YAMAHA XT1200Z 2014 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2014, Model line: XT1200Z, Model: YAMAHA XT1200Z 2014Pages: 114, PDF Size: 3.02 MB
Page 31 of 114
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-16
3
3. Terwijl het geselecteerde item knip-
pert, houdt u de toets “RESET” ten
minste 2 seconden ingedrukt.
4. Druk op de menuschakelaar “MENU” om terug te keren naar het instelmo-
dusmenu.
“TIME–2” en “TIME–3” controleren en te-rugzetten op nul1. Gebruik de selectieschakelaar om “Time Trip” te markeren. 2. Druk op de menuschakelaar “MENU”
om “TIME–2” en “TIME–3” weer te ge-
ven. Als u een tijdweergave wilt terug-
zetten op nul, drukt u op de toets
“RESET” om het item te selecteren
dat u wilt terugzetten op nul.
3. Terwijl het geselecteerde item knip- pert, houdt u de toets “RESET” ten
minste 2 seconden ingedrukt. 4. Druk op de menuschakelaar “MENU”
om terug te keren naar het instelmo-
dusmenu.
De eenheden selecteren
1. Gebruik de selectieschakelaar om “Unit” te markeren.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”. De instelweergave voor eenheden
wordt weergegeven en “km or mile”
(alleen voor Verenigd Koninkrijk) of
“km/L or L/100km” (behalve voor Ver-
enigd Koninkrijk) knippert in de weer-
gave.
20
OIL km
10
FREE-1km
10
FREE-2kmMaintenance
MENUMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClockAll ResetTIME-2
0:07
TIME-3
0:07
Time Trip
MENUMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClockAll Reset
U2BSD0D0.book Page 16 Thursday, September 19, 2013 8:48 AM
Page 32 of 114
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-17
3
OPMERKINGVoor Verenigd Koninkrijk: ga verder
met de volgende stappen.
Behalve voor Verenigd Koninkrijk: sla
stappen 3–5 over.3. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
“km” of “mile” knippert in de weerga-
ve. 4. Gebruik de selectieschakelaar om
“km” of “mile” te selecteren en druk
vervolgens op de menuschakelaar
“MENU”.
OPMERKINGWanneer “km” is geselecteerd, kunt u
“L/100km” of “km/L” instellen als eenhe-
den voor brandstofverbruik. Ga als volgt
verder om de eenheden voor brandstofver-
bruik in te stellen. Als u “mile” hebt geselec-
teerd, slaat u stap 5 en 6 over.5. Gebruik de selectieschakelaar om“km/L or L/100km” te selecteren.
6. Druk op de menuschakelaar “MENU”, gebruik de selectieschakelaar om
“L/100km” of “km/L” te selecteren en
druk vervolgens opnieuw op de me-
nuschakelaar “MENU”.
7. Gebruik de selectieschakelaar om “ ”
te markeren en druk vervolgens op de
menuschakelaar “MENU” om terug te
keren naar het instelmodusmenu. De weergave-items selecteren
1. Gebruik de selectieschakelaar om
“Display” te markeren.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”, gebruik de selectieschakelaar om de
weergave te markeren die u wilt wijzi-
gen en druk vervolgens opnieuw op
de menuschakelaar “MENU”.
Unitkm or mile
km
km/L or L/100km
km/L
Unitkm or mile
km
km/L or L/100km
km/L
Unitkm or mile
km
km/L or L/100km
km/L
MENUMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClockAll Reset
U2BSD0D0.book Page 17 Thursday, September 19, 2013 8:48 AM
Page 33 of 114
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-18
3
3. Gebruik de selectieschakelaar om het
item te markeren dat u wilt wijzigen en
druk vervolgens op de menuschake-
laar “MENU”.
4. Gebruik de selectieschakelaar om het item te selecteren dat u wilt weerge-
ven en druk vervolgens op de menus-
chakelaar “MENU”. 5. Wanneer u klaar bent met het wijzigen
van de instellingen, gebruikt u de se-
lectieschakelaar om “ ” te markeren
en drukt u vervolgens op de menus-
chakelaar “MENU” om terug te keren
naar de vorige weergave.
6. Gebruik de selectieschakelaar om “ ” te markeren en druk vervolgens op de
menuschakelaar “MENU” om terug te
keren naar het instelmodusmenu. De helderheid van het meterpaneel instel-
len1. Gebruik de selectieschakelaar om
“Brightness” te markeren.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
3. Gebruik de selectieschakelaar om het gewenste helderheidsniveau te selec-
teren en druk vervolgens op de me-
nuschakelaar “MENU” om terug te
keren naar het instelmodusmenu.
Display
Display-1Display-2Display-3
Display-11-1
A.TEMP
1-2
C.TEMP
1-3
TIME TRIP
Display-11-1
ODO
1-2
C.TEMP
1-3
TIME TRIP
Display-11-1
ODO
1-2
C.TEMP
1-3
TIME TRIP
MENUMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClockAll ResetBrightness
U2BSD0D0.book Page 18 Thursday, September 19, 2013 8:48 AM
Page 34 of 114
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-19
3
De klok instellen1. Gebruik de selectieschakelaar om“Clock” te markeren.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
3. Als de urenaanduiding begint te knip- peren, gebruikt u de selectieschake-
laar om de uren in te stellen.
4. Druk op de menuschakelaar “MENU” en de minutenaanduiding zal gaan
knipperen. 5. Gebruik de selectieschakelaar om de
minuten in te stellen.
6. Druk op de menuschakelaar “MENU” om terug te keren naar het instelmo-
dusmenu.
Alle weergave-items terugstellen
1. Gebruik de selectieschakelaar om “All Reset” te markeren.
2. Druk op de menuschakelaar “MENU”.
3. Gebruik de selectieschakelaar om “YES” te markeren en druk vervolgens
op de menuschakelaar “MENU”.
OPMERKINGDe kilometerteller en kl ok kunt u niet terug-
stellen.Zelf dia gnosesysteem
MENUMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClockAll ResetClock
5
55
AM
MENUMaintenanceTime TripUnitDisplayBrightnessClockAll Reset
1. Controlelampje startblokkering “ ”
2. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
3. Weergave foutcode
All Reset
YESNO
GEARN
25
A.TEMP ˚C
Lo
C.TEMP ˚C
0:00
TIME TRIP
1
2
3
U2BSD0D0.book Page 19 Thursday, September 19, 2013 8:48 AM
Page 35 of 114
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-20
3
Dit model is uitgerust met een zelfdiagno-
sesysteem voor diverse elektrische circuits.
Als in een van deze circuits een storing
wordt gedetecteerd, gaat het waarschu-
wingslampje motorstoring branden en
toont de informatieweergave een foutcode.
Als het informatiedisplay foutcodes weer-
geeft, noteer deze dan en vraag een
Yamaha dealer om de machine te controle- ren.
Het zelfdiagnosesysteem detecteert ook
storingen in de circuits van het startblok-
keersysteem.
Als in de circuits van het startblokkeersy-
steem een storing wordt gedetecteerd,
gaat het controlelampje startblokkering
knipperen en toont de informatieweergave
een foutcode wanneer de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid.OPMERKINGAls de informatieweergave foutcode 52
toont, betreft dit mogelijk een storing in het
transpondersignaal. Als deze fout zich
voordoet, probeer dan het volgende.1. Start de motor met behulp van de co- deersleutel.
OPMERKINGHoud andere startblokkeersleutels uit de
buurt van het contactslot en bewaar niet
meer dan één startblokkeersleutel aan de-
zelfde sleutelring! Startblokkeersleutels
kunnen signaalstoring veroorzaken, waar-
door de motor mogelijk niet kan worden
gestart.2. Als de motor start, zet deze dan weeruit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
3. Als de motor niet kan worden gestart met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeer-
sleutel en beide standaardsleutels
naar een Yamaha dealer en laat de
standaardsleutels opnieuw coderen.LET OP
DCA11591
Wanneer het display een foutco de aan-
g eeft, moet de machine zo spoe dig mo-
g elijk wor den gecontroleer d om
motorscha de te voorkomen.
DAU49432
D-mo de (rijmo dus)D-mode is een elektronisch geregeld mo-
torprestatiesysteem met twee modusse-
lecties (toermodus “T” en sportmodus “S”).
Druk de rijmodusschakelaar “MODE” in om
te wisselen tussen de modi. (Zie pagina
3-22 voor uitleg over de rijmodusschake-
laar.)OPMERKINGMaak uzelf vertrouwd met de werking van
D-mode en de rijmodusschakelaar MODE
alvorens het systeem te gebruiken.Toermo dus “T”
De toermodus “T” is geschikt voor verschil-
lende rijsituaties.
Deze modus biedt een soepel rijgedrag van
het lage- tot het hogetoerenbereik.1. Rijmodusschakelaar “MODE”
M ODESTOPRUNSTA R
T
1
U2BSD0D0.book Page 20 Thursday, September 19, 2013 8:48 AM
Page 36 of 114
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-21
3
Sportmodus “S”
Vergeleken met de toermodus biedt deze
modus een sportievere motorrespons in
het lage- en middelhogetoerenbereik.
DAU1234F
StuurschakelaarsLinks Rechts
DAU54201
Dimlichtschakelaar/lichtsi
gnaalschake-
laar “ / /PASS”
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
Als u een grootlichtsignaal wilt geven, drukt
u op de lichtsignaalzijde “PASS” van de
schakelaar terwijl de koplampen op dim-
licht staan.
DAU12461
Richtin gaanwijzerschakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
1. Menuschakelaar “MENU”
2. Selectieschakelaar “ / ”
3. Cruise-controlschakelaars
4. Claxonschakelaar “ ”
5. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
6. Dimlichtschakelaar/lichtsignaalschakelaar “ / /PASS”
RESSET
PA S S
1
6
542
3
1. Startschakelaar/noodstopschakelaar “//”
2. Rijmodusschakelaar “MODE”
3. Schakelaar alarmverlichting “ ”
MODESTOPRUNS TA R
T
3
2
1
U2BSD0D0.book Page 21 Thursday, September 19, 2013 8:48 AM
Page 37 of 114
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-22
3
terug naar de middenstand. Om de rich-
tingaanwijzers uit te schakelen wordt de
schakelaar ingedrukt nadat hij is terugge-
keerd in de middenstand.
DAU12501
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU54211
Startschakelaar/noodstopschakelaar
“//”
Als u de motor wilt starten met de startmo-
tor, zet u deze schakelaar op “ ” en drukt
u vervolgens op de “ ”-zijde van de scha-
kelaar. Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start.
Zet deze schakelaar op “ ” om de motor
direct uit te schakelen in een noodgeval,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU42342
Het waarschuwingslampje voor motorsto-
ring en het ABS-waarschuwingslampje kan
gaan branden als de sleutel naar “ON”
wordt gedraaid en de startknop wordt inge-
drukt. Dit wijst echter niet op een storing.
DAU12734
Schakelaar alarmverlichtin g“”
Met de sleutel in de stand “ON” of “ ”
kan deze schakelaar worden gebruikt voor
het inschakelen van de alarmverlichting
(gelijktijdig knipperen van alle richtingaan-
wijzers).
De alarmverlichting wo rdt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.LET OP
DCA10062
Ge bruik de alarmverlichtin g niet g ed u-
ren de lan gere tij d als d e motor niet
d raait om dat hier door de accu kan ont-
la den.
DAU12781
Cruise control-schakelaars
Zie pagina 3-6 voor uitleg over de werking
van cruise control.
DAU59010
Menuschakelaar “MENU”
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de instelmodusweergave
van de multifunctionele meter.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-9
voor meer informatie.
DAU59000
Selectieschakelaar “ / ”
Deze schakelaar wordt gebruikt om selec-
ties te maken in de informatieweergave en
instelmodusweergave van de multifunctio-
nele meter.
Zie “Multifunctionele meter” op pagina 3-9
voor meer informatie.
DAU54691
Rijmo dusschakelaar “MODE”
WAARSCHUWING
DWA15341
Wijzi g d e rijmo dus niet tij dens het rij den.Met deze schakelaar kan de rijmodus wor-
den gewisseld tussen de toermodus “T” en
de sportmodus “S”.
De gasgreep moet volledig gesloten zijn bij
het wijzigen van de rijmodus.
De geselecteerde modus wordt getoond in
de rijmodusweergave. (Zie pagina 3-11.)
U kunt de rijmodus niet wijzigen terwijl de
cruise control in werking is.
U2BSD0D0.book Page 22 Thursday, September 19, 2013 8:48 AM
Page 38 of 114
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-23
3
DAU12831
Koppelingshen delDe koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerstuurgreep. Trek de hendel naar het
stuur toe om de koppeling te ontkoppelen.
Laat de hendel los om de koppeling te laten
aangrijpen. Voor een soepele werking van
de koppeling moet de hendel snel ingetrok-
ken worden en langzaam worden losgela-
ten.
De koppelingshendel is voorzien van een
stelwiel voor het instellen van de stand van
de koppelingshendel. Verstel de afstand
tussen de koppelingshendel en de stuur-
greep door het stelwiel te verdraaien terwijl
de hendel van het stuur vandaan wordt ge- houden. Controleer of het correcte instel-
punt op het stelwiel tegenover het pijlteken
op de koppelingshendel staat.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-39.)
DAU12872
Schakelpe
daalHet schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motor en wordt in combina-
tie met de koppelingshendel gebruikt bij
het schakelen van de versnellingen van de
6-traps constant-mesh versnellingsbak op
deze motorfiets.
1. Koppelingshendel
2. Stelwiel voor afstelpositie koppelingshendel
3. Pijlteken
4. Afstand tussen koppelingshendel en stuur-
greep
12
34
1
4
3
2
1. Schakelpedaal
1
U2BSD0D0.book Page 23 Thursday, September 19, 2013 8:48 AM
Page 39 of 114
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-24
3
DAU49518
RemhendelDe remhendel bevindt zich aan de rechter-
zijde van het stuur. Trek de hendel naar de
gasgreep toe om de voorrem te bekrachti-
gen.
Dit model is uitgerust met een gekoppeld
remsysteem.
Wanneer u aan de remhendel trekt, wordt
de voorrem en een gedeelte van de achter-
rem bekrachtigd. Voor maximale remkracht
dient u gelijktijdig zowel de remhendel in te
knijpen als het rempedaal in te drukken.
Het gekoppelde remsysteem wordt gere-
geld door een ECU die het gekoppelde
remsysteem uitschakelt en terugkeert naar
gewoon remmen als er een storing op-
treedt.OPMERKING Er kunnen weerstand en trillingen
voelbaar zijn in het rempedaal wan-
neer de voorrem wordt bekrachtigd en
het gekoppelde remsysteem is inge-
schakeld, maar dit duidt niet op een
storing.
Het gekoppelde remsysteem functio-
neert pas wanneer het voertuig in be-
weging komt.
Na het tot stilstand komen door mid-
del van het inknijpen van de remhen-
del, is het gekoppelde remsysteem nog steeds actief. Verder inknijpen
van de remhendel leidt niet tot een
grotere remkracht van de achterrem,
dus bekrachtig de achterrem als meer
remkracht vereist is (zoals bij parkeren
op een helling).
Het gekoppelde remsysteem wordt
uitgeschakeld nadat de remhendel
wordt losgelaten. Het remsysteem
werkt dan weer als een gewoon rem-
systeem.
Wanneer het voertuig in beweging
komt, wordt het gekoppelde remsy-
steem weer ingeschakeld.
Het gekoppelde remsysteem werkt
niet wanneer alleen het rempedaal
wordt gebruikt of het rempedaal wordt
ingedrukt voordat de remhendel
wordt ingeknepen.
De remhendel is voorzien van een stelwiel
voor de positie van de remhendel. Om de
afstand tussen de remhendel en de gas-
greep af te stellen, wordt het stelwiel ge-
draaid terwijl de hendel van de gasgreep
vandaan wordt gehouden. Controleer of
het correcte instelpunt op het stelwiel te-
genover het “ ” merkteken op de rem-
hendel staat.
1. Remhendel
2. Stelwiel afstelpositie remhendel
3. “ ”-merkteken
4. Afstand tussen remhendel en gasgreep
5
43
211
4
3
2
U2BSD0D0.book Page 24 Thursday, September 19, 2013 8:48 AM
Page 40 of 114
WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-25
3
DAU49482
RempedaalHet rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.OPMERKINGEr kunnen weerstand en trillingen voelbaar
zijn in het rempedaal wanneer de voorrem
wordt bekrachtigd en het gekoppelde rem-
systeem is ingeschakeld, maar dit duidt
niet op een storing.
DAU54531
ABSHet Yamaha ABS (anti-blokkeervoorziening
remsysteem) bestaat uit een dubbel uitge-
voerd elektronisch regelsysteem dat de
voorrem en achterrem onafhankelijk aan-
stuurt.
Gebruik de remmen met ABS net zoals
conventionele remmen. Bij activering van
het ABS-systeem kan een pulsatie worden
gevoeld in de remhendel of het rempedaal.
Ga in dat geval door met remmen en laat
het ABS-systeem het werk doen. Ga niet
“pompend” remmen, dit vermindert de re-
meffectiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Hou d altij d een veili ge afstan d tot voor-
li ggers, zelfs als uw voertui g is uitg erust
met ABS. Het ABS-systeem functioneert het
effectiefst over lan ge remwe gen.
Op bepaal de oppervlakken, zoals
slechte weg en of grin dwe gen, kan
d e remafstan d met het ABS-sy-
steem lan ger zijn d an zonder ABS-
systeem.Het ABS-systeem wordt bewaakt door een
ECU die het systeem bij een storing laat te-
rugkeren naar conventioneel remmen.
OPMERKING Het ABS-systeem voert een zelfdiag-
nosetest uit telkens nadat de sleutel
op “ON” is gezet en het voertuig rijdt
met een snelheid van 10 km/h (6 mi/h)
of hoger. Tijdens deze test hoort u een
“klikkend” geluid van onder de zitting
en wanneer u de remhendel of het
rempedaal licht bedient, kan een tril-
ling in de hendel of het pedaal voel-
baar zijn. Dit duidt niet op een storing.
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie waarbij de bestuurder pul-
saties kan voelen in de remhendel of
het rempedaal terwijl het ABS-sy-
steem actief is. Er is echter speciaal
gereedschap vereist, dus neem voor
het uitvoeren van deze test contact op
met uw Yamaha dealer.LET OP
DCA16831
Hou d alle soorten ma gneten (inclusief
ma gneet grijpers, ma gnetische schroe-
ven draaiers etc.) uit de buurt van d e
voorste en achterste wielnaaf, an ders
kunnen de ma gnetische rotors van de
wielnaven bescha digd raken met een
onjuiste werkin g van het ABS-systeem
en gekoppel de remsysteem tot gevol g.
1. Rempedaal
1
U2BSD0D0.book Page 25 Thursday, September 19, 2013 8:48 AM