YAMAHA XMAX 250 2012 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2012, Model line: XMAX 250, Model: YAMAHA XMAX 250 2012Pages: 92, PDF Size: 6.01 MB
Page 41 of 92

ITEMCONTROLES PAGINA
• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
Achterrem • Vervang indien nodig. 6-19, 6-20, 6-21
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het aanbevolen type remvloeistof bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage.
• Controleer of de werking soepel is.
Gasgreep • Controleer de vrije slag van de kabel.
616, 6-22
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de kabel af te
stellen, en de kabel en het kabelhuis te smeren.
• Controleer op schade.
Wielen en banden • Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
6-17, 6-19
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.
Remhendels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten. 6-22
Middenbok, zijstandaard • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de scharnierpunten. 6-23
Framebevestigingen • Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
• Zet indien nodig vast. —
Instrumenten, verlichting, • Controleer de werking.
signaleringssysteem en —
schakelaars• Corrigeer indien nodig.
• Controleer de werking van het startspersysteem.
Zijstandaardschakelaar • Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een Yamaha dealer de 3-20
machine te controleren.
VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-2
4
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 41
1YS-F819D-D1.indd 4131/07/12 11:11
Page 42 of 92

DAU15951
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle
bedieningselementen. Als u de werking
van een functie of bedieningselement niet
begrijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om
uitleg.
DWA10271
Een onvoldoende vertrouwdheid met
de bedieningselementen kan leiden tot
verlies van de controle, met mogelijk
een ongeval of letsel tot gevolg.
DAU48020
OPMERKING
Dit model is uitgerust met een hellings-
hoeksensor, waarbij de motor afslaat bij
kanteling. In dat geval wordt op het multi-
functionele display foutcode 30 weerge-
geven, maar dit betreft geen storing. Draai
de sleutel naar “OFF” en vervolgens naar
“ON” om de foutcode te wissen. Als u dat
niet doet zal de motor niet starten,
ondanks dat de motor wordt aangezwen-
geld als u op de startknop drukt.
DAUS1890
Starten van de motorDCA10250
Zie pagina 5-4 voor instructies over
het inrijden van de motor alvorens
de machine in gebruik wordt geno-
men.
Het startspersysteem staat starten
alleen toe als de zijstandaard is opge-
trokken.
Zie pagina 3-21 voor meer informatie.1. Draai de sleutel naar “ON”. Het volgende waarschuwingslampje,
controlelampje en de volgende indi-
catoren moeten enkele seconden
oplichten en dan uitgaan.
Waarschuwingslampje motorstoring
ABS-waarschuwingslampje (voor
modellen met ABS)
Controlelampje startblokkering
Indicator V-snaarvervanging
Olieverversingsindicator
DCA15022
Als een waarschuwingslampje, con-
trolelampje of indicator niet dooft,
zie dan pagina 3-4 of 3-6 voor een
controle van het circuit van het des-
betreffende waarschuwingslampje of
LET OP
LET OP
WAARSCHUWING
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
5
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 42
1YS-F819D-D1.indd 4231/07/12 11:11
Page 43 of 92

controlelampje of de desbetreffende
indicator.
2. Sluit de gasklep volledig.
3. Start de motor door de startknop inte drukken terwijl de voor- of achter-
rem wordt bekrachtigd. LET OP:
Trek voor een maximale levens-
duur van de motor nooit hard op
als de motor koud is!
[DCA11041]
1. Achterremhendel
2. Voorremhendel
3. Startknop
3. Als de motor niet wil starten, laat dan de startknop los, wacht een paar
seconden en probeer het dan
opnieuw. Iedere startpoging moet zo
kort mogelijk duren om de accu te
sparen. Laat de startmotor nooit lan-
ger dan 10 seconden achtereen
draaien.
DAU45091
Wegrijden
1. Houd met uw linkerhand de achter-remhendel ingedrukt, houd met uw
rechterhand de rechterhandgreep
vast en duw de scooter van de mid-
denbok af.
1. Handgreep
1. Handgreep
2. Ga schrijlings op het zadel zitten enstel de achteruitkijkspiegels af.
3. Zet de richtingaanwijzers aan.
4. Controleer op tegemoetkomend ver- keer en draai voorzichtig aan de gas-
greep (rechts) om weg te rijden.
5. Schakel de richtingaanwijzers uit.
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-2
5
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 43
1YS-F819D-D1.indd 4331/07/12 11:11
Page 44 of 92

DAU16780
Sneller en langzamer rijden
De rijsnelheid wordt geregeld door de
gasgreep open of dicht te draaien. Draai
de gasgreep richting (a) om sneller te
gaan rijden. Draai de gasgreep richting (b)
om langzamer te gaan rijden.
DAU16793
RemmenDWA10300
Vermijd hard en abrupt remmen
(met name wanneer u naar één
kant overhelt). De scooter zou
namelijk kunnen slippen of omval-
len.
Spoorwegovergangen, tramrails,
ijzeren platen gebruikt in de
wegenbouw en putdeksels worden
in natte toestand zeer glad. U dient
deze obstakels daarom met aan-
gepaste snelheid te naderen en
voorzichtig te passeren.
Onthoud dat remmen op een nat
wegdek veel moeilijker is.
Rijd langzaam heuvelafwaarts,
remmen kan tijdens afdalingen
soms lastig zijn.
1. Sluit de gasklep volledig.
2. Bekrachtig de voor- en achterremgelijktijdig en oefen daarbij geleidelijk
meer druk uit. Voor
Achter
WAARSCHUWING
(a)
(b)
GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-3
5
37P-F819D-D4 16/11/11 07:25 Página 44
1YS-F819D-D1.indd 4431/07/12 11:11