YAMAHA YZF-R6 2014 Instructieboekje (in Dutch)
Manufacturer: YAMAHA, Model Year: 2014, Model line: YZF-R6, Model: YAMAHA YZF-R6 2014Pages: 112, PDF Size: 2.49 MB
Page 41 of 112

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-26
3
DAU38963
Bagag eriem bevesti gin gEr zijn zes bagageriembevestigingen, vier
onderaan het duozadel en één op elke pas-
sagiersvoetsteun. Verwijder het duozadel
om de bagageriembevestigingen op het
duozadel te gebruiken. (Zie pagina 3-19.) Haak de riemen uit de haken en breng ver-
volgens het duozadel weer aan terwijl de
riemen eronder vrijhangen.
DAU41942
EXUP-systeemDit model is uitgerust met het Yamaha
EXUP-systeem (regelsysteem voor uitlaat-
druk). Dit systeem verhoogt het motorver-
mogen door een klep die de
binnendiameter van de uitlaatpijp reguleert.
De stand van de EXUP-klep wordt door een
computergestuurde servomotor constant
aangepast overeenkomstig het motortoe-
rental.LET OP
DCA15611
Het EXUP-systeem wer
d af gestel d en
uit geb rei d g etest op de Yamaha fa briek.
Als deze afstellin gen wor den gewijzi gd
zon der dat vol doen de technische kennis
aanwezi g is, kan d e werking van de mo-
tor achteruit gaan of wor dt de motor be-
scha digd.
1. Bagageriembevestiging
2. Haak
1. Bagageriembevestiging
2 1
1
2
U2CXD1D0.book Page 26 Monday, July 21, 2014 4:24 PM
Page 42 of 112

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-27
3
DAU15306
Zijstandaar dDe zijstandaard bevindt zich aan de linker-
zijde van het frame. Trek of druk de zijstan-
daard met uw voet omhoog of omlaag
terwijl u de machine rechtop houdt.OPMERKINGDe ingebouwde sperschakelaar voor de zij-
standaard maakt deel uit van het startsper-
systeem, dat in bepaalde situaties de
werking van het ontstekingssysteem blok-
keert. (Zie de volgende paragraaf voor een
uitleg over het startspersysteem.)
WAARSCHUWING
DWA10242
Met de machine mag nooit worden gere-
d en terwijl de zijstan daar d omlaa g staat
of niet behoorlijk kan wor den op getrok-
ken (of niet omhoo g b lijft), an ders kan d e
zijstan daar d d e gron d raken en zo de
b estuur der aflei den, waar door de ma-
chine mo gelijk on bestuur baar wor dt.
Het Yamaha startspersysteem is ont-
worpen om d e bestuur der te helpen b ij
zijn verantwoor delijkhei d de zijstan-
d aar d op te trekken alvorens we g te rij-
d en. Controleer dit systeem daarom re
gelmati g en laat het repareren door
een Yamah
a dealer als de werkin g niet
naar behoren is.
DAU44893
StartspersysteemHet startspersysteem (waarvan de zijstan-
daardschakelaar, de koppelingshen-
delschakelaar en de vrijstandschakelaar
deel uitmaken) heeft de volgende functies.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de zijstandaard is op-
geklapt, terwijl de koppelingshendel
niet is ingetrokken.
Het verhindert starten wanneer de
versnellingsbak in een versnelling is
geschakeld en de koppelingshendel is
ingetrokken, terwijl de zijstandaard
nog omlaag staat.
Het schakelt een draaiende motor uit
wanneer de versnellingsbak in een
versnelling staat en de zijstandaard
omlaag wordt bewogen.
Controleer de werking van het startspersy-
steem regelmatig volgens de onderstaande
procedure.
U2CXD1D0.book Page 27 Monday, July 21, 2014 4:24 PM
Page 43 of 112

WERKING VAN DE BEDIENINGSELEMENTEN EN INSTRUMENTEN
3-28
3
Met de motor uit:
1. Beweeg de zijstandaard omlaag.
2. De motorstopknop moet in de stand staan.
3. Draai de sleutel naar aan.
4. Schakel de versnellingsbak in de vrijstand.
5. Druk op de startknop.
Start de motor?
Met de motor nog aan:
6. Beweeg de zijstandaard omhoog.
7. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
8. Schakel de versnellingsbak in een versnellingsstand.
9. Beweeg de zijstandaard omlaag.
Slaat de motor af?
Als de motor is afgeslagen:
10. Beweeg de zijstandaard omhoog.
11. Knijp de koppelingshendel in en houd deze vast.
12. Druk op de startknop.
Start de motor?
Het systeem is in orde. De motorfiets mag worden gebruikt. De vrijstandschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets
voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De zijstandaardschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
De koppelingsschakelaar werkt mogelijk niet goed.
Rijd niet met de motorfiets voordat deze is
nagekeken door een Yamaha dealer.
JA NEE JA NEE JA NEE
Als zich een storing voordoet, vraag dan alvorens
te gaan rijden een Yamaha dealer het systeem te
controleren.
WAARSCHUWING
“ ”
U2CXD1D0.book Page 28 Monday, July 21, 2014 4:24 PM
Page 44 of 112

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-1
4
DAU15598
Inspecteer uw machine voor elk gebruik om te waarborgen dat deze in een veilige werkende staat is. Volg altijd de schema’s en proce-
dures voor inspectie en onderhoud in de gebruikershandleiding.
WAARSCHUWING
DWA11152
Onvol doen de inspectie of on derhou d van de machine ver groot het risico op on geval of scha de. Rij d niet met d e machine als u
een pro bleem he bt g evon den. Als een pro bleem niet kan wor den op gelost via de proce dures in d eze handleid ing, laat de machi-
ne dan nazien door een Yamaha d ealer.Controleer voor het gebruik van deze machine de volgende punten:
ITEM CONTROLES PAGINA
Bran dstof • Controleer het brandstofniv
eau in de brandstoftank.
• Vul indien nodig brandstof bij.
• Controleer de brandstofleiding op lekkage.
• Controleer de tankbeluchtingsslang en overloopslang op obstakels, scheuren of beschadiging en controleer de slangaansluitingen. 3-17, 3-18
Motorolie • Controleer het olieniveau in de motor.
• Vul indien nodig het aanbevolen type olie bij tot aan het voorgeschreven niveau.
• Controleer de machine op olielekkage. 6-14
Koelvloeistof • Controleer het koelvloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig de aanbevolen koelvloe
istof bij tot aan het voorgeschreven ni-
veau.
• Controleer het koelsysteem op lekkage. 6-17
Voorrem • Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge- schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-26, 6-27
U2CXD1D0.book Page 1 Monday, July 21, 2014 4:24 PM
Page 45 of 112

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-2
4
Achterrem• Controleer de werking.
• Als de koppeling zacht of sponzig aanvoelt, vraag dan een Yamaha dealer het
hydraulisch systeem te ontluchten.
• Controleer de remblokken op slijtage.
• Vervang indien nodig.
• Controleer het vloeistofniveau in het reservoir.
• Vul indien nodig het voorgeschreven type remvloeistof bij tot aan het voorge- schreven niveau.
• Controleer het hydraulisch systeem op lekkage. 6-26, 6-27
Koppelin g • Controleer de werking.
• Smeer indien nodig de kabel.
• Controleer de vrije slag van de koppelingshendel.
• Stel indien nodig bij.
6-24
Gas greep • Controleer of de werking soepel is.
• Controleer de vrije slag van de gasgreep.
• Vraag indien nodig de Yamaha dealer om de vrije slag van de gasgreep af te stel-
len en de kabel en het kabelhuis te smeren. 6-21, 6-31
Be dienin gska bels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig. 6-31
Aan drijfkettin g • Controleer of de ketting correct is aangespannen.
• Stel indien nodig bij.
• Controleer de conditie van de ketting.
• Smeer indien nodig.
6-28, 6-30
Wielen en ban den • Controleer op schade.
• Controleer de conditie van de band en de profieldiepte.
• Controleer de bandspanning.
• Corrigeer indien nodig.
6-21, 6-24
Rem- en schakelpe dalen • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de pedaalscharnierpunten. 6-31
Rem- en koppelin gshen dels • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig de hendelscharnierpunten.
6-32
ITEM CONTROLES PAGINA
U2CXD1D0.book Page 2 Monday, July 21, 2014 4:24 PM
Page 46 of 112

VOOR UW VEILIGHEID – CONTROLES VOOR HET RIJDEN
4-3
4
Zijstandaar d • Controleer of de werking soepel is.
• Smeer indien nodig het scharnierpunt. 6-33
Frame bevesti gin gen • Controleer of alle moeren, bouten en schroeven stevig zijn vastgezet.
• Zet indien nodig vast.
—
Instrumenten, verlichtin g,
si gnalering ssysteem en
schakelaars • Controleer de werking.
• Corrigeer indien nodig.
—
Zijstan daar dschakelaar • Controleer de werking van het startspersysteem.
• Als het systeem niet correct werkt, vraag dan een Yamaha dealer de machine te
controleren. 3-27
ITEM
CONTROLES PAGINA
U2CXD1D0.book Page 3 Monday, July 21, 2014 4:24 PM
Page 47 of 112

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-1
5
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvol doen de vertrouw dhei d met de
b ed ienin gselementen kan lei den tot ver-
lies van d e controle, met mo gelijk een
on geval of letsel tot g evolg.
DAU47152
OPMERKINGDit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor, waarbij de
motor afslaat bij kanteling. Het display
geeft in dat geval foutcode 30 weer,
maar dit betreft geen storing. Draai de
sleutel naar “OFF” en vervolgens naar
“ON” om de foutcode te wissen. Als u
dat niet doet zal de motor niet starten,
ondanks dat de motor wordt aange-
zwengeld als u op de startknop drukt.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Het display
geeft in dat geval foutcode 70 weer,
maar dit betreft geen storing. Druk op
de startschakelaar om de foutcode te
wissen en de motor opnieuw te star-
ten.
DAU33016
Starten van d e motorDoor het startspersysteem is starten alleen
mogelijk als aan een van de volgende voor-
waarden is voldaan:
De versnellingsbak staat in de vrij-
stand.
De versnellingsbak staat in een ver-
snelling geschakeld terwijl de koppe-
lingshendel is ingetrokken en de
zijstandaard is opgeklapt.
Zie pagina 3-27 voor meer informatie.
1. Draai de contactsleutel naar “ON” en controleer of de noodstopschakelaar
op “ ” is gezet.
De volgende waarschuwingslampjes
en controlelampjes moeten enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan.
Waarschuwingslampje olieni-
veau
Waarschuwingslampje brand-
stofniveau
Waarschuwingslampje koelvloei-
stoftemperatuur
Controlelampje schakelmoment
Waarschuwingslampje motor-
storing
Controlelampje startblokkering
U2CXD1D0.book Page 1 Monday, July 21, 2014 4:24 PM
Page 48 of 112

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-2
5
LET OP
DCA11834
Als een waarschuwings- of controle-
lampje niet gaat bran den wanneer d e
sleutel naar “ON” wor dt ged raai d, of
wanneer een waarschuwin gs- of contro-
lelampje niet d ooft, zie dan pa gina 3-3
voor een controle van het circuit van het
b etreffen de waarschuwin gs- of contro-
lelampje.2. Schakel de versnellingsbak in de vrij-
stand. Het vrijstandcontrolelampje
moet gaan branden. Als dit niet ge-
beurt, vraag dan een Yamaha dealer
het elektrische circuit na te kijken.
3. Start de motor door de startknop in te
drukken.
Als de motor niet wil starten, laat dan
de startknop los, wacht een paar se-
conden en probeer het dan opnieuw.
Iedere startpoging moet zo kort mo-
gelijk duren om de accu te sparen.
Laat de startmotor nooit langer dan 10
seconden achtereen draaien.LET OP
DCA11043
Trek nooit snel op terwijl de motor no g
kou d is, dit verkort de levens duur van d e
motor!
DAU16673
SchakelenDoor de versnellingen te schakelen kunt u
het beschikbare motorvermogen doseren
bij het wegrijden, optrekken, tegen een hel-
ling oprijden etc.
De schakelstanden worden getoond in de
afbeelding.OPMERKINGOm de versnellingsbak in de vrijstand te
schakelen wordt het schakelpedaal enkele
malen ingetrapt totdat het einde van de
slag bereikt is, waarna het pedaal iets
wordt opgetrokken.
LET OP
DCA10261
Rijd niet lang e tijd met af gezette
motor, ook niet met de versnel-
lin gsb ak in de vrijstan d, en sleep d e
motorfiets niet over lan ge afstan-
d en. De versnellin gsb ak wor dt al-
leen af doen de gesmeer d terwijl de
motor draait. Door onvol doen de
smerin g kan de versnellin gsb ak
wor den bescha digd.
Gebruik altij d d e koppelin g om de
versnelling sb ak te schakelen om zo
scha de aan d e motor, de versnel-
lin gsb ak en de aan dri jvin
g t
e voor-
komen; door hun constructie zijn
d eze niet b estand te gen de schok-
ken die optre den bij belast schake-
len.
1. Schakelpedaal
2. Vrijstand
U2CXD1D0.book Page 2 Monday, July 21, 2014 4:24 PM
Page 49 of 112

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-3
5
DAU16811
Tips voor een zuinig b ran dstof-
ver bruikHet brandstofverbruik is vooral afhankelijk
van uw rijstijl. Hierna volgen enkele tips om
het brandstofverbruik te verlagen:
Schakel snel en soepel door en ver-
mijd hoge toerentallen terwijl u accele-
reert.
Geef geen gas tijdens het terugscha-
kelen en voorkom dat de motor onbe-
last met een hoog toerental draait.
Laat de motor niet langdurig stationair
draaien maar zet hem af (bijvoorbeeld
in files, bij stoplichten of bij spoorweg-
overgangen).
DAU16842
Inrijperiod eDe belangrijkste periode in de levensduur
van het motorblok is de tijd tussen 0 en
1600 km (1000 mi). Lees daarom de vol-
gende informatie aandachtig door.
Omdat het motorblok gloednieuw is, mag
dit de eerste 1600 km (1000 mi) niet te
zwaar worden belast. De verschillende on-
derdelen van de motor slijten op elkaar in
totdat de juiste bedrijfsspelingen zijn be-
reikt. Rijd tijdens deze periode nooit lang-
durig volgas en vermijd ook andere
manoeuvres die tot oververhitting van de
motor kunnen leiden.
DAU17084
0–1000 km (0–600 mi)
Laat de motor niet langer dan 8300 tpm
achtereen draaien. LET OP: Na 1000 km
(600 mi) moet de motorolie wor den ver-
verst en moet de oliefilterpatroon of het
oliefilterelement word en vervangen.[DCA10303]1000–1600 km (600–1000 mi)
Laat de motor niet langer dan 9900 tpm
achtereen draaien. 1600 km (1000 mi) en ver
der
De machine kan nu normaal worden ge-
bruikt.
LET OP
DCA10311
Voer het toerental niet zover op dat
d e toerenteller in d e rode zone
wijst.
Als tij dens de inrijperio de motor-
scha de optree dt, vraa g d an direct
een Yamaha dealer de machine te
controleren.OPMERKINGTijdens en na de inrijperiode van de motor
kan door de hitte van de uitlaatgassen de
uitlaatpijp iets verkleuren, maar dit is volko-
men normaal.
U2CXD1D0.book Page 3 Monday, July 21, 2014 4:24 PM
Page 50 of 112

GEBRUIK EN BELANGRIJKE RIJ-INFORMATIE
5-4
5
DAU17214
ParkerenZet om te parkeren de motor af en neem
dan de sleutel uit het contactslot.
WAARSCHUWING
DWA10312
De motor en het uitlaatsysteem
kunnen zeer heet wor den, parkeer
d us op een plek waar voet gan gers
of kin deren niet g emakkelijk met
d eze on der delen in aanrakin g kun-
nen komen en bran dwon den kun-
nen oplopen.
Parkeer nooit op een helling of een
zachte on der gron d, hier door kan
d e machine kantelen met mo gelijk
b ran dstoflekka ge en bran d tot ge-
vol g.
Parkeer niet na bij gras of an dere
b ran dbare materialen d ie vlam zou-
d en kunnen vatten.
U2CXD1D0.book Page 4 Monday, July 21, 2014 4:24 PM