YAMAHA YZF-R6 2012 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2012, Model line: YZF-R6, Model: YAMAHA YZF-R6 2012Pages: 108, PDF Size: 2.38 MB
Page 51 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-1
6
DAU17244
Door periodiek inspecties, afstellingen en
smeerbeurten uit te laten voeren, zorgt u er-
voor dat uw machine in zo veilig en efficiënt
mogelijke conditie blijft. De eigenaar/be-
stuurder van de machine is verplicht de op-
timale veiligheid te waarborgen. Op de
volgende pagina’s wordt de belangrijkste in-
formatie met betrekking tot inspecties, af-
stellingen en smeerbeurten gegeven.
De intervalperioden vermeld in de periodie-
ke onderhoudsschema’s moeten worden
beschouwd als een algemene richtlijn onder
normale rijcondities. Het is echter mogelijk
dat de intervalperioden voor onderhoud
moeten worden verkort afhankelijk van het
weer, het terrein, de geografische locatie en
individueel gebruik.
WAARSCHUWING
DWA10321
Het niet of onjuist uitvoeren van onder-
houd aan de machine vergroot het risico
op letsel of overlijden tijdens het uitvoe-
ren van onderhoud of het rijden met de
machine. Als u niet bekend bent met
voertuigonderhoud, laat het onderhoud
dan uitvoeren door uw Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA15122
Zet voor het uitvoeren van onderhoud de
motor af tenzij anders aangegeven.●
Een draaiende motor heeft bewe-
gende delen die lichaamsdelen of
kleding kunnen grijpen en elektri-
sche onderdelen die schokken of
brand kunnen veroorzaken.
●
Het laten draaien van de motor tij-
dens het uitvoeren van onderhoud
kan leiden tot oogletsel, brandwon-
den, brand of koolmonoxidevergif-
tiging, mogelijk met de dood tot
gevolg. Zie pagina 1-2 voor meer in-
formatie over koolmonoxide.WAARSCHUWING
DWA15460
Remschijven, -klauwen, -trommels en
-voeringen kunnen tijdens het gebruik
zeer heet worden. Laat onderdelen van
het remsysteem afkoelen alvorens deze
aan te raken.
DAU17302
Emissiecontroles zorgen niet alleen voor
een betere luchtkwaliteit, maar zijn ook zeer
belangrijk voor een juiste werking van de
motor en om maximale prestaties te beha-
len. In de volgende periodieke onder-
houdsschema’s is het emissiecontrole-
onderhoud apart gegroepeerd. Dit onder-
houd vereist gespecialiseerde gegevens,
kennis en gereedschap. Onderhoud, ver-
vanging, of reparatie van emissiecontrole-
apparatuur en -systemen kan door elke
gecertificeerde reparateur worden uitge-
voerd (indien van toepassing). Yamaha
dealers beschikken over de training en het
gereedschap om dit onderhoud uit te voe-
ren.
U1JSD0D0.book Page 1 Thursday, July 28, 2011 2:34 PM
Page 52 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-2
6
DAU17542
Boordgereedschapsset De boordgereedschapsset bevindt zich on-
der het duozadel. (Zie pagina 3-19.)
De onderhoudsinformatie in deze handlei-
ding en het gereedschap in de boordge-
reedschapsset zijn bedoeld om u te
ondersteunen bij het uitvoeren van preven-
tief onderhoud en kleinere reparaties. Voor
de correcte uitvoering van bepaalde onder-
houdswerkzaamheden kan echter het ge-
bruik van extra gereedschap zoals een
momentsleutel vereist zijn.OPMERKINGLaat een Yamaha dealer onderhoud ver-
richten als u niet beschikt over het gereed-
schap of de ervaring die voor bepaalde
werkzaamheden vereist zijn.1. BoordgereedschapssetU1JSD0D0.book Page 2 Thursday, July 28, 2011 2:34 PM
Page 53 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-3
6
DAU46861
OPMERKING●
De jaarlijkse controles horen eenmaal per jaar te worden uitgevoerd, behalve wanneer in plaats daarvan een onder-
houdsbeurt op kilometerbasis of, voor Groot-Brittannië, op mijlbasis wordt verricht.
●
Herhaal de onderhoudsintervallen vanaf 50000 km (30000 mi), beginnend vanaf 10000 km (6000 mi).
●
Werkzaamheden gemarkeerd met een asterisk horen te worden uit gevoerd door een Yamaha dealer, omdat hiertoe speciaal gereed-
schap, technische gegevens en vakmanschap vereist zijn.
DAU46910
Periodiek onderhoudsschema voor het uitstootcontrolesysteem NR. ITEM CONTROLE OF ONDER-
HOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
1 *Brandstofleiding Controleer de brandstofslangen
op scheurtjes of beschadigingen.
2 *Bougies Controleer de conditie.
Reinigen en elektrodenafstand af-
stellen.
Vervangen.
3 *Ven ti elen Controleer de klepspeling.
Afstellen.
Elke 40000 km (24000 mi)
4 *Brandstofinjectie-
systeem Stel de synchronisatie af.
5 *Uitlaatdemper en
uitlaatpijp Controleer of de schroef-
klem(men) goed vastzit(ten).
U1JSD0D0.book Page 3 Thursday, July 28, 2011 2:34 PM
Page 54 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-4
6
6*Luchtinlaatsysteem Controleer de luchtafsluitklep, de
membraanklep en de slang op be-
schadiging.
Vervang beschadigde onderde- len indien nodig.
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDER-
HOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
U1JSD0D0.book Page 4 Thursday, July 28, 2011 2:34 PM
Page 55 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-5
6
DAU1770C
Algemeen smeer- en onderhoudsschema NR. ITEMCONTROLE OF ONDER-
HOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
1 *Luchtfilterelement Vervangen.
2 Koppeling Controleer de werking.
Afstellen.
3 *Voorrem Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
4 *Achterrem Controleer de werking en het
vloeistofniveau en controleer de
machine op vloeistoflekkage.
Vervang de remblokken. Wanneer de slijtagelimiet is bereikt
5 *Remslangen Controleer op scheurtjes en be-
schadigingen.
Zorg voor een correcte plaatsing van slang(en) en klem(men).
Vervangen. Elke 4 jaar
6 *Wielen Controleer de speling en contro-
leer op beschadigingen.
7 *Banden Controleer op slijtage en bescha-
digingen.
Vervang indien nodig.
Controleer de bandspanning.
Corrigeer indien nodig.
8 *Wiellagers Controleer op speling of bescha-
digingen.
U1JSD0D0.book Page 5 Thursday, July 28, 2011 2:34 PM
Page 56 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-6
6
9*Achterbrug Controleer op een correcte wer-
king en overmatige speling.
Smeren met lithiumvet. Elke 50000 km (30000 mi)
10 Aandrijfketting Controleer de spanning, uitlijning
en conditie van de aandrijfketting.
Stel de ketting af en smeer deze grondig met een speciale smering
voor o-ringkettingen. Elke 800 km (500 mi) en na elke wasbeurt, rit in de regen of in vochtige gebie-
den
11 *Balhoofdlagers Controleer de lagers op speling
en oppervlakteruwheid.
Smeren met lithiumvet. Elke 20000 km (12000 mi)
12 *Framebevestigin-
gen Controleer of alle moeren, bouten
en schroeven stevig zijn vastge-
zet.
13 Scharnieras van
remhendel Smeren met siliconenvet.
14 Scharnieras van
rempedaal
Smeren met lithiumvet.
15 Scharnieras van
koppelingshendel
Smeren met lithiumvet.
16 Scharnieras van
schakelpedaal Smeren met lithiumvet.
17 Zijstandaard Controleer de werking.
Smeren met lithiumvet.
18 *Zijstandaardscha-
kelaar
Controleer de werking.
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDER-
HOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
U1JSD0D0.book Page 6 Thursday, July 28, 2011 2:34 PM
Page 57 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-7
6
19*Vo o r vo r k Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage.
20 *Schokdemperunit Controleer op een correcte wer-
king en olielekkage.
21 *Relaisarm achter-
wielophanging en
scharnierpunten
verbindingsarm Controleer de werking.
22 Motorolie Verversen.
Controleer het olieniveau en con-
troleer de machine op olielekka-
ge.
23 Oliefilterpatroon Vervangen.
24 *Koelsysteem Controleer het koelvloeistofniveau
en controleer de machine op
vloeistoflekkage.
Vervang met ethyleenglycol anti- vrieskoelvloeistof. Elke 3 jaar
25 *Voor- en achterrem-
schakelaar
Controleer de werking.
26 Bewegende delen
en kabels
Smeren.
27 *Gasgreep Controleer de werking.
Controleer de vrije slag van de
gasgreep en stel deze indien no-
dig af.
Smeer de kabel en het kabelhuis.
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDER-
HOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)
U1JSD0D0.book Page 7 Thursday, July 28, 2011 2:34 PM
Page 58 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-8
6
DAU18680
OPMERKING●
Luchtfilter Het luchtfilter op dit model is voorzien van een geolied papieren filterelement. Reinig dit niet met perslucht, om het niet te bescha-
digen.
Het luchtfilterelement moet u vaker vervangen als u vaak in extreem vochtige of stoffige gebieden rijdt.
●
Hydraulisch remsysteem Controleer regelmatig het remvloeistofniveau en vul indien nodig bij.
Elke twee jaar moeten de inwendige onderdelen van de hoofdr emcilinders en de remklauwen worden vervangen en de remvloei-
stof worden ververst.
De remslangen dienen elke vier jaar te worden ve rvangen, of wanneer deze zijn gescheurd of beschadigd.
28*Lampen, richtin-
gaanwijzers en
schakelaars Controleer de werking.
Stel de koplamplichtbundel af.
NR. ITEM
CONTROLE OF ONDER-
HOUDSBEURT KILOMETERSTAND
JAARLIJK-
SE CON-TROLE
1000 km
(600 mi) 10000 km
(6000 mi) 20000 km
(12000 mi) 30000 km
(18000 mi) 40000 km
(24000 mi)U1JSD0D0.book Page 8 Thursday, July 28, 2011 2:34 PM
Page 59 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-9
6
DAU18712
Stroomlijn- en framepanelen ver-
wijderen en aanbrengen Bij het uitvoeren van sommige onder-
houdswerkzaamheden beschreven in dit
hoofdstuk moeten de afgebeelde stroom-
lijn- en framepanelen worden verwijderd.
Neem deze paragraaf door wanneer een
stroomlijn- of framepaneel moet worden
verwijderd of aangebracht.
DAU44932
Stroomlijnpanelen A en B
Verwijderen van een stroomlijnpaneel1. Verwijder de bouten, drukclips en desnelsluitschroef.
1. Stroomlijnpaneel A
1. Stroomlijnpaneel B
2. Stroomlijnpaneel C
1. Paneel A
2. Paneel B
2
1
1. Stroomlijnpaneel A
2. Bout
3. Drukclip
1. Drukclip
2 3
1 2
2
2
U1JSD0D0.book Page 9 Thursday, July 28, 2011 2:34 PM
Page 60 of 108

PERIODIEK ONDERHOUD EN AFSTELLINGEN
6-10
6
2. Verwijder het uitsteeksel op hetstroomlijnpaneel A uit het gat in het
stroomlijnpaneel B, zie afbeelding. 3. Verwijder het voorste uitsteeksel uit de
gleuf, schuif het stroomlijnpaneel naar
voren en verwijder vervolgens de ove-
rige uitsteeksels uit de gleuven, zie af-
beelding.
4. Maak de kabelstekker van de richtin- gaanwijzer los.
1. Drukclip
2. Snelsluitschroef
1. Stroomlijnpaneel B
2. Bout
3. Drukclip
1. Drukclip
1. Drukclip
2. Snelsluitschroef
1. Stroomlijnpaneel A
2. Stroomlijnpaneel B
U1JSD0D0.book Page 10 Thursday, July 28, 2011 2:34 PM