service Abarth Grande Punto 2010 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ABARTH, Model Year: 2010, Model line: Grande Punto, Model: Abarth Grande Punto 2010Pages: 206, PDF Size: 3.12 MB
Page 40 of 206

39
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ONDERHOUD VAN HET
SYSTEEM
Schakel in de winter de airconditioning 1
keer per maand gedurende 10 minuten in.
Laat voor het zomerseizoen de werking
van de airconditioning door het Abarth
Servicenetwerk controleren.
De airconditioning maakt ge-
bruik van het koelmiddel
R134a. Bij lekkage is dit mid-
del niet schadelijk voor het
milieu. Gebruik in geen geval andere
middelen, zoals R12, omdat anders de
componenten van het systeem be-
schadigd kunnen worden.BELANGRIJK Met de recirculatiefunctie
kunnen, afhankelijk van de werking van het
systeem (“verwarming” of “koeling”), de
gewenste omstandigheden sneller bereikt
worden.
Het is echter niet raadzaam deze functie
in te schakelen op regenachtige of koude
dagen, omdat dan de ruiten aan de bin-
nenzijde aanzienlijk sneller kunnen beslaan. LUCHTRECIRCULATIE
INSCHAKELEN
Druk op de knop
•zodat het lampje
op de knop gaat branden.
Het verdient aanbeveling om de luchtre-
circulatie in te schakelen in de file of in tun-
nels. Hiermee wordt voorkomen dat ver-
vuilde lucht het interieur bereikt. Het is
niet raadzaam dit systeem langdurig te la-
ten werken, omdat anders, vooral als u
met meerdere personen in de auto zit, de
kans aanzienlijk toeneemt dat de ruiten
beslaan.
Page 52 of 206

51
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
ACHTERRUITWISSER/-SPROEIER
fig. 38
Deze werken uitsluitend als de contact-
sleutel in stand MARstaat.
De werking stopt als de hendel wordt los-
gelaten.
Als u de draaiknop van stand Oin stand
'zet, dan werkt de achterruitwisser als
volgt:
❒in intervalstand als de ruitenwissers
voor niet zijn ingeschakeld;
❒synchroon (met de helft van de fre-
quentie van de ruitenwissers voor) als
de ruitenwissers voor zijn ingeschakeld;
❒continu als de achteruit is ingeschakeld.Gebruik de achterruitwisser
niet om opgehoopte sneeuw
of ijs van de achterruit te ver-
wijderen. In die omstandighe-
den grijpt, als de achterruitwisser te
zwaar wordt belast, de beveiliging in, die
ervoor zorgt dat de wisser enkele se-
conden wordt uitgeschakeld. Als hier-
na de werking niet wordt hervat (ook na
een herstart van de auto met de con-
tactsleutel), wendt u dan tot het Abarth
Servicenetwerk.
Als u bij ingeschakelde ruitenwissers voor
de achteruit inschakelt, gaat automatisch
ook de achterruitwisser continu wissen.
Als u de hendel naar het dashboard duwt
(onvergrendelde stand), schakelt de ach-
terruitsproeier in.
Als u de hendel langer dan een halve se-
conde naar het dashboard geduwd houdt,
schakelt ook de achterruitwisser in.
Als u de hendel loslaat, wordt het intelli-
gente wis-/wasprogramma ingeschakeld,
zoals bij de ruitenwissers voor.
fig. 38F0M0218m
Page 54 of 206

53
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
OPGESLAGEN SNELHEID
OPROEPEN
Als het systeem is uitgeschakeld door bij-
voorbeeld het intrappen van het rem- of
koppelingspedaal, kan de opgeslagen snel-
heid op de volgende manier worden op-
geroepen:
❒geef geleidelijk gas, totdat de snelheid
ongeveer gelijk is aan de opgeslagen
snelheid;
❒schakel de versnelling in die ingescha-
keld was op het moment van het op-
slaan van de snelheid;
❒druk op de knop RES B-fig. 39.
OPGESLAGEN SNELHEID
VERHOGEN
Dit kan op twee manieren:
❒trap het gaspedaal in en sla vervolgens
de nieuwe snelheid op;
of
❒plaats de hendel omhoog (+).
Telkens als de hendel wordt bediend,
wordt de snelheid iets verhoogd (onge-
veer 1 km/h). Als de hendel omhoog
wordt gehouden, verandert de snelheid
traploos. OPGESLAGEN SNELHEID
VERLAGEN
Dit kan op twee manieren:
❒schakel het systeem uit en sla vervol-
gens de nieuwe snelheid op;
of
❒plaats de hendel omlaag (–) totdat de
nieuwe snelheid is bereikt die automa-
tisch wordt opgeslagen.
Telkens als de hendel wordt bediend,
wordt de snelheid iets verlaagd (ongeveer
1 km/h). Als de hendel omlaag wordt ge-
houden, verandert de snelheid traploos.
SYSTEEM UITSCHAKELEN
Het systeem kan als volgt door de be-
stuurder worden uitgeschakeld:
❒draai de draaiknop Ain stand OFF;
❒zet de motor uit;
❒trap het rempedaal in;
❒trap het koppelingspedaal in;
❒trap het gaspedaal in; in dit geval wordt
het systeem niet werkelijk uitgescha-
keld, maar heeft het acceleratie-ver-
zoek voorrang op het systeem; de crui-
se-control blijft ingeschakeld en het sys-
teem stelt, na de acceleratie, de hier-
voor opgeslagen snelheid weer in, zon-
der dat de knop RES B-fig. 39hoeft
te worden bediend.
Het systeem schakelt in de volgende ge-
vallen automatisch uit:
❒als het ABSof ESPin werking treedt;
❒als de snelheid van de auto onder de
vastgestelde limiet komt;
❒als er een storing in het systeem is.
Als de cruise-control tijdens
het rijden is ingeschakeld, zet
dan nooit de versnellingspook in de
vrijstand.
ATTENTIE
Bij een storing of een afwij-
kende werking van de cruise-
control, moet de draaiknop A in stand
OFF worden gezet. Laat het systeem
door het Abarth Servicenetwerk con-
troleren.
ATTENTIE
Page 75 of 206

74
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
KOPLAMPEN
KOPLAMPEN AFSTELLEN
Goed afgestelde koplampen zijn belangrijk
voor het comfort en de veiligheid van uzelf
en de overige weggebruikers. Voor opti-
maal zicht en zichtbaarheid moeten de
koplampen op de juiste wijze zijn afgesteld.
Wendt u voor controle of afstelling tot
het Abarth Servicenetwerk.
KOPLAMPVERSTELLING
De stand kan worden geregeld als de con-
tactsleutel in stand MARstaat en de dim-
lichten zijn ingeschakeld. Als de auto be-
laden is, helt hij achterover. Het gevolg is
dat de lichtbundel meer naar boven
schijnt. De stand van de koplampen moet
nu worden gecorrigeerd.Koplampen afstellen fig. 93
De koplampen kunnen worden versteld
met de knoppen Òen op het schake-
laarpaneel.
Op het display van het instrumentenpa-
neel wordt de stand aangegeven.
Stand 0- een of twee personen op de
voorstoelen.
Stand 1- vijf personen.
Stand 2- vijf personen + bagage.
Stand 3- bestuurder + toegestane maxi-
mum lading volledig in de bagageruimte.
BELANGRIJK Controleer de afstelling van
de koplampen telkens als het gewicht van
de lading wijzigt.
MISTLAMPEN VOOR
AFSTELLEN (voor versies/
markten waar voorzien)
Wendt u voor controle of afstelling tot
het Abarth Servicenetwerk.
fig. 93F0M0103m
Page 76 of 206

75
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
KOPLAMPEN AANPASSEN AAN
HET BUITENLAND fig. 94-95
De dimlichten zijn afgesteld voor gebruik
in het land waarin de auto is verkocht. In
die landen waarin aan de andere zijde van
de weg wordt gereden, moet om het te-
gemoetkomende verkeer niet te verblin-
den, de vorm van de lichtbundel worden
gewijzigd door het aanbrengen van een
speciaal daarvoor ontwikkelde sticker.
Deze sticker is opgenomen in het Abarth
Lineaccessori-programma en verkrijgbaar
bij het Abarth Servicenetwerk.
De afbeelding heeft betrekking op de
overgang van een land waar links wordt
gereden naar een land waar rechts wordt
gereden.
fig. 94F0M0105m
fig. 95F0M0106m
Page 78 of 206

77
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STORINGSMELDINGEN
Storing in ABS
Bij een storing brandt het waarschu-
wingslampje
>op het instrumentenpa-
neel en verschijnt er een melding op het
multifunctionele display (voor versies/
markten waar voorzien), (zie het hoofd-
stuk “Lampjes en berichten”).
In dat geval blijft het remsysteem normaal
werken, maar zonder de mogelijkheden
van het ABS. Rijd voorzichtig naar de
dichtstbijzijnde werkplaats van het Abarth
Servicenetwerk om het systeem te laten
controleren.Storing in EBD
Bij een storing branden de waarschu-
wingslampjes
>en xop het instru-
mentenpaneel en verschijnt er een mel-
ding op het instelbare multifunctionele dis-
play (zie hoofdstuk “Lampjes en berich-
ten”).
In dit geval kunnen bij krachtig remmen de
achterwielen vroegtijdig blokkeren waar-
door de auto kan slippen. Rijd zeer voor-
zichtig naar de dichtstbijzijnde werkplaats
van het Abarth Servicenetwerk om het
systeem te laten controleren.Als alleen het waarschu-
wingslampje xop het ins-
trumentenpaneel gaat branden (op
het instelbare multifunctionele dis-
play verschijnt ook een melding), stop
dan onmiddellijk en wendt u tot het
Abarth Servicenetwerk. Als er vloei-
stof lekt uit het hydraulische systeem,
wordt de werking van zowel het con-
ventionele remsysteem als het ABS in
gevaar gebracht.
ATTENTIE
Page 80 of 206

79
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
INSCHAKELING VAN HET
SYSTEEM
Het ESP wordt automatisch ingeschakeld
als de motor wordt gestart en kan niet
worden uitgeschakeld.
STORINGSMELDINGEN
Bij een storing in het ESP wordt het sys-
teem automatisch uitgeschakeld en gaat
het lampje
áop het instrumentenpaneel
continu branden en verschijnt er een mel-
ding op het instelbare multifunctionele dis-
play (zie het hoofdstuk “Lampjes en be-
richten”). Bovendien gaat ook het lampje
in de knop ASR OFF branden. Wendt u in
dat geval zo snel mogelijk tot het Abarth
Servicenetwerk.
De prestaties van het ESP-
systeem mogen de bestuur-
der er niet toe verleiden onnodige en
onverantwoorde risico’s te nemen. De
rijstijl moet altijd zijn aangepast aan
het wegdek, het zicht en het verkeer.
De verantwoordelijkheid voor de ver-
keersveiligheid ligt altijd en overal bij
de bestuurder.
ATTENTIEHILL HOLDER-SYSTEEM
Dit in het ESP geïntegreerde systeem helpt
bij het wegrijden op een helling.
Het systeem schakelt automatisch in als:
❒op een stijgende helling: de auto stilstaat
op een helling van meer dan 5% met
draaiende motor, ingetrapt rempedaal
en versnellingsbak in vrij of als een an-
dere versnelling dan de achteruit is in-
geschakeld.
❒op een dalende helling: de auto stilstaat
op een helling van meer dan 5% met
draaiende motor, ingetrapt rempedaal
en als de achteruit is ingeschakeld.
Page 84 of 206

83
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
De prestaties van het sys-
teem mogen de bestuurder
er niet toe verleiden onnodige en on-
verantwoorde risico’s te nemen. De
rijstijl moet altijd zijn aangepast aan
het wegdek, het zicht en het verkeer.
De verantwoordelijkheid voor de ver-
keersveiligheid ligt altijd en overal bij
de bestuurder van de auto.
ATTENTIE
Voor de juiste werking van het ASR-sys-
teem is het noodzakelijk dat de banden
van alle wielen van hetzelfde merk en ty-
pe zijn. De banden moeten in perfecte
conditie zijn en de voorgeschreven afme-
tingen hebben.
STORINGSMELDINGEN
Bij een storing in het ASR-systeem wordt
het systeem automatisch uitgeschakeld en
gaat het lampje
áop het instrumenten-
paneel continu branden. Bovendien ver-
schijnt een melding op het instelbare mul-
tifunctionele display (zie het hoofdstuk
“Lampjes en berichten”). Wendt u in dat
geval zo snel mogelijk tot het Abarth Ser-
vicenetwerk.
EOBD-SYSTEEM
Met het EOBD-systeem (European On
Board Diagnosis) kan een doorlopende
diagnose worden uitgevoerd op die com-
ponenten op de auto die van invloed zijn
op de emissie.
Bovendien meldt het systeem, door het
branden van het lampje
Uop het instru-
mentenpaneel en het verschijnen van een
bericht op het instelbare multifunctione-
le display (zie hoofdstuk “Lampjes en be-
richten”) dat de betreffende componen-
ten defect zijn.
Het doel is:
❒de werking van het systeem controle-
ren;
❒signaleren wanneer door een storing de
emissies boven de wettelijk vastgestel-
de drempelwaarde uitkomen;
❒signaleren wanneer het noodzakelijk is
defecte componenten te vervangen.
Het systeem beschikt verder nog over een
diagnosestekker die het mogelijk maakt,
na het aansluiten van speciale apparatuur,
de door de regeleenheid opgeslagen sto-
ringscodes en de specifieke parameters
voor de diagnose en werking van de mo-
tor te lezen. Deze controle kan ook wor-
den uitgevoerd door de verkeerspolitie.BELANGRIJK Na het verhelpen van de
storing moet het Abarth Servicenetwerk
voor een complete controle van het sys-
teem, tests uitvoeren op een testbank en,
zo nodig, een proefrit maken die eventu-
eel een langere afstand kan omvatten.
Als u de contactsleutel in
stand MAR draait en het
lampje Ugaat niet branden
of het gaat branden of knip-
peren tijdens het rijden (er verschijnt
ook een bericht op het instelbare mul-
tifunctionele display), wendt u dan zo
snel mogelijk tot het Abarth Service-
netwerk. De werking van het lampje
Ukan worden gecontroleerd met be-
hulp van speciale apparatuur van de
verkeerspolitie. Houdt u aan de wet-
geving van het land waarin u rijdt.
Page 86 of 206

85
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Het vervangen van de nor-
male banden door winter-
banden en omgekeerd, vereist ook
een aanpassing van het TPMS, die
uitsluitend door het Abarth Service-
netwerk mag worden uitgevoerd.
ATTENTIE
Het TPMS vereist het ge-
bruik van speciale appara-
tuur. Raadpleeg het Abarth Service-
netwerk over de accessoires die ge-
schikt zijn voor het systeem (wielen,
wieldeksels enz.) Het gebruik van an-
dere accessoires kan de normale wer-
king van het systeem verhinderen.
ATTENTIE
De bandenspanning kan va-
riëren afhankelijk van de
buitentemperatuur. Het TPMS kan
tijdelijk een te lage bandenspanning
signaleren. Controleer in dat geval de
bandenspanning bij koude banden en
herstel, indien nodig, de juiste span-
ning.
ATTENTIE
Als de auto is uitgerust met
het TPMS, moeten bij het
monteren/demonteren van de banden
en/of velgen speciale voorzorgsmaat-
regelen in acht worden genomen. Om
te voorkomen dat de sensoren be-
schadigen of verkeerd gemonteerd
worden, mogen de banden en/of de
velgen uitsluitend door gespeciali-
seerd personeel vervangen worden.
Wendt u tot het Abarth Servicenet-
werk.
ATTENTIE
Als de auto is uitgerust met
het TPMS, moet bij het de-
monteren van een band, ook het rub-
ber van het ventiel vervangen worden.
Wendt u tot het Abarth Servicenet-
werk.
ATTENTIE
Sterke straling op een radio-
frequentie kunnen het TPMS-
systeem ontregelen.
Dit wordt aan de bestuurder aange-
geven door het verschijnen van een
melding op het multifunctionele dis-
play (voor versies/markten waar voor-
zien). Deze melding verdwijnt auto-
matisch zodra de storing het systeem
niet meer ontregelt.
ATTENTIE
Page 87 of 206

86
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES EN
BERICHTEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
Zie voor het juiste gebruik van het systeem als de velgen/banden vervangen worden, de volgende tabel:
Handeling Aanwezigheid sensor Storingsmelding Wendt u tot het
Abarth Servicenetwerk
–
Een wiel vervangen door het reservewiel
Wielen vervangen door
winterbanden
Wielen vervangen door
winterbanden
Wielen vervangen
door andere met afwijkende
afmetingen (*)
Wielen omwisselen
(voor/achter) (**)
(*) Velgmaten die als alternatief staan vermeld in het instructieboekje en die zijn gekozen uit het Abarth Lineaccessori-programma.
(**) Niet kruiselings (de banden moeten aan dezelfde zijde van de auto blijven).–
NEE
NEE
JA
JA
JAJA
JA
JA
NEE
NEE
NEEWendt u tot het Abarth
Servicenetwerk
Het beschadigde wiel
repareren
Wendt u tot het Abarth
Servicenetwerk
–
–
–