YAMAHA XVS1100 2001 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2001, Model line: XVS1100, Model: YAMAHA XVS1100 2001Pages: 102, PDF Size: 14.66 MB
Page 21 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
DAU00109
Antidiefstal-alarm (optie) Deze motor kan door een Yamaha dealer
worden uitgerust met een optioneel anti-
diefstal-alarmsysteem. Neem contact op
met een Yamaha dealer voor nadere
informatie.
DAU00118
Stuurschakelaars
DAU00127
Richtingaanwijzerschakelaar
Druk deze schakelaar naar “ ” om af-
slaan naar rechts aan te geven. Druk deze
schakelaar naar “ ” om afslaan naar
links aan te geven. Na loslaten keert de
schakelaar terug naar de middenstand. Om
de richtingaanwijzers uit te schakelen wordt
de schakelaar ingedrukt nadat hij is terug-
gekeerd in de middenstand.
DAU00119
Lichtsignaalschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om de koplamp
een lichtsignaal te laten afgeven.
DAU00121
Dimlichtschakelaar
Zet deze schakelaar op “ ” voor groot-
licht en op “ ” voor dimlicht.
DAU00129
Claxonschakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
1. Richtingaanwijzerschakelaar
2. Lichtsignaalschakelaar “ ”
3. Dimlichtschakelaar
4. Claxonschakelaar “ ”
D_5pb.book Page 4 Thursday, October 5, 2000 10:05 AM
Page 22 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
DAU00138
Noodstopschakelaar
Zet deze schakelaar op “ ” om in een
noodgeval de motor direct uit te schakelen,
zoals wanneer de machine omslaat of als
de gaskabel blijft hangen.
DAU00134
Lichtschakelaar
Zet deze schakelaar in de stand “ ”
om de parkeerlichten, het achterlicht en de
instrumentenverlichting in te schakelen. Zet
de schakelaar in de stand “ ” om ook de
koplamp in te schakelen.
DAU00143
Startknop “ ”
Druk deze knop in om de motor door middel
van de startmotor te starten.
DC000005
LET OP:_ Zie pagina 5-1 voor startinstructies
voordat u de motor start. _
DAU00152
Koppelingshendel De koppelingshendel bevindt zich aan de lin-
kerstuurgreep. Trek de hendel naar het stuur
toe om de koppeling te ontkoppelen. Laat de
hendel los om de koppeling te laten aangrij-
pen. Voor een soepele werking van de kop-
peling moet de hendel snel ingetrokken
worden en langzaam worden losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 3-19 voor uit-
leg over het startspersysteem.)
1. Noodstopschakelaar
2. Lichtschakelaar
3. Startknop “ ”
1. Koppelingshendel
D_5pb.book Page 5 Thursday, October 5, 2000 10:05 AM
Page 23 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-6
3
DAU00157
Schakelpedaal (XVS1100)Het schakelpedaal bevindt zich aan de linker-
zijde van de motor en wordt in combinatie met
de koppelingshendel gebruikt bij het schake-
len van de versnellingen van de 5-traps con-
stant-mesh versnellingsbak op deze
motorfiets.
DAU01215
Schakelpedaal (XVS1100A) Het schakelpedaal bevindt zich aan de linker-
zijde van de motor en wordt in combinatie met
de koppelingshendel gebruikt bij het schake-
len van de versnellingen van de 5-traps con-
stantmeshbak op deze motorfiets.OPMERKING:_ Gebruik uw tenen of hiel om op te schake-
len en gebruik uw tenen om terug te
schakelen. _
DAU00158
Remhendel De remhendel bevindt zich aan de rechter-
stuurgreep. Trek de hendel naar het stuur
toe om de voorrem te bekrachtigen.
1. SchakelpedaalXVS1100
1. SchakelpedaalXVS1100A
1. Remhendel
D_5pb.book Page 6 Thursday, October 5, 2000 10:05 AM
Page 24 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-7
3
DAU00162
Rempedaal Het rempedaal bevindt zich aan de rechter-
zijde van de motorfiets. Trap op het rempe-
daal om de achterrem te bekrachtigen.
DAU02917
Vuldop brandstoftank Verwijderen van de tankdop
Schuif het slotplaatje open, steek de sleutel
in het slot en draai hem dan een kwartslag
rechtsom. Het slot wordt ontgrendeld en de
tankdop kan worden verwijderd.
Aanbrengen van de tankdop
1. Breng de tankdop aan in de vulopening
van de brandstoftank, met de sleutel in
het slot en met het “ ”-merkteken
naar voren toe.
1. RempedaalXVS1100
1. RempedaalXVS1100A
1. Slotplaatje tankdopslot
2. “ ”-merkteken
a. Ontgrendelen.
b. Vergrendelen.
D_5pb.book Page 7 Thursday, October 5, 2000 10:05 AM
Page 25 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-8
3
2. Draai de sleutel linksom naar de oor-
spronkelijke positie, neem hem uit en
sluit dan het slotplaatje.OPMERKING:_ De tankdop kan alleen worden aangebracht
met de sleutel in het slot. Bovendien kan de
sleutel niet worden uitgenomen als de
tankdop niet correct aangebracht en ver-
grendeld is. _
DW000024
WAARSCHUWING
_ Controleer of de tankdop correct is aan-
gebracht alvorens te gaan rijden. _
DAU03753
Brandstof Controleer of voldoende brandstof in de
brandstoftank aanwezig is. Vul de brand-
stoftank tot onderaan de vulpijp zoals
getoond.
DW000130
WAARSCHUWING
_ l
Overvul de brandstoftank niet, an-
ders zal benzine uitstromen zodra
deze warm wordt en uitzet.
l
Mors geen brandstof op een heet
motorblok.
_
DAU00185
LET OP:_ Veeg gemorste brandstof direct af met
een schone, droge en zachte doek, de
brandstof kan immers schade toebren-
gen aan de lak of aan kunststof
onderdelen. _
DAU00191
OPMERKING:_ Als de motor gaat detoneren (pingelen), ge-
bruik dan brandstof van een ander merk of
met een hoger octaangetal. _
1. Vulpijp brandstoftank
2. Brandstofniveau
Aanbevolen brandstof:
Normale loodvrije brandstof met een
octaangetal (RON) van minstens 91
Inhoud brandstoftank:
Totale hoeveelheid:
17 L
Reservehoeveelheid:
4,5 L
D_5pb.book Page 8 Thursday, October 5, 2000 10:05 AM
Page 26 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-9
3
DAU02969
Brandstofkraan Via de brandstofkraan wordt de brandstof
van de tank naar de carburateurs gevoerd
en bovendien gefilterd.
De standen van de hendel van de brand-
stofkraan worden als volgt toegelicht en ge-
toond in de afbeeldingen.
OFF
Met de hendel van de brandstofkraan in
deze stand is de brandstoftoevoer afgeslo-
ten. Draai de hendel van de brandstofkraan
altijd in deze stand als de motor uit staat.ON
Met de hendel van de brandstofkraan in
deze stand stroomt brandstof naar de car-
burateurs. Draai de hendel van de brand-
stofkraan naar deze stand om de motor te
starten en te gaan rijden.RES
Dit is de reservestand. Met de hendel van
de brandstofkraan in deze stand is de re-
servehoeveelheid brandstof beschikbaar.
Draai de hendel van de brandstofkraan
naar deze stand wanneer u tijdens het rij-
den zonder brandstof komt te staan. Vul in
zo’n geval zo snel mogelijk brandstof bij en
vergeet daarna niet de hendel van de
brandstofkraan weer terug naar “ON” te
draaien!1. Spits uiteinde over “OFF”Gesloten stand
1. Spits uiteinde over “ON”Normale stand
1. Spits uiteinde over “RES”Reserve-stand
D_5pb.book Page 9 Thursday, October 5, 2000 10:05 AM
Page 27 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-10
3
DAU02973
Chokehendel Voor het starten van een koude motor is
een rijker lucht/brandstof mengsel nodig;
via de choke wordt dit mengsel geleverd.
Beweeg de chokehendel richting
a om de
choke aan te zetten.
Beweeg de chokehendel richting
b om de
choke uit te zetten.
DCA00038
LET OP:_ Gebruik de startcarburateur (choke) niet
langer dan 3 minuten, anders zal de uit-
laatpijp mogelijk door extreme hitte ver-
kleuren. Bovendien treedt naverbranding
op in de uitlaat als de choke te lang wordt
gebruikt. Zet in zo’n geval de startcarbu-
rateur (choke) uit. _
1. Chokehendel “ ”
D_5pb.book Page 10 Thursday, October 5, 2000 10:05 AM
Page 28 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-11
3
DAU01710
Zadels (XVS1100)Duozadel
Verwijderen van het duozadelVerwijder de moer en trek dan het duozadel
omhoog.Aanbrengen van het duozadel
Steek het uitsteeksel aan de voorzijde van
het duozadel in de zadelbevestiging zoals
afgebeeld, plaats het zadel in de oorspron-
kelijke positie en breng dan de moer aan.Motorrijderzadel
Verwijderen van het motorrijderzadel
1. Verwijder het duozadel.
2. Verwijder de bouten en de steun en
trek dan het motorrijderzadel omhoog.
1. MoerXVS1100
1. Uitsteeksel
2. ZadelbevestigingXVS1100
1. Bout (´ 2)
2. SteunXVS1100
D_5pb.book Page 11 Thursday, October 5, 2000 10:05 AM
Page 29 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-12
3
Aanbrengen van het motorrijderzadel1. Steek de uitsteeksels aan de voorzijde
van het motorrijderzadel in de zadel-
bevestiging zoals afgebeeld en plaats
dan het zadel in de oorspronkelijke
positie.
2. Breng de losgehaalde steun en de
bouten aan.
3. Installeer het duozadel.OPMERKING:_ Controleer of de zadels stevig zijn vergren-
deld alvorens te gaan rijden. _
DAU03202
Zadels (XVS1100A)Duozadel
Verwijderen van het duozadelVerwijder de bout en trek dan het duozadel
omhoog.Aanbrengen van het duozadel
Steek het uitsteeksel aan de voorzijde van
het duozadel in de zadelbevestiging zoals
getoond, plaats het zadel in de oorspronke-
lijke positie en breng dan de bout aan.
1. Uitsteeksel (´ 2)
2. Zadelbevestiging (´ 2)XVS1100
1. BoutXVS1100A
1. Uitsteeksel
2. ZadelbevestigingXVS1100A
D_5pb.book Page 12 Thursday, October 5, 2000 10:05 AM
Page 30 of 102

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-13
3
Motorrijderzadel
Verwijderen van het motorrijderzadel1. Verwijder het duozadel.
2. Verwijder de bout en trek dan het rij-
derzadel omhoog.Aanbrengen van het motorrijderzadel
1. Steek de uitsteeksels aan de voorzijde
van het rijderzadel in de zadelbevesti-
gingen zoals getoond, plaats het zadel
in de oorspronkelijke positie en breng
dan de bout aan.
2. Installeer het duozadel.OPMERKING:_ Controleer of de zadels stevig zijn vergren-
deld alvorens te gaan rijden. _
DAU00260
Helmbevestiging Steek de sleutel in het slot en draai deze
dan zoals afgebeeld om de helmbevesti-
ging te openen.
Vergrendel de helmbevestiging door deze
in de oorspronkelijke positie te plaatsen en
dan de sleutel uit te nemen.
DW000030
WAARSCHUWING
_ Rijd nooit met een helm bevestigd aan
de helmbevestiging, de helm kan zo
voorwerpen raken waardoor de machine
mogelijk onbestuurbaar wordt en een
ongeval niet uitgesloten is. _
1. BoutXVS1100A
1. Uitsteeksel (´ 2)
2. Zadelbevestiging (´ 2)XVS1100A
1. Helmbevestiging
D_5pb.book Page 13 Thursday, October 5, 2000 10:05 AM