ESP Abarth 500 2020 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ABARTH, Model Year: 2020, Model line: 500, Model: Abarth 500 2020Pages: 204, PDF Size: 3.53 MB
Page 2 of 204

Dit Instructieboek is bedoeld om de bedrijfsomstandigheden van het voert\
uig te verduidelijken.
Voor de enthousiaste gebruiker die de inzichten, curiositeiten en gedeta\
illeerde informatie over de eigenschappen en functies van het
voertuig wil weten, biedt Abarth de gelegenheid om een speciaal gedeelte\
te raadplegen dat beschikbaar is in elektronisch formaat.
ONLINE INSTRUCTIEBOEK
Het volgende symbool is weergegeven in de tekst van het Instructieboek , naast de onderwerpen waarvoor updates worden verschaft .
Ga naar de website www.mopar.eu/owner
en open uw persoonlijke zone.
Op de pagina “Onderhoud en zorg” vindt u alle informatie over uw v\
oertuig en de link om toegang te krijgen tot eLUM, waar u alle details van het
Instructieboek zult kunnen vinden.
Of ga voor toegang tot deze informatie naar de website http://aftersales.fiat.com/elum/
.
De eLUM website is gratis en zal u in de gelegenheid stellen, naast heel veel an\
dere dingen, gemakkelijk de boorddocumenten te raadplegen van alle
andere voertuigen van de Group.
Veel leesplezier en goede reis!
Page 3 of 204

Beste klant,
Wij feliciteren u en bedanken u dat u voor een Abarth 595/695 hebt gekozen. Wij hebben dit boekje samengesteld om u te helpen alle
kenmerken van de auto te leren kennen en hem op de beste manier te gebruiken. Wij raden aan het aandachtig door te lezen voordat
u voor de eerste keer gaat rijden.
Dit boekje bevat informatie, adviezen en belangrijke waarschuwingen voor het gebruik van de auto, zodat u het maximum uit de
technologische eigenschappen van uw Abarth 595/695 kunt halen. Dit boekje geeft tevens een beschrijving van de speciale
kenmerken, essentiële informatie over het correcte onderhoud van uw auto, alsmede tips voor veilig rijden.
In het bijgevoegde Garantieboekje vindt u ook een beschrijving van de Diensten die Abarth haar klanten biedt, het Garantiecertificaat
en de details van de voorwaarden om de geldigheid ervan te behouden.
Wij zijn ervan overtuigd dat u met behulp van deze middelen spoedig vertrouwd zult raken met uw nieuwe auto en de service van de
mensen bij Abarth zult waarderen.
Veel leesplezier gewenst ... en goede reis!
In dit instructieboek zijn alle versies van de Abarth 595/695 beschreven; neem alstublieft uitsluitend de informatie in
beschouwing die betrekking heeft op het uitrustingsniveau, de motor en de versie van uw auto. De gegevens in deze
publicatie zijn slechts indicatief. FCA Italy S.p.A. kan op elk moment de in deze publicatie beschreven specificaties van
het automodel om technische of commerciële redenen wijzigen. Neem voor meer informatie contact op met het Abarth
Servicenetwerk.
Page 6 of 204

VERANDERINGEN/WIJZIGINGEN AAN
HET VOERTUIG
WAARSCHUWINGEN
Elke verandering of wijziging aan het voertuig kan ernstige negatieve invloed hebben op de veiligheid en de wegligging ervan,
hetgeen kan leiden tot ongevallen waarbij de inzittenden zelfs dodelijk gewond kunnen raken.
OPTIONELE ACCESSOIRES
Als na aanschaf van het voertuig besloten wordt elektrische accessoires te monteren die constante elektrische voeding nodig
hebben (radio, satellietbewaking diefstalalarm enz.) of accessoires die veel stroom verbruiken, neem dan contact op met het
Abarth Servicenetwerk. Het gespecialiseerde personeel kan het totale stroomverbruik beoordelen en controleren of de
elektrische installatie van het voertuig hierop berekend is en of het noodzakelijk is een accu met een grotere capaciteit te
monteren.
BELANGRIJK Let op bij het monteren van aanvullende spoilers, lichtmetalen velgen of niet-originele wieldeksels: deze
accessoires kunnen namelijk de ventilatie van de remmen beperken en de remwerking beïnvloeden bij herhaaldelijk hard
remmen of op lange afdalingen. Let erop dat de slag van de pedalen nergens door wordt belemmerd (matten, enz.).
INSTALLATIE VAN ELEKTRISCHE/ELEKTRONISCHE SYSTEMEN
Elektrische/elektronische apparaten die na aanschaf van de auto door de aftersales-service worden gemonteerd, moeten van
het volgende merkteken zijn voorzien:
.
FCA Italy S.p.A. autoriseert de montage van zend-/ontvangstapparatuur op voorwaarde dat deze door een gespecialiseerd
bedrijf op vakkundige wijze en overeenkomstig de aanwijzingen van de fabrikant wordt uitgevoerd.
BELANGRIJK In geval van montage van systemen waarbij de kenmerken van het voertuig worden gewijzigd, kan het
kentekenbewijs door de bevoegde instanties ingenomen worden. Dit kan ook de ongeldigheid van de garantie met zich
meebrengen voor defecten veroorzaakt door voornoemde wijziging of die direct of indirect hierop terug te voeren zijn.
FCA Italy S.p.A. wijst elke aansprakelijkheid af voor schade die het gevolg is van montage van accessoires die niet door FCA
Italy S.p.A. zijn geleverd of aanbevolen en die niet conform de verschafte aanwijzingen zijn gemonteerd.
RADIOZENDAPPARATUUR EN MOBIELE TELEFOONS
Radiozendapparatuur (autotelefoons, CB-zenders, radioamateurs e.d.) mag alleen in het voertuig worden gebruikt met een
aparte antenne die aan de buitenkant is gemonteerd.
Page 19 of 204

Verstelling rugleuning
Draai aan knop 2 fig. 11 tot de
gewenste stand is bereikt.
Rugleuning kantelen
3)
Om de rugleuning neer te klappen,
hendel 3 fig. 12 (op de rugleuning) naar
boven trekken; vervolgens loslaten
en, terwijl tegen de rugleuning geduwd
wordt, de stoel naar voren schuiven.
ACHTERBANK
Bagageruimte uitbreiden
11)
Met een deelbare achterbank kan de
bagageruimte gedeeltelijk fig. 13 of
maximaal fig. 14 worden vergroot.
Gedeeltelijke vergroting (50/50)(waar aanwezig)
Ga als volgt te werk:
verwijder de achterste hoofdsteunen
(waar aanwezig);
verwijder de hoedenplank door hem
los te maken van de twee pennen
aan de zijkant en hem uit te trekken;
controleer of de veiligheidsgordel
volledig is uitgetrokken en niet is
verdraaid;
bedien hendel 1 of 2 fig. 15 om
resp. het linkerdeel of het rechterdeel
van de rugleuning los te maken en
in het kussen te geleiden.
BELANGRIJK Om de rugleuning weer
in zijn juiste stand te brengen, is het aan
te bevelen vanaf de buitenzijde van de
auto via de portieren te werk te gaan.
12AB0A0016C
13AB0A0049C
14AB0A0050C
15AB0A0014C
17
Page 20 of 204

Maximale vergroting
Door het volledig naar voren klappen
van de achterbank verkrijgt u de
maximale laadruimte.
Ga als volgt te werk:
verwijder de achterste hoofdsteunen
(waar aanwezig)
verwijder de hoedenplank door hem
los te maken van de twee pennen
aan de zijkant en hem uit te trekken;
controleer of de gordelbanden
volledig zijn uitgetrokken en niet zijn
verdraaid;
gebruik de hendels 1 en 2 fig. 15 om
de rugleuningen los te maken en neer
te klappen tot op het zitkussen.
Achterbank terugklappen
Til de rugleuningen op en druk de ze
naar achteren zodat beide
vergrendelingen hoorbaar vastklikken.
Plaats de gespen van de
veiligheidsgordels naar boven gericht
en zorg dat het zitkussen zich in de
stand bevindt waarin het normaal wordt
gebruikt.
BELANGRIJK Om de rugleuning weer
in zijn juiste stand te brengen, is het aan
te bevelen vanaf de buitenzijde van de
auto via de portieren te werk te gaan.BELANGRIJK Wanneer de rugleuning in
de normale stand wordt teruggezet,
moet men controleren of hij juist wordt
geplaatst en hoorbaar vastklikt. Zorg
dat de rugleuning aan beide zijden
goed is vergrendeld om te voorkomen
dat deze bij bruusk remmen naar voren
kan klappen en zo de passagiers kan
verwonden.
BELANGRIJK
8)Voer de aanpassingen alleen uit
wanneer de auto stilstaat.
9)Als er een zijairbag is geïnstalleerd, is het
gevaarlijk stoelhoezen te gebruiken die
niet geleverd zijn door Lineaccessori
Abarth.
10)Controleer na het loslaten van de
hendel of de stoel goed geblokkeerd is
door te proberen hem naar voren en naar
achteren te schuiven. Als de stoel niet
goed op zijn plaats is vergrendeld zou dat
kunnen leiden tot plotselinge verplaatsing
van de stoel waardoor de bestuurder
de controle over het voertuig verliest.
11)Zorg ervoor dat de rugleuningen aan
beide zijden goed zijn vergrendeld om
te voorkomen dat deze bij plotseling
remmen naar voren klappen en zo de
inzittenden kunnen verwonden.
BELANGRIJK
2)De bekleding van uw voertuig is
ontworpen om bestand te zijn tegen
slijtage bij normaal gebruik van het
voertuig. Er moeten wel enkele
voorzorgsmaatregelen getroffen worden.
Vermijd excessief schuren tegen
kledingaccessoires zoals metalen gespen
en klittenband die, als ze veel druk
uitoefenen in een klein gebied, zouden
kunnen afbreken, met beschadiging van de
bekleding als gevolg.
3)Verwijder voordat de rugleuning wordt
ingeklapt alle voorwerpen die op de zitting
liggen.
18
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 36 of 204

Door continu op de "ontgrendelknop" 1
fig. 35 te drukken, gaat het cabriodak
open; de beweging stopt wanneer
de knop wordt losgelaten.
BELANGRIJKE
OPMERKINGEN
De horizontale en verticale delen van
het cabriodak kunnen bediend worden
bij elke snelheid lager dan
respectievelijk 100 km/h en 80 km/h.
Het cabriodak kan bediend worden
bij elke temperatuur tussen -18 en
+80 .
Het wordt aanbevolen de motor
altijd te laten lopen tijdens het openen
of sluiten van het vouwdak.
Indien nodig de accu verwijderen als
het vouwdak geopend of gesloten is,
maar NIET als het dak in beweging is.
Bevestig geen
bagagetransportmiddelen op het
cabriodak en rij niet met voorwerpen
die op het geopende dak liggen.
Op verzoek van de gebruiker wordt
de achterruitverwarming alleen
ingeschakeld als het cabriodak volledig
is gesloten. Als het cabriodak verkeerd
gesloten is, werkt de
achterruitverwarming niet en gaat het
bijbehorende waarschuwingslampje niet
branden.
Verwijder geen ijs van het vouwdak
met een scherp voorwerp.
Gebruik geen krabbers of
spuitbussen om ijs van de verwarmde
achterruit te verwijderen om
beschadiging te voorkomen.
Plaats geen voorwerpen op het
cabriodak: deze kunnen van het dak
vallen als het bediend wordt en kunnen
leiden tot beschadiging en letsel.
Het wordt aanbevolen het vouwdak
af te dekken met een beschermend
zeil als de auto langdurig buiten
geparkeerd wordt.
Laat het cabriodak niet gedurende
lange perioden in opgevouwen
toestand: dit kan vouwen en kreuken in
de stof veroorzaken.
Voordat u het cabriodak in beweging
zet, controleren of er genoeg ruimte is
om dit te doen en of er geen
belemmeringen of mensen vlakbij de
bewegende delen van het cabriodak
zijn.
De gekoelde luchtstroom binnenin
de auto kan afnemen als de
automatische klimaatregeling is
ingeschakeld en het cabriodak niet
volledig is gesloten.
Bij geopend cabriodak en rijdende
auto kan het
spraakherkenningssysteem mogelijk
geen spraakopdrachten herkennen
vanwege het achtergrondlawaai: bij
gesloten cabriodak en rijdend op hoge
snelheid kan de spraakfunctie voor
het kiezen van telefoonnummers
mogelijk niet worden herkend.
NOODBEDIENING
Als de knoppen niet werken, kan het
cabriodak handmatig worden verplaatst
zoals hieronder is beschreven:
neem de bijgeleverde sleutel 1 fig.
36 uit de gereedschapshouder in de
bagageruimte of uit de Fix&Go-kit;
breng de sleutel op zijn plaats aan,
zichtbaar vanaf de binnenkant van
de bagageruimte onder de
hoedenplank, op punt 1 getoond in fig.
37;
35AB0A0332C
34
KENNISMAKING MET HET VOERTUIG
Page 45 of 204

SCHAKELINDICATOR
De GSI (Gear Shift Indicator) adviseert
de bestuurder een andere versnelling in
te schakelen via een speciaal bericht
op het display.
Via de GSI wordt de bestuurder
gewaarschuwd dat een andere
versnelling brandstofbesparing kan
opleveren.
Wanneer het schakelpictogram
(opschakelen)
op de display wordt
getoond, geeft de GSI het advies om
een hogere versnelling in te schakelen,
terwijl wanneer het schakelpictogram
(terugschakelen)
wordt getoond, de
bestuurder wordt geadviseerd een
lagere versnelling in te schakelen.
De aanduiding op het
instrumentenpaneel blijft branden
zolang de bestuurder niet schakelt of
zolang de rijomstandigheden niet
terugkeren naar een situatie waarin
schakelen niet nodig is om het verbruik
te optimaliseren.
ANALOGE DRUKMETER
De auto is uitgerust met een drukmeter
voor de meting van de druk van de
turbocompressor met de analoge meter
1 fig. 48.
De schaal van de indicator 1 kan,
afhankelijk van het model, 2,0
bar behalen.OPMERKING De wijzer van de meter
voor de turbodruk mag nooit meer dan
1 – 1,2 bar aangeven, ook niet als
een sportieve rijstijl en maximale
prestaties worden vereist.
Display Sportfunctie
Als de SPORT-functie gebruikt wordt,
wordt op het display 2 fig. 48 binnenin
de turbodrukmeter het woord "SPORT"
weergegeven.
MENUOPTIES
Het menu bestaat uit een serie opties
die gekozen kunnen worden met de
knoppen+en–om toegang te krijgen
tot verschillende keuze- en
instellingshandelingen (Instellingen) die
hieronder zijn aangegeven. Sommige
opties hebben een submenu.
+Om de schermpagina en de opties
naar boven te doorlopen of om de
weergegeven waarde te verhogen.
MENUKort indrukken om het
menu te openen en/of naar
de volgende schermpagina
te gaan of de gewenste
keuze te bevestigen.
Ingedrukt houden om naar
het standaardscherm
terug te keren.
48AB0A0333C
49AB0A0002C
43
Page 46 of 204

–Om de schermpagina en de opties
naar beneden te doorlopen of om de
weergegeven waarde te verlagen.
OPMERKING De knoppen+en
–activeren verschillende functies
afhankelijk van de volgende situaties:
hiermee kan binnen het menu naar
beneden of naar boven door de opties
gebladerd worden;
zorgen tijdens instellingen voor het
verhogen en verlagen van de waarden.
Het menu biedt de volgende functies:
VERLICHTING: voor het verstellen
van de verlichting van het dashboard en
instrumentenpaneel
PIEP SNELHEID: voor het instellen
van de snelheidslimiet van het voertuig
(km/h of mph). De bestuurder wordt
gewaarschuwd als deze snelheid wordt
overschreden.
ACTIVERING TRIP B/GEGEVENS:
voor de inschakeling ("On") en
uitschakeling ("Off") van de Trip
B-weergave (gedeeltelijke tripteller).
STEL UUR IN: voor het instellen van
de klok op het display
STEL DATUM IN: voor het instellen
van de datum op het display
AUTOCLOSE: voor het inschakelen
of uitschakelen van de automatische
portiervergrendeling bij een snelheid
hoger dan 20 km/h
MEETEENHED: voor het instellen
van de meeteenheden voor afstand en
brandstofverbruik
TAAL: voor het instellen van de taal
op het display
GELUIDSSTERKTE
WAARSCHUWINGEN: voor het
instellen van het volume (8 niveaus) van
het geluidssignaal (zoemer) dat klinkt
als een storing/waarschuwing wordt
weergegeven
PIEP VEILIGHEIDSGORDELS: voor
de herinschakeling van de SBR-zoemer
(wordt alleen weergegeven als het
SBR-systeem is ingeschakeld door het
Abarth Dealernetwerk)
SERVICE: geeft de kilometerstand
weer waarbij geprogrammeerd
onderhoud moet worden verricht
AIRBAG/AIRBAG PASSAGIER: voor
het inschakelen/uitschakelen van de
passagiersairbag
DAGLICHTEN: voor het inschakelen/
uitschakelen van de dagrijlichten
ITPMS RESETTEN: voor het
resetten van het iTPMS-systeem
(”inleren”, zie de paragraaf “iTPMS-
systeem”)
ZIE RADIO (indien aanwezig): voor
het inschakelen/uitschakelen van het
dupliceren van bepaalde radio-
informatie weergegeven in de weergave
van hetUconnect™-systeem op het
display van het instrumentenpaneel.
ZIE TELEFOON (indien aanwezig):
voor het inschakelen/uitschakelen
van het dupliceren van bepaalde
telefoongesprekinformatie weergegeven
in de weergave van hetUconnect™-
systeem op het display van het
instrumentenpaneel.
ZIE NAVIGATIE (indien aanwezig):
voor het inschakelen/uitschakelen van
het dupliceren van bepaalde
navigatie-informatie weergegeven in de
weergave van hetUconnect™-
systeem op het display van het
instrumentenpaneel.
MENU AFSLUITEN
44
KENNISMAKING MET HET INSTRUMENTENPANEEL
Page 68 of 204

Systeem inschakelen
Het systeem wordt ingeschakeld door
het indrukken van de knop 1 fig. 51
op het dashboard. De inschakeling is af
te lezen aan de led in de TTC-knop
die gaat branden.
BELANGRIJK
40)Wanneer het ABS wordt ingeschakeld,
is een trilling aan het rempedaal voelbaar.
Verlaag de remdruk niet en houd het
rempedaal goed ingetrapt; zo zorgt het
systeem voor de kortste remweg op basis
van de wegomstandigheden.
41)Een inrijperiode van circa 500 km is
vereist om het beste uit het remsysteem te
halen: vermijd tijdens deze periode bruusk,
herhaaldelijk of langdurig remmen.
42)Als het ABS-systeem ingrijpt, dan is de
grip van de banden op het wegdek
beperkt. Vertraag tot een bepaalde
snelheid.43)Het ABS kan niet de door het wegdek
geboden grip boven de limieten van de
natuurkundige wetten laten toenemen.
44)Het ABS kan geen ongelukken
voorkomen, waaronder ongelukken
wegens overmatige snelheid in bochten,
rijden op wegdek met weinig grip of
aquaplaning.
45)De capaciteiten van het ABS mogen
nooit op onverantwoorde en gevaarlijke
wijze worden uitgetest, waardoor de
persoonlijke veiligheid en die van anderen
in gevaar komt.
46)Voor een goede werking van het ABS
moeten de banden van alle wielen van
hetzelfde merk zijn, in perfecte conditie
verkeren en vooral van het voorgeschreven
type en maat zijn.
47)Ook als het noodreservewiel (daar waar
aanwezig) wordt gebruikt, blijft het ABS
werken. Onthoud altijd dat het
noodreservewiel kleiner is dan een normale
band, waardoor het minder grip levert.
48)Het ABS benut zoveel mogelijk de
beschikbare grip maar kan hem niet
verhogen. Rijd dus altijd voorzichtig op
gladde weggedeelten en neem geen
onnodige risico’s.
49)Voor de goede werking van het
ESC-systeem moeten de banden van alle
wielen van hetzelfde merk zijn, in perfecte
conditie verkeren en vooral van het
voorgeschreven type en maat zijn.
50)Het ESC blijft ook ingeschakeld
wanneer met het ruimtebesparende
reservewiel wordt gereden. Onthoud altijd
dat het noodreservewiel kleiner is dan
een normale band, waardoor het minder
grip levert.51)Neem nooit onnodige en
onverantwoorde risico's, ook al is het
voertuig voorzien van het ESC-systeem.
Uw rijstijl moet altijd aangepast zijn aan de
conditie van het wegdek, het zicht en het
verkeer. De bestuurder is in elk geval
verantwoordelijk voor een veilige rijstijl.
52)Het ESC kan niet de door het wegdek
geboden grip boven de limieten van de
natuurkundige wetten laten toenemen.
53)Het ESC-systeem kan geen
ongelukken voorkomen, waaronder
ongelukken wegens overmatige snelheid in
bochten, rijden op wegdek met weinig
grip of aquaplaning.
54)De capaciteiten van het ESC-systeem
mogen nooit op onverantwoorde en
gevaarlijke wijze worden uitgetest,
waardoor de persoonlijke veiligheid en die
van anderen in gevaar komt.
55)Het HH-systeem is geen parkeerrem;
verlaat daarom nooit het voertuig zonder
eerst de handrem te hebben aangetrokken,
de motor te hebben afgezet en de eerste
versnelling te hebben ingeschakeld, met
het voertuig in veilige omstandigheden
geparkeerd.
56)Er kunnen situaties op kleine hellingen
(minder dan 8%) voorkomen waarin, bij
beladen auto of een aangekoppelde
aanhanger (indien voorzien), het Hill
Holder-systeem niet in werking treedt en de
auto zich iets naar achteren verplaatst,
waardoor het risico op een botsing met
een ander voertuig of voorwerp toeneemt.
De bestuurder is in elk geval
verantwoordelijk voor een veilige rijstijl.
51AB0A0226C
66
VEILIGHEID
Page 70 of 204

Lage bandenspanning
Het systeem waarschuwt de
bestuurder als een of meer banden leeg
zijn door het aangaan van het
waarschuwingslampje
op het
instrumentenpaneel.
Naast de banden fig. 53 wordt "KO"
samen met een waarschuwingsbericht
op het display weergegeven.
Als het systeem de spanningswaarde
van een of meer banden niet herkent,
toont het display streepjes "– –"
Deze waarschuwing wordt ook
weergegeven nadat de motor wordt
afgezet en weer gestart wordt, zolang
de RESET-procedure niet wordt
uitgevoerd.
RESETPROCEDURE
Het iTPMS-systeem heeft een
"inleerfase" nodig (met een duur die
afhangt van de rijstijl en de
wegomstandigheden: bij optimale
omstandigheden wordt gereden op een
rechte weg met 80 km/h gedurende
minstens 20 minuten) die begint
wanneer de resetprocedure wordt
uitgevoerd.
De resetprocedure moet worden
uitgevoerd:
elke keer dat de bandenspanning
wordt gewijzigd;
wanneer ook maar één wiel
verwisseld wordt;
wanneer de banden worden
gedraaid of omgewisseld;
wanneer het ruimtebesparende
reservewiel wordt gemonteerd.
Pomp, voordat de RESET-procedure
wordt uitgevoerd, de banden tot de
juiste bandenspanning op, vermeld in
de bandenspanningstabel (zie de
paragraaf "Wielen" in het hoofdstuk
"Technische gegevens").
Als de RESET-procedure niet wordt
uitgevoerd kan, in alle bovenstaande
gevallen, het waarschuwingslampje
onjuiste aanduidingen over een of
meer banden geven.Om de RESET-procedure uit te voeren,
bij stilstaand voertuig en de
contactsleutel op MAR gedraaid, het
instellingenmenu openen (zie
beschrijving onder paragraaf
“Menuopties”).
Na afronding van de Resetprocedure
verschijnt op display het bericht "Reset
opgeslagen" wat aangeeft dat het
"inleren" is gestart.
WERKINGSCONDITIES
67),68),69),70),71),72)
Het systeem is actief bij snelheden van
meer dan 15 km/h.
In enkele situaties, zoals sportief rijden,
bijzondere omstandigheden van het
wegdek (bijv. ijs, sneeuw, onverharde
wegen), kan de waarschuwing
vertraagd worden of kan het
spanningsverlies van meer dan één
band slechts gedeeltelijk gedetecteerd
worden.
Onder speciale omstandigheden (bijv.
auto asymmetrisch beladen aan één
kant, beschadigde of versleten band,
montage van het noodreservewiel,
gebruik van sneeuwkettingen, gebruik
van verschillende banden per as) kan
het systeem onjuiste indicaties geven of
tijdelijk uitgeschakeld zijn.
53AB0A0217C
68
VEILIGHEID