Abarth 500 2016 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ABARTH, Model Year: 2016, Model line: 500, Model: Abarth 500 2016Pages: 211, PDF Size: 15.91 MB
Page 111 of 211

Kinderen langer dan 1,50 m kunnen de
veiligheidsgordels net zoals
volwassenen dragen.
BELANGRIJK
74) Er zijn kinderzitjes met Isofix
bevestigingen beschikbaar,
waarmee ze veilig met de stoel
verankerd kunnen worden zonder
de veiligheidsgordels van de auto
te gebruiken. Zie de paragraaf
"Montage van een Isofix
kinderzitje" voor montage-
instructies.
75) De afbeelding dient slechts ter
illustratie van de montage.
Monteer het kinderzitje
overeenkomstig de aanwijzingen,
die bijgesloten moeten zijn.
107
GROEP 3
75)
Voor kinderen met een gewicht tussen
22 en 36 kg bestaan er geschikte
beveiligingssystemen om de
veiligheidsgordel correct te kunnen
omleggen.
In de fig. 82 afbeelding is de juiste
plaatsing van het kinderzitje op
de achterstoel weergegeven.
82AB0A0066
Page 112 of 211

GESCHIKTHEID VAN DE PASSAGIERSSTOELEN VOOR HET GEBRUIK VAN
UNIVERSELE KINDERZITJES
In overeenstemming met de Europese Richtlijn 2000/3/EG is de geschiktheid van elke passagiersstoel voor de montage van
universele kinderzitjes in de volgende tabel weergegeven:
Groep Gewichtsgroep Passagiersstoel voorAchterstoelen (zijkant en
midden)
Groep 0, 0+ tot 13 kgUU
Groep 1 9–18 kgUU
Groep 2 15–25 kgUU
Groep 3 22–36 kgUU
U= geschikt voor "Universele" kinderzitjes overeenkomstig de Europese ECE/R44-norm voor de aangegeven "Groepen".
108
VEILIGHEID
Page 113 of 211

INBOUWVOORBEREIDING
ISOFIX KINDERZITJE
De auto is uitgerust met ISOFIX
verankeringspunten, een nieuwe
standaard die het monteren van een
kinderzitje snel, eenvoudig en veilig
maakt.
Isofix kinderzitjes en conventionele
kinderzitjes kunnen in dezelfde auto op
verschillende stoelen worden
gemonteerd.
fig. 83 een voorbeeld van een
Universeel Isofix kinderzitje voor
gewichtsgroep 1.
76)
Voor andere gewichtsgroepen zijn
specifieke Isofix-kinderzitjes voorzien,
deze kunnen alleen worden gebruikt als
ze speciaal voor deze auto zijn
ontworpen (zie overzicht auto’s met
bijbehorend kinderzitje).
BELANGRIJK De zitplaats midden op
de achterbank is ongeschikt voor
gebruik van alle types Isofix kinderzitjes.MONTAGE UNIVERSEEL
ISOFIX KINDERZITJE
Maak het kinderzitje vast aan de twee
metalen verankeringspunten A
de zitting van de achterbank zitten;
verwijder vervolgens de hoedenplank
en bevestig de bovenste gordel
(geleverd bij het kinderzitje) vast aan het
verankeringspunt B fig. 85 dat
onderdaan achter de rugleuning zit.
83AB0A0067
A
84AB0A0068
85AB0A0069
109
fig. 84 dietussen de rugleuning en
Page 114 of 211

77) 78) 79)
110
VEILIGHEID
Bij Universele Isofix kinderzitjes moeten
alle zitjes goedgekeurd zijn volgens
de ECE R44/03-richtlijn (R44/03 of
hoger) “Universeel Isofix".
In het Abarth Lineaccessori-assortiment
is een Universeel Isofix “Duo Plus”-
kinderzitje en het speciale "G 0/1 S"
zitje beschikbaar.
Zie de handleiding van het kinderzitje
voor meer informatie over de
montage/het gebruik.
Page 115 of 211

GESCHIKTHEID VAN PASSAGIERSSTOELEN VOOR GEBRUIK VAN ISOFIX
KINDERZITJE
In de onderstaande tabel worden, in overeenstemming met de Europese norm ECE 16, de verschillende
montagemogelijkheden getoond voor Isofix kinderzitjes op stoelen die zijn uitgerust met Isofix bevestigingen.
Gewichtsgroep Plaats kinderzitje Klasse Isofix bevestigingAchterstoelen aan
zijkanten
Groep 0 tot 10 kg Tegen de rijrichting in EX
Groep 0+ tot 13 kgTegen de rijrichting in EX
Tegen de rijrichting in DX
Tegen de rijrichting in CX
Groep 1 van 9 tot 18 kgTegen de rijrichting in DX
Tegen de rijrichting in CX
In de rijrichting BIUF
In de rijrichting BIIUF
In de rijrichting AIUF
X: Isofix plaats niet geschikt voor Isofix-kinderzitjes in deze gewichtsgroep en/of maatklasse.
IUF: geschikt voor in de rijrichting geplaatste Isofix kinderzitjes in de Universele categorie en typegoedgekeurd voor gebruik voor de gewichtsgroep.
111
Page 116 of 211

Belangrijke
aanbevelingen voor het
veilig vervoeren van
kinderen
❒Monteer de kinderzitjes op de
achterbank, omdat die plaats bij een
ongeval de meeste bescherming
biedt.
❒Houd kinderen zo lang mogelijk in
kinderzitjes tegen de rijrichting in,
minstens tot ze 2 jaar oud zijn.
❒Indien een kinderzitje tegen de
rijrichting in op de achterbank is
gemonteerd, dan is het raadzaam om
het kinderzitje zo dicht mogelijk
tegen de voorstoel aan te monteren.
❒Als de passagiersairbag buiten
werking is gesteld, controleer dan of
het lampje
continu brandt om
er zeker van te zijn dat deze airbag
daadwerkelijk is uitgeschakeld.
❒Neem de aanwijzingen die de
producent verplicht bij het kinderzitje
moet leveren zorgvuldig in acht.
Bewaar deze aanwijzingen samen
met de overige documenten en
dit instructieboekje in de auto.
Gebruik geen gebruikte kinderzitjes
waarvan de gebruiksaanwijzingen
ontbreken.❒Elk tegenhoudsysteem is bedoeld
voor slechts één kind: vervoer nooit
twee kinderen in een zitje.
❒Controleer altijd of de gordel niet
langs de nek van het kind loopt.
❒Controleer of de gordel goed is
vastgemaakt door eraan te trekken.
❒Controleer tijdens het rijden of het
kind geen verkeerde houding
aanneemt of de gordels losmaakt.
❒Laat een kind nooit de het diagonale
gordelgedeelte onder zijn arm of
achter zijn rug omleggen.
❒Vervoer kinderen nooit op schoot,
ook geen pasgeborenen. Niemand
is in staat om een kind vast te
houden bij een ongeval.
❒Na een ongeval moet het kinderzitje
door een nieuw exemplaar worden
vervangen.
BELANGRIJK
76) De afbeelding dient slechts ter
illustratie van de montage.
Monteer het kinderzitje
overeenkomstig de aanwijzingen,
die bijgesloten moeten zijn.77) Als een Universeel ISOFIX
kinderzitje niet aan alle drie de
verankeringspunten is
vastgemaakt, zal het kinderzitje
het kind niet goed kunnen
beschermen. In geval van een
aanrijding zou het kind ernstig
gewond kunnen raken of zelfs
kunnen overlijden.
78) Monteer het kinderzitje alleen bij
stilstaande auto. Het kinderzitje is
op de juiste wijze aan de beugels
bevestigd als de vergrendeling
hoorbaar vastklikt. De instructies
voor montage, demontage en
plaatsing moeten in elk geval
worden opgevolgd. De fabrikant
van het kinderzitje is verplicht
deze instructies bij het kinderzitje
te leveren.
79) Monteer het kinderzitje
overeenkomstig de aanwijzingen,
die bijgesloten moeten zijn.
112
VEILIGHEID
Page 117 of 211

FRONTAIRBAGS
De frontairbags voor bestuurder/
passagier en de knieairbag voor de
bestuurder (voor bepaalde versies/
markten) beschermen de inzittenden op
de voorstoelen in het geval van
middelzware/zware frontale botsingen,
door de airbag tussen de inzittende
en het stuurwiel of het dashboard op te
blazen.
Als de airbags niet worden opgeblazen
bij andere soorten botsingen (botsingen
opzij, achterop, over de kop slaan
enz.), wijst dit niet op een storing van
het systeem.
Bij een frontale botsing wordt de airbag
door een elektronische regeleenheid
opgeblazen.
Het kussen blaast onmiddellijk op
tussen de inzittende voorin en
het stuurwiel of het dashboard,
waardoor het lichaam van de inzittende
wordt opgevangen en de kans op
verwondingen wordt beperkt. Na het
opblazen loopt de airbag ook direct
weer leeg.De frontairbags zijn geen vervanging
voor de veiligheidsgordels, maar een
aanvulling. Draag dus altijd
veiligheidsgordels, zoals trouwens bij de
wet voorgeschreven is in alle Europese
landen en de meeste landen
daarbuiten.
Bij een botsing kunnen degenen die
geen veiligheidsgordel dragen, in
contact komen met een airbag die nog
niet volledig opgeblazen is. Onder
deze omstandigheden wordt de
inzittende minder door de airbag
beschermd.
In de volgende omstandigheden kan
het voorkomen dat de frontairbags niet
worden opgeblazen:
❒frontale botsingen tegen makkelijk
vervormbare onderdelen, die niet
het front van de auto zijn (bijv.
spatbord tegen de vangrail);
❒het voertuig schuift onder andere
auto’s of veiligheidsbarrières
(bijvoorbeeld onder vrachtwagens of
vangrails) aangezien de airbags
geen aanvullende bescherming
bieden in vergelijking met de
veiligheidsgordels, zodat hun
activering geen zin heeft. In deze
gevallen wijst de uitgebleven
activering dus niet op een storing van
het systeem.
80)
De frontairbags (bestuurder, passagier,
knieairbag voor bestuurder) zijn
ontworpen en afgesteld om inzittenden
voorin met omgelegde
veiligheidsgordels zo goed mogelijk te
beschermen.
Wanneer de airbags volledig
opgeblazen zijn, nemen ze bijna alle
ruimte in beslag tussen het stuurwiel en
de bestuurder, tussen de onderste
bescherming van de stuurkolom en de
knieën van de bestuurder en tussen
het dashboard en de passagier.
Bij lichte frontale botsingen (waarbij de
bescherming van de omgelegde gordel
volstaat) worden de airbags niet
opgeblazen. De veiligheidsgordels
moeten dus altijd gedragen worden. Bij
een frontale aanrijding zorgen de
veiligheidsgordels ervoor dat de
inzittenden in de juiste stand worden
gehouden.
113
Page 118 of 211

FRONTAIRBAG
PASSAGIERSZIJDE
Deze bestaat uit een onmiddellijk
opblaasbaar kussen dat in een speciale
ruimte in het dashboard is opgeborgen
fig. 87: deze airbag heeft een groter
volume dan de bestuurdersairbag.
81)
FRONTAIRBAG
PASSAGIERSZIJDE EN
KINDERZITJES
82)
NeemALTIJDde aanwijzingen vermeld
op het etiket op de zonneklep aan
passagierszijde in acht (fig. 88).UITSCHAKELING VAN DE
AIRBAGS AAN
PASSAGIERSZIJDE:
FRONTAIRBAG EN
ZIJAIRBAG
83)
Als een kind in een kinderzitje dat
achterstevoren op de voorstoel
is geplaatst vervoerd moet worden,
schakel dan de frontairbag en de
zijairbag aan passagierszijde uit.
Het lampje A fig. 89 blijft continu
branden tot de frontairbag en
de zijairbag aan passagierszijde weer
worden ingeschakeld.
BELANGRIJK Zie, om de frontairbag en
zijairbag aan passagierszijde uit te
schakelen, paragraaf "Menuopties" in
het hoofdstuk "Kennismaking met
het instrumentenpaneel".
86AB0A0070
87AB0A0071
88AB0A0227
89AB0A0228
114
VEILIGHEID
FRONTAIRBAG
BESTUURDERSZIJDE
Deze bestaat uit een onmiddellijk
opblaasbaar kussen dat in een speciale
ruimte in het midden van het stuurwiel
is geplaatst fig. 86.
Page 119 of 211

90AB0A0073
115
KNIE-AIRBAG
BESTUURDERSZIJDE
Deze bestaat uit een onmiddellijk
opblaasbaar kussen dat in een speciale
ruimte onder de onderste afschermkap
van de stuurkolom is geplaatst,fig. 90
op kniehoogte van de bestuurder. Deze
biedt extra bescherming voor de
bestuurder in het geval van een frontale
botsing.
Page 120 of 211

91AB0A0072
116
VEILIGHEID
FRONTAIRBAG PASSAGIERSZIJDE EN KINDERZITJES: WAARSCHUWING