YAMAHA YZF-R1M 2016 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2016, Model line: YZF-R1M, Model: YAMAHA YZF-R1M 2016Pages: 126, PDF Size: 9.24 MB
Page 41 of 126

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-21
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
OPMERKINGAls er geen CCU is geïnstalleerd of als de
CCU niet goed is aangesloten, kan de mo-dule “Logging” niet worden geselecteerd. 2. Selecteer START om te beginnen met registratie.
3. Als u de “Logging”-functie wilt stoppen, selecteert u STOP of zet u de machine
uit. “Onderhoud”
Met deze functie kunt u de afgelegde af-
stand tussen motorolieverversingen regi-
streren (gebruik het item OIL) en voor twee
andere items naar keuze (gebruik INTER-
VAL 1 en INTERVAL 2).
Een onderhoudsitem terugstellen
1. Selecteer “Maintenance” op het
scherm MENU. 2. Selecteer het item dat u wilt terugstel-
len.
3. Druk lang op de wielschakelaar om het item terug te stellen.
OPMERKINGNamen van onderhoudsitems kunnen nietworden gewijzigd.
1. Registratie-indicator
GPS
1
GPS
INTERVAL 2 OIL
INTERVAL 1
0 km
123456 km
123456 km
Maintenance
km/h
GPS
12 :
00
2CR-F8199-D1.book 21 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 42 of 126

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-22
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
“Eenheid”
Deze module stelt u in staat om de eenhe-
den voor brandstofverbruik in te stellen, en
voor sommige markten kan het display wor-
den gewisseld tussen k ilometers en mijlen.
Bij gebruik van kilometers kunnen de een-
heden voor brandstofverbruik worden ge-
wisseld tussen km/L of L/100km. Bij gebruik
van mijlen is MPG beschikbaar.
Instellen van eenheden voor afstand ofbrandstofverbruik1. Selecteer “Unit” op het scherm MENU.
2. “km or mile”“km/L or L/100km” worden
weergegeven.
OPMERKINGVoor markten met op kilometers geba-
seerde modellen worden alleen “km/L orL/100km” weergegeven.
3. Selecteer het eenheidsitem voor af- stand of verbruik dat u wilt aanpassen.
4. Selecteer de eenheden die u wilt ge- bruiken. 5. Selecteer het driehoekssymbool om af
te sluiten.
“Achtergrond”
Met deze module kunt u voor de STREET
MODE en TRACK MODE de achtergrond-
kleuren van de weergave afzonderlijk instel-
len op zwart of wit, voor zowel dag- als
nacht-instellingen. Een fotosensor op het
instrumentenpaneel detecteert de lichtom-
standigheden en wijzigt automatisch de
weergave van dag- naar nachtinstelling. De
fotosensor controleert ook een subtiele, au-
tomatische heldherheidsaanpassing binnen
de dag- en nachtmodi als aanpassing op
het omgevingslicht.
km/h
2CR-F8199-D1.book 22 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 43 of 126

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-23
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
Achtergrond instellen1. Selecteer “Wallpaper” op het scherm MENU.
2. Selecteer de modus die u wilt aanpas- sen (selecteer DAY voor de weerga-
ve-instellingen voor overdag of NIGHT
voor de weergave-instellingen bij
nacht). 3. Selecteer de achtergrondkleur (selec-
teer BLACK voor een zwarte achter-
grond of WHITE voor een witte
achtergrond).
4. Selecteer het dri ehoekssymbool om af
te sluiten.
5. Herhaal de procedure vanaf stap 2 om
een andere achtergrondkleur in te stel-
len of selecteer het driehoeksymbool
om deze module af te sluiten. “Schakelindicator”
De schakelindicatormodule bevat de vol-
gende items.
Instellingswijzigen aanbrengen
1. Selecteer “Shift IND Setting”.1. Lichtsensor
1
Weergave Beschrijving
Shift IND Setting Stel het
schakelindicatorpatroon in
op “ON”, “Flash”, of “OFF”
en pas aan bij hoeveel tpm
de indicator aangaat of
uitgaat.
Shift IND
Brightness Pas de helderheid van de
schakelindicator aan.
Tach IND Setting Stel de kleurenweergave
van de toerenteller in op
“ON” of “OFF” en pas aan
bij hoeveel tpm de
toerenteller groen of oranje
wordt.
Peak Rev IND Setting Stel de peak rev-indicator
van de toerenteller in op
“ON” of “OFF”.
2CR-F8199-D1.book 23 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 44 of 126

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-24
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
2. Selecteer “IND Mode”.
3. Selecteer “ON” voor een constante in-
dicatorverlichting, “OFF” om de indica-
tor uit te schakelen of “Flash” om de
schakelindicator te laten knipperen
wanneer de activeringsdrempel voor
de indicator is bereikt. 4. Selecteer “IND Start”.
5. Draai de wielschakelaar om het toe-
rental in te stellen waarbij de scha-
kelindicator gaat branden. “IND Start”
operationeel bereik is 8000–14800
tpm. 6. Selecteer “IND Stop” en draai vervol-
gens de wielschakelaar om het toeren-
tal in te stellen waarbij de
schakelindicator dooft. “IND Stop”
operationeel bereik is 8500–15000
tpm.
OPMERKINGHet blauwe gebied op de toerenteller geeft
het huidige ingestelde bereik aan van deschakelindicatorverlichting.
“Shift IND Brightness”
De schakelindicatorverlichting heeft zes
helderheidsniveaus.
Shift Indicator
km/h
x 1000 r/min
GPS
12 :
00
Shift IND Setting
IND Mode
IND Start
IND Stop ON
10000
r/min
15000
r/min
Shift Indicator
km/h
x 1000 r/min
GPS
12 :
00
Shift IND Setting
IND Mode
IND Start
IND Stop ON
10000
r/min
15000
r/min
Shift Indicator
km/h
x 1000 r/min
GPS
12 :
00
Shift IND Setting
IND Mode
IND Start
IND Stop ON
10000
r/min
15000
r/min
Shift Indicator
km/h
x 1000 r/min
GPS
12 :
00
Shift IND Setting
IND Mode
IND Start
IND Stop ON
10000
r/min
15000
r/min
2CR-F8199-D1.book 24 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 45 of 126

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-25
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
Selecteer “Shift IND Brightness”, gebruik
vervolgens de wielschakelaar om de instel-
ling aan te passen. Druk kort op de wiel-
schakelaar om de instelling te bevestigen
en af te sluiten.
“Tach IND Setting”
Met deze functie kunt u de kleurenweerga-
ve van de toerenteller in- of uitschakelen.
Indien uitgeschakeld, zal de toerenteller alle
tpm-niveaus onder de rode zone weerge- ven in zwart of wit (afhankelijk van de instel-
lingen voor de achtergrond). Indien
ingeschakeld, kunnen de midden- en mid-
den-tot-hoge tpm-zones worden ingesteld
om in de kleuren groen en vervolgens oran-
je te worden weergegeven.
1. Selecteer “Tach IND Setting”.
2. Selecteer “IND Mode”. 3. Selecteer ON om de kleurenweerga-
vemodus van de toerenteller in te
schakelen (of selecteer OFF om deze
functie uit te schakelen).
4. Selecteer “Tach IND 1st” om de tpm voor het begin van de groene zone in
te stellen.
5. Stel de tpm voor het begin in door de wielschakelaar te draaien en vervol-
gens kort in te drukken. Alle tpm boven
Shift Indicator
km/h
x 1000 r/min
GPS
12 :
00
Tach IND Setting
IND Mode ON
8000
r/min
11000
r/min
Tach IND 1st
Tach IND 2nd
Shift Indicator
km/h
x 1000 r/min
GPS
12 :
00
Tach IND Setting
IND Mode ON
8000
r/min
11000
r/min
Tach IND 1st
Tach IND 2ndShift Indicator
km/h
x 1000 r/min
GPS
12 :
00
Tach IND Setting
IND Mode ON
8000
r/min
11000
r/min
Tach IND 1st
Tach IND 2nd
2CR-F8199-D1.book 25 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 46 of 126

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-26
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
deze waarde tot de instellingswaarde
voor “Tach IND 2nd” (of de rode zone
boven 14000 tpm) worden groen
weergegeven.
OPMERKINGBegin instellingsbereik groene balk:8000–10000 tpm.
6. Selecteer “Tach IND 2nd”. 7. Stel de oranje kleur in voor het begin
van de tpm door de wielschakelaar te
draaien en vervolgens kort in te druk-
ken. Alle tpm boven dit getal tot de
rode zone van 14000 tpm worden
oranje weergegeven.
OPMERKINGBegin instellingsbereik oranje balk:8000–14000 tpm.
8. Selecteer het driehoekssymbool om af te sluiten. “Peak Rev IND Setting”
Met deze module kunt u de hold-indicator
voor de toerenpiek in- of uitschakelen.
1. Selecteer “Peak Rev IND Setting”.
2. Selecteer “IND Mode” en selecteer vervolgens ON (om de indicator in te
schakelen) of OFF (om de indicator uit
te schakelen).
Shift Indicator
km/h
x 1000 r/min
GPS
12 :
00
Tach IND Setting
IND Mode ON
8000
r/min
11000
r/min
Tach IND 1st
Tach IND 2ndShift Indicator
km/h
x 1000 r/min
GPS
12 :
00
Tach IND Setting
IND Mode ON
8000
r/min
11000
r/min
Tach IND 1st
Tach IND 2nd
Shift Indicator
km/h
x 1000 r/min
GPS
12 :
00
Tach IND Setting
IND Mode ON
8000
r/min
11000
r/min
Tach IND 1st
Tach IND 2nd
Shift Indicator
km/h
x 1000 r/min
GPS
12 :
00
Tach IND Setting
IND Mode ON
8000
r/min
11000
r/min
Tach IND 1st
Tach IND 2nd
2CR-F8199-D1.book 26 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 47 of 126

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-27
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
3. Selecteer het driehoekssymbool om af te sluiten.
“Weergave-instelling”
Met deze module kunt u de items (zoals
TRIP-1, ODO, C. TEMP, enz.) voor infor-
matieweergave op het hoofdscherm groe-
peren. Er zijn vier weergavegroepen. De weergavegroepen instellen
1. Selecteer “Display Setting”.2. DISPLAY-1, DISPLAY-2, DISPLAY-3
en DISPLAY-4 worden weergegeven.
3. Als we bijvoorbeeld DISPLAY-1 selec- teren, worden STREET MODE 1-1,
STREET MODE 1-2 en TRACK
MODE weergegeven.
4. Selecteer STREET MODE 1-1.
1. Item van informatiedisplay (STREET MODE)
ODO
12345
km
TRIP-2
1234.5
km
1
Ny2 km/h
·1000 r/minMODE -
A
TCS
1
SCS
1
A
-
1
LCS
QS
LIF
GPS
12 :
00
PWR
1
1
1. Item voor informatieweergave (TRACK
MODE)
MODE -
A
PWR
1
TCS
1
SCS
1
km/h
123
ODO
km
7890
GEARN
LAP 09
LATEST12
12 34
·1000 r/min
A
-
1
LC LCS
QS
LIF
GPS
12 :
00
1
2CR-F8199-D1.book 27 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 48 of 126

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-28
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
5. Selecteer het gewenste item voor de informatieweergave met de wielscha-
kelaar.OPMERKINGDe selecteerbare items van de informatie-
weergave zijn:
A.TEMP: luchttemperatuur
C.TEMP: koelvloeistoftemperatuur
TRIP-1: ritteller 1
TRIP-2: ritteller 2
ODO: kilometerteller
FUEL CON: de hoeveelheid verbruikte
brandstof
FUEL AVG: gemiddeld brandstofverbruikCRNT FUEL: huidige brandstofverbruik
6. Selecteer STREET MODE 1-2 of TRACK MODE om de resterende
groepsitems voor DISPLAY-1 in te
stellen. 7. Selecteer het driehoekssymbool om af
te sluiten. Herhaal de procedure vanaf
stap 3 om de andere weergavegroe-
pen in te stellen.
“Helderheid”
Met deze functie past u het algemene hel-
derheidsniveau van het weergavescherm
aan.
De helderheid instellen
1. Selecteer “Brightness”. 2. Selecteer het gewenste helderheidsni-
veau door aan de wielschakelaar te
draaien en druk vervolgens kort op de
wielschakelaar om de instelling vast te
leggen.
“Klok”
De klok maakt gebruik van een 12-uursy-
steem.
2CR-F8199-D1.book 28 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 49 of 126

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-29
1
2
345
6
7
8
9
10
11
12
De klok instellen1. Selecteer “Clock” (klok) in het scherm MENU.
2. Wanneer “Clock” is geselecteerd, wor- den de uren gemarkeerd.
3. Stel het uur in door de wielschakelaar te draaien en vervolgens kort in te
drukken. 4. De minuten worden nu gemarkeerd.
5. Stel de minuten in door de wielschake-
laar te draaien en vervolgens kort in te
drukken. 6. Druk opnieuw kort op de wielschake-
laar om af te sluiten en terug te gaan
naar het scherm MENU.
“Alles terugstellen”
Deze functie stelt, behalve de kilometertel-
ler en de klok, alles terug naar de stan-
daard- of fabrieksinstelling.
Selecteer YES om alle items terug te stel-
len. Nadat YES is geselecteerd worden alle
items teruggesteld en keert de weergave
automatisch terug n aar het scherm MENU.
2CR-F8199-D1.book 29 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分
Page 50 of 126

Functies van instrumenten en bedieningselementen
4-30
1
2
34
5
6
7
8
9
10
11
12
DAU12822
KoppelingshendelDe koppelingshendel bevindt zich aan de
linkerzijde van het stuur. Trek de hendel
naar het stuur toe om de koppeling te ont-
koppelen. Laat de hendel los om de koppe-
ling te laten aangrijpen. Voor een soepele
werking van de koppeling moet de hendel
snel ingetrokken worden en langzaam wor-
den losgelaten.
De koppelingshendel is voorzien van een
sperschakelaar die deel uitmaakt van het
startspersysteem. (Zie pagina 4-46.)
DAU67010
SchakelpedaalHet schakelpedaal bevindt zich aan de lin-
kerzijde van de motorfiets en wordt in com-
binatie met de koppelingshendel gebruikt bij
het schakelen van de versnellingen van de
6-traps constant-m esh versnellingsbak.
Als het snelschakelsysteem is ingescha-
keld, detecteert de schakelschakelaar de
beweging van het schakelpedaal en kan
worden opgeschakeld zonder de koppe-
lingshendel te bedienen. Zie QSS op pagi-
na 4-17 voor meer informatie.
DAU67033
RemhendelDe remhendel bevindt zich aan de rechter-
zijde van het stuur. Trek de hendel naar de
gasgreep toe om de voor rem te bekrachti-
gen.
Dit model is uitgerust met een gekoppeld
remsysteem (UBS).
Wanneer u aan de remhendel trekt, wordt
de voorrem en een gedeelte van de achter-
rem bekrachtigd. Voor maximale rempres-
taties dient u gelijktijdig zowel de remhendel
in te knijpen als het rempedaal in te druk-
ken.
1. Koppelingshendel
1
1. Schakelpedaal
2. Schakelschakelaar
1
2
1. “ ”-merkteken
2. Stelwiel afstelpositie remhendel
3. Remhendel
4. Afstand tussen remhendel en stuurgreep
1 2
3
4
2CR-F8199-D1.book 30 ページ 2015年8月29日 土曜日 午後2時38分