YAMAHA YZF-R1M 2022 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2022, Model line: YZF-R1M, Model: YAMAHA YZF-R1M 2022Pages: 134, PDF Size: 5.9 MB
Page 91 of 134

Periodiek onderhoud en afstelling
7-11
7
3. Trek het stroomlijnpaneel naar vorenom het te verwijderen.
Aanbrengen van een stroomlijnpaneel1. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor- spronkelijke positie en breng dan de
drukclips aan. 2. Monteer het onderste paneel.
Stroomlijnpanelen A en B (YZF-R1M)
Verwijderen van een stroomlijnpaneel
1. Verwijder het onderste paneel.
2. Verwijder de bout, de flensbus en de drukclips.
3. Trek het stroomlijnpaneel naar voren om het te verwijderen. Aanbrengen van een stroomlijnpaneel
1. Plaats het stroomlijnpaneel in de oor-
spronkelijke positie en breng dan de
flensbus, de bout en de drukclips aan.
2. Monteer het onderste paneel.
1. Paneel
2. Drukclip
3. Stroomlijnpaneel
3
2
2
1
1. Paneel
2. Bout en flensbus
3. Drukclip
4. Stroomlijnpaneel
2
1
4
3
3
UB3LD1D0.book Page 11 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Page 92 of 134

Periodiek onderhoud en afstelling
7-12
7
DAU67110
Controleren van de bougiesBougies vormen belangrijke onderdelen
van de motor die periodiek moeten worden
gecontroleerd, bij voorkeur door een
Yamaha dealer. Omdat bougies door ver- hitting en neerslag altijd langzaam slijten,
moeten de bougies worden verwijderd en
gecontroleerd volgens de tijden genoemd
in het periodieke smeer- en onderhouds-
schema. De conditie van de bougies kan
daarnaast veel duidelijk maken over de
conditie van de motor.
De porseleinen isolator rond de centrale
elektrode moet licht tot gemiddeld bruin
verkleurd zijn (de ideale kleur als normaal
met het voertuig wordt gereden), en alle
bougies in de motor horen dezelfde ver-
kleuring te hebben. Wanneer een bougie
een heel andere kleur vertoont, werkt de
motor mogelijk niet naar behoren. Probeer
dergelijke problemen niet zelf vast te stel-
len. Laat in plaats daarvan uw machine na-
kijken door een Yamaha dealer.
Vervang een bougie als de elektroden blij-
ken te zijn afgesleten en als overmatige
koolaanslag of andere neerslag gevonden
wordt. Voordat een bougie wordt aangebracht
moet de elektrodenafstand met een draad-
voelmaat worden gemeten; breng indien
nodig de elektrodenafstand op specificatie.
Reinig het oppervlak van de bougiepakking
en het pasvlak en verwijder eventueel vuil
uit de schroefdraad van de bougie.
LET OP
DCA10841
Gebruik geen gereedschap om de bou-
giedop te verwijderen of aan te brengen,
om de bobinekabel niet te beschadigen.
De bougiedop is mogelijk lastig te ver-
wijderen omdat de rubber afdichting aan
het uiteinde stevig vastzit. Haal de bou-
giedop los door hem heen en weer te
draaien en tegelijkertijd los te trekken;
breng de bougiedop aan door deze heen
en weer te draaien en tegelijkertijd aan
te drukken.
Voorgeschreven bougie:
NGK/LMAR9E-J
1. ElektrodenafstandElektrodenafstand:0.6–0.7 mm (0.024–0.028 in)
Aanhaalmoment: Bougie (nieuw):18 N·m (1.8 kgf·m, 13 lb·ft)
Bougie (na controle): 13 N·m (1.3 kgf·m, 9.6 lb·ft)
1
1
UB3LD1D0.book Page 12 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Page 93 of 134

Periodiek onderhoud en afstelling
7-13
7
DAU36113
FilterbusDit model is voorzien van een filterbus die
voorkomt dat brandstofdampen naar de at-
mosfeer ontsnappen. Controleer alvorens
met deze machine te rijden het volgende: Controleer alle slangaansluitingen.
Controleer de slangen en de filterbus
op barsten of beschadiging. Vervang
indien beschadigd.
Controleer de ontluchtingsinrichting
van de filterbus op verstopping en rei-
nig deze indien nodig.
DAU66536
Motorolie en oliefilterpatroonVóór iedere rit moet het motorolieniveau
worden gecontroleerd. Verder moet de olie
worden ververst en de oliefilterpatroon
worden vervangen volgens de intervalperi-
oden vermeld in het periodieke smeer- en
onderhoudsschema.
Om het motorolieniveau te controleren 1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop. Wan-
neer de machine iets schuin staat, kan
het niveau al foutief worden afgelezen.
2. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
3. Wacht een paar minuten tot de olie tot rust is gekomen voor een correcte af-
lezing en controleer dan het olieniveau
via het kijkglas linksonder in het carter.OPMERKINGHet motorolieniveau moet tussen de merk-
strepen voor minimum- en maximumniveau
staan.
4. Als de motorolie bij of beneden de
merkstreep voor minimumniveau
staat, vul dan voldoende olie, van de
aanbevolen soort, bij tot het correcte
niveau.OPMERKINGControleer de O-ring van de olievuldop op
beschadiging en vervang deze indien no-
dig.Verversen van de motorolie1. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten warmdraaien en zet hem dan af.
2. Zet een olieopvangbak onder de mo- tor om de gebruikte olie op te vangen.
1. Filterbus
2. Tankbeluchtingssysteem
1
2
1. Kijkglas olieniveau
2. Merkstreep maximumniveau
3. Merkstreep minimumniveau
2
3
1
UB3LD1D0.book Page 13 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Page 94 of 134

Periodiek onderhoud en afstelling
7-14
7
3. Verwijder de olievuldop en de olieaf-tapplug met de pakking om de olie uit
het carter te laten stromen.
4. Monteer de olieaftapplug met een nieuwe pakking en zet de plug vast
met het voorgeschreven aanhaalmo-
ment. 5. Vul met de aangegeven hoeveelheid
van de aanbevolen motorolie.
OPMERKINGVeeg enige gemorste olie af nadat de motor
en het uitlaatsysteem zijn afgekoeld.LET OP
DCA11621
Om het slippen van de koppeling te
voorkomen (de motorolie smeert
immers ook de koppeling) mogen
geen chemische additieven worden
toegevoegd. Gebruik geen oliën
met een “CD” dieselspecificatie of
oliën met een hogere kwaliteit dan gespecificeerd. Gebruik ook geen
oliën met een “ENERGY CONSER-
VING II” of hogere aanduiding.
Zorg dat er geen verontreinigingen
in het carter terecht komen.
6. Controleer de O-ring van de olie-
vuldop op beschadiging en vervang
deze indien nodig.
7. Breng de olievuldop aan en draai deze vast.
8. Start de motor, laat deze een paar mi-
nuten stationair draaien en controleer
daarbij op olielekkage. Als er sprake is
van olielekkage, zet de motor dan di-
rect af en zoek de oorzaak.
1. Olievuldop
1. Olieaftapplug
2. Pakking
12
Aanhaalmoment:Olieaftapplug:
23 N·m (2.3 kgf·m, 17 lb·ft)
Aanbevolen motorolie: Geheel synthetisch
10W-40, 15W-50
Oliehoeveelheid:
Olieverversing:3.90 L (4.12 US qt, 3.43 Imp.qt)
Met verwijderen van oliefilterele-
ment: 4.10 L (4.33 US qt, 3.61 Imp.qt)
1. Olievuldop
2. O-ring
12
UB3LD1D0.book Page 14 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Page 95 of 134

Periodiek onderhoud en afstelling
7-15
7
OPMERKINGAls het olieniveau correct is, gaan de waar-
schuwingslampjes voor oliedruk en koel-
vloeistoftemperatuur na het starten van de
motor weer uit.LET OP
DCA22490
Zet de motor direct af als het waarschu-
wingslampje oliedruk en koelvloeistof-
temperatuur knippert of blijft branden en
laat de machine controleren door een
Yamaha dealer, zelfs als het olieniveau
in orde is.9. Zet de motor af en wacht een paar mi- nuten om de olie tot rust te laten ko-
men voor een correcte aflezing.
Controleer dan het olieniveau en corri-
geer indien nodig.
De motorolie verversen en de oliefilter-
patroon vervangen 1. Verwijder stroomlijnpaneel A en pa- neel C. (Zie pagina 7-9.)
2. Volg stappen 1–3 in het gedeelte “Ver- versen van de motorolie” om de olie af
te tappen.
3. Verwijder de oliefilterpatroon met een oliefiltersleutel.
OPMERKINGDe Yamaha dealer kan een oliefiltersleutel
leveren.4. Smeer een dun laagje schone motor-olie op de O-ring van de nieuwe oliefil-
terpatroon.
OPMERKINGZorg dat de o-ring correct aanligt.5. Plaats de nieuwe oliefilterpatroon meteen oliefiltersleutel en zet hem dan
met een momentsleutel vast met het
voorgeschreven aanhaalmoment.
1. Oliefilterpatroon
2. Oliefiltersleutel
1
2
1. O-ring
1. Momentsleutel
1
1
UB3LD1D0.book Page 15 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Page 96 of 134

Periodiek onderhoud en afstelling
7-16
7
6. Volg stappen 4–9 in het gedeelte “Ver-versen van de motorolie” om olie bij te
vullen.
7. Monteer het stroomlijnpaneel en het paneel.
DAU85450
Waarom YamalubeYAMALUBE olie is een origineel YAMAHA
onderdeel dat is ontwikkeld vanuit de over-
tuiging dat motorolie een belangrijke vloei-
bare component van de motor is. Wij
stellen teams samen van specialisten op
technisch, chemisch, elektronisch en race-
testgebied die samen de motor en de daar-
in te gebruiken olie ontwikkelen. Yamalube
oliën bestaan uit hoogwaardige basisoliën
die zijn aangevuld met specifieke additie-
ven die verzekeren dat het eindproduct aan
onze prestatienormen voldoet. Hierdoor
hebben de minerale, semisynthetische en
synthetische oliën van Yamalube hun eigen
karakter en toepassingsgebied. Dankzij de
enorme ervaring die Yamaha sinds de jaren
zestig met de ontwikkeling van oliën heeft
opgedaan, is Yamalube de beste keus voor
uw Yamaha motor.
DAUS1203
KoelvloeistofHet koelvloeistofniveau moet regelmatig
worden gecontroleerd. Verder moet de
koelvloeistof worden ververst volgens de
intervalperioden vermeld in het periodieke
onderhoudsschema.OPMERKINGAls er geen originele Yamaha koelvloeistof
beschikbaar is, gebruik dan een ethyleen-
glycol antivries met corrosieremmers voor
aluminium motoren en meng deze met ge-
destilleerd water in een verhouding van 1:1.
DAU66512
Controleren van het koelvloeistofniveau
Aangezien het koelvloeistofniveau varieert
met de motortemperatuur, moet het wor-
den gecontroleerd met een koude motor. 1. Zet de machine op een vlakke onder- grond.
Aanhaalmoment:
Oliefilterpatroon:
17 N·m (1.7 kgf·m, 13 lb·ft)Aanbevolen koelvloeistof:YAMALUBE-koelvloeistof
Hoeveelheid koelvloeistof:
Koelvloeistofreser voir (merkstreep
voor maximumniveau): 0.25 L (0.26 US qt, 0.22 Imp.qt)
Radiator (inclusief alle leidingen): 2.25 L (2.38 US qt, 1.98 Imp.qt)
UB3LD1D0.book Page 16 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Page 97 of 134

Periodiek onderhoud en afstelling
7-17
7
2. Houd de machine rechtop en contro-leer het koelvloeistofniveau in het re-
servoir.
3. Als het koelvloeistofniveau zich op of onder de merkstreep voor minimum-
niveau bevindt, verwijder dan stroom-
lijnpaneel B om bij het
koelvloeistofreservoir te komen. (Zie
pagina 7-9.)
4. Verwijder de dop van het koelvloei- stofreservoir. WAARSCHUWING!
Verwijder alleen de dop van het
koelvloeistofreservoir. Probeer
nooit om de radiatorvuldop te ver-
wijderen als de motor warm is.
[DWA15162]
5. Vul koelvloeistof bij tot de merkstreep voor maximumniveau. LET OP: Als er
geen koelvloeistof aanwezig is, ge-
bruik dan in plaats daarvan gedistil-
leerd water of onthard leidingwater.
Gebruik geen hard water of zout
water, dit is schadelijk voor de mo-
tor. Als er in plaats van koelvloeistof
water is gebruikt, vervang dit dan
zo snel mogelijk door koelvloeistof,
anders is het systeem niet be-
schermd tegen vorst en corrosie.
Als er water aan de koelvloeistof is
toegevoegd, laat dan een Yamaha
dealer zo snel mogelijk het anti-
vriesgehalte van de koelvloeistof
controleren om te voorkomen dat
de effectiviteit van de koelvloeistof
afneemt.
[DCA10473]
6. Breng de dop van het koelvloeistofre-
servoir aan.
7. Breng het stroomlijnpaneel aan.
DAU33032
De koelvloeistof verversen
De koelvloeistof moet volgens de interval-
perioden vermeld in het periodieke smeer-
en onderhoudsschema ververst worden.
Laat de koelvloeistof verversen door een
Yamaha dealer. WAARSCHUWING! Pro-
beer nooit om de radiatorvuldop te ver-
wijderen als de motor warm is.
[DWA10382]
1. Merkstreep maximumniveau
2. Merkstreep minimumniveau
FULL
LOW
1
2
1. Dop koelvloeistofreservoir
1
UB3LD1D0.book Page 17 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Page 98 of 134

Periodiek onderhoud en afstelling
7-18
7
DAU36765
LuchtfilterelementHet luchtfilterelement moet worden vervan-
gen volgens de intervalperioden vermeld in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma. Vraag een Yamaha dealer het luchtfil-
terelement te vervangen.
DAU44735
Stationair toerental controlerenControleer het stationair toerental en laat
het indien nodig door een Yamaha dealer
bijstellen.
DAU21403
KlepspelingDe kleppen zijn een belangrijke motorcom-
ponent, en aangezien de klepspeling bij ge-
bruik verandert moeten ze worden
gecontroleerd en afgesteld volgens de in-
tervalperioden vermeld in het periodieke
onderhoudsschema. Niet-afgestelde klep-
pen kunnen resulteren in een onjuist lucht-
brandstofmengsel, motorgeluid en uitein-
delijk motorschade. Laat om dit te voorko-
men de klepspeling regelmatig controleren
en afstellen door uw Yamaha dealer.OPMERKINGDit onderhoud moet worden uitgevoerd bij
een koude motor.
Stationair toerental:1200–1400 tpm
UB3LD1D0.book Page 18 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Page 99 of 134

Periodiek onderhoud en afstelling
7-19
7
DAU64412
BandenBanden zijn het enige contact tussen de
machine en het wegdek. Veiligheid onder
alle rijomstandigheden hangt af van een re-
latief klein contactoppervlak met het weg-
dek. Het is daarom essentieel om de
banden te allen tijde in een goede conditie
te houden en deze op tijd te vervangen
door de voorgeschreven banden.
Bandenspanning
De bandenspanning moet voor elke rit wor-
den gecontroleerd en indien nodig worden
bijgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10504
Rijden met deze machine met een on-
juiste bandenspanning kan leiden tot
verlies van de controle met mogelijk ern-
stig letsel of overlijden tot gevolg. De bandspanning moet worden ge-
controleerd en afgesteld terwijl de
banden koud zijn (wanneer de tem-
peratuur van de banden gelijk is aan
de omgevingstemperatuur).
De bandspanning moet worden
aangepast aan de rijsnelheid en het
totale gewicht van rijder, passagier,
bagage en accessoires dat voor dit
model is vastgesteld.
WAARSCHUWING
DWA10512
Belaad uw machine nooit te zwaar. Rij-
den met een te zwaar belaste machine
kan leiden tot een ongeval.
Inspectie van banden
Voor elke rit moeten de banden worden ge-
controleerd. Als de bandprofieldiepte op
het midden van de band de vermelde limiet
heeft bereikt, de band spijkers of stukjes
glas bevat of wanneer de wang van de
band scheurtjes vertoont, moet de band
onmiddellijk door een Yamaha dealer wor-
den vervangen.
Bandenspanning bij koude banden:
1 persoon:
Voor: 250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Achter:
290 kPa (2.90 kgf/cm2, 42 psi)
2 personen: Voor:
250 kPa (2.50 kgf/cm2, 36 psi)
Achter: 290 kPa (2.90 kgf/cm2, 42 psi)
Maximale belasting: Voer t ui g:185 kg (408 lb)
De maximale belasting van het
voertuig is het gecombineerde ge-
wicht van de bestuurder, de passa-
gier, de bagage en eventuele
accessoires.1. Wang van band
2. Bandprofieldiepte
Minimale bandprofieldiepte (voor en
achter): 1.6 mm (0.06 in)
UB3LD1D0.book Page 19 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM
Page 100 of 134

Periodiek onderhoud en afstelling
7-20
7
OPMERKINGDe slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472
Laat sterk versleten banden door
een Yamaha dealer vervangen. Rij-
den op een machine met versleten
banden is niet alleen verboden,
maar dit heeft ook een averechts
effect op de rijstabiliteit, waardoor
u de macht over het stuur zou kun-
nen verliezen.
De vervanging van onderdelen van
wielen en remmen, inclusief ban-
den, dient te worden overgelaten
aan een Yamaha dealer, die over de
nodige vakkundige kennis en erva-
ring beschikt om dit te doen.
Rijd niet te snel direct na het ver-
wisselen van een band. Het band-
oppervlak dient eerst te zijn
ingereden voordat het zijn optimale
eigenschappen verkrijgt.
Bandeninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en bandventielen.
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch zijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas, zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10902
Monteer altijd voor- en achterban-
den van hetzelfde merk en type.
Verschillende banden kunnen het weggedrag van de machine veran-
deren, wat kan leiden tot een onge-
val.
Controleer altijd of de ventieldopjes
stevig zijn bevestigd om zo lucht-
lekkage te voorkomen.
Gebruik uitsluitend de hierna ver-
melde bandventielen en luchtven-
tielbuisjes om te voorkomen dat de
banden onder het rijden leeglopen.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieron-
der vermelde banden door Yamaha goed-
gekeurd voor dit model.
1. Bandventiel
2. Bandventielbuis
3. Bandventieldop met afdichting
UB3LD1D0.book Page 20 Tuesday, August 10, 2021 7:20 AM