stop start Abarth 500 2014 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ABARTH, Model Year: 2014, Model line: 500, Model: Abarth 500 2014Pages: 170, PDF Size: 7.11 MB
Page 46 of 170

45
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
fig. 45
TTC
AB
F0S045Ab
Oneigenlijk gebruik van de
elektrische ruitbediening kan
gevaarlijk zijn. Controleer voor en tij-
dens het bedienen altijd of de passa-
giers niet kunnen worden verwond
door de bewegende ruiten of door
voorwerpen die door de ruit worden
meegesleept of geraakt.
WAARSCHUWING
Verwijder altijd de sleutel uit
het contactslot als de auto
wordt verlaten om te voorkomen dat
onverwachtse bediening van de elek-
trische ruitbediening gevaar oplevert
voor de achtergebleven passagiers.
WAARSCHUWING
Soft touch bediening fig. 46
Indien ontgrendeld kan de achterklep van
buitenaf geopend worden met de elektri-
sche handgreep Bonder de rand van de
achterklep.
Als de portieren ontgrendeld zijn kan de
achterklep op elk moment worden geo-
pend.
Om de achterklep met deze handgreep te
kunnen openen, moet een van de voor-
portieren geopend worden of moeten de
portieren ontgrendeld zijn met de af-
standsbediening of met de mechanische
sleutel.
Als de achterklep niet goed is vergrendeld,
brandt het lampje ´op het instrumen-
tenpaneel (daar waar aanwezig).
BAGAGERUIMTE
ACHTERKLEP OPENEN
Met de afstandsbediening
Druk op de knop
R.
Het ontgrendelen van de achterklep
wordt aangegeven door het twee maal
knipperen van richtingaanwijzers.
Het ontgrendelen van de achterklep
wordt vergemakkelijkt door de gasveren.
Wanneer de achterklep wordt ontgren-
deld, gaat bij sommige versies de bagage-
ruimteverlichting branden: de verlichting
gaat automatisch uit wanneer de achter-
klep wordt gesloten.
Het licht blijft ongeveer 15 minuten bran-
den nadat de contactsleutel naar de stand
STOPis gedraaid: deze tijdregeling wordt
opnieuw gestart als een portier of de ach-
terklep wordt geopend tijdens deze ter-
mijn.
fig. 46
023-045 ABARTH 500 1ed NL.qxd:023-043 FIAT 500 IT 15-06-2012 12:12 Pagina 45
Page 50 of 170

49
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
Controleer, voordat de mo-
torkap wordt opgetild, of de
armen van de ruitenwissers tegen de
ruit liggen.
WAARSCHUWING
fig. 54F0S054Ab
Sluiten fig. 54
Ga als volgt te werk:
❒houd de motorkap met één hand om-
hoog, verwijder met de andere hand de
stang Cuit de zitting Een plaats hem
terug in de klem D;
❒laat de motorkap tot op ongeveer 20 cm
van de motorruimte zakken en laat hem
dan vallen. Controleer of de motorkap
goed gesloten is (niet alleen met de be-
veiliging vergrendeld) door te proberen
hem op te tillen. Als de motorkap niet
perfect gesloten is, probeer dan niet er-
op te drukken maar open hem opnieuw
en herhaal de handeling.
Voor de rijveiligheid moet de
motorkap tijdens het rijden
altijd perfect gesloten zijn. Controleer
dus altijd of de motorkap goed ge-
sloten en vergrendeld is. Mocht men
tijdens het rijden merken dat de mo-
torkap niet goed vergrendeld is, stop
dan onmiddellijk en sluit de motorkap
op de correcte manier.
WAARSCHUWING
Wees erg voorzichtig bij het
uitvoeren van werkzaamhe-
den in de motorruimte wanneer de
motor nog warm is: gevaar voor
brandwonden. Houd uw handen uit
de buurt van de ventilator: de venti-
lator kan, ook bij verwijderde con-
tactsleutel, plots inschakelen. Wacht
tot de motor is afgekoeld.
WAARSCHUWING
Pas op voor sjaals, dassen of
loszittende kledingstukken.
Deze kunnen door de bewegende on-
derdelen worden vastgegrepen.
WAARSCHUWING
046-062 ABARTH 500 1ed NL.qxd:044-062 FIAT 500 IT 15-06-2012 8:59 Pagina 49
Page 52 of 170

51
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
HOOGTEREGELING fig. 57
De auto is voorzien van elektrische kop-
lampafstelling die beschikbaar is met de
sleutel in de stand MARen ingeschakeld
dimlicht.
De auto helt achterover indien beladen.
Hierdoor schijnt de lichtbundel meer naar
boven.
In dergelijke gevallen is het nodig de kop-
lampen te verstellen met de knoppen +
en −.
De display op het instrumentenpaneel
geeft de ingestelde stand aan.
Xenon koplampen met gasontlading wor-
den automatisch geregeld. De koplampaf-
stelling is elektronisch en kan aldus niet
handmatig worden geregeld met de knop-
pen +en −.
fig. 57
M E N UE S C
F0S057Ab
Correcte standen in functie van
de belading
Stand 0– een of twee personen op de
voorstoelen.
Stand 1– 4 personen.
Stand 2– 4 personen + bagage in de ba-
gageruimte.
Stand 3– bestuurder + maximum toege-
stane lading in de bagageruimte.
MISLAMPEN VOOR AFSTELLEN
(voor bepaalde versies/markten)
Neem contact op met het Abarth Servi-
cenetwerk voor controle en eventuele af-
stelling.
LUCHTBUNDEL AFSTELLEN IN
BUITENLAND
Het dimlicht is standaard afgesteld voor
gebruik in het land waarin de auto werd
aangeschaft. Als gereden wordt in landen
waar op de andere weghelft wordt gere-
den, moeten, om verblinding van tegen-
liggers te voorkomen, delen van de kop-
lamp worden afgedekt overeenkomstig de
wegenverkeerswetgeving van het be-
treffende land.ABS
(voor bepaalde versies/markten)
Het ABS is geïntegreerd in het remsysteem
en voorkomt dat de wielen tijdens het rem-
men blokkeren, ongeacht de conditie van
het wegdek en de druk die op het pedaal
wordt uitgeoefend. Het ABS verhindert zo
dat één of meerdere wielen doorslippen.
Daardoor blijft de auto bestuurbaar, zelfs
bij noodstops.
Het geheel wordt aangevuld met het EBD-
systeem (Electronic Braking Force Distri-
bution) dat zorgt voor de verdeling van de
remkracht tussen de voor- en de achter-
wielen.
BELANGRIJK Een inrijperiode van circa
500 km is vereist om het beste uit het
remsysteem te halen: vermijd tijdens de-
ze periode bruusk, herhaaldelijk of lang-
durig remmen.
046-062 ABARTH 500 1ed NL.qxd:044-062 FIAT 500 IT 15-06-2012 8:59 Pagina 51
Page 55 of 170

54
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
Storingsmeldingen
Wanneer een storing optreedt, gaat het
controlelampje áop het instrumenten-
paneel branden en verschijnt een melding
op het herconfigureerbare multifunctio-
nele display (voor bepaalde versies/
markten), zie hoofdstuk “Lampjes en mel-
dingen”.
BELANGRIJK Het Hill Holder-systeem is
geen handrem; verlaat daarom nooit de
auto zonder eerst de handrem te hebben
aangetrokken, de motor te hebben afge-
zet en de eerste versnelling te hebben in-
geschakeld.
Het ESP blijft ook ingescha-
keld wanneer met het reser-
vewiel wordt gereden. Houd steeds
rekening met het feit dat het reser-
vewiel kleiner is dan een normale
band waardoor de grip lager is.
Voor een goede werking van de ESP-
en ASR-systemen is het van groot be-
lang de banden van alle wielen van
hetzelfde type, merk en maat zijn en
dat ze in perfecte conditie zijn.
WAARSCHUWING
TTC SYSTEEM
(Torque Transfer Control)
Dit systeem is een onderdeel van het ESP-
systeem.
Het verbetert de overdracht van het mo-
torkoppel op de wielen waardoor een vei-
liger weggedrag en gevoeligere besturing
kan worden verzekerd, in het bijzonder bij
bochtenwerk, waarbij onderstuur in de
kiem gesmoord wordt.
Druk op de knop C-Fig. 58op het dash-
board om het systeem in te schakelen.
Wanneer de functie actief is, brandt de
LED op de TTC-knop.
Druk nogmaals op de knop of zet de mo-
tor af (contactsleutel in de stand STOP)
om het systeem uit te schakelen. ASR (AntiSlip Regulation)
Dit systeem is een onderdeel van het ESP-
systeem. Het grijpt automatisch in als één
of beide tractiewielen beginnen doorslip-
pen en zorgt ervoor dat de bestuurder de
controle over zijn auto behoudt.
Het ASR is bijzonder nuttig onder de vol-
gende omstandigheden:
❒doorslippen van het binnenwiel in boch-
ten, door veranderende wielbelasting
of door overmatige acceleratie;
❒te grote krachtoverdracht naar de wie-
len, ook in functie van de conditie van
het wegdek;
❒optrekken op glad, besneeuwd of met
ijzel bedekt wegdek;
❒bij gripverlies op nat wegdek (aquapla-
ning).
MSR systeem
(motorslipkoppelregeling)
Dit systeem is een onderdeel van het ABS
systeem dat het motorkoppel regelt bij
bruusk terugschakelen, om overmatige
vertraging van de tractiewielen te voor-
komen. Dit is vooral van nut op wegdek-
ken met gebrekkige grip, waardoor de au-
to niet meer stabiel blijft.
fig. 58F0S058Ab
046-062 ABARTH 500 1ed NL.qxd:044-062 FIAT 500 IT 15-06-2012 8:59 Pagina 54
Page 58 of 170

57
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
PARKEERSENSOREN
(voor selecte uitvoeringen/markten)
Deze bevinden zich in de achterbumper
van de auto fig. 59en attenderen de be-
stuurder via een repeterend geluidssignaal
op de aanwezigheid van obstakels achter
de auto.
fig. 59F0S103Ab
AKOESTISCH
WAARSCHUWINGSSYSTEEM
Als u de achteruit inschakelt en er een ob-
stakel achter de auto aanwezig is, klinkt er
een geluidssignaal waarvan de frequentie
afhankelijk is van de afstand van het ob-
stakel tot de achterbumper.
De frequentie van het geluidssignaal:
❒neemt toe als de afstand tot het obsta-
kel kleiner wordt
❒klinkt ononderbroken als de afstand tot
het obstakel minder is dan ongeveer
30 cm en stopt onmiddellijk als de af-
stand tot het obstakel groter wordt
❒blijft constant als de afstand tot het ob-
stakel constant blijft. ACTIVERING
De sensoren worden bij het inschakelen
van de achteruit automatisch geactiveerd.
Als de afstand tot het obstakel achter de
auto kleiner wordt, neemt de frequentie
van het geluidssignaal toe.
046-062 ABARTH 500 1ed NL.qxd:044-062 FIAT 500 IT 15-06-2012 8:59 Pagina 57
Page 78 of 170

77
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
ALGEMENE
WAARSCHUWINGEN
Als de contactsleutel naar
MAR wordt gedraaid en het
lampje
¬gaat niet branden of blijft
branden tijdens het rijden (samen met
de melding op de display, indien voor-
zien), dan is er mogelijk een storing in
de veiligheidssystemen; in dat geval
kunnen de airbags of gordelspanners
niet geactiveerd worden bij een on-
geval of, in een zeer beperkt aantal
gevallen, op verkeerde wijze geacti-
veerd worden. Neem, voordat verder
wordt gereden, onmiddellijk contact
op met het Abarth Servicenetwerk
om het systeem te laten controleren.
WAARSCHUWING
Bedek bij auto’s met zijair-
bags de rugleuning van de
voorstoelen niet met extra hoezen.
WAARSCHUWING
Reis niet met voorwerpen op
schoot of voor de borst en
houd niets in de mond (pijp, pen,
etc.). Bij een ongeval waarbij de air-
bag wordt opgeblazen, kan dit ern-
stige verwondingen veroorzaken.
WAARSCHUWING
Rijd altijd met de handen op
de stuurwielrand zodat de
airbag indien nodig ongehinderd op-
geblazen kan worden. Rijd niet met
voorover gebogen lichaam. Houd de
rug goed rechtop tegen de rugleuning
gedrukt.
WAARSCHUWINGAls de contactsleutel in stand
MAR staat of wanneer de
motor is uitgezet, kunnen de airbags
ook geactiveerd worden als de auto
door een andere auto wordt aange-
reden. Om die reden mogen kinderen
nooit op de voorstoel worden ge-
plaatst, ook als de auto stilstaat. Als
de sleutel echter in de stand STOP
staat, wordt bij een ongeval geen en-
kel veiligheidssysteem (airbag of gor-
delspanners) geactiveerd. De uitge-
bleven activering van de airbags wijst
in dergelijke gevallen niet op een sto-
ring van het systeem.
WAARSCHUWING
Laat bij diefstal of poging tot
diefstal, vandalisme of overs-
tromingen het airbagsysteem door het
Abarth Servicenetwerk controleren.
WAARSCHUWING
063-078 ABARTH 500 1ed NL.qxd:063-078 FIAT 500 IT 14-06-2012 10:39 Pagina 77
Page 81 of 170

Even snel gas geven voordat
de motor wordt uitgezet heeft
geen enkel nut, verspilt brand-
stof en is, vooral voor moto-
ren met turbocompressor, schadelijk.
Ga als volgt te werk:
❒trek de handrem aan;
❒plaats de versnellingspook in de vrij-
stand;
❒trap het koppelingspedaal volledig in
zonder het gaspedaal aan te raken;
❒draai de contactsleutel naar AVVen
laat deze los zodra de motor start.
DE MOTOR STARTEN
De auto is uitgerust met een elektronische
startblokkering: zie de paragraaf “Fiat CO-
DE startblokkering in “Kennismaking met
de auto” als de auto niet start.
De motor kan rumoeriger zijn tijdens de
eerste seconden werking, met name na
een lange periode van stilstand. Dit beïn-
vloedt niet de werking en de betrouw-
baarheid en is typerend voor hydraulische
klepstoters: het distributiesysteem dat
voor de benzinemotoren van de auto is
gekozen om het vereiste onderhoud te
beperken.
80
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
Tijdens de eerste gebruikspe-
riode adviseren wij om over-
matige belasting van de auto
te voorkomen (bijvoorbeeld
hard accelereren, lang rijden met de
maximumsnelheid, abrupt remmen,
enz.).
Laat bij afgezette motor de
sleutel in niet het contactslot
op MAR staan, om te voorko-
men dat de accu leeg raakt.
Het is gevaarlijk om de motor
in afgesloten ruimten te laten
draaien. De motor verbruikt zuurstof
en produceert kooldioxide, koolmo-
noxide en andere giftige gassen.
WAARSCHUWING
Onthoud dat de rembe-
krachtiging en de elektrische
stuurbekrachtiging niet werken zo-
lang de motor niet is gestart; om die
reden is meer kracht benodigd voor
de bediening van het rempedaal en
het stuur.
WAARSCHUWING
Als de motor niet bij de eerste poging
start, draai dan de contactsleutel naar de
stand STOPalvorens de procedure te
herhalen.
Als, met de contactsleutel in de stand
MAR, het waarschuwingslampje
Yop
het instrumentenpaneel samen met het
waarschuwingslampje
Ublijft branden,
draai dan de sleutel naar STOPen weer
terug naar MAR; als het waarschuwings-
lampje blijft branden, probeer dan met de
andere sleutels die bij de auto zijn geleverd.
Als de motor nog steeds niet start, neem
dan contact op met het Abarth Service-
netwerk.
079-086 ABARTH 500 1ed NL.qxd:079-088 FIAT 500 IT 14-06-2012 10:40 Pagina 80
Page 82 of 170

81
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
HANDREM
De handrem bevindt zich tussen de voor-
stoelen.
Trek de hendel omhoog om de handrem
in te schakelen.
PARKEREN
Ga als volgt te werk:
❒zet de motor af en trek de handrem
aan.
❒schakel een versnelling in (de eerste
versnelling als de auto omhoog is ge-
parkeerd, de achteruit als de auto om-
laag is geparkeerd) en zet de voorwie-
len iets uitgestuurd.
Als de auto op een steile helling wordt ge-
parkeerd, is het tevens raadzaam om de
wielen met wiggen of stenen te blokkeren.
Laat de contactsleutel niet in de stand
MARstaan om te voorkomen dat de ac-
cu leeg raakt. Verwijder altijd de contact-
sleutel als de auto wordt verlaten.
Laat nooit kinderen zonder toezicht in de
auto achter. Verwijder altijd de contact-
sleutel als de auto wordt verlaten en neem
deze mee. DE GESTARTE MOTOR
OPWARMEN
Ga als volgt te werk:
❒rijd langzaam weg en laat de motor bij
gemiddelde toerentallen draaien. Geef
niet abrupt gas;
❒verlang de eerste kilometers niet de
maximale prestaties van de auto. Wacht
tot de wijzer van de koelvloeistoftem-
peratuurmeter begint te bewegen.
DE MOTOR UITZETTEN
Draai de contactsleutel naar de stand
STOPterwijl de motor stationair draait.
BELANGRIJK Voordat de motor na een
zware rit wordt uitgezet, moet men hem
even stationair laten draaien om hem “op
adem” te laten komen. Hierdoor kan de
temperatuur in de motorruimte dalen.
fig. 1F0S076Ab
Probeer de motor nooit te
starten door de auto te du-
wen, te slepen of van een hel-
ling af te laten rijden. Hier-
door kan brandstof in de katalysator
terechtkomen die hierdoor onherstel-
baar beschadigd wordt.
De auto moet na enkele klik-
ken van de hendel geremd
worden; neem in tegengesteld geval
contact op met het Abarth Service-
netwerk om de handrem te laten af-
stellen.
WAARSCHUWING
Bij aangetrokken handrem en contact-
sleutel in de stand MAR, gaat het waar-
schuwingslampje
xop het instrumen-
tenpaneel branden.
Ga als volgt te werk om de handrem uit
te schakelen:
❒trek de hendel iets omhoog en druk op
de ontgrendelknop A-fig. 1;
❒houd de knop Aingedrukt en laat de
hendel zakken. Het waarschuwings-
lampje
xop het instrumentenpaneel
zal doven.
Trap het rempedaal in terwijl de handrem
wordt uitgeschakeld, om te voorkomen
dat de auto onverwachts beweegt.
079-086 ABARTH 500 1ed NL.qxd:079-088 FIAT 500 IT 14-06-2012 10:40 Pagina 81
Page 84 of 170

83
LAMPJES EN
MELDINGEN
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
Accessoires bevestigd op dakrails
Verwijder accessoires zoals dwarssteunen,
skidrager, bagagebox enz. van het dak als
ze niet meer gebruikt worden. Deze ver-
minderen de aerodynamica van de auto,
wat het brandstofverbruik negatief beïn-
vloedt. Het is beter om een aanhanger
voor het vervoer van volumineuze voor-
werpen te gebruiken.
Elektrische apparatuur
Gebruik de elektrische apparatuur alleen
wanneer nodig. De achterruitverwarming,
de verstralers, de ruitenwissers en de ven-
tilator van het ventilatie-/verwarmingssys-
teem nemen veel stroom op, waardoor
het brandstofverbruik toeneemt (tot 25%
in stadsverkeer).Klimaatregeling
Het gebruik van de klimaatregeling doet
het brandstofverbruik toenemen (gemid-
deld zo’n 20% extra): gebruik bij voorkeur
alleen de ventilatie als de buitentempera-
tuur dit toestaat.
Spoilers
Het gebruik van niet-gecertificeerde aero-
dynamische accessoires kan de aerodyna-
mica en het brandstofverbruik negatief
beïnvloeden.RIJSTIJL
Starten
Laat de motor niet warmdraaien bij stil-
staande auto: zo warmt de motor veel
langzamer op en nemen het verbruik en
de uitstoot van uitlaatgassen toe. Het is
beter om meteen rustig weg te rijden en
de motor op een laag toerental te houden:
op deze manier warmt de motor veel snel-
ler op.
Overbodige handelingen
Trap het gaspedaal niet in wanneer men
voor een stoplicht stil staat of alvorens de
motor af te zetten. Deze handeling heeft
evenals “double-clutchen” geen enkel nut
en verhoogt het brandstofverbruik en de
vervuiling.
Keuze van de versnellingen
Schakel een hogere versnelling in zodra de
verkeers- en wegomstandigheden dit toe-
laten. Snel accelereren met een lage ver-
snelling verhoogt het brandstofverbruik.
Ook het oneigenlijk gebruik van een ho-
ge versnelling doet het verbruik en de uit-
stoot van schadelijke uitlaatgassen toene-
men en veroorzaakt motorslijtage.BRANDSTOFBESPARING
Hier volgen enkele nuttige tips om brand-
stof te besparen en de uitstoot van
schadelijke emissies van zowel CO
2als an-
dere vervuilende stoffen (stikstofoxiden,
onverbrande koolwaterstoffen, fijn stof
enz.) zoveel mogelijk te beperken.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Onderhoud van de auto
Voer de controles en afstellingen uit die in
het “Geprogrammeerd Onderhoudssche-
ma“ zijn aangegeven.
Banden
Controleer regelmatig en ten minste één
keer per maand de bandenspanning: als de
spanning te laag is, wordt de weerstand
groter en neemt het brandstofverbruik
toe.
Overbodige bagage
Rijd niet met een te zwaar beladen baga-
geruimte. Rijd niet met te veel bagage in
de bagageruimte. Het gewicht van de au-
to (vooral bij rijden in de stad) en de wiel-
uitlijning beïnvloeden in grote mate het
brandstofverbruik en de stabiliteit.
079-086 ABARTH 500 1ed NL.qxd:079-088 FIAT 500 IT 14-06-2012 10:40 Pagina 83
Page 89 of 170

88
NOODGE-
VALLEN
ONDERHOUD
VAN DE AUTO
TECHNISCHE
GEGEVENS
INDEX
KENNISMAKING
MET DE AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
LAMPJES EN
MELDINGEN
ALGEMENE
WAARSCHUWINGEN
Het branden van een waarschuwings-
lampje gaat vergezeld van een specifieke
melding en/of geluidssignaal, wanneer van
toepassing. Deze meldingen zijn korte
waarschuwingenen mogen door hun
beknopt karakter niet worden beschouwd
als volledig en/of een alternatief voor de
informatie die is opgenomen in het In-
structieboek. Het is daarom raadzaam het
instructieboek altijd aandachtig te lezen.
Zie de informatie in dit hoofdstuk in
de gevallen dat een storing wordt gemeld.
BELANGRIJK De storingen die op de dis-
play verschijnen, kunnen worden onder-
verdeeld in twee categorieën: ernstige
storingenen minder ernstige storin-
gen.
Ernstige storingenworden langdurig
herhaald weergegeven.
Minder ernstige storingenworden
kort herhaald weergegeven.
Druk op MENU ESCom in beide geval-
len de waarschuwingscyclus te stoppen.
De melding op het instrumentenpaneel
blijft branden tot de oorzaak van de sto-
ring is verholpen.REMVLOEISTOF-
NIVEAU TE LAAG
(rood)
AANGETROKKEN
HANDREM (rood)
Wanneer de contactsleutel naar MAR
wordt gedraaid, gaat het lampje branden
dat na enkele seconden moet doven.
Remvloeistofniveau te laag
Dit lampje gaat branden wanneer het rem-
vloeistofniveau in het reservoir zich onder
het minimumpeil bevindt, bijvoorbeeld
door een lek in het remcircuit.
Bij sommige versies verschijnt een specia-
le melding op de display.
x
Wanneer het lampje xtij-
dens het rijden gaat branden
(bij sommige versies verschijnt ook
een melding op de display), zet dan
de motor onmiddellijk af en neem
contact op met het Lancia Service-
netwerk.
WAARSCHUWING
Aangetrokken handrem
Het lampje gaat branden wanneer de
handrem is aangetrokken.
BELANGRIJK Controleer of de handrem
is ingeschakeld als het lampje tijdens het
rijden gaat branden.
STORING
AIRBAGSYSTEEM
(rood)
Wanneer de contactsleutel naar MAR
wordt gedraaid, gaat het lampje branden
dat na enkele seconden moet doven.
Het lampje blijft vast branden als er een
storing in het airbagsysteem aanwezig is.
Bij sommige versies verschijnt een specia-
le melding op de display.
¬
087-094 ABARTH 500 1ed NL.qxd:089-098 FIAT 500 IT 15-06-2012 9:00 Pagina 88