YAMAHA YZF-R125 2021 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2021, Model line: YZF-R125, Model: YAMAHA YZF-R125 2021Pages: 94, PDF Size: 3.31 MB
Page 51 of 94

Periodiek on derhoud en afstelling
6-8
6
DAU18782
Stroomlijnpanelen verwij deren
en aan bren genBij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden die in dit hoofdstuk
worden beschreven, moeten de afgebeel-
de stroomlijnpanelen worden verwijderd.
Neem deze paragraaf steeds door wanneer
u een stroomlijnpaneel moet verwijderen of
aanbrengen.
DAUM4041
Stroomlijnpaneel A
Verwijderen van stroomlijnpaneelVerwijder de drukclip, schroeven en bout
en haal dan het stroomlijnpaneel los.OPMERKINGDe drukclip wordt losgehaald door met een
schroevendraaier de pen op het midden in
te drukken en dan de drukclip los te trek-
ken.
Aanbrengen van het stroomlijnpaneelPlaats het stroomlijnpaneel in de oorspron-
kelijke positie en breng dan de bout,
schroeven en drukclip aan.OPMERKINGOm de drukclips te bevestigen wordt de
pen teruggedrukt zodat deze uitsteekt uit
de kop van de drukclip; steek dan de druk-
clip in het stroomlijnpaneel en druk de uit-
stekende pen naar binnen tot deze gelijk
ligt met de kop van de clip.
1. Stroomlijnpaneel AZAUM1616
1
1. Stroomlijnpaneel C
2. Stroomlijnpaneel BZAUM1615
1
2
1. Schroef
2. Bout
3. Stroomlijnpaneel A
4. DrukclipZAUM1617
3
4
1
2
UB5GD2D0.book Page 8 Monday, July 20, 2020 9:18 AM
Page 52 of 94

Periodiek on derhou d en afstelling
6-9
6
Stroomlijnpaneel B
Verwijderen van stroomlijnpaneelVerwijder de drukclip, schroeven en bout
en haal dan het stroomlijnpaneel los.
Aanbrengen van het stroomlijnpaneelPlaats het stroomlijnpaneel in de oorspron-
kelijke positie en breng dan de bout,
schroeven en drukclip aan.
Stroomlijnpaneel C
Verwijderen van stroomlijnpaneel1. Verwijder het stroomlijnpaneel B. (Zie
pagina 6-8.) 2. Verwijder de drukclip en schroeven en
haal dan het stroomlijnpaneel los.
Aanbrengen van het stroomlijnpaneel
1. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor- spronkelijke positie en breng dan de
schroeven en drukclip aan.
2. Breng het stroomlijnpaneel aan B. (Zie
pagina 6-8.)
DAU19623
Bou gie controlerenDe bougie is een belangrijk motoronder-
deel dat periodiek moet worden gecontro-
leerd, bij voorkeur door een Yamaha dealer.
Omdat bougies door verhitting en neerslag
altijd langzaam slijten, moet de bougie wor-
den verwijderd en gecontroleerd op de tij-
den genoemd in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema. Bovendien kan aan
het uiterlijk van de bougie de conditie van
de motor worden afgelezen.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin
verkleurd zijn (de ideale kleur als normaal
met de machine wordt gereden). Wanneer
de bougie een heel andere kleur vertoont,
werkt de motor mogelijk niet naar behoren.
Probeer dergelijke problemen niet zelf vast
te stellen. Laat in plaats daarvan uw machi-
ne nakijken door een Yamaha dealer.
Vervang de bougie als de elektroden blijken
te zijn afgesleten en als overmatige kool-
aanslag of andere neerslag gevonden
wordt.
1. Schroef
2. Drukclip
3. Stroomlijnpaneel B
4. BoutZAUM1618
1
1. Stroomlijnpaneel C
2. Schroef
3. DrukclipZAUM1619
21
Voor geschreven bou gie:
NGK/MR8E9
UB5GD2D0.book Page 9 Monday, July 20, 2020 9:18 AM
Page 53 of 94

Periodiek on derhoud en afstelling
6-10
6
Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie.
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.OPMERKINGAls geen momentsleutel beschikbaar is,
wordt de bougie correct vastgezet door
handvast te zetten en dan nog 1/4–1/2 slag verder te draaien. De bougie moet echter
zo snel mogelijk naar het juiste aanhaalmo-
ment worden aangedraaid.
DAU36112
Filter
busDit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende:
Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
Controleer de ontluchtingsinrichting
van de filterbus op verstopping en rei-
nig deze indien nodig.
1. ElektrodenafstandElektro denafstan d:
0.8–0.9 mm (0.031–0.035 in)
Aanhaalmoment: Bougie:12.5 N·m (1.25 kgf·m, 9.22 lb·ft)
1
ZAUM0037
UB5GD2D0.book Page 10 Monday, July 20, 2020 9:18 AM
Page 54 of 94

Periodiek on derhou d en afstelling
6-11
6
DAUM4051
Motorolie en oliefilterelementVóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en het oliefilterelement
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop. Wan-
neer de machine iets schuin staat, kan
het niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten om de olie tot rust te laten komen, verwijder de
olievuldop, veeg de peilstok schoon,
steek deze weer in de vulopening
(zonder vast te draaien) en neem dan
weer uit om het olieniveau te controle-
ren. LET OP: Gebruik het voertui g
alleen als u weet d at het motorolie-
niveau vol doen de hoo g is.
[DCA10012]
OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
4. Als de motorolie beneden de merk-
streep voor minimumniveau staat, vul
dan voldoende olie van de aanbevolen
soort bij tot het correcte niveau.
5. Breng de olievuldop aan. Om
de motorolie te verversen (met of
zon der vervan gin g van het oliefilterele-
ment) 1. Verwijder stroomlijnpaneel A. (Zie pa- gina 6-8.)
2. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Zet een olieopvangbak onder de mo-
tor om de gebruikte olie op te vangen.
4. Verwijder de olievuldop en de olieaf- tapplug met de o-ring, compressie-
veer en olieaanzuigzeef om de olie uit
het carter te kunnen aftappen. LET
OP: Bij het verwijd eren van de olie-
aftapplu g vallen de O-rin g, com-
pressieveer en de oliezeef naar
b uiten. Zor g ervoor d at u deze on-
d er delen niet kwijtraakt.
[DCA11002]
1. Olievuldop
1. Peilstok
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveauZAUM1610
1
2
3
ZAUE1300
UB5GD2D0.book Page 11 Monday, July 20, 2020 9:18 AM
Page 55 of 94

Periodiek on derhoud en afstelling
6-12
6
5. Reinig de olieaanzuigzeef met oplos-
middel.OPMERKINGGa direct naar stap 9 wanneer u alleen
olie ververst.
Voer stap 6–8 uit om het oliefilterele-
ment te vervangen.6. Verwijder het oliefilterdeksel door de
bouten te verwijderen. 7. Verwijder en vervang het oliefilterele-
ment en de O-ring.
8. Monteer het oliefilterdeksel door de bouten aan te brengen en zet deze
dan vast met het voorgeschreven
aanhaalmoment.
OPMERKINGZorg dat de o-ring correct aanligt.9. Breng de olieaanzuigzeef, de com-pressieveer, de o-ring en de olieaftap-
plug aan en zet de aftapplug dan vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment. LET OP: Plaats alvorens de
aftapplu g aan te b rengen de O-rin g,
compressieveer en oliezeef teru g.
[DCA10422]
10. Vul bij met de voorgeschreven hoe-
veelheid van de aanbevolen motor-
olie, breng dan de olievuldop aan en
zet deze vast.
1. Olieaftapplug
2. O-ring
3. Drukveer
4. Aanzuigzeef
5. Olieopvangbak
2 3 4
5 1
ZAUE0672
1. Bout
2. Oliefilterdeksel
1. Oliefilterelement
2. O-ring
Aanhaalmomenten:
Bevestigingsbout oliefilterdeksel:
10 N·m (1.0 kgf·m, 7.4 lb·ft)
Aanhaalmomenten: Olieaftapplug: 32 N·m (3.2 kgf·m, 24 lb·ft)
UB5GD2D0.book Page 12 Monday, July 20, 2020 9:18 AM
Page 56 of 94

Periodiek on derhou d en afstelling
6-13
6
LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppelin g te
voorkomen ( de motorolie smeert
immers ook d e koppeling) mo gen
g een chemische a dditieven worden
toe gevoe gd. Ge bruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een ho gere kwaliteit dan
g especificeer d. Ge bruik ook g een
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of ho gere aan dui din g.
Zor g d at er geen verontreini gin gen
in het carter terecht komen.11. Start de motor, laat deze een paar mi- nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
12. Zet de motor af, controleer dan het olieniveau en corrigeer indien nodig.
DAU85450
Waarom Yamalu beYAMALUBE olie is een origineel YAMAHA
onderdeel dat is ontwikkeld vanuit de over-
tuiging dat motorolie een belangrijke vloei-
bare component van de motor is. Wij
stellen teams samen van specialisten op
technisch, chemisch, elektronisch en race-
testgebied die samen de motor en de daar-
in te gebruiken olie ontwikkelen. Yamalube
oliën bestaan uit hoogwaardige basisoliën
die zijn aangevuld met specifieke additie-
ven die verzekeren dat het eindproduct aan
onze prestatienormen voldoet. Hierdoor
hebben de minerale, semisynthetische en
synthetische oliën van Yamalube hun eigen
karakter en toepassingsgebied. Dankzij de
enorme ervaring die Yamaha sinds de jaren
zestig met de ontwikkeling van oliën heeft
opgedaan, is Yamalube de beste keus voor
uw Yamaha motor.
DAUS1203
KoelvloeistofHet koelvloeistofniveau moet regelmatig
worden gecontroleerd. Verder moet de
koelvloeistof worden ververst volgens de
intervalperioden vermeld in het periodieke
onderhoudsschema.OPMERKINGAls er geen originele Yamaha koelvloeistof
beschikbaar is, gebruik dan een ethyleen-
glycol antivries met corrosieremmers voor
aluminium motoren en meng deze met ge-
destilleerd water in een verhouding van 1:1.
DAUE3460
Controleren van het koelvloeistofniveau 1. Zet de machine op een vlakke onder- grond.
2. Verwijder stroomlijnpaneel C aan de
linkerzijde. (Zie pagina 6-8.)
3. Houd de machine rechtop.
Aan
bevolen motorolie:
Zie pagina 8-1.
Oliehoeveelheid :
Olieverversing: 0.85 L (0.90 US qt, 0.75 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterele-
ment: 0.95 L (1.00 US qt, 0.84 Imp.qt)Aan bevolen koelvloeistof:
YAMALUBE-koelvloeistof
Hoeveelhei d koelvloeistof:
Koelvloeistofreser voir (merkstreep
voor maximumniveau): 0.15 L (0.16 US qt, 0.13 Imp.qt)
Radiator (inclusief alle leidingen): 0.49 L (0.52 US qt, 0.43 Imp.qt)
UB5GD2D0.book Page 13 Monday, July 20, 2020 9:18 AM
Page 57 of 94

Periodiek on derhoud en afstelling
6-14
6
OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet worden
gecontroleerd terwijl de motor koud
is, temperatuurverschillen zijn name-
lijk van invloed op het niveau.
Zorg dat de machine rechtop staat bij
het controleren van het koelvloeistof-
niveau. Wanneer de machine iets
schuin staat, kan het niveau al foutief
worden afgelezen.4. Controleer het koelvloeistofniveau in
het reservoir.OPMERKINGHet koelvloeistofniveau moet tussen de
merkstrepen voor minimum- en maximum-
niveau staan.
5. Als het koelvloeistofniveau zich op ofonder de merkstreep voor minimum-
niveau bevindt, open dan de reser-
voirdop. 6. Vul koelvloeistof bij tot aan de merk-
streep voor maximumniveau en breng
dan de dop van het koelvloeistofreser-
voir aan. WAARSCHUWING! Verwij-
d er alleen d e dop van het
koelvloeistofreservoir. Pro beer
nooit om de ra diatorvul dop te ver-
wij deren als de motor warm is.
[DWA15162]
LET OP: Als er g een koel-
vloeistof aanwezi g is, g eb ruik dan
in plaats d aarvan ged istilleer d wa-
ter of onthar d leid ingwater. Geb ruik
g een har d water of zout water, d it is
scha delijk voor de motor. Als er in
plaats van koelvloeistof water is ge-
b ruikt, vervan g d it dan zo snel mo-
g elijk door koelvloeistof, an ders is
het systeem niet b eschermd te gen
vorst en corrosie. Als er water aan
d e koelvloeistof is toe gevoe gd, laat
d an een Yamaha dealer zo snel mo-
g elijk het antivries gehalte van de
koelvloeistof controleren om te
voorkomen dat de effectiviteit van
d e koelvloeistof afneemt.
[DCA10473]
7. Breng het stroomlijnpaneel aan.
1. Koelvloeistofreservoir
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
1. Dop koelvloeistofreservoir
1
2
3
FULL
LOW
ZAUE33841ZAUE3385
Inhou d koelvloeistofreservoir (tot
aan de merkstreep voor maximum-
niveau):
0.15 L (0.16 US qt, 0.13 Imp.qt)
UB5GD2D0.book Page 14 Monday, July 20, 2020 9:18 AM
Page 58 of 94

Periodiek on derhou d en afstelling
6-15
6
DAU33032
De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-
b eer nooit om d e radiatorvul dop te ver-
wij deren als d e motor warm is.
[DWA10382] DAUM2391
Vervan
gen van het luchtfilterele-
ment en reini gen van de aftap-
slan gHet luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Laat uw Yamaha-dealer het luchtfilte-
relement vaker vervangen als u in zeer
stoffige of vochtige gebieden rijdt. Verder
moet de aftapslang van het luchtfilter regel-
matig worden gecontroleerd en gereinigd.
Reini gen van de luchtfilteraftapslan g
1. Controleer of zich in de aftapslang aan de zijkant van het luchtfilterhuis water
of vuil heeft verzameld. 2. Haal de slang los als er vuil of water in
zit, reinig hem grondig en breng op-
nieuw aan.1. Aftapslang luchtfilterZAUM1594
UB5GD2D0.book Page 15 Monday, July 20, 2020 9:18 AM
Page 59 of 94

Periodiek on derhoud en afstelling
6-16
6
DAU34302
Afstellen van het stationair toe-
rentalHet stationair toerental moet als volgt wor-
den gecontroleerd en eventueel afgesteld
volgens de intervalperioden vermeld in het
periodieke smeer- en onderhoudsschema.
De motor moet warm zijn om deze afstel-
ling te verrichten.
Controleer het stationair toerental en stel
dit indien nodig volgens de specificatie af
door de stationair stelschroef te verdraaien.
Draai de schroef in de richting (a) om het
stationair toerental te verhogen. Draai de
schroef in de richting (b) om het stationair
toerental te verlagen.
OPMERKINGAls het voorgeschreven stationair toerental
niet haalbaar is volgens de hierboven be-
schreven werkwijze, vraag dan een
Yamaha dealer de afstelling uit te voeren.
DAU48434
Vrije sla g van d e gas greep afstel-
lenMeet de vrije slag van de gasgreep zoals
getoond.
Controleer de vrije slag van de gasgreep re-
gelmatig en stel deze indien nodig als volgt
af.OPMERKINGHet stationair toerental moet correct zijn af-
gesteld voordat de vrije slag van de gas-
greep wordt gecontroleerd en afgesteld.1. Schuif de rubber afdekking terug.
2. Draai de borgmoer los.
1. Stationair stelschroefStationair toerental: 1250–1550 tpmZAUE3388
(a)
(b)
1
1. Vrije slag van gasgreep
Vrije sla g van gas greep:
3.0–5.0 mm (0.12–0.20 in)ZAUM1595
1
UB5GD2D0.book Page 16 Monday, July 20, 2020 9:18 AM
Page 60 of 94

Periodiek on derhou d en afstelling
6-17
6
3. Draai de stelmoer richting (a) voor
meer vrije slag van de gasgreep. Draai
de stelmoer richting (b) voor minder
vrije slag van de gasgreep.
4. Draai de borgmoer vast en schuif de rubber afdekking weer naar de oor-
spronkelijke positie.
DAU21403
Klepspelin gDe kleppen zijn een belangrijke motorcom-
ponent, en aangezien de klepspeling bij ge-
bruik verandert moeten ze worden
gecontroleerd en afgesteld volgens de in-
tervalperioden vermeld in het periodieke
onderhoudsschema. Niet-afgestelde klep-
pen kunnen resulteren in een onjuist lucht-
brandstofmengsel, motorgeluid en uitein-
delijk motorschade. Laat om dit te voorko-
men de klepspeling regelmatig controleren
en afstellen door uw Yamaha dealer.OPMERKINGDit onderhoud moet worden uitgevoerd bij
een koude motor.
DAU77621
BandenBanden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Ban denspannin g
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rij den met d eze machine met een on-
juiste ban denspannin g kan lei den tot
verlies van de controle met mo gelijk ern-
sti g letsel of overlij den tot gevol g.
De ban dspannin g moet wor den ge-
controleer d en af gestel d terwijl de
b an den kou d zijn (wanneer de tem-
peratuur van de ban den gelijk is aan
d e omg evingstemperatuur).
De ban dspanning moet wor den
aan gepast aan de rijsnelhei d en het
totale gewicht van rij der, passa gier,
b ag ag e en accessoires d a
t voor dit
mo del is vast gestel d.
1. Stelmoer
2. BorgmoerZAUM1596
1 2
(a)
(b)
UB5GD2D0.book Page 17 Monday, July 20, 2020 9:18 AM