YAMAHA XMAX 400 2020 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2020, Model line: XMAX 400, Model: YAMAHA XMAX 400 2020Pages: 116, PDF Size: 8.96 MB
Page 11 of 116

Veiligheidsinformatie
1-5
1
de richtingaanwijzers of onderdelen
die kunnen afbreken). Kies de plaats
voor de spanbanden zorgvuldig om te
voorkomen dat deze tijdens het trans-
port schuurplekken op de lak veroor-
zaken.
Zorg indien mogelijk dat de vering iets
door de spanbanden wordt ingedrukt,
zodat de scooter tijdens het transport
niet overmatig kan stuiteren.DAU57600
Andere aandachtspunten voor
veilig rijden
Geef duidelijk richting aan wanneer u
een bocht neemt.
Op een nat wegdek kan remmen ui-
terst lastig zijn. Vermijd te hard rem-
men, de scooter zou kunnen slippen.
Bedien de remmen rustig wanneer u
op een nat wegdek wilt stoppen.
Minder snelheid bij het naderen van
een bocht of een afslag. Trek lang-
zaam op nadat u de bocht hebt geno-
men.
Wees voorzichtig bij het passeren van
geparkeerde auto’s. Een bestuurder
merkt u mogelijk niet op en kan het
portier openslaan in uw rijrichting.
Spoorwegovergangen, tramrails, ijze-
ren platen gebruikt in de wegenbouw
en putdeksels worden in natte toe-
stand zeer glad. Minder snelheid en
passeer ze voorzichtig. Houd de
scooter recht, anders kan hij gaan
schuiven.
De remblokken of remvoeringen kun-
nen nat worden bij het wassen van de
scooter. Controleer de remmen na het
wassen van de scooter, voordat u
gaat rijden.
Draag steeds een helm, handschoe-
nen, een lange broek (taps toelopend
bij de enkel/omslag, om flapperen te
voorkomen), en een felgekleurd jack.
Vervoer op uw scooter niet te veel ba-
gage. Een overbeladen scooter is on-
stabiel. Gebruik degelijke snelbinders
om bagage aan de bagagedrager vast
te binden (indien het voertuig is voor-
zien van een bagagedrager). Losse
bagage beïnvloedt de stabiliteit van
de scooter en kan uw aandacht aflei-
den van het verkeer. (Zie pagina 1-3.)
UBL1D0D0.book Page 5 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM
Page 12 of 116

Beschrijving
2-1
2
DAU63371
Aanzicht linkerzijde
41
5610812791113
23
1. Opbergcompartiment A (pagina 4-21)
2. Boordgereedschapsset (pagina 7-2)
3. Handgreep (pagina 6-3)
4. Stelring voor veervoorspanning schokdemperunit (pagina 4-26)
5. Luchtfilterelement (links) (pagina 7-15)
6. Vuldop versnellingsbakolie (pagina 7-12)
7. Aftapplug versnellingsbakolie (pagina 7-12)
8. Luchtfilterelement in V-snaarbehuizing (pagina 7-15)
9. Olieaftapplug (pagina 7-10)
10.Oliefilterelement (pagina 7-10)
11.Zijstandaard (pagina 4-27)
12.Bougie (pagina 7-8)
13.Koelvloeistofreservoir (pagina 7-13)
UBL1D0D0.book Page 1 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM
Page 13 of 116

Beschrijving
2-2
2
DAU63391
Aanzicht rechterzijde
2345,61
987
1. Achterste opbergcompartiment (pagina 4-21)
2. Tankdop (pagina 4-18)
3. Opbergcompartiment B (pagina 4-21)
4. Kuipruit (pagina 4-23)
5. Accu (pagina 7-28)
6. Zekeringen (pagina 7-30)
7. Middenbok (pagina 7-26)
8. Luchtfilterelement (rechts) (pagina 7-15)
9. Stelring voor veervoorspanning schokdemperunit (pagina 4-26)
UBL1D0D0.book Page 2 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM
Page 14 of 116

Beschrijving
2-3
2
DAU63401
Bedieningen en instrumenten
10
111312
123987564
1. Achterremhendel (pagina 4-14)
2. Schakelaargroep linkerstuurzijde (pagina 4-12)
3. Vloeistofreservoir achterrem (pagina 7-23)
4. Snelheidsmeter (pagina 4-2)
5. Multifunctioneel display (pagina 4-3)
6. Toerenteller (pagina 4-3)
7. Vloeistofreservoir voorrem (pagina 7-23)
8. Schakelaargroep rechterstuurzijde (pagina 4-12)
9. Voorremhendel (pagina 4-13)
10.Gasgreep (pagina 7-17)
11.Contactslot (pagina 3-8)
12.Gelijkstroom aansluitcontact voor accessoires (pagina 4-30)
13.Achterremblokkeerhendel (pagina 4-14)
UBL1D0D0.book Page 3 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM
Page 15 of 116

Smart-sleutelsysteem
3-1
3
DAU76444
Smart-sleutelsysteem
Dankzij het Smart-sleutelsysteem kunt u de
machine bedienen zonder gebruik van een
mechanische sleutel. Daarnaast heeft de
sleutel een ’begroetingsfunctie’ waarmee u
de machine op een parkeerplaats kunt te-
rugvinden. (Zie pagina 3-5.)
WAARSCHUWING
DWA14704
Houd geïmplanteerde pacemakers
of hartdefibrillators, alsmede ande-
re elektrische medische apparaten
uit de buurt van de op het voertuig
gemonteerde antenne (zie afbeel-
ding).
Door de antenne uitgezonden ra-
diogolven kunnen de werking van
dergelijke apparaten beïnvloeden
indien deze in de nabijheid zijn.Als u drager bent van een elektrisch
medisch apparaat, raadpleeg dan
een arts of de fabrikant van het ap-
paraat voordat u dit voertuig
gaat
gebruiken.
LET OP
DCA24080
Het Smart-sleutelsysteem gebruikt
zwakke radiogolven. Het Smart-sleutel-
systeem werkt in de volgende situaties
mogelijk niet.
De Smart-sleutel is geplaatst in een
locatie die is blootgesteld aan ster-
ke radiogolven of andere elektro-
magnetische ruis
Er bevinden zich faciliteiten in de
buurt die sterke radiogolven uitzen-
den (televisie- of radiotorens, ener-
giecentrales, uitzendstations,
luchthavens, etc.)
U draagt of gebruikt communicatie-
apparaten zoals radio’s of mobiele
telefoons dicht bij uw Smart-sleutel
De Smart-sleutel maakt contact
met of wordt bedekt door een me-
talen voorwerp
Andere voertuigen die zijn uitgerust
met een Smart-sleutelsysteem be-
vinden zich in de nabijheid
1. Smart-sleutel
2. Smart-sleuteltoets
1. Contactslot
2. Knop contactslot
1
2
ZAUM1469
2
1
1. Antenne op de machine
1
UBL1D0D0.book Page 1 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM
Page 16 of 116

Smart-sleutelsysteem
3-2
3
Verplaats de Smart-sleutel in zulke situ-
aties naar een andere locatie en voer de
bewerking opnieuw uit. Als het nog
steeds niet werkt, bedien de machine
dan in de noodmodus. (Zie pagina 7-38.)
OPMERKING
Om het ontladen van de voertuigaccu te
voorkomen, wordt het Smart-sleutelsy-
steem ongeveer 9 dagen na het laatste ge-
bruik van de machine uitgeschakeld (de
begroetingsfunctie wordt gedeactiveerd).
Om het Smart-sleutelsysteem weer in te
schakelen, hoeft u slechts op de knop van
het contactslot te drukken.
DAUM3960
Bereik van het Smart-sleutelsy-
steem
Het ontvangstbereik van het Smart-sleutel-
systeem bedraagt ongeveer 80 cm (31.5 in)
vanaf de antenne.
OPMERKING
Aangezien het Smart-sleutelsysteem
gebruikmaakt van zwakke radiogol-
ven, kan het ontvangstbereik ervan
worden beïnvloed door de omgeving.
Als de batterij van de Smart-sleutel
ontladen raakt, werkt de Smart-sleutel
mogelijk niet of kan het bereik ervan
zeer klein worden.
Als de Smart-sleutel is uitgeschakeld,
zal de machine de Smart-sleutel niet
herkennen, ook niet als deze zich bin-
nen het ontvangstbereik bevindt. Als
het Smart-sleutelsysteem niet werkt,
zie pagina 3-5 en controleer of de
Smart-sleutel is ingeschakeld.
1. Antenne op de machine
ZAUM1516
1
ZAUM1517
1
UBL1D0D0.book Page 2 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM
Page 17 of 116

Smart-sleutelsysteem
3-3
3
Als de Smart-sleutel wordt opgebor-
gen in het voorste of achterste op-
bergcompartiment, kan dit de
communicatie tussen de Smart-sleu-
tel en de machine belemmeren. Als
het achterste opbergcompartiment is
vergrendeld met de Smart-sleutel erin,
wordt het Smart-sleutelsysteem mo-
gelijk uitgeschakeld. U dient de
Smart-sleutel altijd bij u te dragen.
Als u de machine achterlaat, vergren-
del dan het stuurslot en neem de
Smart-sleutel mee. Aanbevolen wordt
om de Smart-sleutel uit te schakelen.
WAARSCHUWING
DWA17952
U dient de Smart Key bij u te dra-
gen. Bewaar deze niet in het voer-
tuig.
Wees erop alert dat wanneer de
Smart Key zich binnen het wer-
kingsbereik bevindt, andere perso-
nen die de Smart Key niet dragen
de motor kunnen starten en het
voertuig kunnen bedienen.
DAU78623
De Smart-sleutel en mechani-
sche sleutels gebruiken
WAARSCHUWING
DWA17952
U dient de Smart Key bij u te dra-
gen. Bewaar deze niet in het voer-
tuig.
Wees erop alert dat wanneer de
Smart Key zich binnen het wer-
kingsbereik bevindt, andere perso-
nen die de Smart Key niet dragen
de motor kunnen starten en het
voertuig kunnen bedienen.
1. Smart-sleutel
2. Mechanische sleutel
1. Identificatienummerkaart
2. Smart-sleutel (binnenzijde)
3. Identificatienummer
12
868588
868588
1
32
UBL1D0D0.book Page 3 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM
Page 18 of 116

Smart-sleutelsysteem
3-4
3
De machine wordt geleverd met één
Smart-sleutel, twee mechanische sleutels
en een kaart met het identificatienummer.
Het identificatienummer staat ook vermeld
op de Smart-sleutel zelf.
Als de voertuigaccu ontladen is, kunt u met
de mechanische sleutel het zadel openen.
Draag naast de Smart-sleutel steeds één
mechanische sleutel bij u.
Als de Smart-sleutel verloren is of de batte-
rij ervan ontladen is, kan het identificatie-
nummer worden gebruikt om de machine in
de noodmodus te bedienen. (Zie pagina
7-38.) Noteer het identificatienummer
voor noodgevallen.
Als de Smart-sleutel verloren is en het iden-
tificatienummer van het Smart-sleutelsy-
steem onbekend is, moet het Smart-
sleutelsysteem in zijn geheel worden ver-
vangen. Dit brengt aanzienlijke kosten met
zich mee. Bewaar de kaart met het iden-
tificatienummer op een veilige plaats.
LET OP
DCA21573
De Smart-sleutel bevat elektronische
precisieonderdelen. Neem de volgende
voorzorgsmaatregelen om storingen of
schade te voorkomen.
Plaats of bewaar de Smart-sleutel
niet in een opbergcompartiment.
De Smart-sleutel kan beschadigd
raken door rijtrillingen of overmati-
ge hitte.
Laat de Smart-sleutel niet vallen,
buig deze niet en stel deze niet
bloot aan harde schokken.
Dompel de Smart-sleutel niet onder
in water of andere vloeistoffen.
Plaats geen zware voorwerpen op
de Smart-sleutel en stel deze niet
bloot aan overmatige druk.
Plaats de Smart-sleutel niet in een
omgeving met direct zonlicht, hoge
temperaturen of een ho
ge vochtig-
heidsgraad.Probeer niet om de Smart-sleutel te
slijpen of te wijzigen.
Houd de Smart-sleutel uit de buurt
van sterke magnetische velden en
magnetische voorwerpen zoals
sleutelhouders, televisies en com-
puters.
Houd de Smart-sleutel uit de buurt
van elektrische medische appara-
tuur.
Laat de Smart-sleutel niet in con-
tact komen met olie, polijstmiddel
of agressieve chemische stoffen.
Hierdoor kan de behuizing van de
Smart-sleutel verkleuren of bar-
sten.
OPMERKING
De levensduur van de batterij van de
Smart-sleutel is ongeveer twee jaar,
maar dit kan variëren naargelang de
gebruiksomstandigheden.
Vervang de batterij van de Smart-
sleutel als het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem na het inscha-
kelen van het contact ongeveer 20 se-
conden blijft knipperen of wanneer het
controlelampje van het Smart-sleutel-
systeem na het indrukken van de knop
op de Smart-sleutel niet gaat bran-
den. (Zie pagina 3-6.) Als het Smart-
sleutelsysteem na het vervangen van
de batterij van de Smart-sleutel nog
steeds niet werkt, controleer dan de
voertuigaccu en laat de machine con-
troleren door een Yamaha dealer.
Als de Smart-sleutel doorlopend ra-
diogolven ontvangt, zal de batterij van
de Smart-sleutel snel ontladen raken.
(Bijvoorbeeld als de Smart-sleutel in
de omgeving van elektrische appara-
ten zoals televisies, radio’s of compu-
ters wordt bewaard.)
UBL1D0D0.book Page 4 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM
Page 19 of 116

Smart-sleutelsysteem
3-5
3
U kunt maximaal zes Smart-sleutels
registreren voor dezelfde machine.
Neem voor extra Smart-sleutels con-
tact op met uw Yamaha dealer.
Als u een Smart-sleutel kwijtraakt,
neem dan onmiddellijk contact op met
een Yamaha dealer om diefstal van de
machine te voorkomen.DAU76471
Smart-sleutel
De Smart-sleutel in- en uitschakelen
Houd de knop op de Smart-sleutel onge-
veer 1 seconde ingedrukt om de Smart-
sleutel in of uit te schakelen. Als de Smart-
sleutel is uitgeschakeld, is gebruik van de
machine niet mogelijk, zelfs niet als de
Smart-sleutel zich binnen het ontvangstbe-
reik van het Smart-sleutelsysteem bevindt.
Schakel de Smart-sleutel in en breng deze
binnen het ontvangstbereik om de machine
te kunnen gebruiken.
Controleren of Smart-sleutel is in- of uit-
geschakeld
Druk op de knop op de Smart-sleutel om
de huidige bedieningsstatus van de Smart-
sleutel te bepalen.
Als het controlelampje van de Smart-sleutel
gaat branden:
Kort knippersignaal (0.1 seconde): De
Smart-sleutel is ingeschakeld.
Lang knippersignaal (0.5 seconde): De
Smart-sleutel is uitgeschakeld.
Begroetingsfunctie op afstand
Druk op de knop op de Smart-sleutel om
de begroetingsfunctie op afstand te active-
ren. Er klinken twee piepsignalen en alle
richtingaanwijzers knipperen twee keer.
1. Controlelampje Smart-sleutel
2. Smart-sleuteltoets
1
2
UBL1D0D0.book Page 5 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM
Page 20 of 116

Smart-sleutelsysteem
3-6
3
Deze functie is handig om uw machine te-
rug te vinden, bijvoorbeeld op een parkeer-
plaats.
Piepsignaal begroetingsfunctie in- of
uitschakelen
Het piepsignaal dat klinkt bij activeren van
de begroetingsfunctie kan worden in- of
uitgeschakeld met behulp van de volgende
procedure.1. Schakel de Smart-sleutel in en breng deze binnen het ontvangstbereik van
het Smart-sleutelsysteem.
2. Zet het contactslot op “OFF” en druk vervolgens één keer op de knop van
het contactslot.
3. Druk daarna binnen 9 seconden nog- maals op de knop en houd deze 5 se-
conden ingedrukt.
4. Als het piepsignaal klinkt, is het instel- len voltooid.
Als het piepsignaal:
Twee keer klinkt: Het piepsignaal
is uitgeschakeld.
Eén keer klinkt: Het piepsignaal
is ingeschakeld.DAU76482
De batterij van de Smart-sleutel
vervangen
Vervang de batterij in de volgende situaties.
Als het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem ongeveer 20 secon-
den knippert nadat het contact wordt
ingeschakeld.
Als de begroetingsfunctie niet werkt
wanneer de knop op de Smart-sleutel
wordt ingedrukt.
WAARSCHUWING
DWA20630
De Smart-sleutel bevat een knoopcelba-
tterij.
Houd nieuwe en gebruikte batterij-
en uit de buurt van kinderen.
Als het batterijvak niet goed sluit,
stop dan met het gebruik van de
Smart-sleutel en houd deze uit de
buurt van kinderen.
Explosiegevaar - voorkom verkeerd ge-
bruik van de batterij. Onjuiste vervanging kan resulteren
in brand of explosie.
Vervang de batterij uitsluitend door
een exemplaar van hetzelfde of een
gelijkwaardig type.
Stel de Smart-sleutel niet bloot aan
overmatige hitte, zoals van de zon
of vuur.
1. Controlelampje Smart-sleutelsysteem “ ”
ZAUM14701
UBL1D0D0.book Page 6 Tuesday, September 5, 2017 5:30 PM