 of 104

GEBRUIKERSINFORMATIE
9-1
9
DAU53562
Id entificatienummersNoteer het voertuigidentificatienummer,
het serienummer van het motorblok en de
gegevens op de modelinformatiesticker in
onderstaande ruimtes. Deze identificatie-
nummers zijn nodig voor de kentekenregi-
stratie van het voertuig in uw land en voor
het bestellen van reserveonderdelen bij een
Yamaha dealer.
VOERTUIGIDENTIFICATIENUMMER:
SERIENUMMER MOTOR:
MODELINFORMATIESTICKER:
DAU26401
Voertui gid entificatienummer
Het voertuigidentificatienummer is ingesla-
gen op de balhoofdbuis. Noteer dit num-
mer in het daartoe bestemde vakje.OPMERKINGHet voertuigidentificatienummer is bedoeld
voor identificatie van uw motorfiets en kan
worden gebruikt om uw motor in uw land
aan te melden voor kentekenregistratie.
DAU26442
Serienummer motor blok
Het motorblokserienummer is ingeslagen in
het carter.
DAU26481
Mo delinformatiesticker
1. Voertuigidentificatienummer
1
1. Serienummer motorblok
1. Modelinformatiesticker
1
U1CWD4D0.book Page 1 Thursday, July 31, 2014 9:56 AM
Page 99 of 104

GEBRUIKERSINFORMATIE
9-2
9
De modelinformatiesticker is onder het za-
del bevestigd aan het frame. (Zie pagina
3-17.) Noteer de informatie op deze sticker
in het daartoe bestemde vakje. Deze infor-
matie is nodig om reserve-onderdelen te
bestellen bij een Yamaha dealer.
U1CWD4D0.book Page 2 Thursday, July 31, 2014 9:56 AM
Page 100 of 104

10-1
10
INDEXAAandrijfketting, reinigen en smeren ...... 6-29
ABS (voor modellen met ABS) .............. 3-13
ABS-waarschuwingslampje (voor modellen met ABS)............................... 3-6
Accu ...................................................... 6-34
Achterbrugscharnierpunten, smeren .... 6-32
Achteruitkijkspiegels ............................. 3-19BBanden ................................................. 6-20
Bougies, controleren............................. 6-11
Brandstof .............................................. 3-15
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig .................................................... 5-3CClaxonschakelaar ................................. 3-11
Contactslot/stuurslot .............................. 3-2
Controle- en waarschuwingslampjes ..... 3-3
Controlelampje grootlicht ....................... 3-4
Controlelampje richting aanwijzers .......... 3-3
Controlelampje startblokkering............... 3-6DDe motor starten ..................................... 5-1
Dimlichtschakelaar................................ 3-11GGasgreep en gaskabel, controleren en smeren................................................ 6-30
Gereedschapsset.................................... 6-2
Gloeilamp kentekenverlichting, vervangen ........................................... 6-40
Gloeilamp remlicht/achterlicht, vervangen ........................................... 6-38
Gloeilamp richtingaanwijzer,
vervangen ........................................... 6-39
HHelmbevestiging ................................... 3-18IIdentificatienummers .............................. 9-1
Inrijperiode.............................................. 5-3KKabels, controleren en smeren ............ 6-29
Klepspeling ........................................... 6-20
Koelvloeistof ......................................... 6-14
Koplampgloeilamp, vervangen ............. 6-37
Koppelingshendel................................. 3-12
Koppelingshendel, vrije slag afstellen .............................................. 6-23LLichtsignaalschakelaar ......................... 3-11
Luchtfilterelement, vervangen .............. 6-17MMatkleur, let op ...................................... 7-1
Middenbok en zijstandaard, controleren en smeren ....................... 6-31
Modelinformatiesticker ........................... 9-1
Motorolie en oliefilterpatroon ............... 6-12
Multifunctionele meter ............................ 3-7NNoodstopschakelaar ............................ 3-11OOnderhoud, uitstootcontrolesysteem..... 6-3
Opbergcompartiment ........................... 3-18PParkeerlichtgloeilamp ........................... 6-38
Parkeren ................................................. 5-4
Plaats van de onderdelen ....................... 2-1
Problemen oplossen ............................ 6-43
RRem- en koppelingshendels, controleren en smeren........................6-31
Rem- en schakelpedalen controleren
en smeren ...........................................6-30
Remhendel ............................................3-12
Remlichtschakelaars .............................6-24
Rempedaal ............................................3-13
Remvloeistofniveau, controleren ..........6-26
Remvloeistof, verversen........................6-27
Richtingaanwijzerschakelaar.................3-11SSchakelaar alarmverlichting ..................3-11
Schakelen ...............................................5-2
Schakelpedaal ......................................3-12
Schokdemperunit, afstellen ..................3-20
Serienummer motorblok .........................9-1
Smering en onderhoud, periodiek ..........6-4
Spanning aandrijfketting .......................6-27
Specificaties............................................8-1
Stalling ....................................................7-4
Stand van het stuur, afstellen ...............3-19
Startblokkeersysteem .............................3-1
Startknop ..............................................3-11
Startspersysteem ..................................3-21
Stationair toerental................................6-19
Storingzoekschema’s ...........................6-45
Stroomlijn- en framepanelen, verwijderen en aanbrengen ..................6-8
Stuurschakelaars ..................................3-11
Stuursysteem, controleren ....................6-33TTankbeluchtingsslang en overloopslang .....................................3-16
U1CWD4D0.book Page 1 Thursday, July 31, 2014 9:56 AM