Abarth Punto Evo 2012 Instructieboek (in Dutch)
Manufacturer: ABARTH, Model Year: 2012, Model line: Punto Evo, Model: Abarth Punto Evo 2012Pages: 270, PDF Size: 3.4 MB
Page 91 of 270

90
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Voor de juiste werking van het ESP- en
ASR-systeem is het noodzakelijk dat de
banden van alle wielen van hetzelfde merk en
type zijn. De banden moeten in perfecte
conditie zijn en de voorgeschreven afmetingen
hebben.
ATTENTIEASR-SYSTEEM (Antislip Regulator)
Het ASR-systeem controleert de trekkracht van de auto
en grijpt automatisch in als een of beide aangedreven
wielen dreigen door te slippen.
Afhankelijk van de oorzaak van het doorslippen, worden
er twee verschillende regelsystemen geactiveerd:
❒als beide aangedreven wielen doorslippen,
vermindert de ASR het motorvermogen;
❒als slechts een aangedreven wiel doorslipt, zorgt het
ASR-systeem ervoor dat het wiel automatisch wordt
afgeremd.
Het ASR-systeem is vooral nuttig onder de volgende
omstandigheden:
❒doorslippen van het binnenste wiel in bochten, door
verandering van de wielbelasting of door te felle
acceleratie;
❒te hoog vermogen naar de wielen, ook in samenhang
met de condities van het wegdek;
❒acceleratie op gladde wegen en bij sneeuw en ijzel;
❒verlies van grip op natte weggedeelten (aquaplaning).Storingsmeldingen
Bij een storing in het ASR-systeem wordt het systeem
automatisch uitgeschakeld en gaat het lampje áop het
instrumentenpaneel continu branden. Ook verschijnt er
een melding op het instelbare multifunctionele display
(zie het hoofdstuk „Lampjes en meldingen”). Wendt u in
dat geval zo snel mogelijk tot het Abarth
Servicenetwerk.
Page 92 of 270

91
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
MSR-systeem (regeling van motorremwerking)
Dit systeem, dat geïntegreerd is in het ASR-systeem,
verhoogt bij bruusk terugschakelen het motorkoppel,
zodat overmatige vertraging van de aangedreven wielen
wordt voorkomen. Dit heeft vooral voordelen op een
wegdek met weinig grip, waarop de stabiliteit van de
auto snel verloren kan gaan.
TTC-systeem
(functie vergelijkbaar met een sperdifferentieel)
Het TTC-systeem benut het remsysteem en is
qua werking vergelijkbaar met een traditioneel
sperdifferentieel.
Bij acceleratie in bochten bedient het remsysteem de
rem van het binnenste wiel, waardoor de aandrijfkracht
naar het (zwaarder belaste) buitenste wiel wordt
overgebracht. Het systeem verdeelt, afhankelijk van de
rijomstandigheden en de conditie van het wegdek, het
motorvermogen dynamisch en constant over de
aangedreven voorwielen.
Op deze manier maakt het systeem een bijzonder
effectieve en sportieve rijstijl mogelijk.
Het TTC-systeem schakelt in als de Sport-functie van
het „Abarth Manettino”-systeem wordt gekozen (zie de
paragraaf „Dynamisch voertuigregelsysteem Abarth
Manettino (DSS – Driving Sport Switch)” in dit
hoofdstuk).
Als het TTC-systeem ingrijpt, worden de instellingen
van het ASR-systeem aangepast waardoor dit minder
snel ingrijpt.
De prestaties van het systeem mogen
de bestuurder er niet toe verleiden
onnodige en onverantwoorde risico’s te nemen.
De rijstijl moet altijd zijn aangepast aan het
wegdek, het zicht en het verkeer.
De verantwoordelijkheid voor de
verkeersveiligheid ligt altijd en overal bij
de bestuurder.
ATTENTIE
Als u op een besneeuwde weg rijdt met
sneeuwkettingen kan het nuttig zijn dat het ASR-
systeem (door het inschakelen van de Sport-functie)
minder snel ingrijpt: onder deze omstandigheden levert
het doorslaan van de aangedreven wielen bij het
wegrijden juist meer trekkracht op.
Page 93 of 270

92
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
EOBD-SYSTEEM
Met het EOBD-systeem (European On Board Diagnosis)
kan een doorlopende diagnose worden uitgevoerd op
die componenten op de auto die van invloed zijn op de
emissie.
Bovendien meldt het systeem, door het branden
van het lampje Uop het instrumentenpaneel en het
verschijnen van een melding op het instelbare
multifunctionele display (zie hoofdstuk „Lampjes en
meldingen”) dat de betreffende componenten defect
zijn.
Het doel is:
❒de werking van het systeem controleren;
❒signaleren wanneer door een storing de emissies
boven de wettelijk vastgestelde drempelwaarde
uitkomen;
❒signaleren wanneer het noodzakelijk is defecte
componenten te vervangen.
Het systeem beschikt verder nog over een
diagnosestekker die het mogelijk maakt, na het
aansluiten van speciale apparatuur, de door de
regeleenheid opgeslagen storingscodes en de specifieke
parameters voor de diagnose en werking van de motor
te lezen. Deze controle kan ook worden uitgevoerd
door de verkeerspolitie.
Als u de contactsleutel in stand MAR
draait en het lampje
Ugaat niet
branden of het gaat branden of
knipperen tijdens het rijden (er verschijnt ook een
melding op het instelbare multifunctionele
display), wendt u dan zo snel mogelijk tot het
Abarth Servicenetwerk.
De werking van het lampje
Ukan met speciale
apparatuur door de verkeerspolitie gecontroleerd
worden. Houdt u aan de wetgeving van het land
waarin u rijdt.
BELANGRIJK Na het verhelpen van de storing moet het
Abarth Servicenetwerk voor een complete controle van
het systeem, tests uitvoeren op een testbank en, zo
nodig, een proefrit maken die eventueel een langere
afstand kan omvatten.
Page 94 of 270

93
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
BANDENSPANNING-
CONTROLESYSTEEM TPMS
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
De auto kan zijn uitgerust met een controlesysteem
voor de bandenspanning TPMS (Tyre Pressure
Monitoring System). Dit systeem bestaat uit een sensor
die op radiogolven werkt, op de velg van elk wiel. Deze
sensor stuurt informatie over de spanning van iedere
band naar de regeleenheid.
Wees zeer zorgvuldig bij het controleren
of herstellen van de bandenspanning.
Een te hoge spanning vermindert de grip op het
wegdek, verhoogt de belasting op de
wielophanging en de wielen en veroorzaakt een
onregelmatige slijtage van de banden.
ATTENTIE
De spanning van de banden moet bij
koude banden gecontroleerd worden; als
om wat voor reden dan ook de spanning bij
warme banden gecontroleerd wordt, verminder
dan de spanning niet, ook als deze boven de
voorgeschreven waarde ligt, maar controleer de
spanning opnieuw bij koude banden.
ATTENTIE
AANWIJZINGEN VOOR HET GEBRUIK
VAN HET TPMS
Storingsmeldingen worden niet opgeslagen en worden
dus niet aangegeven als de motor wordt uitgezet en
vervolgens weer wordt gestart. Als de storingen blijven
bestaan, stuurt de regeleenheid de betreffende
meldingen pas naar het instrumentenpaneel als de auto
een korte tijd rijdt.
Ook als de auto is uitgerust met het
TPMS-systeem, moet de bestuurder
regelmatig de spanning van de banden en die
van het reservewiel controleren (zie de
paragraaf „Wielen” in het hoofdstuk
„Onderhoud en zorg”).
ATTENTIE
Het TPMS is niet in staat om te
waarschuwen voor een plotselinge
vermindering van de bandenspanning
(bijvoorbeeld bij een klapband). Zet in dat geval
de auto stil door voorzichtig te remmen en
maak daarbij geen plotselinge stuurbewegingen.
ATTENTIE
Page 95 of 270

94
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Het vervangen van de normale banden
door winterbanden en omgekeerd,
vereist ook een aanpassing van het TPMS, die
uitsluitend door het Abarth Servicenetwerk mag
worden uitgevoerd.
ATTENTIE
Het TPMS vereist het gebruik van
speciale apparatuur. Raadpleeg het
Abarth Servicenetwerk over de accessoires die
geschikt zijn voor het systeem (wielen,
wieldeksels enz.). Het gebruik van andere
accessoires kan de normale werking van het
systeem verhinderen.
ATTENTIE
De bandenspanning kan variëren
afhankelijk van de buitentemperatuur.
Het TPMS kan tijdelijk een te lage
bandenspanning signaleren. Controleer in dat
geval de bandenspanning bij koude banden en
herstel, indien nodig, de juiste spanning.
ATTENTIE
Als de auto is uitgerust met het TPMS,
moeten bij het monteren/demonteren
van de banden en/of velgen speciale
voorzorgsmaatregelen in acht worden genomen.
Om te voorkomen dat de sensoren beschadigen
of verkeerd gemonteerd worden, mogen de
banden en/of de velgen uitsluitend door
gespecialiseerd personeel vervangen worden.
Wendt u tot het Abarth Servicenetwerk.
ATTENTIE
Als de auto is uitgerust met het TPMS,
moet bij het demonteren van een band,
ook het rubber van het ventiel vervangen
worden. Wendt u tot het Abarth Servicenetwerk.
ATTENTIE
Sterke straling op een radiofrequentie
kunnen het TPMS-systeem ontregelen.
Dit wordt aan de bestuurder aangegeven door
het verschijnen van een melding op het
instelbare multifunctionele display. Deze
melding verdwijnt automatisch zodra de storing
het systeem niet meer ontregelt.
ATTENTIE
Page 96 of 270

95
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Zie voor het juiste gebruik van het systeem als de velgen/banden vervangen worden, de volgende tabel:
Handeling Aanwezigheid sensor Storingsmelding Wendt u tot het
Abarth Servicenetwerk
–
Een wiel vervangen
door het reservewiel
Wielen vervangen door
winterbanden
Wielen vervangen door
winterbanden
Wielen vervangen
door andere met
afwijkende afmetingen (*)
Wielen omwisselen
(voor/achter) (**)
(*) Velgmaten die als alternatief staan vermeld in het Instructieboek en die zijn gekozen uit het Abarth Lineaccessori-
programma.
(**) Niet kruiselings (de banden moeten aan dezelfde zijde van de auto blijven).–
NEE
NEE
JA
JA
JAJA
JA
JA
NEE
NEE
NEEWendt u tot het Abarth
Servicenetwerk
Het beschadigde wiel
repareren
Wendt u tot het Abarth
Servicenetwerk
–
–
–
Page 97 of 270

96
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0U189Abfig. 91
RIJSTIJL
Als de rijstijl „Sport” wordt ingeschakeld, gaat het
symbool „S” in het vakje rechtsonder van het instelbare
multifunctionele display branden, zoals is afgebeeld in
fig. 92-93.
Als de rijstijl „Normal” is ingeschakeld, dan wordt
dit niet door een opschrift/symbool op het display,
fig. 94-95 aangegeven.DYNAMISCH
VOERTUIGREGELSYSTEEM
„ABARTH MANETTINO”
(DSS – Driving Sport Switch)
Met dit systeem kunnen, afhankelijk van de eisen van de
bestuurder en de conditie van het wegdek, met behulp
van hendeltje A-fig. 91 twee verschillende rijstijlen
worden gekozen.
S = Sport (sportieve rijstijl)
N = Normal (rijden onder normale omstandigheden)
Het hendeltje A keert na de bediening altijd terug in de
middelste stand.
Het systeem heeft ook invloed op de dynamische
regelsystemen van de auto (instrumentenpaneel,
stuurinrichting, motor, TTC- en ASR-systeem).
Page 98 of 270

97
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0U201Abfig. 93
F0U199Abgfig. 92
F0U196Abfig. 95
F0U200Abgfig. 94
Rijstijl Normal
❒Beginscherm: fig. 94.
❒Scherm met turbodruk: fig. 95. Rijstijl Sport
❒Beginscherm: fig. 92.
❒Scherm met turbodruk: fig. 93.
Page 99 of 270

98
Werking van de dynamische regelsystemen
van de auto bij de rijstijl „Normal”
Als de rijstijl „Normal” is ingeschakeld, dan werken de
dynamische regelsystemen van de auto op de volgende
manier:
❒ASR-systeem: aangepast aan normale rij-
omstandigheden
❒TTC-systeem: uitgeschakeld
❒Stuurinrichting: afgesteld op comfort onder normale
rij-omstandigheden
❒Motor: standaardregeling voor normale rij-
omstandigheden.
RIJSTIJL „Sport” IN-/UITSCHAKELEN
Inschakelen
Voor het inschakelen van de rijstijl „Sport” moet
hendeltje A-fig. 91 naar voren worden gezet, tot naast
letter „S”. Houd het hendeltje een halve seconde in die
stand en in ieder geval totdat het symbool „S” of het
opschrift „SPORT” op het instelbare multifunctionele
display verschijnt (zie fig. 92-93).
Als u hendeltje A loslaat, keert het terug in de middelste
stand.
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Werking van de dynamische regelsystemen
van de auto bij de rijstijl „Sport”
Als de rijstijl „Sport” is ingeschakeld, dan werken de
dynamische regelsystemen van de auto op de volgende
manier:
❒ASR-systeem: instelling met minder directe
inschakeldrempels zodat een vrijere en sportievere
rijstijl mogelijk is
❒TTC-systeem: wordt ingeschakeld voor een
bijzonder effectieve en sportieve rijstijl
❒Stuurinrichting: afgesteld op een sportieve rijstijl
❒Motor: sportieve regeling waarbij sneller op het
gaspedaal wordt gereageerd.
Uitschakelen
Om de rijstijl „Sport” uit te schakelen en terug te keren
naar de rijstijl „Normal”, moet u hendeltje A-fig. 91 naar
achteren zetten tot naast de letter „N”. Houd het
hendeltje een halve seconde in die stand en in ieder
geval totdat het symbool „S” of het opschrift „SPORT”
op het instelbare multifunctionele display verdwijnt (zie
fig. 94-95).
Als u hendeltje A loslaat, keert het terug in de middelste
stand.
Page 100 of 270

99
WEGWIJS
IN UW AUTO
VEILIGHEID
STARTEN
EN RIJDEN
LAMPJES
EN MELDINGEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD
EN ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
F0U095Abfig. 97
WERKING
Uitschakelmethode van de motor
Als auto stilstaat, wordt de motor uitgezet als de
versnellingspook in de vrijstand staat en het
koppelingspedaal is losgelaten.
Startmethode van de motor
Trap het koppelingspedaal in om de motor weer te
starten.START&STOP-systeem
(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Het Start&Stop-systeem zet automatisch de motor uit
als de auto stilstaat en start de motor zodra de
bestuurder weer wil gaan rijden.
Zo wordt de doelmatigheid van de auto vergroot door
een vermindering van het brandstofverbruik, de uitstoot
van schadelijke uitlaatgassen en de akoestische
vervuiling. Het systeem schakelt in iedere keer als de
motor wordt gestart.
Als u het interieur in de auto wilt blijven koelen, dan
moet u het Start&Stop-systeem uitschakelen, zodat de
airconditioning continu kan blijven werken.
F0U097Abfig. 96