YAMAHA YZF-R1 2002 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2002, Model line: YZF-R1, Model: YAMAHA YZF-R1 2002Pages: 120, PDF Size: 5.42 MB
Page 11 of 120

BESCHRIJVING
2
Aanzicht linkerzijde ............................................................................ 2-1
Aanzicht rechterzijde .......................................................................... 2-2
Schakelaars en instrumenten ............................................................ 2-3
D_5pw.book Page 1 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
Page 12 of 120

2-1
2
DAU00026
2-BESCHRIJVING Aanzicht linkerzijde1. Zekeringenkastje (pagina 6-35)
2. Stelschroef inveerdemping voorvork (pagina 3-20)
3. Stelschroef uitveerdemping voorvork (pagina 3-20)
4. Stelbout veervoorspanning voorvork (pagina 3-19)
5. Remvloeistofreservoir voorrem (pagina 6-26)
6. Gasklepstelschroef (pagina 6-18)
7. Stelring veervoorspanning schokdemperunit (pagina 3-21)
8. Stelschroef inveerdemping schokdemperunit (pagina 3-22)
9. Boordgereedschapsset (pagina 6-1)
10. Stelschroef uitveerdemping schokdemperunit (pagina 3-22)
11. Aftapplug motorolie (pagina 6-10)
12. Oliefilterpatroon (pagina 6-10)
D_5pw.book Page 1 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
Page 13 of 120

BESCHRIJVING
2-2
2
Aanzicht rechterzijde13. Bagageriembevestiging (pagina 3-23)
14. Helmbevestigingen (pagina 3-18)
15. Hoofdzekering (pagina 6-35)
16. Zekering elektronisch
brandstofinjectiesysteem (pagina 6-35)
17. Accu (pagina 6-33)
18. Remvloeistofreservoir achterrem (pagina 6-26)19. Luchtfilterelement (pagina 6-16)
20. Koelvloeistofradiatorvuldop (pagina 6-13)
21. Koelvloeistofreservoir (pagina 6-12)
22. Kijkglas motorolieniveau (pagina 6-9)
23. Vuldop motorolie (pagina 6-9)
D_5pw.book Page 2 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
Page 14 of 120

BESCHRIJVING
2-3
2
Schakelaars en instrumenten 1. Koppelingshendel (pagina 3-13)
2. Schakelaargroep linkerstuurgreep (pagina 3-11)
3. Multifunctioneel display (pagina 3-6)
4. Contactslot/stuurslot-unit (pagina 3-1)5. Toerenteller (pagina 3-11)
6. Schakelaargroep rechterstuurgreep (pagina 3-12)
7. Gasgreep (pagina 6-19)
8. Remhendel (pagina 3-13)
D_5pw.book Page 3 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
Page 15 of 120

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3
Contactslot/stuurslot-unit ..................................... 3-1
Controlelampjes en waarschuwingslampjes ....... 3-2
Multifunctioneel display ........................................ 3-6
Toerenteller ........................................................ 3-11
Antidiefstal-alarm (optie) .................................... 3-11
Stuurschakelaars ............................................... 3-11
Koppelingshendel .............................................. 3-13
Schakelpedaal ................................................... 3-13
Remhendel ........................................................ 3-13
Rempedaal ........................................................ 3-14
Vuldop brandstoftank ......................................... 3-14
Brandstof ........................................................... 3-15Tankbeluchtingsslang ........................................ 3-16
Uitlaatkatalysator .............................................. 3-16
Zadels ............................................................... 3-17
Helmbevestiging ................................................ 3-18
Opbergcompar timent ........................................ 3-19
Afstellen van de voorvork .................................. 3-19
Afstellen van de schookdemperunit .................. 3-21
Bagageriembevestiging ..................................... 3-23
EXUP-systeem .................................................. 3-24
Zijstandaard ...................................................... 3-24
Startspersysteem .............................................. 3-25
D_5pw.book Page 1 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
Page 16 of 120

3-1
3
DAU00027
3-FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
DAU00029
Contactslot/stuurslot-unit Via het contactslot/stuurslot worden het
ontstekingssysteem en de verlichtingssys-
temen bediend en wordt het stuur vergren-
deld. De diverse standen worden hierna
beschreven.
DAU00036
ON
Alle elektrische systemen worden elek-
trisch gevoed en de motor kan worden ge-
start. De sleutel kan niet worden
uitgenomen.
DAU00038
OFF
Alle elektrische systemen zijn uitgescha-
keld. De sleutel kan worden uitgenomen.
DAU00040
LOCK
Het stuur is vergrendeld en alle elektrische
systemen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
Om het stuur te vergrendelen1. Draai het stuur helemaal naar links.
2. Druk de sleutel in de “OFF”-stand in
en draai hem dan naar de “LOCK”-
stand. Houd de sleutel hierbij inge-
drukt.
3. Neem de sleutel uit.
Om het stuur te ontgrendelenDruk de sleutel in en draai hem dan naar
“OFF” terwijl de sleutel ingedrukt wordt ge-
houden.
DW000016
WAARSCHUWING
_ Draai de contactsleutel nooit naar “OFF”
of naar “LOCK” terwijl de motorfiets
rijdt; elektrische systemen worden dan
afgeschakeld en mogelijk zult u zo de
macht over het stuur verliezen of een
ongeval veroorzaken. Zorg altijd dat de
motorfiets stilstaat voordat u de sleutel
naar “OFF” of naar “LOCK” draait. _ 1. Drukken.
2. Draaien.
D_5pw.book Page 1 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
Page 17 of 120

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-2
3
DAU04492
(Parkeren)
Het stuur is vergrendeld en het achterlicht,
de kentekenverlichting en de parkeerlichten
branden, maar alle overige elektrische sys-
temen zijn uitgeschakeld. De sleutel kan
worden uitgenomen.
Het stuur moet zijn vergrendeld om de sleu-
tel naar “” te kunnen draaien.
DCA00043
LET OP:_ Gebruik de parkeerverlichting niet gedu-
rende langere tijd, anders kan de accu
ontladen raken. _
DAU03034
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes
DAU04121
Controlelampjes richtingaanwijzers
“” en “”
Het bijbehorende controlelampje knippert
terwijl de schakelaar voor richtingaanwij-
zers naar de linker- of rechterstand is ge-
drukt.
DAU04303
Controlelampje “” voor brandstofni-
veau
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het brandstofniveau daalt tot beneden ca.
3,3 L. Vul in dat geval zo snel mogelijk
brandstof bij.
Het elektrisch circuit van het waarschu-
wingslampje kan via de volgende procedu-
re worden getest.
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Als het waarschuwingslampje niet een
paar seconden lang brandt en dan
dooft, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch circuit te testen.
1. Controlelampje rechter richtingaanwijzer
“”
2. Controlelampje “” voor brandstofniveau
3. Waarschuwingslampje “” voor olieniveau
4. Controlelampje “” voor vrijstand
5. Waarschuwingslampje motorstoring “”
6. Controlelampje grootlicht “”
7. Controlelampje linker richtingaanwijzer “”
D_5pw.book Page 2 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
Page 18 of 120

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-3
3
DAU04301
Waarschuwingslampje “” voor olie-
niveau
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
het motorolieniveau laag is.
Het elektrisch circuit van het waarschu-
wingslampje kan via de volgende procedu-
re worden getest.
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Als het waarschuwingslampje niet een
paar seconden lang brandt en dan
dooft, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrisch circuit te testen.
OPMERKING:_ Bij een voldoende hoog olieniveau kan het
waarschuwingslampje soms toch knippe-
ren bij rijden op een helling of bij plotseling
afremmen of optrekken, er is dan echter
geen sprake van een storing. _
DAU00061
Controlelampje “” voor vrijstand
Dit controlelampje brandt wanneer de ver-
snellingsbak in de vrijstand staat.
DAU04514
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden of
knippert wanneer een elektrisch circuit dat
de motorwerking controleert defect is.
Vraag in dat geval een Yamaha dealer het
zelfdiagnosesysteem te controleren.OPMERKING:_ Dit waarschuwingslampje licht een paar se-
conden op en gaat dan uit als de sleutel
naar “ON” wordt gedraaid, maar dat duidt
niet op een storing. _
DAU00063
Controlelampje grootlicht “”
Dit controlelampje gaat branden wanneer
het grootlicht van de koplamp is ingescha-
keld.
1. Controlelampje rechter richtingaanwijzer “”
2. Controlelampje “” voor brandstofniveau
3. Waarschuwingslampje “” voor olieniveau
4. Controlelampje “” voor vrijstand
5. Waarschuwingslampje motorstoring “”
6. Controlelampje grootlicht “”
7. Controlelampje linker richtingaanwijzer “”D_5pw.book Page 3 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
Page 19 of 120

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-4
3
DAU04559
Controlelampje motortoerental
Het elektrisch circuit van het controlelampje
kan via de volgende procedure worden ge-
test.
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Als het waarschuwingslampje niet een
paar seconden lang oplicht en dan
dooft, vraag dan een Yamaha dealer
om het elektrisch circuit te testen. (Zie
de pagina’s 3-8–3-10 voor een uitge-
breide toelichting over de werking van
dit waarschuwingslampje en de afstel-
ling ervan.)
DAU04515
Controlelampje koelvloeistoftempera-
tuur “”
Dit controlelampje gaat branden als de mo-
tor oververhit raakt. Zet in zo’n geval de mo-
tor onmiddellijk af en geef deze de tijd om af
te koelen.
Het elektrisch circuit van het waarschu-
wingslampje kan via de volgende procedu-
re worden getest.
1. Draai de sleutel naar “ON”.
2. Als het waarschuwingslampje niet een
paar seconden lang oplicht en dan
dooft, vraag dan een Yamaha dealer
om het elektrisch circuit te testen.
DC000002
LET OP:_ Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit is. _
1. Controlelampje motortoerental
2. Controlelampje koelvloeistoftemperatuur
“”
3. Weergave koelvloeistoftemperatuur
D_5pw.book Page 4 Friday, December 7, 2001 2:18 PM
Page 20 of 120

FUNCTIES VAN INSTRUMENTEN EN BEDIENINGEN
3-5
3
CB-25D
Koelvloeistof-
temperatuurAanduidingen Waarschuwingstekens Toestand/wat te doen
0–39 °C De aanduiding “LO” licht op. In orde. U kunt gaan rijden.
40–116 °CDe temperatuur wordt aange-
geven.In orde. U kunt gaan rijden.
117–139 °CDe temperatuursaanduiding
knippert. Het waarschuwings-
lampje licht op.Stop de motorfiets en laat de motor
stationair draaien tot de koelvloei-
stoftemperatuur daalt.
Als de temperatuur niet daalt, zet u
de motor af. (Volg verder de aanwij-
zingen onder “Oververhitting van de
motor” in het storingsoverzicht op
pagina 6-46.)
Boven 140 °CDe aanduiding “HI” knippert.
Het waarschuwingslampje licht
op.Stop de motor en laat hem afkoelen.
(Volg verder de aanwijzingen onder
“Oververhitting van de motor” in het
storingsoverzicht op pagina 6-46.)
D_5pw_Functions.fm Page 5 Tuesday, December 11, 2001 9:01 AM