ABS Abarth 124 Spider 2016 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ABARTH, Model Year: 2016, Model line: 124 Spider, Model: Abarth 124 Spider 2016Pages: 232, PDF Size: 3.53 MB
Page 57 of 232

Voor de volgende
indicatie-/waarschuwingslampjes:
Hoofdwaarschuwingslampje;
Remsysteem waarschuwingslampje;
ABS-waarschuwingslampje;
Oplaadsysteem
waarschuwingslampje;
Motorolie waarschuwingslampje;
Controleer motor lampje;
Waarschuwingslampje hoge
temperatuur motorkoelvloeistof;
Waarschuwingslampje automatische
transmissie;
Indicatielampje storing
stuurbekrachtiging;
Waarschuwingslampje Air
Bag/Gordelspansysteem;
Waarschuwingslampje actieve
motorkap;
Waarschuwingslampje laag
brandstofpeil;
Waarschuwingslampje
veiligheidsgordel;
Waarschuwingslampje
veiligheidsgordel;
Waarschuwingslampje bij niet goed
gesloten portier;
Waarschuwingslampje laag peil
ruitensproeiervloeistof;
Waarschuwingslampje Tyre Pressure
Monitoring System;
SLEUTEL waarschuwingslampje;
Led-koplamp SLEUTEL
waarschuwingslampje;
Moersleutel indicatielampje;
Indicatielampje TCS/DSC;
Indicatielampje DSC UIT;
Veiligheid indicatielampje;
Indicatielampje uitschakeling
passagiersairbag (indien aanwezig).
Het lampje gaat branden als het
contact wordt ingeschakeld voor een
werkingscontrole en schakelt enkele
seconden later uit ,of als de motor
wordt gestart. Als het lampje niet uit
gaat of blijft branden, neemt u contact
op met het Abarth Servicenetwerk.
Enkel voor “remsysteem
waarschuwingslampje”: het lampje
blijft continu branden wanneer de
parkeerrem is geactiveerd.
55
Page 58 of 232

LAMPJES OP INSTRUMENTENPANEEL
Rode waarschuwingslampjes
Controlelampje Betekenis
WAARSCHUWING PARKEERREM - INSPECTIELAMPJE / WAARSCHUWING LAAG
REMVLOEISTOFNIVEAU
Waarschuwing parkeerrem / Inspectielampje
Dit lampje gaat branden als de parkeerrem wordt gebruikt terwijl het contact op START of AAN
wordt gezet. Het schakelt uit als de parkeerrem volledig wordt losgelaten.
Waarschuwing remvloeistofniveau te laag
Als het waarschuwingslampje van de rem blijft branden terwijl de parkeerrem is losgelaten, dan
kan het zijn dat het remvloeistofniveau laag is of dat er een probleem is met het remsysteem.
Parkeer het voertuig onmiddellijk op een veilige plek en neem contact op met het Abarth
Servicenetwerk.
BELANGRIJK Niet rijden terwijl het waarschuwingslampje van het remsysteem brandt.
Raadpleeg het Abarth Servicenetwerk om de remmen zo spoedig mogelijk te laten inspecteren.
Rijden met een brandend waarschuwingslampje van het remsysteem is gevaarlijk. Dit geeft aan
dat uw remmen in het geheel niet meer werken of dat ze ieder moment kunnen uitvallen. Als dit
lampje blijft randen nadat is gecontroleerd of de parkeerrem volledig is losgelaten, moet u de
remmen onmiddellijk laten nakijken.
BELANGRIJK Daarnaast kan de effectiviteit van het remmen afnemen. U moet het rempedaal
dieper indrukken dan normaal om het voertuig tot stilstand te brengen.
Stop het voertuig onmiddellijk op een veilige plek en neem contact op met het Abarth
Servicenetwerk.
SYSTEEMWAARSCHUWING EBD (Electronic Brake-force Distribution)
Als de EBD (Electronic Brake-force Distribution)-unit vaststelt dat bepaalde componenten
incorrect werken, kan het waarschuwingslampje van het remsysteem tegelijkertijd met het
ABS-lampje gaan branden. Het probleem ligt waarschijnlijk bij het EBD-systeem. Stop het
voertuig onmiddellijk op een veilige plek en neem contact op met het Abarth Servicenetwerk.
BELANGRIJK Rijd niet terwijl het ABS-lampje en het remwaarschuwingslampje branden.
Raadpleeg het Abarth Servicenetwerk om de remmen zo spoedig mogelijk te laten inspecteren.
Het is gevaarlijk om te rijden als het waarschuwingslampje van het remsysteem en het
ABS-lampje tegelijkertijd branden. Als beide lampjes branden, kunnen de achterwielen sneller
vergrendelen bij een noodstop dan normaal het geval zou zijn.
56
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 62 of 232

Gele waarschuwingslampjes
Controlelampje Betekenis
ABS-WAARSCHUWINGSLAMPJE
Als het ABS-waarschuwingslampje blijft branden terwijl u rijdt, dan heeft de ABS-unit een storing
gedetecteerd. Als dit optreedt functioneren uw remmen normaal als in een voertuig zonder ABS.
Neem in dit geval zo snel mogelijk contact op met het Abarth Servicenetwerk.
OPMERKING Als de motor met startkabels wordt gestart om de accu op te laden, treedt een
ongelijkmatig toerenbereik op waardoor het ABS-waarschuwingslampje kan gaan branden. Als
dit optreedt, is dit te wijten aan een zwakke accu; dit duidt niet op een ABS-storing. Laad de
accu op.
OPMERKING Het remhulpsysteem werkt niet als het ABS-waarschuwingslampje brandt.
CONTROLEER MOTOR-LAMPJE
Als dit lampje brandt, heeft het voertuig mogelijk een probleem. Het is belangrijk op de
rij-omstandigheden te letten als het lampje gaat branden en contact op te nemen met het
Abarth Servicenetwerk.
Het controleer motor-lampje kan gaan branden in de volgende gevallen:
het elektrische systeem van de motor heeft een probleem;
het emissieregelsysteem heeft een probleem;
de brandstoftank is bevat weinig brandstof of is bijna leeg;
de leerprocedure van het tandwiel, volgend op de afsluiting van de accu, is niet met succes
voltooid (alleen voor versies met automatische versnellingsbak).
60
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 73 of 232

ACTIEVE
VEILIGHEIDS
SYSTEMEN
In het voertuig zijn de volgende actieve
veiligheidssystemen aanwezig:
ABS (antiblokkeersysteem van de
wielen);
TCS (tractieregelingssysteem);
DSC (dynamische stabiliteitsregeling);
Actieve motorkap (actieve
voetgangersbescherming).
Zie de volgende pagina's voor de
beschrijving van de werking van deze
systemen.
ABS (Anti-lock Braking
System)
65) 66) 67) 68)
De ABS-regeleenheid bewaakt de
snelheid van elk wiel continu. Als een
wiel dreigt te blokkeren, reageert het
ABS door de rem van dat wiel
automatisch uit en weer in te
schakelen.
De bestuurder merkt dan dat het
rempedaal licht trilt en hoort mogelijk
een ratelend geluid uit het remsysteem.
Dat hoort bij de normale werking van
het ABS. Houd het rempedaal
ingedrukt zonder te pompen (niet snel
achter elkaar intrappen).
Het waarschuwingslampje gaat
branden als het systeem een storingheeft. Raadpleeg "Lampjes en
berichten" in het hoofdstuk
"Kennismaking met het
instrumentenpaneel".
OPMERKING De remafstanden kunnen
langer zijn op losse oppervlakken (zoals
sneeuw of gravel) met een doorgaans
harde ondergrond. Een voertuig met
een normaal remsysteem komt onder
deze omstandigheden mogelijk binnen
kortere afstand tot stilstand doordat het
oppervlaktemateriaal zich tijdens het
slippen ophoopt onder de banden.
OPMERKING Tijdens of direct na het
starten van de motor is de werking van
het ABS mogelijk te horen. Dat wijst
echter niet op een storing.TCS-SYSTEEM (Traction
Control System,
tractieregelingssysteem)
69) 70) 71)
Het Traction Control System (TCS)
verbetert de tractie en veiligheid door
regeling van de motorkoppel en de
remwerking.
Als het TCS slippende wielen
detecteert, wordt de motorkoppel
verlaagd en worden de remmen
bediend om tractieverlies te
voorkomen.
Dit betekent dat de motor automatisch
herstelt op een glad oppervlak om dewielen optimale kracht te geven,
waardoor het tollen van de wielen en
verlies van tractie wordt beperkt.
Het waarschuwingslampje gaat
branden als het systeem een storing
heeft. Raadpleeg "Lampjes en
berichten" in het hoofdstuk
"Kennismaking met het
instrumentenpaneel".
Indicatielampje TCS / DSC
Het indicatielampje
blijft enkele
seconden branden als het contact AAN
wordt gezet.
Als de TCS of DSC in werking is,
knippert het lampje.
Als het waarschuwingslampje
blijft
branden, is er mogelijk sprake van een
storing in TCS, DSC of het
remhulpsysteem waardoor deze niet
goed werken. Neem contact op met
het Abarth Servicenetwerk.
BELANGRIJK Naast het knipperende
waarschuwingslampje is een licht
werkingsgeluid van de motor hoorbaar.
Dit geeft aan dat de TCS/DSC goed
functioneert.
BELANGRIJK Op gladde oppervlakken,
zoals net gevallen sneeuw, is het
onmogelijk een hoog toerental te
bereiken als de TCS is ingeschakeld.
71
Page 74 of 232

DSC SYSTEM (Dynamic
Stability Control)
72) 73) 74)
Omwille van de veiligheid zorgt
Dynamic Stability Control (DSC), samen
met systemen zoals ABS en TCS, voor
de automatische regeling van
remwerking en motorkoppel, zodat
zijslip zoveel mogelijk beheersbaar blijft
op een gladde ondergrond of tijdens
plotselinge of uitwijkmanoeuvres. Zie
“ABS (Anti-lock Brake System)” en
“TCS (Traction Control System)”.
DSC-werking is mogelijk bij een
snelheid hoger dan 20 km/u.
Het waarschuwingslampje gaat
branden als het systeem een storing
heeft. Raadpleeg "Lampjes en
berichten" in het hoofdstuk
"Kennismaking met het
instrumentenpaneel".
OPMERKING Het DSC-systeem kan
alleen naar behoren werken als het
volgende in acht wordt genomen:
gebruik voor alle vier wielen de juiste
bandenmaat volgens de opgegeven
specificaties;
gebruik voor alle vier wielen banden
van dezelfde fabrikant, van hetzelfde
merk en met hetzelfde profiel;
gebruik geen versleten banden.
BELANGRIJK Het DSC-systeem werkt
mogelijk niet goed bij gebruik van
sneeuwkettingen of een reserveband,
omdat de banddiameter dan anders is.
Indicatielampje TCS / DSC
Het indicatielampje
blijft enkele
seconden branden als het contact AAN
wordt gezet. Als de TCS of DSC in
werking is, knippert het lampje.
Als het waarschuwingslampje blijft
branden, is er mogelijk sprake van een
storing in TCS, DSC of het
remhulpsysteem waardoor deze niet
goed werken. Breng het voertuig naar
het Abarth Servicenetwerk.
Indicatielampje DSC UIT
Het indicatielampje
blijft enkele
seconden branden als het contact AAN
wordt gezet. Het lampje gaat ook aan
wanneer de DSC OFF-schakelaar wordt
ingedrukt en TCS/DSC wordt
uitgeschakeld.
Als het lampje blijft branden terwijl
TCS/DSC niet is uitgeschakeld, dient u
contact op te nemen met het Abarth
Servicenetwerk. Het DSC-systeem kan
een storing vertonen.
Schakelaar DSC UIT
Druk op de schakelaar fig. 57 om
TCS/DSC uit te schakelen. Het
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel gaat branden.Druk nogmaals op de schakelaar om
TCS/DSC weer in te schakelen. Het
indicatielampje DSC OFF gaat uit.
BELANGRIJK Als DSC is ingeschakeld
en u het voertuig probeert te bevrijden
als dit klem zit, of als u wegrijdt op net
gevallen sneeuw, wordt de TCS
(onderdeel van het DSC-systeem)
geactiveerd. Het indrukken van het
gaspedaal verhoogt de motorkracht
niet en het bevrijden van het voertuig
kan bemoeilijkt worden. Als dit
optreedt, schakelt u de TCS/DSC uit.
BELANGRIJK Als de TCS/DSC is
uitgeschakeld terwijl de motor uitstaat,
wordt deze automatisch geactiveerd als
het contact op AAN wordt gezet.
BELANGRIJK Houd TCS/DSC
ingeschakeld voor de beste tractie.
5705060301-12A-987AB
72
VEILIGHEID
Page 76 of 232

actuator. De actuator kan dan
beschadigd raken en ervoor zorgen dat
het systeem niet optimaal functioneert.
Wijzig de ophanging niet. Als de
hoogte van het voertuig of de demping
van de ophanging wordt gewijzigd,
functioneert het systeem mogelijk niet
optimaal.
Neem voor onderdelen contact op
met het Abarth Servicenetwerk. Indien
onderdelen incorrect worden
geïnstalleerd, activeert de motorkap
wellicht niet optimaal omdat een impact
niet kan worden gedetecteerd.
Neem voor afvoer van het voertuig
contact op met het Abarth
Servicenetwerk. Als het voertuig niet
correct wordt gehanteerd, kan dit leiden
tot letsel.
De actieve motorkap kan na activatie
niet opnieuw worden gebruikt. Neem
contact op met het Abarth
Servicenetwerk.
Activatie van de motorkap
De motorkap activeert onder de
volgende omstandigheden:
Indien met de voorzijde van het
voertuig een voetganger of obstructie
wordt geraakt terwijl het voertuig
voldoende snelheid heeft om het
systeem te activeren, dan wordt het
systeem geactiveerd bij een bepaalde
impact door een botsing ook al blijfthiervan geen spoor achter op de
voorbumper. Bovendien wordt het
geactiveerd bij impact van zelfs een
licht voorwerp, klein dier of ander klein
voorwerp;
het systeem kan ook activeren als
het onderste gedeelte van het voertuig
of de voorbumper te maken krijgt met
impact in een van de volgende situaties:
– het voertuig raakt de stoep;
– het voertuig komt in een greppel of
gat terecht;
– het voertuig stuitert en komt op de
grond terecht;
– de onderzijde aan de voorkant van
het voertuig komt in contact met
een helling in een parkeergarage,
het oppervlak van een golvende
weg, of een uitstekend of gevallen
voorwerp op de weg.
Situaties waarin de motorkap
mogelijk niet wordt geactiveerd
De motorkap wordt mogelijk niet
geactiveerd in de volgende situaties
waarin de impact moeilijk te detecteren
is:
een voetganger wordt geraakt door
een hoek of door de zijkanten links en
rechts van de voorbumper;
het voertuig raakt een voetganger die
een tas of iets dergelijks draagt die de
klap opvangt.Situaties waarin de motorkap niet
wordt geactiveerd
De motorkap activeert niet onder de
volgende omstandigheden:
de voorbumper wordt geraakt als het
voertuig te langzaam rijdt om het
systeem te activeren;
het voertuig wordt aan de zijkant of
de achterkant geraakt;
het voertuig rolt om of kantelt (de
motorkap kan worden geactiveerd
naargelang de omstandigheden van het
ongeluk).
BELANGRIJK
65)Vertrouw niet op ABS als vervanging
voor een veilige rijstijl. Het ABS vormt geen
compensatie voor onveilig en roekeloos
rijgedrag, te hoge snelheden,
bumperkleven (te dicht op een ander
voertuig rijden), rijden bij ijzel en sneeuwval,
en aquaplaning (verminderde bandenfrictie
en wegcontact door water op de weg). U
kunt nog steeds betrokken raken bij een
ongeluk.
66)Wanneer het ABS wordt ingeschakeld,
is een trilling aan het rempedaal voelbaar.
Verlaag de remdruk niet en houd het
rempedaal goed ingetrapt; zo zorgt het
systeem voor de kortste remweg op basis
van de wegomstandigheden.
67)Voor een goede werking van het ABS
moeten de banden van alle wielen van
hetzelfde merk zijn, in perfecte conditie
verkeren en vooral van het voorgeschreven
type en maat zijn.
74
VEILIGHEID
Page 77 of 232

68)Als het ABS-systeem ingrijpt, dan
betekent dit dat de limiet van de grip van
de banden op het wegdek is bereikt:
verlaag de snelheid en pas deze aan de
beschikbare grip aan.
69)Vertrouw niet op het Traction Control
System (TSC) als vervanging voor een
veilige rijstijl. Het Traction Control System
(TSC) vormt geen compensatie voor
onveilig en roekeloos rijgedrag, te hoge
snelheden, bumperkleven (te dicht op een
ander voertuig rijden) en aquaplaning
(verminderde bandenfrictie en wegcontact
door water op de weg). U kunt nog steeds
betrokken raken bij een ongeluk.
70)Maak bij ijzel en/of sneeuwval gebruik
van winterbanden of sneeuwkettingen en
pas uw snelheid aan. Het is gevaarlijk om
zonder hulpmiddelen voor een goede grip
te rijden op gladde wegen. In dergelijke
omstandigheden volstaat Het Traction
Control System (TCS) niet om adequate
tractie te waarborgen en ongelukken te
voorkomen.
71)De capaciteiten van het TCS mogen
nooit op onverantwoorde en gevaarlijke
wijze worden uitgetest, waardoor de
persoonlijke veiligheid en die van anderen
in gevaar komt.
72)Vertrouw niet op de DSC als
vervanging voor een veilige rijstijl: de
Dynamic Stability Control (TSC) vormt geen
compensatie voor onveilig en roekeloos
rijgedrag, te hoge snelheden,
bumperkleven (te dicht op een ander
voertuig rijden) en aquaplaning
(verminderde bandenfrictie en wegcontact
door water op de weg). U kunt nog steeds
betrokken raken bij een ongeluk.73)Voor de goede werking van het
DSC-systeem moeten de banden van alle
wielen van hetzelfde merk zijn, in perfecte
conditie verkeren en vooral van het
voorgeschreven type en maat zijn.
74)De capaciteiten van het DCS-systeem
mogen nooit op onverantwoorde en
gevaarlijke wijze worden uitgetest,
waardoor de persoonlijke veiligheid en die
van anderen in gevaar komt.
75)Neem altijd contact op met het Abarth
Servicenetwerk als de motorkap is
geactiveerd. Als de motorkapontgrendeling
is aangetrokken nadat de actieve motorkap
is geactiveerd, komt de motorkap nog
verder omhoog. Als het voertuig wordt
bestuurd met de motorkap omhoog,
belemmert dit het zicht, hetgeen kan leiden
tot een ongeluk. Probeer bovendien de
motorkap niet omlaag te drukken. De
motorkap kan dan vervormen of letsel
veroorzaken omdat een geactiveerde
motorkap niet handmatig omlaag kan
worden gebracht. Als de motorkap is
geactiveerd, neem dan contact op met het
Abarth Servicenetwerk voordat u het
voertuig bestuurt; zorg ervoor dat de
motorkap het zicht niet belemmert en rij
langzaam.AUXILIARY DRIVING
SYSTEMS
TPMS (Tyre Pressure
Monitoring System,
bewakingssysteem
bandenspanning)
76) 77) 78)
Het TPMS (Tyre Pressure Monitoring
System) bewaakt de luchtdruk van elke
band. Als de bandendruk in één of
meer banden te laag is, informeert het
systeem de bestuurder via het
waarschuwingslampje in het
instrumentenpaneel en met een
pieptoon. Raadpleeg de paragraaf
“Lampjes en berichten” in het
hoofdstuk “Kennismaking met het
instrumentenpaneel”.
Raadpleeg "Waarschuwingstoon
bandenspanning" in
"Waarschuwingsgeluid is geactiveerd"
in het hoofdstuk "Kennismaking met het
instrumentenpaneel".
De bandendruksensoren op elk wiel
zenden gegevens over de bandendruk
per radiosignaal naar de ontvangstunit
in het voertuig.
OPMERKING Als de
omgevingstemperatuur laag is vanwege
het seizoen, is de bandtemperatuur ook
lager. Als de bandtemperatuur verlaagt,
verlaagt tevens de luchtdruk. Het
TPMS-waarschuwingslampje kan vaker
75
Page 80 of 232

bandenspanningsensoren worden
geïnstalleerd als uw banden of wielen
worden vervangen.
Als een band of wiel, of beiden, worden
vervangen, is installatie van de volgende
typen bandenspanningsensoren
mogelijk:
de bandenspanningsensor van het
oude wiel wordt verwijderd en op het
nieuwe wiel geïnstalleerd;
dezelfde bandenspanningsensor
wordt gebruikt voor hetzelfde wiel.
Alleen de band wordt vervangen;
een nieuwe bandenspanningsensor
wordt geïnstalleerd op het nieuwe wiel.
BELANGRIJK De ID-signaalcode van
de bandenspanningsensor moet
worden geregistreerd als er een nieuwe
bandenspanningsensor wordt gekocht.
Raadpleeg een dealer van het
Abarth-servicenetwerk voor de
aankoop van een
bandenspanningsensor en de
registratie van de ID-signaalcode van
de bandenspanningsensor.
BELANGRIJK Als een eerder
verwijderde bandenspanningsensor
opnieuw wordt aangebracht op een
wiel, vervang dan de dichtingsring
(verzegeling tussen de klep/sensor en
het wiel) door de
bandenspanningsensor.MECHANISCHE
DIFFERENTIEEL
BLOKKERING
Uw voertuig is uitgerust met een
mechanische differentieelblokkering. In
het bijzonder heeft dit voertuig een
super-LSD die verbeterde
voertuigtractie en hantering garandeert.
Een super-LSD met een laag
koppelafwijkingsratio (*) is aangenomen
om prestaties te verbeteren bij het
starten vanuit stilstand, rechtdoor rijden
en responsie.
(*)Koppelafwijkingsratio: wanneer
een wiel slipt door een oppervlak met
lage tractie, biedt de LSD in verhouding
meer koppel aan het tegenoverliggende
wiel. De koppelafwijkingsratio is de ratio
van het koppel dat geleverd wordt aan
rechter en linker wielen in zulke gevallen
en vertegenwoordigt de
prestatiecapaciteit van de LSD.
De super-LSD is een koppelvoelend
type dat verbeterde rijstabiliteit biedt
door de volgende kenmerken:
Verbeterde controleerbaarheid door
lage koppelafwijkingsratio
(koppelafwijkingsratio: 2.0);
Creatie van beginkoppel biedt
verbeterd starten vanuit stilstand en
acceleratie/deceleratieresponsie en het
rechtdoor rijden (beginkoppel: 49 Nm);
Vereenvoudigde constructie biedt
beperking in gewicht.Werking Super-LSD
Rechtdoor rijden
Wanneer u rechtdoor rijdt, draaien de
rechter en linker versnellingen op
dezelfde snelheid en het rondsel en
zijversnellingen draaien samen met de
differentiële versnellingsbak.
Inputkracht van het reductietandwiel
wordt overgebracht naar de
rondselversnellingen via de
versnellingsbak en naar de rijschacht
via de zijversnellings. Hierdoor treedt
een snelheidsverschil tussen rechts en
links in het differentieel niet op.
Differentiële werking
Als de draaisnelheid tussen de linker en
de rechterwielen verschillend wordt
(tijdens normaal rijden), draaien de
rondsels samen, terwijl ze ook rond de
middelste as van de rijschacht draaien,
waarbij ze het verschil in draaisnelheid
absorberen. Dit mechanisme dient als
een differentieel.
Werking differentieelblokkering
Als het differentieel een omstandigheid
tegenkomt waarbij
differentieelblokkeringscontrole vereist is
zoals bij het tollen van de wielen, dan
werkt normaalkracht op de
planeetwielen door de reactiekracht van
het ineengrijpen van het rondsel en de
planeetwielen. Deze drukkracht duwt
78
VEILIGHEID
Page 180 of 232

194)Draai de dop van het koelsysteem niet
open wanneer de motor en de radiateur
warm zijn. Wanneer de motor en de
radiateur warm zijn kan hete koelvloeistof
en stoom onder druk naar buiten spuiten
en ernstig letsel veroorzaken.
195)Het koelsysteem staat onder druk.
Vervang indien nodig de dop alleen door
een origineel exemplaar om de werking van
het systeem niet negatief te beïnvloeden.
Draai bij warme motor de dop van het
reservoir niet los: gevaar voor
brandwonden.
196)Rijd nooit met een leeg
ruitensproeierreservoir voor de voorruit:
ruitensproeiers zijn van fundamenteel
belang voor een goed zicht. Herhaaldelijke
werking van het systeem zonder vloeistof
kan leiden tot schade aan of snelle
verslechtering van sommige
systeemcomponenten.
197)Sommige in de handel verkrijgbare
voorruit-ruitensproeiervloeistoffen zijn
ontvlambaar. De motorruimte omvat warme
onderdelen die bij contact met de vloeistof
brand kunnen veroorzaken.
198)Remvloeistof is giftig en uiterst
corrosief. Als er per ongeluk remvloeistof
gemorst wordt, moeten de betrokken delen
onmiddellijk worden gewassen met water
en neutrale zeep. Vervolgens met veel
water afspoelen. In geval van inslikken
onmiddellijk een arts raadplegen.
199)Accuvloeistof is giftig en corrosief.
Vermijd contact met huid en ogen. Houd
open vuur en vonkvormende apparaten uit
de buurt van de accu: brand- en
explosiegevaar.200)Als de accu met onvoldoende
vloeistof werkt, kan dit de accu
onherstelbaar beschadigen en een explosie
veroorzaken.
201)Als de auto langdurig gestald moet
worden bij zeer lage temperaturen,
verwijder dan de accu en breng deze naar
een verwarmde plek, om bevriezing te
voorkomen.
202)Bij werkzaamheden aan de accu of in
de buurt van de accu, moeten de ogen
altijd met een speciale bril beschermd
worden.
203)Laat de remmen inspecteren als het
koppeling-/remvloeistofpeil laag is. Een
laag koppeling-/remvloeistofpeil is
gevaarlijk. Een laag koppeling-/
remvloeistofpeil kan duiden op slijtage van
de remvoering of een lek in het
remsysteem waardoor de remmen kunnen
haperen en een ongeval kan worden
veroorzaakt.
204)Vul het reservoir uitsluitend met
ruitensproeiervloeistof of kraanwater. Het
gebruik van antivries als
ruitensproeiervloeistof is gevaarlijk.
Wanneer antivries op de voorruit gespoten
wordt, zal de voorruit bevuild raken
waardoor uw zicht afneemt en een ongeval
kan worden veroorzaakt.
BELANGRIJK
39)Let erop dat de verschillende types
vloeistoffen tijdens het bijvullen niet
verwisseld worden: ze mogen absoluut niet
onderling gemengd worden! Bijvullen met
een ongeschikte vloeistof kan ernstige
schade aan het voertuig veroorzaken.40)Het oliepeil mag nooit boven het
MAX-teken komen.
41)Vul geen olie bij met andere kenmerken
dan de olie waarmee de motor is gevuld.
42)Vul niet alleen water bij. Voeg altijd een
geschikt antivriesmiddel toe. Zie voor het
type koelvloeistof de tabel “Vloeistoffen en
smeermiddelen” in het hoofdstuk
“Technische specificaties”.
43)Gebruik uitsluitend zacht
(gedemineraliseerd) water in het
koelvloeistofmengsel. Mineraalhoudend
water zal de doeltreffendheid van de
koelvloeistof verlagen.
44)Gebruik geen koelvloeistoffen die
alcohol, methanol, boraat of silicaat
bevatten. Deze koelvloeistoffen kunnen
schade aan het koelsysteem veroorzaken.
45)Meng geen alcohol of methanol met de
koelvloeistof. Daardoor kan schade aan het
koelsysteem worden veroorzaakt.
46)Gebruik geen oplossing die meer dan
60% antivries bevat. Daardoor neemt de
doeltreffendheid af.
47)Vermijd dat remvloeistof, die uiterst
corrosief is, in contact komt met gelakte
zones. Spoel bij contact onmiddellijk af met
water.
BELANGRIJK
4)De gebruikte motorolie en oliefilters
bevatten stoffen die schadelijk zijn voor het
milieu. Het wordt geadviseerd naar een
werkplaats van het Abarth Servicenetwerk
te gaan om de olie en het oliefilter te laten
vervangen.
178
ONDERHOUD EN ZORG
Page 227 of 232

ALFABETISCH
REGISTER
Aandachtig lezen..............2
Aanvullend veiligheidssysteem
(SRS) - Airbag..............98
ABS......................71
Accu (onderhoud)............176
Accu opladen...............179
Achterklep..................39
Achterklep (openen)............39
Actieve motorkap.............73
Actieve veiligheidssystemen.......71
Adaptive Front Lighting System
(AFS)...................28
Afmetingen................192
Alarmknipperlichten...........138
Alarmknipperlichten (bediening) . . .138
Antidiefstalsysteem............15
Automatische klimaatregeling......35
Automatische verlichting.........26
Automatische versnellingsbak. . . .117
Automatische wisserregeling......29
Auxiliary driving systems.........75
Band- en wielspecificaties......189
Bandenreparatiekit...........155
Belangrijke informatie...........3
Bericht op display.............68
Beschermingssystemen
inzittenden................80Bestuurdersairbag............100
Beveiligingsalarm voertuig........15
Bevestiging van de trekhaken.....163
Brake Assist................115
Brandstofverbruik............198
Brandstofvuldop.............130
Buitenlampen vervangen........143
Buitenspiegels...............23
Buitenverlichting..............25
Cabrioletkap (openen)..........43
Cabrioletkap (zachte kap)........43
Camera achter (ParkView
achteruitrijcamera)..........132
Carrosserie (zorg en onderhoud) . . .182
CO2-emissie...............199
Coming
Home-verlichtingssysteem......26
Constante bewaking..........112
Contactslot.................11
Cruise-control..............122
Dashboard..................8
De lak onderhouden..........182
De motor starten..........11,114
De motor uitschakelen..........13
DRL (Dagverlichting)...........26
DSC-systeem...............72
Dubbel vergrendelsysteem.......17
Een aanhanger trekken........136
Een band vervangen..........180Een lamp vervangen..........139
Elektrische ruiten.............37
Elektrische spiegels............24
Flash to pass...............26
Geavanceerd Keyless Entry
Systeem.................14
Gebruik van deze handleiding......3
Gebruik van het voertuig onder
zware omstandigheden
(geprogrammeerd
onderhoudsschema).........168
Geprogrammeerd
onderhoudsschema.........169
Gewichten.................191
Gordelspanners...........84,100
Gordelspanners en
krachtbegrenzers............84
Grootlicht..................26
Handbediende klimaatregeling....33
Handgeschakelde versnellingsbak......................116
HLA-functie.................79
Hoofdsteunen...............22
Identificatiegegevens..........187
INFO-schakelaar..............52
Installatierichting kinderzitje.......89
Instrumentenpaneel............49
Interieur..................184
Interne apparatuur.............38
Keyless invoersysteem..........9
Kilometerteller / Dagteller........51