service Abarth 124 Spider 2021 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ABARTH, Model Year: 2021, Model line: 124 Spider, Model: Abarth 124 Spider 2021Pages: 244, PDF Size: 4.55 MB
Page 117 of 244

Indicatielampjes uitschakeling
passagiersairbag
Dit indicatielampje fig. 85 gaat branden
om u eraan te herinneren dat bij een
botsing de front- en zijairbags aan de
passagierszijde en het
gordelspansysteem niet geactiveerd
zullen worden.
22) 23)
OpmerkingHet systeem heeft ongeveer
10 seconden nodig om de front- en
zijairbags van de passagier en het
gordelspansysteem in of uit te
schakelen.
Het indicatielampje uitschakeling
passagiersairbag kan herhaaldelijk gaan
branden als bagage of andere
voorwerpen op de passagiersstoel
worden geplaatst of als de temperatuur
in het voertuig plotseling wijzigt.
Het indicatielampje uitschakeling
passagiersairbag kan 10 seconden
gaan branden als de elektrostatische
capaciteit van de passagiersstoel
wijzigt.
Het waarschuwingslampje
airbag/gordelspansysteem kan gaan
branden als de passagiersstoel een
zware klap te verduren krijgt.
Installeer het kinderzitje opnieuw
volgens de procedure beschreven in dit
handboek als het indicatielampje
uitschakeling passagiersairbag niet gaat
branden nadat u een kinderzitje op de
passagiersstoel heeft geïnstalleerd.
Neem onmiddellijk contact op met het
Abarth Servicenetwerk als het
indicatielampje uitschakeling
passagiersairbag UIT nog altijd niet gaat
branden.
Vraag de passagier om diens
houding aan te passen door de voeten
op de grond te plaatsen en de
veiligheidsgordel opnieuw vast te zetten
als het indicatielampje uitschakeling
passagiersairbag gaat branden terwijl
een passagier op de passagiersstoel
zit. Verplaats de passagiersstoel zo ver
mogelijk naar achteren als het
indicatielampje uitschakeling
passagiersairbag blijft branden. Neem
zo snel mogelijk contact op met het
Abarth Servicenetwerk.
Tijdens het opblazen van de airbag
kunt u een hard geluid horen en kan
wat rook worden veroorzaakt. Deze
effecten zullen zeer waarschijnlijk geen
letsel veroorzaken, al kan de textuur
van de airbags door wrijving licht
huidletsel veroorzaken op
lichaamsdelen die niet door kleding
worden afgedekt.
8403040702-12A-001AB
8506070400-121-001AB
115
Page 119 of 244

Tabel voorwaarde aan/uit indicatielampje uitschakeling passagiersairbag
Het indicatielampje gaat branden bij inschakeling van het contact als de passagiersdetectiesensor normaal is. Het lampje gaat
na enkele seconden uit. Het indicatielampje gaat vervolgens aan of blijft uit in de volgende omstandigheden:
Voorwaarde waargenomen
door het
passagiersdetectiesysteemIndicatielampje uitschakeling
passagiersairbagFront- en zijairbags
passagierszijdeGordelspansysteem
passagiersstoel
Leeg (ongebruikt)Uitgeschakeld Uitgeschakeld
Een kind in een kinderzitje (*)
Uitgeschakeld Uitgeschakeld
Volwassene (**)
(***)Gereed Gereed
(*) Afhankelijk van de grootte en de zithouding van uw kind kan het zijn dat de detectiesensor een kind op de stoel, in een
kinderzitje of op een zitverhoger niet waarneemt.
(**) Afhankelijk van de lichaamsbouw van de persoon kunnen de sensoren een kleinere volwassene op de passagiersstoel als
een kind waarnemen.
(***) Wordt na korte tijd uitgeschakeld.
Laat niemand op de passagiersstoel plaatsnemen en neem onmiddellijk contact op met het Abarth Servicenetwerk als de beide
indicatielampjes voor uitschakeling passagiersairbag de gespecificeerde tijd gaan branden bij inschakeling van het contact, of
als ze niet gaan branden volgens de voorwaarden gegeven in de tabel indicatielampje uitschakeling passagiersairbag. Het is
mogelijk dat het systeem niet correct werkt bij een ongeval.
117
Page 121 of 244

122)Plaats geen voorwerpen op of rond
het gebied waar de airbags van de
bestuurder en de bijrijder worden
opgeblazen. Het is zeer gevaarlijk om een
voorwerp aan de airbagmodules van de
bestuurder en bijrijder te bevestigen of om
er iets voor te plaatsen. Bij een ongeluk kan
een voorwerp het opblazen van de airbag
verhinderen en de inzittende verwonden.
123)Plaats geen voorwerpen op of rond
het gebied waar de zijairbags worden
opgeblazen. Het aanbrengen van
voorwerpen op de zitting waarbij de
buitenkant van de zitting wordt bedekt is
gevaarlijk. Bij een ongeluk kan het
voorwerp de zijairbag hinderen. Deze wordt
opgeblazen aan de buitenzijde van de
stoelen en de extra bescherming van de
zijairbag kan teniet worden gedaan of de
airbag kan op een gevaarlijke manier
opblazen. Bovendien kan de airbag stuk
gaan en gas vrijgeven. Hang geen netjes,
kaarthouders of rugzakken met zijriemen
aan de stoelen. Plaats nooit stoelbekleding
in de stoelen. Houd de zijairbagmodules
altijd vrij zodat deze in het geval van een
aanrijding in de zijkant kunnen worden
opgeblazen.
124)Raak de onderdelen van het
aanvullende veiligheidssysteem niet aan
nadat de airbags zijn opgeblazen. Het is
gevaarlijk om de onderdelen van het
aanvullende veiligheidssysteem aan te
raken nadat de airbags zijn opgeblazen.
Deze zijn net na het opblazen zeer heet. U
kunt brandwonden oplopen.125)Installeer geen front-end apparatuur in
uw auto. Het installeren van front-end
apparatuur, zoals een beschermingsbalk
aan de voorkant (kangoeroebalk,
koeienvanger, duwbalk of gelijksoortige
apparatuur), sneeuwploeg of lieren, is
gevaarlijk. Het botssensorsysteem van de
airbags kan hierdoor worden beïnvloed. Dit
kan ertoe leiden dat airbags onverwacht
worden opgeblazen, of verhinderen dat de
airbags tijdens een ongeluk worden
opgeblazen. Inzittenden kunnen ernstig
letsel oplopen.
126)Wijzig de ophanging niet. Het is
gevaarlijk de ophanging van het voertuig te
wijzigen. Als de hoogte of de ophanging
van het voertuig wordt gewijzigd, kan een
botsing niet nauwkeurig worden
gedetecteerd waardoor de airbags
incorrect of onverwacht worden
opgeblazen, hetgeen ernstig letsel kan
veroorzaken.127)Wijzig de portieren niet en laat
benodigde reparaties uitvoeren. Raadpleeg
hiervoor altijd een expert: wij raden u aan
de schade aan een portier te laten
opnemen door een dealer van het Abarth
Servicenetwerk. Het wijzigen van portieren
en het niet laten uitvoeren van benodigde
reparaties is gevaarlijk. Elk portier beschikt
over een sensor voor zijdelingse botsingen
als onderdeel van het aanvullende
veiligheidssysteem. Als er gaten in een
portier worden geboord, als een speaker
uit het portier wordt verwijderd of als een
beschadigd portier niet wordt gerepareerd,
kan dit een nadelige invloed op de sensor
hebben waardoor deze de druk van een
botsing in de flank niet nauwkeurig kan
detecteren. Als een sensor een botsing in
de flank niet detecteert, kan het zijn dat de
zijairbags en de gordelspanners niet naar
behoren werken, hetgeen kan leiden tot
ernstig letsel van de inzittenden.
119
Page 122 of 244

128)Voer geen wijzigingen uit aan het
aanvullende veiligheidssysteem. Het
wijzigen van de onderdelen of de
bedrading van het aanvullende
veiligheidssysteem is gevaarlijk. U kunt dit
onbedoeld activeren of onwerkbaar maken.
Voer geen wijzigingen uit aan het
aanvullende veiligheidssysteem. Dit omvat
het installeren van lijsten, insignes of
andere zaken op de airbagmodules. Het
omvat tevens het installeren van extra
elektrische apparatuur op of bij
systeemonderdelen of bedrading. Neem
contact op met een expert: het Abarth
Servicenetwerk kan u de specialistische
hulp bieden die nodig is bij het verwijderen
en installeren van stoelen. Het is belangrijk
de bedrading en aansluitingen van de
airbag te beschermen om ervoor te zorgen
dat de airbags niet onverwacht worden
opgeblazen en dat voor het
passagiersdetectiesysteem en de stoelen
een onbeschadigde airbagaansluiting
wordt gehandhaafd.
129)Plaats geen bagage of andere
voorwerpen onder de stoelen. Het plaatsen
van bagage of andere voorwerpen onder
de stoelen is gevaarlijk. De essentiële
onderdelen van het aanvullende
veiligheidssysteem kunnen beschadigd
raken, en in het geval van een botsing in de
flank worden de airbags mogelijk niet
opgeblazen, hetgeen kan leiden tot
overlijden of ernstig letsel van de
inzittenden. Ter voorkoming van schade
aan de essentiële onderdelen van het
aanvullende veiligheidssysteem wordt u
verzocht geen bagage of andere
voorwerpen onder de stoelen te plaatsen.130)Gebruik geen voertuig met
beschadigde
airbag-/gordelspanneronderdelen.
Verbruikte of beschadigde airbag-/
gordelspanneronderdelen moeten worden
vervangen na een botsing waarbij deze zijn
opgeblazen of beschadigd. Alleen een
gekwalificeerde reparateur, bij voorkeur een
dealer van het Abarth Servicenetwerk, kan
deze systemen volledig beoordelen en
vaststellen of zij bij een eventuele volgende
botsing zullen werken. Rijden met een
verbruikte of beschadigde airbag of
gordelspanner biedt u niet de benodigde
bescherming in het geval van een
eventueel volgend ongeluk, hetgeen kan
leiden tot ernstig letsel of de dood.
131)Verwijder de interne delen van de
airbag niet. Het is gevaarlijk onderdelen
zoals de stoelen, de voorzijde van het
instrumentenpaneel, het stuurwiel waarin
zich onderdelen van de airbags of
sensoren bevinden, te verwijderen. Deze
onderdelen bevatten belangrijke
componenten van de airbag. De airbag kan
onverwacht worden geactiveerd en ernstig
letsel veroorzaken. Laat deze onderdelen
altijd door een dealer van het Abarth
Servicenetwerk verwijderen.132)Laat geen passagier op de
passagiersstoel plaatsnemen met een
postuur dat het voor de classificatiesensor
voor inzittenden moeilijk maakt de
inzittende op de juiste wijze te detecteren.
Het is gevaarlijk een passagier op de
passagiersstoel te laten plaatsnemen met
een postuur dat het voor de
classificatiesensor voor inzittenden moeilijk
maakt de inzittende op de juiste wijze te
detecteren. Indien de classificatiesensor
voor inzittenden de passagier op de
passagiersstoel niet correct kan
detecteren, kunnen de front- en zijairbags
en het gordelspansysteem niet werken (niet
opblazen) of onverwacht worden
geactiveerd (opblazen). De passagier heeft
dan niet de aanvullende bescherming van
de airbags of de onverwachte werking
(opblazing) van de airbags kan leiden tot
ernstig letsel of de dood.
120
VEILIGHEID
Page 127 of 244

PARKEERREM
137) 138) 139)
BELANGRIJK Door met geactiveerde
parkeerrem te rijden zullen de
onderdelen van de rem overmatig
verslijten.
Het voertuig op de parkeerrem
zetten
Druk het rempedaal in en trek
vervolgens de parkeerremhendel met
een krachtige beweging helemaal
omhoog om het voertuig in de
geparkeerde stand te houden.
Het voertuig van de parkeerrem
halen
Druk het rempedaal in en trek de
parkeerremhendel 1 omhoog fig. 87 en
druk vervolgens op de ontgrendelknop
2. Houd de knop ingedrukt en beweeg
tegelijkertijd de parkeerremhendel
helemaal omlaag tot de ontgrendelde
stand is bereikt.
Brake Assist
Het Brake Assist-systeem voorziet in
ondersteuning van de remwerking in
noodsituaties wanneer het rempedaal
krachtiger moet worden ingetrapt,
zodat betere remprestaties worden
verkregen.
Wanneer het rempedaal krachtig of
sneller wordt ingetrapt, worden de
remmen krachtiger ingeschakeld.
OPMERKING Wanneer u het rempedaal
krachtig of sneller intrapt, voelt het
pedaal soepeler maar worden de
remmen krachtiger ingeschakeld. Dat is
normaal voor de werking van de Brake
Assist en duidt niet op een storing.
OPMERKING Wanneer u het rempedaal
krachtig of sneller intrapt, hoort u
mogelijk het geluid van een
motor/pomp. Dat is normaal voor dewerking van de Brake Assist en duidt
niet op een storing.
OPMERKING Het remhulpsysteem kan
de werking van het hoofdremsysteem
van het voertuig niet vervangen.
BELANGRIJK
137)In geval van parkeermanoeuvres op
wegen met een helling, moeten de
voorwielen naar het trottoir worden
gedraaid (bij het parkeren op een helling
omlaag), of in de tegenovergestelde
richting als het voertuig op een helling
omhoog is geparkeerd. Als het voertuig op
een steile helling wordt geparkeerd, is het
tevens raadzaam om de wielen met wiggen
of stenen te blokkeren.
138)Laat nooit kinderen zonder toezicht in
het voertuig achter. Houd de sleutel bij het
verlaten van het voertuig weg en neem
deze mee.
139)Rijd niet met versleten remblokken.
Rijden met versleten remblokken is
gevaarlijk. De remmen zouden niet kunnen
werken, waardoor een ernstig ongeval kan
worden veroorzaakt. Neem contact op met
het Abarth Servicenetwerk zodra u een
piepend geluid hoort.8705050102-12A-001AB
125
Page 131 of 244

breng de schroevendraaier aan en
druk hem omlaag;
houd de ontgrendelknop ingedrukt
en verplaats de selectiehendel;
breng het voertuig naar het Abarth
Servicenetwerk.
Voor bepaalde versies
Ga als volgt te werk:
druk de ontgrendelknop met
ingedrukte knop in fig. 91;
verplaatst de selectiehendel;
breng het voertuig naar het Abarth
Servicenetwerk.
HANDGESCHAKELDE
STAND
Verplaats de selectiehendel van D naar
M om naar de handgeschakelde stand
over te schakelen. Verplaats de
selectiehendel van M naar D om naar
de automatisch geschakelde stand
terug te keren.
BELANGRIJK Door tijdens het rijden
naar de handgeschakelde
versnellingsbak over te schakelen zal
geen schade aan de versnellingsbak
worden veroorzaakt.
BELANGRIJK De versnelling kan
schakelen naar M1 als u bij stilstaand
voertuig naar de handgeschakelde
stand overschakelt.
BELANGRIJK De versnelling kan naar
M4/M5 schakelen als u in D vanuit de
5e en 6e versnelling naar dehandgeschakelde stand overschakelt
zonder dat u het gaspedaal indrukt.
Handmatig door-/terugschakelen
Het gebruik van de selectiehendel
Druk de hendel een keer naar achteren
+omdoor te schakelen. Druk de
hendel een keer naar voren–omterug
te schakelen.
Het gebruik van de stuurschakelaar
146)
Om naar een hogere versnelling te
schakelen met de stuurschakelaars, de
UP-schakelaar+/OFFfig. 92 een keer
met uw vingers naar u toe trekken. Om
naar een lagere versnelling te schakelen
met de stuurschakelaars, de
DOWN-schakelaar–een keer met uw
vingers naar u toe trekken.
9005210206-12A-002AB
9105210206-122-001AB
9207040110-124-007AB
129
Page 137 of 244

de parkeerrem is geactiveerd;
Versies met snelheidsbegrenzer:
de MODE-schakelaar voor de instelbare
snelheidsbegrenzer is ingedrukt;
Automatische versnellingsbak:de
selectiehendel is geplaatst op P of N; in
het geval van versies met een
handgeschakelde versnellingsbak:
de versnellingspook is in de vrijstand
geplaatst;
Automatische versnellingsbak:in
de handgeschakelde stand
(selectiehendel van D op M geplaatst)
kan de cruise-control niet uitgeschakeld
worden. De rem op de motor zal
daarom niet worden toegepast ook al
wordt de versnellingsbak naar een
lagere versnelling teruggeschakeld. Laat
de ingestelde snelheid afnemen of druk
het rempedaal in als moet worden
afgeremd.
De snelheid kan niet door een van de
toepasselijke uitschakelvoorwaarden
gereset worden als het cruise-control-
systeem tijdelijk is uitgeschakeld.
BELANGRIJK
149)Schakel altijd het
cruisecontrolsysteem uit wanneer het niet
in gebruik is: het cruisecontrolsysteem in
een activeringsklaar status laten, met de
cruisecontrol niet in gebruik, is gevaarlijk
omdat de cruisecontrol onverwacht zou
kunnen activeren als de activeringsknop
per ongeluk wordt ingedrukt, en resulteren
in het verliezen van de controle over het
voertuig en een ongeluk.
150)Als met het geactiveerde systeem
wordt gereden, mag de versnellingspook
nooit in de vrijstand worden gezet.
151)Neem in geval van defecten of
storingen in het systeem contact op met
het Abarth Servicenetwerk.
152)De cruise-control kan gevaarlijk zijn
als het systeem geen constante snelheid
kan handhaven. In bepaalde
omstandigheden kan de snelheid
overmatig zijn, hetgeen kan leiden tot
verlies van controle over het voertuig en
ongevallen. Gebruik het systeem niet in
druk verkeer of op bochtig, met ijzel of
sneeuw bedekt of glad wegdek.
SNELHEIDS
BEGRENZER
(indien aanwezig)
153) 154)
De snelheidsbegrenzer kan ingesteld
worden op een snelheid tussen
30 km/h en 200 km/h.
Het systeem bestaat uit een display van
de snelheidsbegrenzer en de
schakelaar op het stuurwiel fig. 95.
9505281500-12A-002AB
135
Page 141 of 244

DETECTIEGEBIED VAN
DE SENSOREN
De sensoren nemen obstakels binnen
het volgende bereik waar:
Detectiegebied zijkant: circa
55 cm
Detectiegebied achterkant: circa
150 cm
WERKING VAN HET
SYSTEEM
De pieptoon wordt geactiveerd en het
systeem kan worden gebruikt als het
contact op ON wordt gedraaid en de
versnellingspook (handgeschakelde
versnellingsbak)/selectiehendel
(automatische versnelling) naar
achteruit (R) wordt geschakeld.
BELANGRIJK
155)Vertrouw nooit alleen op het
parkeersensorsysteem en bevestig visueel
de veiligheid van de ruimte rondom uw
voertuig terwijl u rijdt. Dit systeem kan de
bestuurder bijstaan bij het voor- en
achteruit tijden met het voertuig tijdens het
parkeren. Het waarnemingsbereik van de
sensoren is beperkt. Daarom kan een
ongeval worden veroorzaakt als u tijdens
het rijden uitsluitend op het systeem
vertrouwt. Bevestig altijd visueel de
veiligheid van de ruimte rondom uw
voertuig terwijl u rijdt.156)De verantwoordelijkheid voor het
parkeren en andere mogelijk gevaarlijke
manoeuvres ligt echter altijd bij de
bestuurder. Controleer tijdens deze
manoeuvres altijd of er geen andere
mensen (vooral kinderen) of dieren
aanwezig zijn op het parcours dat u af wilt
leggen. De parkeersensoren dienen als
hulp voor de bestuurder, die echter nooit
zijn aandacht mag laten verslappen tijdens
potentieel gevaarlijke manoeuvres, ook al
worden ze met lage snelheden verricht.
BELANGRIJK
26)Werkzaamheden aan bumper in de
zone van de sensoren mogen uitsluitend
uitgevoerd worden door het
Servicenetwerk. Werkzaamheden aan de
bumper die niet goed worden uitgevoerd,
kunnen de werking van de sensoren in
gevaar brengen.
27)Voor het overspuiten van de bumpers
of eventueel bijwerken van de laklaag in de
zone van de sensoren, dient men zich
uitsluitend tot het Servicenetwerk te
wenden. Het verkeerd opbrengen van de
lak kan de werking van de parkeersensoren
negatief beïnvloeden.28)Voor een correcte werking van het
systeem mogen de sensoren nooit bevuild
zijn met modder, vuil, sneeuw of ijs. Zorg
ervoor dat ze tijdens het reinigen niet
gekrast of beschadigd worden. Vermijd het
gebruik van droge, ruwe of harde doeken.
De sensoren moeten met schoon water
worden gewassen, waaraan eventueel
autoshampoo is toegevoegd. Wanneer
speciale reinigingsapparaten worden
gebruikt, zoals stoomreinigers of
hogedrukreinigers, reinig dan de sensoren
zeer snel en houd de straal op minstens
10 cm afstand.
139
Page 142 of 244

TANKEN
157) 158) 159) 160) 161) 162)
Zet altijd de motor af alvorens te
tanken.
BRANDSTOFVEREISTEN
Gebruik uitsluitend eersteklas loodvrije
benzine (overeenkomstig EN 228 met
specificatie binnen E10) met een
octaangetal van minstens 95.
BELANGRIJK GEBRUIK UITSLUITEND
LOODVRIJE BENZINE. Gelode benzine
is schadelijk voor de katalysator en de
zuurstofsensoren en kan de werking
van het uitlaatgascontrolesysteem
aantasten en/of storingen veroorzaken.
BELANGRIJK Het gebruik van
E10-brandstof met 10% ethanol binnen
Europa is gevaarlijk voor uw voertuig.
Wanneer het ethanolgehalte dit
aanbevolen percentage overschrijdt,
kan schade aan uw voertuig worden
veroorzaakt.
BELANGRIJK Voeg geen additieven
aan het brandstofsysteem toe om
schade aan het
uitlaatgascontrolesysteem te
voorkomen. Neem contact op met het
Abarth Servicenetwerk voor meer
informatie.
TANKPROCEDURE
Als bij ontgrendelde portieren op het
uiteinde van het klepje van de
brandstofvulopening gedrukt wordt,
komt het klepje van de
brandstofvulopening omhoog fig. 100.
Het klepje van de brandstofvulopening
werkt in combinatie met het
portiervergrendel- en
portierontgrendelmechanisme.
Sluit klepje van de brandstofvulopening
door het aan te drukken tot u een klik
hoort.
BELANGRIJK Verzeker u ervan dat u
de beide portieren vergrendelt wanneer
u het voertuig verlaat.BELANGRIJK Vergrendel de portieren
nadat u het klepje van de
brandstofvulopening heeft gesloten.
Het klepje van de brandstofvulopening
kan niet gesloten worden als u dit wilt
doen nadat u de portieren heeft
vergrendeld.
Brandstofvuldop
Verwijder de brandstofvuldop door deze
linksom te draaien fig. 101. Bevestig de
verwijderde dop aan de binnenkant van
het klepje van de brandstofvulopening.
Sluit de brandstofvuldop door deze
rechtsom te draaien tot u een klik hoort.
10004040201-12A-002AB
10104040202-12A-001AB
140
STARTEN EN RIJDEN
Page 145 of 244

verwijderen aangezien daardoor de
hermetische afdichting kan worden
aangetast.
BELANGRIJK De kap van de camera is
gemaakt van plastic. Maak de kap van
de camera niet schoon met
ontvettingsmiddelen, organische
oplosmiddelen, was of omhullingsagens
voor glas. Als er wordt gemorst op de
kap, onmiddellijk afvegen met een
zachte doek.
BELANGRIJK Wrijf niet met kracht op
de camerakap met een schurende of
harde borstel. De camerakap of lens
kan worden gekrast, hetgeen de
afbeeldingen kan beinvloeden.
BELANGRIJK Maak de cameralens met
een zachte doek schoon als er water,
sneeuw of modder op terecht is
gekomen. Gebruik een neutraal
reinigingsmiddel als u de camera niet
alleen met een doek schoon kunt
krijgen.
BELANGRIJK Het kan zijn dat de
achteruitrijmonitor niet perfect werkt
wanneer de camera aan abrupte
wijzigingen in de temperatuur (van
warm naar koud of omgekeerd) wordt
blootgesteld.
BELANGRIJK Neem voor het
vervangen van de banden contact opmet het Abarth Servicenetwerk. Door
de vervanging van de banden zouden
de lijnen die op het display
weergegeven worden kunnen afwijken.
BELANGRIJK De uitlijning van de
achteruitrijparkeercamera (locatie,
montagehoek) kan gewijzigd zijn als de
voor-, zij- of achterkant van het voertuig
in een botsing betrokken is geraakt.
Laat het voertuig altijd inspecteren door
het Abarth Servicenetwerk.
BELANGRIJK Als “Geen videosignaal
beschikbaar” op het display
weergegeven wordt, kan het zijn dat de
camera een probleem vertoont. Laat
het voertuig nakijken bij een Abarth
Servicenetwerk.
HET DISPLAY
WEERGEVEN
Richtlijnen die de breedte aanduiden
van het voertuig (geel) worden op het
scherm fig. 105 weergegeven als
verwijzing naar de breedte bij
benadering van het voertuig in
vergelijking met de breedte van de
parkeerplaats waar u op dat moment
achteruit wilt inparkeren.
Gebruik deze displayweergave om het
voertuig op een parkeerplaats of in een
garage te parkeren.
(gele) voertuigbreedtelijnen: deze
lijnen geven de breedte van het voertuig
aan.
afstandslijnen: deze lijnen geven bij
benadering de afstand tot een punt
gemeten vanaf de achterkant van het
voertuig (vanaf het uiteinde van de
bumper). De rode en gele lijnen geven
de afstand vanaf de bumper
(middelpunt van elke lijn) tot de
volgende punten aan: 50 cm voor de
rode lijnen en 1 m voor de gele lijnen.
BELANGRIJK De lijnen op het display
zijn vast. Ze zijn niet met de
handelingen van de bestuurder aan het
stuurwiel gesynchroniseerd. Let altijd
goed op en controleer visueel de zone
aan de achterkant van en rondom het
voertuig wanneer u achteruitrijdt.
10507080913-111-111AB
143