ECO mode YAMAHA YZF-R1 2015 Instructieboekje (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2015, Model line: YZF-R1, Model: YAMAHA YZF-R1 2015Pages: 128, PDF Size: 9.84 MB
Page 3 of 128

YAMAHA MOTER CO., LTD. 2500 Shingai, Iwata, 438-8501, JapanDECLAR ATION of CONFORMITYFor
Product: COMMUN CONT. UNIT COMP.
Model: 2KS-85800-00
Supplied by
Yamaha Motor Co., Ltd.
2500 Shingai, Iwata-shi, Shizuoka-ken,
438-8501 Japan
Standard used for comply
EN 60950-1: 2006 + Amd.11: 2009 + Amd.1: 2010 +
Amd.12: 2011
EN 62311: 2008
EN 62479: 2010
EN 301 489-1 V1.9.2: 2011
EN 301 489-3 V1.6.1: 2013
EN 301 489-17 V2.2.1: 2012
EN 300 328 V1.8.1: 2012
EN 300 440-1 V1.6.1: 2010
EN 300 440-2 V1.4.1: 2010
Means of Conformity
We declare under our sole responsibility that the Product(s) is conform\
ity with the essential requirements and other relevant requirements of the
Radio and Telecommunication Terminal Equipment (R&TTE) Directive (1999/5/EC).
R&TTE Directive
(Article 3.1(a) Safety)
R&TTE Directive
(Article 3.1(b) EMC)
R&TTE Directive
(Article 3.2 Spectrum)
Date of issue: September 22, 2014
Signature of Responsible Person:
Hideki Fujiwara
General Manager
Advanced Development Division
Engine Development SectionTechnical Construction File held by
YAMAHA MOTOR EUROPE N.V.
Koolhovenlaan 101, 1119 NC,
Schiphol-Rijk, The Netherlands
YAMAHA MOTOR CO., LTD. 2500 Shingai, Iwata, 438-8501, Japan
VERK LAR ING van OVER EENSTEMMING
voor
Product: COMPLETE COMMUNICATIE- BESTU R I NGSEENHEID
Model: 2KS-85800-00
Geleverd door
Yamaha Motor Co., Ltd.
2500 Shingai, Iwata-shi, Shizuoka-ken,
438-8501 Japan
Standaard gebruikt om te voldoen aan
EN 60950-1: 2006 + Amd.11: 2009 + Amd.1: 2010 +
Amd.12: 2011
EN 62311: 2008
EN 62479: 2010
EN 301 489-1 V1.9.2: 2011
EN 301 489-3 V1.6.1: 2013
EN 301 489-17 V2.2.1: 2012
EN 300 328 V1.8.1: 2012
EN 300 440-1 V1.6.1: 2010
EN 300 440-2 V1.4.1: 2010\b \b
\f\b
Wij verklaren geheel onder eigen verantwoordelijkheid dat het (de) prod\
uct(en)
overeenstemt (overeenstemmen) met de essentiële vereisten en andere\
relevante
vereisten van de Richtlijn betreffende eindapparatuur voor radio- en telecommunicatie (R&TTE) (1999/5/EG).
R&TTE-richtlijn
(Artikel 3.1(a) Veiligheid)
R&TTE-richtlijn
(Artikel 3.1(b) EMC)
R&TTE-richtlijn
(Artikel 3.2 Spectrum)
Datum van uitgave: 22 september 2014
Handtekening van verantwoordelijke persoon: Hideki Fujiwara
General Manager
Afdeling Geavanceerde ontwikkeling
Sectie Motorontwikkeling
Technisch constructiedossier bewaard doorYAMAHA MOTOR EUROPE N.V.
Koolhovenlaan 101, 1119 NC,
Schiphol-Rijk, Nederland
CE_CCU_D.fm 1 ページ 2014年11月27日 木曜日 午前10時47分
Page 27 of 128

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
4-5
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
ingedrukt totdat TCS OFF wordt weer-
gegeven. Gebruik de toets omlaag om
de tractieregeling weer in te schake-
len.
Als het TCS wordt uitgeschakeld, wor-
den het SCS-, LCS- en LIF-systeem
ook uitgeschakeld voor alle YRC-mo-
di.
Zie “YRC Setting” op pagina 4-15 voor
meer informatie over het aanpassen
van YRC-modi en de instelniveausvan YRC-items.
DAU66100
Wielschakelaar “ ”
Wanneer het hoofdscherm is ingesteld op
STREET MODE, gebruik dan de wielscha-
kelaar om te schuiven en de items op de in-
formatieweergave terug te stellen.
Wanneer het hoofdscherm is ingesteld op
TRACK MODE, gebruik dan de wielschake-
laar om te schuiven en de items op de infor-
matieweergave terug te stellen en de
rondetimer te activeren.
Wanneer de weergave is gewijzigd naar het
scherm MENU, gebruik dan de wielschake-
laar om naar de instellingsmodulen te navi-
geren en instellingen te wijzigen.
Bedien de wielschakelaar als volgt.
Omhoogdraaien - draai het wiel omhoog
om naar boven/naar links te schuiven of een instellingswaarde te verhogen.
Omlaagdraaien
- draai het wiel omlaag om
naar beneden/naar rechts te schuiven of
een instellingswaarde te verlagen.
Kort indrukken - druk de schakelaar kort in
om te selecteren en te bevestigen.
Lang indrukken - druk de schakelaar een
seconde in om een item op een informatie-
weergave terug te stellen of om het scherm
MENU te openen of af te sluiten.
OPMERKING
Zie pagina 4-8 voor meer informatie
over het hoofdscherm en de bijbeho-
rende functies.
Zie pagina 4-13 voor meer informatie
over het scherm MENU en de wijze
waarop instellingswijzigingen kunnenworden aangebracht.
DAU49398
Controlelampjes en
waarschuwingslampjes1. Vrijstandcontrolelampje “ ”
2. Controlelampje startblokkering “ ”
3. Controlelampje grootlicht “ ”
4. Controlelampje stabiliteitsregeling “SC”
5. Controlelampje richtingaanwijzers “”
6. Controlelampje schakelmoment
7. Waarschuwingslampje brandstofniveau “”
8. ABS-waarschuwingslampje “ ”
9. Waarschuwingslampje motorstoring en systemen
10.Waarschuwingslampje oliedruk en koelvloeistoftemperatuur
11 09
2 3 4 56
7
8
ABS
2CR-9-DG.book 5 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 31 of 128

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
4-9
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
pagina 4-21.)
Toerenteller
De toerenteller geeft het motortoerental aan
op basis van meting van de draaisnelheid
van de krukas in omwentelingen per minuut
(tpm). Wanneer de machine wordt gestart,
schiet de toerenteller door het volledige
tpm-bereik en keert ve rvolgens terug naar
nul.OPMERKING
In TRACK MODE start de toerenteller
bij 8000 tpm.
In STREET MODE biedt de toerentel-
ler een hold-indicator voor toerenpiek
die kan worden in- of uitgeschakeld en
kunnen de kleuren ervan worden aan-gepast.
LET OP
DCA10032
Laat de motor niet draaien terwijl de toe-
renteller in de rode zone wijst.Rode zone: 14000 tpm en hoger
Informatieweergave
Dit gedeelte van het hoofdscherm wordt ge-
bruikt om informatie weer te geven die is ge-
relateerd aan het rijden, zoals lucht- en
koelvloeistoftemperaturen, rittellers en sta- tistieken voor brandsto
fverbruik. De items
op de informatieweergave kunnen worden
ingedeeld in vier groepen via het scherm
MENU.
De items op de informatieweergave zijn:
A.TEMP: luchttemperatuur
C.TEMP: koelvloeistoftemperatuur
TRIP-1: ritteller 1
TRIP-2: ritteller 2
F-TRIP: ritteller brandstof
ODO: kilometerteller
FUEL CON: de hoeveelheid verbruikte
brandstof
FUEL AVG: gemiddeld brandstofverbruik
CRNT FUEL: huidige brandstofverbruik
OPMERKING
F-TRIP wordt automatisch weergege-
ven wanneer het reservepeil in de
brandstoftank is bereikt en begint van-
af dat punt de afgelegde afstand te re-
gistreren.
Na het tanken en een bepaalde af-
stand te hebben gereden, zal F-TRIP
weer automatisch verdwijnen.
In TRACK MODE zijn op de informa-
tieweergave de items FASTEST (snel-
ste rondetijd) en AVERAGE
(gemiddelde rondetijd) ook beschik-baar.
De items TRIP-1, TR IP-2, F-TRIP, FUEL CON en FUEL AVE kunnen individueel
worden teruggesteld.
Items op de informatieweergave terugstel-
len1. Gebruik de wielschakelaar om door de
items op de weergave heen te schui-
ven tot het item dat u wilt terugstellen
wordt weergegeven.
2. Druk kort op de wielschakelaar, waar- na het item voor vijf seconden zal knip-
peren. (Als beide items terug te stellen
items zijn, zal in STREET MODE het
bovenste item eerst knipperen. Schuif
omlaag om het onderste item te selec-
teren.)
3. Terwijl het item knippert, houdt u de wielschakelaar gedurende een secon-
de ingedrukt.
Aanduiding ingeschakelde versnelling
Geeft weer welke versnelling is ingescha-
keld. Dit model heeft 6 versnellingen en een
vrijstand. De vrijs tand wordt aangegeven
door het vrijstandcontrolelampje “ ” en
door de aanduiding voor de ingeschakelde
versnelling “ ”.
Drukindicator voorrem
Geeft weer hoeveel remkracht wordt uitge-
oefend op de voorremmen.
2CR-9-DG.book 9 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 33 of 128

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
4-11
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
Selecteer met de middelste knop TCS
om het tractiecontrolesysteem uit te
schakelen en houdt vervolgens de
toets omhoog ingedrukt tot TCS OFF
wordt weergegeven. Selecteer TCS
OFF om TCS weer in te schakelen en
druk vervolgens op de toets omlaag
(TCS zal terugkeren naar de vorige in-
stellling).
Door het tractiecontrolesysteem uit te
schakelen, schakelt u de SCS-, LCS-
en LIF-systemen uit voor alleYRC-modi.
YRC-items LCS/QS/LIF
De status aan/uit van de YRC-items LCS,
QSS en LIF wordt hier weergegeven. Wan-
neer een van deze systemen geregistreerd
wordt (niet ingesteld op OFF) voor de huidi-
ge geselecteerde YRC-modus, wordt het
respectievelijke pictogram weergegeven.
Wanneer LCS wordt geregistreerd voor de
huidige geselecteerde YRC-modus, is het
pictogram grijs. Houd de middelste knop in-
gedrukt tot het LCS-pictogram stopt met
knipperen en wit gaat branden om het
launch control-systeem te activeren.
OPMERKINGLCS-, QSS- en LIF-systeeminstellingsni-
veaus kunnen alleen worden aangepast op
het scherm MENU.
ERS-indicator “ ” (YZF-R1M)
Dit pictogram toont de huidige ERS-modus.
(Zie “YRC Setting” op pagina 4-15 en “ERS”
op pagina 4-18 om de geregistreerde
ERS-modus te wijzigen of de ERS-instel-
lingsniveaus aan te passen.)OPMERKINGDe ERS-indicator gaat knipperen als de
SCU moet worden gereset, maar dit wijst
niet op een storing.
De vering wordt op de huidige instellin-
gen gehouden totdat de SCU is gere-
set.
Zet om de SCU te resetten de motor
uit en draai de sleutel naar “OFF” endan naar “ON”.
GPS-indicator “ ” (modellen met
CCU)
Dit pictogram wordt weergegeven wanneer
er een GPS-eenheid wordt gesynchroni-
seerd met uw machine.
Indicator Registratie “ ” (modellen
met CCU)
Dit pictogram wordt weergegeven wanneer
voertuiggegevens worden opgenomen met de registratiefunctie.
Rondetimer
Deze stopwatchfunctie meet en registreert
tot maximaal veertig ronden. Op het hoofd-
scherm geeft de rondetimer de huidige ron-
detijd en het rondenummer weer
(aangegeven door het LAP-symbool). Ge-
bruik de PASSING/LAP-schakelaar om ron-
detijden te markeren. Wanneer een ronde is
voltooid, geeft de rondetimer gedurende vijf
seconden de laatste ro
ndetijd weer (gemar-
keeerd door de LATEST-indicator).
De rondetimer gebruiken
1. Druk kort op de wielschakelaar. Het
GPS
1. Rondetijd
2. Indicator voor laatste rondetijd “LATEST”
3. Item van informatiedisplay
4. Rondenummer
MODE -
A
PWR
1
TCS
3
SCS
2
km/h
123
ODO
km
7890
GEARN
LAP 03
LATEST40
03 06
·1000 r/min
A-
2
QS
LIF
GPS
12 :
00
AVERAGE
4 1
2
3
2CR-9-DG.book 11 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 35 of 128

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
4-13
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
Waarschuwingspicto gram SCU-storing
“” (YZF-R1M)
Het waarschuwingpictogram voor SCU-sto-
ring wordt weergegeven als er een pro-
bleem is gedetecteerd door de
regeleenheid van de vering en er een
SCU-foutcode wordt weergegeven. Noteer
het nummer en laat de machine door een
Yamaha-dealer controleren.
Waarschuwingslampje motorstoring
“”
Het waarschuwingpictogram voor motorsto-
ring wordt weergegeven als er een pro-
bleem is gedetecteerd door de
motorregeleenheid (ECU) en er een
ECU-foutcode wordt weergegeven. Noteer
het nummer en laat de machine door een
Yamaha-dealer controleren.OPMERKINGAls de weergave foutcode 52 aangeeft of
als u problemen hebt met het starten van de
motor met een standaardsleutel, kan dit
worden veroorzaakt door transponderinter-
ferentie. Als deze fout zich voordoet, pro-beer dan het volgende.
1. Zorg ervoor dat zich geen andere startblokkeringssleutels of andere ap-
paraten die elektrische signalen afge-
ven in de buurt van de hoofdschakelaar bevinden.
2. Start de motor met behulp van de co-
deersleutel.
3. Als de motor start, zet deze dan weer uit en probeer hem opnieuw te starten
met de standaardsleutels.
4. Als de motor niet kan worden gestart met een of beide standaardsleutels,
breng dan het voertuig, de codeersleu-
tel en beide standaardsleutels naar
een Yamaha dealer en laat de stan-
daardsleutels opnieuw coderen.
LET OP
DCA11591
Wanneer het display een foutcode aan-
geeft, moet de machine zo spoedig mo-
gelijk worden gecontroleerd ommotorschade te voorkomen.
DAU67631
Scherm MENUHet scherm MENU bevat de volgende in-
stellingsmodules. Selecteer een module om
gerelateerde instellingswijzigingen aan te
brengen. Alhoewel sommige instellingen
kunnen worden gewijzigd of teruggesteld
via het hoofdscherm, biedt het scherm
MENU toegang tot alle weergave- en bedie-
ningsinstellingen.
Weergave Beschrijving
Weergavemodus Schakel de weergave van
het hoofdscherm tussen
street mode en track
mode.
YRC-instelling YRC-instellingen (alle
modellen) en
ERS-instellingen
(YZF-R1M) aanpassen.
Rondetijd Rondetijden weergeven en
terugstellen.
2CR-9-DG.book 13 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 36 of 128

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
4-14
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
Toegang en gebruik van MENU
De volgende bedieningen van de wielscha-
kelaar zijn algemene bedieningen voor toe-
gang, selectie en verplaatsing binnen het
scherm MENU en de bijbehorende modu-
les.
Lang indrukken - houd de wielschakelaar
gedurende een seconde ingedrukt om toe-
gang te krijgen tot het scherm MENU of om
het scherm MENU volledig af te sluiten.
Selecteren - draai de wielschakelaar om- hoog of omlaag om de gewenste module of
het gewenste instellingsitem te markeren
en druk vervolgens kort op de wielschake-
laar (druk de wielschakelaar kort in) om de
selectie te bevestigen.
Driehoekssymbool
- bepaalde instellings-
schermen bevatten een item met een naar
boven of naar beneden wijzend driehoeks-
symbool. Selecteer het driehoekssymbool
om dat scherm af te sluiten en een scherm
terug te gaan (of druk langer op de wiel-
schakelaar om MENU volledig af te sluiten).
OPMERKINGAls er machinebeweging wordt gedetec-
teerd, zal het scherm automatisch MENUafsluiten en naar het hoofdscherm gaan.
“Weergavemodus”
Er zijn twee weergavemodi voor het hoofd-
scherm, STREET MODE en TRACK MO-
DE.
Instellen van de weergavemodus voor hethoofdscherm1. Druk lang op de wielschakelaar om het
scherm MENU weer te geven. 2. Selecteer “Display Mode”.
3. Selecteer STREET MODE of TRACK
MODE (of selecteer het driehoeksym-
bool om af te sluiten).
Registreren Schakel de
registratiefunctie voor
machine-informatie in/uit
(modellen met CCU).
Onderhoud Geef drie intervallen voor
het onderhoudsitem weer
en stel deze terug.
Eenheid Stel brandstofverbruik en
afstandseenheden in.
Achtergrond Stel achtergrondkleuren in.
Schakelindicator Schakel de
schakelindicator in/uit en
pas de instellingen van de
toerenteller aan.
Weergave- instelling Stel de items in voor het
multifunctionele
weergavevenster.
Helderheid Pas de helderheid van het
scherm aan.
Klok Pas de klok aan.
Alles
terugstellen Zet alle instellingen terug
naar fabrieksinstellingen.
2CR-9-DG.book 14 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 37 of 128

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
4-15
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
4. Druk lang op de wielschakelaar om het scherm MENU af te sluiten of gebruik
de wielschakelaar om een andere mo-
dule te selecteren.
“YRC-instelling”
Met deze module kunt u de vier YRC-modi
MODE-A, MODE-B, MODE-C en MODE-D
op maat instellen door de instellingsniveaus
(of eventueel de aan/uitstatus) van de
YRC-items PWR, TCS, SCS, LCS, QSS en
LIF aan te passen. Voor YZF-R1M kunt u
de aan elke YRC-modus gekoppelde
ERS-modus selecteren en tevens de instel-
lingsniveaus van de ERS-modi aanpassen. OPMERKING
TCS heeft 9 instellingsniveaus en ERS
heeft 6 modi.
Wanneer er meer selecties (instel-
lingsniveaus of modi) beschikbaar zijn dan in één keer op het scherm kunnen
worden weergegeven, verschijnt een
schuifbalk om aan te geven dat er ex-
tra selecties beschikbaar zijn door te
schuiven.
PWR
Selecteer PWR-1 voor de meest agressie-
ve gasrespons, PWR-2 en PWR-3 voor een
soepelere gasgreep/motorrespons en ge-
bruik PWR-4 op regenachtige dagen of
wanneer u minder motorvermogen wenst. TCS
Dit model gebruikt een variabel tractiecon-
trolesysteem. Voor elk instelllingsniveau
geldt dat hoe meer de machine helt, hoe
meer tractiecontrole
(systeeminterventie) er
wordt toegepast. Er zijn 9 instellingsniveaus
beschikbaar. Instellingsniveau 1 oefent de
minste algehele systeeminterventie uit, ter-
wijl instellingsniveau 9 de meeste algehele
tractiecontrole uitoefent.
OPMERKING
TCS kan alleen worden in- of uitge-
schakeld via het hoofdscherm met be-
hulp van de modusschakelaar.
Wanneer TCS is uitgeschakeld, wor-
den TCS, SCS, LCS en LIF ingesteld
op OFF en kunnen niet worden aange-
past. Wanneer TCS weer wordt inge-
schakeld, keren deze gerelateerde
tractiecontrolefuncties terug naar deeerdere instellingsniveaus.
1. PWR 1
2. PWR 2
3. PWR 3
4. PWR 4
5. Gasklepopening
6. Bediening gasgreep
5
64
3 2
1
2CR-9-DG.book 15 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 42 of 128

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
4-20
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
worden zowel “Display” als “Reset”
weergegeven.
2. Selecteer “Reset”.
3. Selecteer YES om alle rondetijdgege- vens te verwijderen. (Selecteer NO om
af te sluiten en terug te gaan naar het
vorige scherm zonder de ronderecord
terug te stellen.) “Logging” (voor modellen met CCU)
Voertuig en rij-informatie kunnen worden
opgenomen (geregistreerd) en deze gege-
vens kunnen worden bekeken met een slim
apparaat (zie “CCU” op pagina 4-37).
Starten en stoppen met registratie
1. Selecteer “Logging” op het scherm
MENU.
OPMERKINGAls er geen CCU is geïnstalleerd of als de
CCU niet goed is aangesloten, kan de mo-dule “Logging” niet worden geselecteerd.
2. Selecteer START om te beginnen met registratie.
3. Als u de “Logging”-functie wilt stoppen, selecteert u STOP of zet u de machine
uit.
NO
Reset ?Lap Time
YES
km/h
GPGPS
12:
00
GPS
1. Registratie-indicator
GPS
1
2CR-9-DG.book 20 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 94 of 128

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
7-18
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
DAU21385
De vrije slag van de gasgreep
controlerenDe vrije slag van de gasgreep dient bij de
binnenrand van de gasgreep 3.0–5.0 mm
(0.12–0.20 in) te bedragen. Controleer de
vrije slag van de gasgreep regelmatig en
laat de vrije slag indien nodig afstellen door
een Yamaha dealer.
DAU21402
KlepspelingDe klepspeling kan tijdens gebruik gaan af-
wijken, waardoor de lucht/brandstof-ver-
houding kan veranderen en/of het
motorgeluid toeneemt. Om dit te voorko-
men moet de klepspeling door een Yamaha
dealer worden afgesteld volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke
smeer- en onderhoudsschema.
DAU2177A
Banden Banden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen door
de voorgeschreven banden.
Bandenspanning
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rijden met deze machine met een on-
juiste bandenspanning kan leiden tot
verlies van de controle met mogelijk ern-
stig letsel of overlijden tot gevolg.
De bandspanning moet worden ge-
controleerd en afgesteld terwijl de
banden koud zijn (wanneer de tem-
peratuur van de banden gelijk is
aan de omgevingstemperatuur).
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en het
totale gewicht van rijder, passagier,
bagage en accessoires dat voor ditmodel is vastgesteld.
1. Vrije slag van gasgreep
1
2CR-9-DG.book 18 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分
Page 96 of 128

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
7-20
1
2
3
4
5
67
8
9
10
11
12
Bandeninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en bandventielen.
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10482
Monteer altijd voor- en achterban-
den van hetzelfde merk en type.
Verschillende banden kunnen het weggedrag van de machine veran-
deren, wat kan leiden tot een onge-
val.
Controleer altijd of de ventieldopjes
stevig zijn bevestigd om zo lucht-
lekkage te voorkomen.
Gebruik uitsluitend de hierna ver-
melde bandventielen en luchtven-
tielbuisjes om bij hoge rijsnelheden
een te lage bandspanning te voor-komen.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieronder
vermelde banden door Yamaha goedge-
keurd voor dit model.
WAARSCHUWING
DWA10601
Deze motorfiets is uitgerust met speciale
banden die geschikt voor zeer hoge rij-
snelheden. Let op het volgende om deze
banden zo effectief mogelijk te kunnen
gebruiken.
Gebruik bij vervanging uitsluitend
het voorgeschreven type banden.
1. Bandventiel
2. Bandventielbuis
3. Bandventieldop met afdichting
Voorband: Maat:120/70 ZR17M/C (58W)
Fabrikant/model:
BRIDGESTONE/BATTLAX RA-
CING STREET RS10F G
PIRELLI/DIABLO SUPERCORSA
SP (YZF-R1)
Achterband: Maat:
190/55 ZR17M/C (75W) (YZF-R1)
200/55 ZR17M/C (78W)
(YZF-R1M)
Fabrikant/model: BRIDGESTONE/BATTLAX RA-
CING STREET RS10R G
PIRELLI/DIABLO SUPERCORSA
SP (YZF-R1)
VOOR en ACHTER:
Bandventiel:TR412
Luchtventielbuis:
#9100 (origineel)
2CR-9-DG.book 20 ページ 2015年4月23日 木曜日 午後1時46分