ABS YAMAHA XMAX 400 2020 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2020, Model line: XMAX 400, Model: YAMAHA XMAX 400 2020Pages: 116, PDF Size: 8.96 MB
Page 1 of 116
![YAMAHA XMAX 400 2020 Instructieboekje (in Dutch) PANTONE285C
YP400RA
X-MAX 400 ABS
HANDLEIDING
BL1-F819D-D1
MOTORFIETS
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u deze machine gaat gebruiken.
[Dutch (D)] YAMAHA XMAX 400 2020 Instructieboekje (in Dutch) PANTONE285C
YP400RA
X-MAX 400 ABS
HANDLEIDING
BL1-F819D-D1
MOTORFIETS
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u deze machine gaat gebruiken.
[Dutch (D)]](/img/51/52982/w960_52982-0.png)
PANTONE285C
YP400RA
X-MAX 400 ABS
HANDLEIDING
BL1-F819D-D1
MOTORFIETS
Lees deze handleiding aandachtig door
voordat u deze machine gaat gebruiken.
[Dutch (D)]
Page 5 of 116

Inhoudsopgave
Veiligheidsinformatie........................1-1
Andere aandachtspunten voor
veilig rijden ...................................1-5
Beschrijving.......................................2-1
Aanzicht linkerzijde..........................2-1
Aanzicht rechterzijde .......................2-2
Bedieningen en instrumenten .........2-3
Smart-sleutelsysteem .....................3-1
Smart-sleutelsysteem .....................3-1
Bereik van het
Smart-sleutelsysteem ..................3-2
De Smart-sleutel en mechanische
sleutels gebruiken ........................3-3
Smart-sleutel ...................................3-5
De batterij van de Smart-sleutel
vervangen ....................................3-6
Contactslot ......................................3-8
Functies van instrumenten en
bedieningselementen.......................4-1
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes................4-1
Snelheidsmeter ...............................4-2
Toerenteller .....................................4-3
Multifunctioneel display ..................4-3
Stuurschakelaars...........................4-12
Voorremhendel ..............................4-13
Achterremhendel ...........................4-14
Achterremblokkeerhendel .............4-14
ABS ...............................................4-15
Tractieregeling...............................4-16
Tankdop ........................................4-18
Brandstof.......................................4-19
Overloopslang brandstoftank........4-20
Uitlaatkatalysatoren ......................4-21
Opbergcompartimenten ................4-21
Kuipruit ..........................................4-23
Stand van het stuur ......................4-26
Afstellen van de
schokdemperunits .....................4-26
Zijstandaard ..................................4-27
Startblokkeringssysteem...............4-28
Gelijkstroom aansluitcontact voor
accessoires ...............................4-30Voor uw veiligheid – controles
voor het rijden................................... 5-1
Gebruik en belangrijke
rij-informatie..................................... 6-1
De motor starten ............................. 6-2
Wegrijden ........................................ 6-3
Sneller en langzamer rijden............. 6-3
Remmen.......................................... 6-4
Tips voor een zuinig
brandstofverbruik ........................ 6-5
Inrijperiode ...................................... 6-5
Parkeren.......................................... 6-6
Periodiek onderhoud en
afstelling............................................ 7-1
Boordgereedschapsset .................. 7-2
Periodiek onderhoudsschema van
het uitstootcontrolesysteem ........ 7-3
Algemeen smeer- en
onderhoudsschema..................... 7-4
Panelen verwijderen en
aanbrengen ................................. 7-7
Bougie controleren ......................... 7-8
Filterbus .......................................... 7-9
Motorolie en oliefilterelement........ 7-10
Eindoverbrengingsolie .................. 7-12
Koelvloeistof ................................. 7-13
Luchtfilterelementen,
aftapslangen en
luchtfilterelement in
V-snaarbehuizing ....................... 7-15
De vrije slag van de gasgreep
controleren ................................ 7-17
Klepspeling ................................... 7-18
Banden ......................................... 7-18
Gietwielen ..................................... 7-20
Vrije slag van voor- en
achterremhendel controleren .... 7-21
Afstellen van de
achterremblokkeerkabel ............ 7-21
Controleren van de
achterremblokkering.................. 7-22
Controleren van voor- en
achterremblokken...................... 7-22
UBL1D0D0.book Page 1 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM
Page 27 of 116

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-1
4
DAU4939C
Controlelampjes en waarschu-
wingslampjes
DAU11032Controlelampjes richtingaanwijzers
“” en“”
Elk controlelampje gaat knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU11081Controlelampje grootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de kop-
lamp is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU78180Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de
motor of een ander regelsysteem van de
machine. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het boorddiagnosesysteem te con-
troleren.Het elektrisch circuit voor het waarschu-
wingslampje kunt u controleren door het
contactslot op “ON” te zetten. Het waar-
schuwingslampje moet enkele seconden
oplichten en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje niet gaat
branden wanneer het contactslot op “ON”
wordt gezet of blijft branden, laat de machi-
ne dan controleren door een Yamaha dea-
ler.
DAU78171ABS-waarschuwingslampje “ ”
Onder normale omstandigheden gaat het
ABS-waarschuwingslampje aan als het
contactslot op “ON” wordt gezet en gaat
het uit bij een rijsnelheid van 10 km/h
(6 mi/h) of hoger.
Als het ABS-waarschuwingslampje:
niet gaat branden wanneer het con-
tactslot op “ON” wordt gezet
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
niet uitgaat bij een snelheid van
10 km/h (6 mi/h) of hoger
Werkt het ABS-systeem mogelijk niet goed.
Vraag als een van de bovenstaande geval-
len zich voordoet zo snel mogelijk een
Yamaha dealer het systeem te controleren.
(Zie pagina 4-15 voor uitleg over de wer-
king van het ABS-systeem.)
WAARSCHUWING
DWA16041
Als het ABS-waarschuwingslampje niet
uitgaat zodra met een snelheid van 10
km/h (6 mi/h) of hoger wordt gereden, of
als het waarschuwingslampje tijdens
het rijden gaat branden of knipperen,
keert het remsysteem terug naar con-
ventioneel remmen. Als een van de bo-
venstaande gevallen zich voordoet, of
als het waarschuwingslampje helemaal
niet gaat branden, rij dan extra voorzich-
tig om te voorkomen dat de remmen in
noodsituaties blokkeren. Laat het rem-
1. Controlelampje linker richtingaanwijzers
“”
2. Controlelampje rechter richtingaanwijzers
“”
3. Controlelampje grootlicht “ ”
4. ABS-waarschuwingslampje “ ”
5. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
6. Controlelampje tractieregeling “ ”
7. Controlelampje Smart-sleutelsysteem “ ”
ZAUM1478
12
ABS
ABS
UBL1D0D0.book Page 1 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM
Page 28 of 116

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-2
4
systeem en de elektrische circuits zo
snel mogelijk door een Yamaha dealer
controleren.
OPMERKING
Het ABS-waarschuwingslampje kan gaan
branden wanneer er gas wordt gegeven
terwijl de machine op de middenbok staat.
Er is dan echter geen sprake van een sto-
ring.
Zet als dit gebeurt het contactslot uit en
weer aan om het controlelampje te reset-
ten.
DAU78591Controlelampje tractieregeling “TCS”
Dit controlelampje knippert als de tractiere-
geling is ingeschakeld.
Als de tractieregeling wordt uitgeschakeld,
gaat dit controlelampje branden. (Zie pagi-
na 4-16.)
OPMERKING
Als de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Als het lampje niet gaat bran-
den of blijft branden, vraag dan uw Yamaha
dealer om de machine te controleren.
DAU78600Controlelampje Smart-sleutelsysteem
“”
Dit controlelampje geeft de toestand van
het Smart-sleutelsysteem aan. Als het
Smart-sleutelsysteem normaal werkt, is dit
controlelampje uit. Als er een storing op-
treedt in het Smart-sleutelsysteem, gaat
het controlelampje knipperen. Het contro-
lelampje knippert ook wanneer de machine
en Smart-sleutel met elkaar communiceren
en bij uitvoering van bepaalde bewerkingen
van het Smart-sleutelsysteem.
DAU63544
Snelheidsmeter
Voor Verenigd Koninkrijk
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.
Als de machinevoeding wordt ingescha-
keld, slaat de naald van de snelheidsmeter
eenmaal helemaal uit tot aan de hoogste
snelheid en keert daarna weer terug naar
nul om het elektrische circuit te testen.
1. Snelheidsmeter
1. Snelheidsmeter
ZAUM1479
1
ZAUM1526
1
UBL1D0D0.book Page 2 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM
Page 41 of 116

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-15
4
het voertuig tot stilstand is gekomen
voordat u de achterremblokkeerhendel
naar links beweegt.DAU78200
ABS
Het Yamaha ABS (anti-blokkeervoorziening
remsysteem) bestaat uit een dubbel uitge-
voerd elektronisch regelsysteem dat de
voorrem en achterrem onafhankelijk aan-
stuurt.
Gebruik de remmen met ABS net zoals
conventionele remmen. Bij activering van
het ABS-systeem kan een pulsatie worden
gevoeld in de remhendels. Ga in dat geval
door met remmen en laat het ABS-systeem
het werk doen. Ga niet “pompend” rem-
men, dit vermindert de remeffectiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Houd altijd een veilige afstand tot voor-
liggers, zelfs als uw voertuig is uitgerust
met ABS.
Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lange remwegen.
Op bepaalde oppervlakken, zoals
slechte wegen of grindwegen, kan
de remafstand met het ABS-sy-
steem langer zijn dan zonder ABS-
systeem.
Het ABS-systeem wordt bewaakt door een
ECU die het systeem bij een storing laat te-
rugkeren naar conventioneel remmen.
OPMERKING
Het ABS-systeem voert een zelfdiag-
nosetest uit telkens nadat het contact-
slot op “ON” is gezet en een
rijsnelheid wordt bereikt van 10 km/h
(6 mi/h) of hoger. Tijdens deze test
hoort u een “klikkend” geluid aan de
voorkant van het voertuig en wanneer
u een remhendel licht aantrekt, voelt u
eventueel een trilling in de hendel. Dit
is normaal.
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie, waarbij de bestuurder pul-
saties kan voelen in de rembediening
UBL1D0D0.book Page 15 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM
Page 42 of 116

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-16
4
terwijl ABS actief is. Er is echter speci-
aal gereedschap vereist, dus neem
contact op met uw Yamaha dealer.
LET OP
DCA20100
Let op dat de wielsensor en de rotor van
de wielsensor niet beschadigd raken,
anders kan het ABS-systeem niet meer
naar behoren werken.
DAU78611
Tractieregeling
De tractieregeling (TCS) draagt bij aan het
behouden van grip bij het optrekken op
gladde oppervlakken, zoals onverharde of
natte wegen. Wanneer sensoren detecte-
ren dat het achterwiel begint te slippen (on-
gecontroleerde slip), grijpt de
tractieregeling in door het motorvermogen
te reguleren totdat de grip is hersteld.
Als tractieregeling in werking is, knippert
het controlelampje “ ”. Mogelijk merkt u
verandering in de reactie van de motor of
het uitlaatgeluid.
WAARSCHUWING
DWA18860
De tractieregeling vormt geen vervan-
ging voor verstandig rijgedrag dat is
aangepast aan de omstandigheden. De
tractieregeling biedt geen bescherming
tegen gripverlies door te snel ingaan van
bochten, snel optrekken bij schuin over-
hangen of door remmen, en kan wegglij-
den van het voorwiel niet voorkomen.
Rijd altijd voorzichtig op oppervlakken
die mogelijk glad kunnen zijn en vermijd
bijzonder gladde oppervlakken.
Tractieregeling instellen
Als u de machine inschakelt, wordt tractie-
regeling automatisch ingeschakeld.
1. Voorwielsensor
2. Opneemring voorwielsensor
1. Achterwielsensor
2. Opneemring achterwielsensor
2
1
2
1
ZAUM1520
1. Controlelampje tractieregeling Ž
2. Weergave tractieregeling
ZAUM1498
12
UBL1D0D0.book Page 16 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM
Page 60 of 116

Gebruik en belangrijke rij-informatie
6-2
6
DAU78231
De motor starten
LET OP
DCA10251
Zie pagina 6-5 voor instructies over het
inrijden van de motor alvorens de machi-
ne in gebruik wordt genomen.
Het startblokkeringssysteem staat starten
alleen toe als de zijstandaard omhoog is
geklapt. (Zie pagina 4-28.)
1. Schakel het contactslot in en contro-
leer of de stop/run/start-schakelaar
op “ ” staat.
De volgende waarschuwingslampjes
en controlelampjes moeten enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan.
Waarschuwingslampje motor-
storing
Controlelampje tractieregeling
Controlelampje Smart-sleutelsy-
steem
OPMERKING
Het ABS-waarschuwingslampje moet gaan
branden en aan blijven tot de machine een
snelheid van 10 km/h (6 mi/h) of hoger be-
reikt.
LET OP
DCA22510
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet werkt zoals hierboven be-
schreven, zie dan pagina 4-1 voor een
controle van het circuit van het betref-
fende waarschuwings- of controlelamp-
je.
2. Draai het gas dicht.
3. Druk terwijl u de voor- of achterrem
bedient op de “ ”-zijde van de
stop/run/start-schakelaar. Laat de
schakelaar los zodra de motor aan-
slaat.
OPMERKING
Als de motor niet start, laat de startknop
dan na 5 seconden los. Wacht alvorens de
startknop opnieuw in te drukken 10 secon-
den om weer voldoende accuspanning te
laten opbouwen.
LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor nog
koud is, dit verkort de levensduur van de
motor!
UBL1D0D0.book Page 2 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM
Page 87 of 116

Periodiek onderhoud en afstelling
7-23
7
DAU40262
Controleren van remvloeistofni-
veau
Controleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat. Meet het remvloeistof-
niveau en let erop dat de bovenzijde van
het reservoir horizontaal staat. Vul indien
nodig remvloeistof bij.
Voorrem
Achterrem
WAARSCHUWING
DWA16011
Onjuist uitgevoerd onderhoud kan resul-
teren in verlies van remvermogen. Neem
de volgende voorzorgsmaatregelen in
acht:Bij een te laag remvloeistofniveau
kan lucht binnendringen in het rem-
systeem, waardoor de rempresta-
ties afnemen.
Reinig de reservoirdop alvorens
deze te verwijderen. Gebruik uit-
sluitend DOT 4 remvloeistof uit een
onaangebroken verpakking.
Gebruik uitsluitend de aanbevolen
remvloeistof, anders kunnen de
rubberafdichtingen beschadigd ra-
ken met lekkage tot gevolg.
Vul
bij met hetzelfde type remvloei-
stof. Toevoeging van een ander
type remvloeistof dan DOT 4 kan re-
sulteren in een schadelijke chemi-
sche reactie.
Pas op en zorg dat tijdens het bij-
vullen geen water of stof het rem-
vloeistofreservoir binnendringen.
Water zal het kookpunt van de rem-
vloeistof aanzienlijk verlagen zodat
dampbelvorming kan optreden en
vuil de hydraulisch bediende klep-
pen van de ABS eenheid kan ver-
stoppen.
LET OP
DCA17641
Remvloeistof kan gelakte of kunststof
onderdelen beschadigen. Veeg gemors-
te remvloeistof steeds direct af.
Naarmate de remblokken afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan duiden op
versleten remblokken en/of lekkage in het
remsysteem. Controleer daarom de rem-
blokken op slijtage en het remsysteem op
lekkage. Vraag als het remvloeistofniveau
plotseling sterk is gedaald een Yamaha
dealer om een inspectie alvorens verder te
rijden.
1. Merkstreep minimumniveau
1. Merkstreep minimumniveau
Aanbevolen remvloeistof:
DOT 4
1
ZAUM1057
ZAUM1032
1
UBL1D0D0.book Page 23 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM
Page 94 of 116

Periodiek onderhoud en afstelling
7-30
7
DAU78242
De zekeringen vervangen
De hoofdzekering en de zekeringenkasten,
die de zekeringen van de afzonderlijke cir-
cuits bevatten, bevinden zich onder het pa-
neel B. (Zie pagina 7-7.)
OPMERKING
Om toegang te krijgen tot de hoofdzekering
verwijdert u de kap van het startmotorrelais
zoals getoond.
Vervang een zekering als volgt als deze is
doorgebrand.
1. Schakel het contactslot uit en schakel
het betreffende elektrische circuit uit.
2. Verwijder de doorgebrande zekering
en breng een nieuwe zekering met de
voorgeschreven ampèrewaarde aan.
WAARSCHUWING! Gebruik geen
zekeringen met een hogere ampe-
rage dan aanbevolen om ernstige
schade aan het elektrische systeem
en mogelijk brand te voorkomen.
[DWA15132]
1. Zekeringenkastje
2. Hoofdzekering
3. Reservehoofdzekering
4. Kap van startmotorrelais
ZAUM1528
12
3
4
1. Zekering 2 signaleringssysteem
2. Zekering signaleringssysteem
3. Zekering ABS-regeleenheid
4. Hoofdzekering 2
5. Zekering radiatorkoelvinmotor
6. Backup-zekering
7. Reservezekering
8. Zekering ABS-motor
9. Zekering van de ABS-solenoïdeklep
10.Zekering richtingaanwijzer/alarmverlichting
11.Aansluitzekering 1 (voor gelijkstroom aan-
sluitcontact voor accessoires)
12.Antwoordzekering
ZAUM1529
1234567
8910
11
12
7
UBL1D0D0.book Page 30 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM
Page 95 of 116

Periodiek onderhoud en afstelling
7-31
7
3. Schakel het contactslot in en schakel
het betreffende elektrische circuit in
om te zien of de apparatuur werkt.
4. Als de zekering direct opnieuw door-
brandt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch systeem te controleren.
DAU64070
Koplampen
Dit model is voorzien van koplampen van
het LED-type.
Als de koplamp niet gaat branden, vraag
dan een Yamaha dealer het elektrisch cir-
cuit van de koplamp te testen.
LET OP
DCA16581
Plak geen kleurfolie of stickers op de
koplamplens.
Voorgeschreven zekeringen:
Hoofdzekering:
30.0 A
Hoofdzekering 2:
10.0 A
Aansluitzekering 1:
2.0 A
Zekering signaleringssysteem:
10.0 A
Zekering 2 signaleringssysteem:
7.5 A
Zekering radiatorkoelvin:
10.0 A
Backup-zekering:
7.5 A
Zekering richtingaanwijzer/alarm-
verlichting:
7.5 A
Zekering ABS-regeleenheid:
7.5 A
Zekering ABS-motor:
30.0 A
Zekering van de ABS-solenoïde-
klep:
15.0 A
Antwoordzekering:
2.0 A
UBL1D0D0.book Page 31 Thursday, May 11, 2017 1:31 PM