display Alfa Romeo 159 2009 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2009, Model line: 159, Model: Alfa Romeo 159 2009Pages: 330, PDF Size: 5.05 MB
Page 121 of 330

120
PLANCIA
E COMANDI
120
VEILIGHEID
LAMPJES EN 
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN 
EN ONDERHOUD 
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
BEREIK VAN DE SENSOREN
Met de sensoren kan het gebied voor
(uitvoeringen met 8 sensoren) en ach-
ter de auto worden gecontroleerd.
Door hun positie wordt het midden en
de zijkant aan de voor- en achterzijde
van de auto gecontroleerd.
Obstakels in het midden worden waar-
genomen vanaf een afstand lager dan
0,9 meter (voor) en 1,40 meter (ach-
ter).
Als een obstakel zich aan de zijkant be-
vindt, wordt het waargenomen vanaf
een afstand onder 0,6 meter.
Vooreenjuistewerking
vanhetsysteemmager
geenmodder,vuil,
sneeuwofijsopdesensorenzit-
t ten.Weesvoorzichtig
bijhetrei-
nigenvandesensoromkrassen
ofbeschadigingentevoorko-
men;g gebruikgeendroge,grove
ofhardedoek.De
sensoren
moetenmetschoonwater,
eventueelmettoevoeginngvan
autoshampoowordenschoon-
gemaakt.Inwasstratenwa
ar
stoomofhogedrukreinigers
wordengebruuikt,moetende
sensorensnelwordenschoon-
gemaakt,waarbijstraalpijpo
p
meerdan10cmafstandmoet
wordengehouden.
Wendtuzichvoorhet
opnieuwspuitenvande
bumperofvoorhet
eventueelbijwerkenvandelak
ronddesensorenuitsluiten
dtot
hetAlfaRomeoServicenet-
werk.Hetnietcorrectspuiten
kandewerking gvandepar-
keersensorenveelslechterma
-
ken.
SIGNALERING OP DISPLAY
(waar voorzien)
Als bij uitvoeringen met 8 sensoren de
sensoren inschakelen verschijnt op het
“Instelbare multifunctionele display”
(waar voorzien) een scherm, dat is aan-
gegeven in fig.107; De afstand over
de aanwezigheid en de afstand tot een
obstakel, wordt dan niet alleen door de
zoemer, ook visueel op het display van
het instrumentenpaneel aangegeven.
Als meerdere obstakels aanwezig zijn,
wordt de dichtstbijzijnde die dichterbij
komt aangegeven.
A0E0239mfig. 107
083-128 Alfa 159 NL  20-10-2008  14:13  Pagina 120 
Page 122 of 330

121
PLANCIA
E COMANDI
121
VEILIGHEID
LAMPJES EN 
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN 
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
Als een storing is gesignaleerd, reinig
dan, na het stilzetten van de auto en uit-
schakelen van de motor, de sensoren en
controleer of u zich niet nabij een bron
van ultrasone geluiden bevindt (bijv.
pneumatische remmen van vrachtwa-
gens of pneumatische hamers). Als de
oorzaak van de storing is verholpen,
werkt het systeem weer volledig en do-
ven het lampje 
ten het waarschu-
wingsbericht.
Als het lampje blijft branden, wendt u
dan tot het Alfa Romeo Servicenetwerk
om het systeem te laten controleren,
ook als het systeem blijft werken. Als de
gesignaleerde storing de werking niet
nadelig beïnvloedt, blijft het systeem
werken en wordt de storing opgeslagen
zodat het Alfa Romeo Servicenetwerk
vervolgens het systeem kan controleren.
ALGEMENE OPMERKINGEN
Let tijdens parkeermanoeuvres altijd
zeer goed op obstakels die zich boven
of onder de sensoren kunnen bevinden.
Obstakels die zich dicht voor of achter
de auto bevinden, kunnen onder be-
paalde omstandigheden niet door het
systeem worden waargenomen en zou-
den de auto kunnen beschadigen of be-
schadigd kunnen worden.
De door de sensoren verzonden signa-
len, kunnen wijzigen als de sensoren
zijn beschadigd, vuil zijn door modder,
sneeuw of ijs op de sensoren of door ul-
trasone systemen (zoals pneumatische
remsystemen van vrachtwagen of een
pneumatische hamer) in de buurt van
de auto.
TREKKEN VAN
AANHANGERS
De sensoren achter worden automatisch
weer ingeschakeld als u de aanhanger-
stekker loskoppelt.
WEERGAVE VAN
STORINGEN
De regeleenheid van het systeem voert
een controle van alle componenten van
het systeem uit als de sleutel in het start-
systeem wordt geplaatst. De sensoren
en de bijbehorende elektrische verbin-
dingen worden doorlopend gecontro-
leerd als het systeem werkt.
De storing van de sensoren wordt aan-
gegeven met een brandend lampje   
t
(waar voorzien) op het instrumenten-
paneel (bij enkele uitvoeringen ver-
schijnt een bericht op het display) (zie
het hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Dewerkingvandesen-
sorenachterwordtau-
tomatischuitgeschakeld
alsdestekkervandeelektri- -
schekabelvandeaa
nhanger
wordtaangeslotenopdestek-
kerdoosvandetrekhaak.
083-128 Alfa 159 NL  20-10-2008  14:13  Pagina 121 
Page 123 of 330

122
PLANCIA
E COMANDI
122
VEILIGHEID
LAMPJES EN 
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN 
EN ONDERHOUD 
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
De auto kan zijn uitgerust met een con-
trolesysteem voor het meten van de
bandenspanning TPMS (Tyre Pressure
Monitoring System) dat de bestuurder
van de auto informeert over de ban-
denspanning door de waarschuwingen
“bandenspanning controleren” en “On-
voldoende bandenspanning”. Zie voor
een uitgebreid beschrijving van de twee
waarschuwingen het hoofdstuk “Lamp-
jes en berichten”. Dit systeem bestaat
uit een sensor die op radiogolven werkt,
op de velg van elk wiel. Deze sensor
stuurt informatie over de spanning van
iedere band naar de regeleenheid.
WAARSCHUWINGEN
Storingsmeldingen worden niet opge-
slagen en worden dus niet aangegeven
als de motor wordt uitgezet en vervol-
gens weer wordt gestart. Als de storin-
gen blijven bestaan, stuurt de rege-
leenheid de betreffende meldingen pas
naar het instrumentenpaneel als de au-
to een korte tijd rijdt.
BANDENSPANNINGSCONTROLESYSTEEM
TPMS (Tyre Pressure Monitoring System)
(optional voor bepaalde uitvoeringen/
markten waar voorzien)
Deaanwezigheidvan
hetTPMSontslaatde
bestuurdernietvandeplicht
omregelmatigdebanden-
span nning(ookvanhetre
ser-
vewiel)tecontroleren(waar
voorzien).
OPGELET
De bandenspanning moet worden ge-
controleerd bij een tijdje niet gebruikte en
koude banden; als om wat voor reden
dan ook de spanning bij warme banden
moet worden gecontroleerd, verlaag dan
niet de spanning als deze te hoog blijkt
te zijn, maar herhaal de controle bij kou-
de banden.(zie de paragraaf “Banden”
in het hoofdstuk “Technisch gegevens”).
Het TPMS is niet in staat om te waar-
schuwen voor een plotselinge vermin-
dering van de bandenspanning (bij-
voorbeeld bij een klapband). Breng in
dit geval de auto tot stilstand door voor-
zichtig te remmen en zonder heftige
stuurbewegingen uit te voeren.
Storingen door een radiofrequentie kun-
nen de juiste werking van het TPMS ver-
hinderen. Om de bestuurder te infor-
meren verschijnt een mededeling op het
display. Deze melding verdwijnt auto-
matisch zodra de storing het systeem
niet meer hindert.
083-128 Alfa 159 NL  20-10-2008  14:13  Pagina 122 
Page 129 of 330

128
VEILIGHEID
LAMPJES EN 
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN 
EN ONDERHOUD 
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
128
DASHBOARD
EN BEDIENING
Omdat het filter de roetdeeltjes verza-
melt, moet het periodiek worden gere-
genereerd (schoongemaakt) door de
roetdeeltjes te verbranden. De regene-
ratieprocedure wordt geregeld door de
regeleenheid van de motor op basis van
de hoeveelheid opgevangen roetdeeltjes
en de bedrijfsomstandigheden van de au-
to. Tijdens de regeneratie kan het vol-
gende worden waargenomen: een be-
perkte toerentalverhoging, inschakeling
van de elektroventilateur, een beperkte
toename van de rook uit de uitlaat en
een hogere temperatuur bij de uitlaat.
Dit zijn geen storingen en deze situatie
heeft geen invloed op het milieu of het
gedrag van de auto. ROETFILTER DPF 
(Diesel Particulate Filter)
(waar voorzien)
Dit is een mechanisch filter in het uit-
laatsysteem dat de partikels in het uit-
laatgas van dieselmotoren opvangt.
Het filter vangt bijna de totale hoeveel-
heid roetdeeltjes op, waardoor voldaan
wordt aan de huidige/toekomstige wet-
telijke normen.
Tijdens het normale gebruik van de auto
registreert de inspuitregeleenheid een aan-
tal gegevens met betrekking tot het ge-
bruik (gebruiksduur, type traject, bereik-
te temperatuur enz.) en berekent de hoe-
veelheid verzameld roet in het filter.Verstopt roetfilter
Als het roetfilter is verstopt gaat op het
instrumentenpaneel het lampje 
h
branden (bij enkele uitvoeringen wordt
het symbool
hop het display
weergegeven). In dit geval verdient het
aanbeveling om met de auto te blijven
rijden totdat het lampje 
hdooft (of
het symbool
hop het display ver-
dwijnt).
083-128 Alfa 159 NL  20-10-2008  14:13  Pagina 128 
Page 132 of 330

131
LAMPJES EN 
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN 
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
VEILIGHEID
WAARSCHUWING Bij enige uit-
voeringen wordt de juiste blokkering van
de rugleuning aangegeven door het ver-
dwijnen van de “rode band” A-
fig. 3naast de hendels B. Als de “ro-
de band” zichtbaar is, is de rugleuning
niet goed vergrendeld. 
WAARSCHUWINGPlaats de veilig-
heidsgordels op de juiste wijze terug als
de achterbank weer in de normale ge-
bruiksstand wordt gezet, zodat ze altijd
direct klaar voor gebruik zijn.
Controleerofderugleu-
ningaanbeidezijden
goedvergrendeldis(“rode
band”A-fig.3nietzichtbbaar)
omtevoorkome
ndatingeval
vanbruuskremmen,derugleu-
ningnaarvorenklaptendepas-
sag giersverwondt.
OPGELET
Achterpassagiersdie
geengordeldragen,
stellenzichzelfblootaangro-
tegevaren,maarvormenook k
eengevaarvoord
einzitten-
denopdevoorstoelen.
OPGELET
A0E0085mfig. 3
SBR
(Seat Belt Reminder)
De auto is uitgerust met een SBR-sys-
teem (Seat Belt Reminder), dat bestaat
uit een waarschuwingszoemer die sa-
men met het knipperende lampje 
schuwt als de betreffende veiligheids-
gordel niet is omgelegd. 
De zoemer kan tijdelijk op de volgende wij-
ze worden uitgeschakeld:
❒leg de veiligheidsgordels voor om;
❒plaats de elektronische sleutel in het
startsysteem;
❒wacht langer dan 20 seconden en
korter dan 1 minuut en doe een van
de gordels af.
Hierdoor blijft de zoemer uitgeschakeld,
totdat de motor wordt uitgezet.
Wendt u voor het permanent uitschake-
len van dit systeem tot het Alfa Romeo
Servicenetwerk. Het SBR-systeem kan
uitsluitend m.b.v. het Setup-menu van het
display opnieuw worden ingeschakeld
(zie de paragraaf “Instelbaar multifunc-
tioneel display” in het hoofdstuk “Dash-
board en bediening”). 
129-148 Alfa 159 NL  21-10-2008  15:59  Pagina 131 
Page 153 of 330

WAARSCHUWINGEN
Als u tijdens het starten de motor uit
moet schakelen, is het voldoende om
voor het opnieuw starten van de motor
het koppelings- of rempedaal in te trap-
pen en vervolgens op de
START/STOP-knop te drukken.
Als het starten moeizaam verloopt, blijf
dit dan niet langdurig proberen, maar
wendt u tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
Als de motor draait, wordt de elektro-
nische sleutel in het startsysteem ver-
grendeld en kan deze alleen uit het
startsysteem worden verwijderd als de
motor wordt uitgeschakeld. Als de au-
to rijdt en de elektronische sleutel is ver-
grendeld, kan het startsysteem worden
beschadigd als de sleutel geforceerd
wordt verwijderd.Eventuele problemen met het startsys-
teem worden aangegeven door het bran-
den van het lampje 
Yop het instru-
mentenpaneel (bij enkele uitvoeringen
verschijnt ook een bericht op het display).
Wendt u zich in dit geval tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
Als na het indrukken van de
START/STOP-knop de motor niet
start, herhaal dan de startprocedure,
maar trap het andere pedaal in (kop-
pelings- of rempedaal).  De startmotor wordt automatisch inge-
schakeld, totdat de motor is gestart.
Als de motor is uitgeschakeld en de elek-
tronische sleutel is in het startsysteem
geplaatst, dan kan de motor automatisch
worden gestart door kort op de
START/STOP-knop te drukken en het
koppelingspedaal ingetrapt te houden. 
Bij zeer lage temperaturen moet u al-
tijd wachten, totdat het lampje
mis
gedoofd, voordat de motor wordt ge-
start.
WAARSCHUWINGDe motor kan
worden gestart, als alleen het rempedaal
is ingetrapt. In dat geval wordt de mo-
tor niet automatisch gestart. Druk in dat
geval de START/STOP-knop in en laat
deze los zodra de motor is gestart.
152
VEILIGHEID
LAMPJES EN 
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN 
EN ONDERHOUD 
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN 
EN RIJDEN
149-164 Alfa 159 NL  20-10-2008  14:48  Pagina 152 
Page 167 of 330

166
VEILIGHEID
LAMPJES EN 
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN 
EN ONDERHOUD 
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
Zeer ernstige storingen
Deze worden op het display weergege-
ven gedurende een niet vastgestelde tijd,
waarbij andere weergaven op het display
worden onderbroken. Telkens als de sleu-
tel in het startsysteem wordt geplaatst,
wordt het bericht opnieuw weergegeven,
totdat de storing wordt opgeheven. De
cyclus kan worden onderbroken als de
knopMENUwordt ingedrukt: in dat ge-
val blijft het symbool dat de storing aan-
geeft zichtbaar rechtsonder op het dis-
play, totdat de oorzaak van de storing
is verholpen.
Ernstige storingen
Deze worden op het display weergege-
ven gedurende ongeveer 20 seconden
en verdwijnt vervolgens; het bericht ver-
schijnt telkens als de sleutel in het start-
systeem wordt geplaatst. Na de weer-
gavecyclus van ongeveer 20 seconden of
als de knop MENUwordt ingedrukt,
blijft het symbool dat de storing aangeeft
rechtsonder op het display weergegeven,
totdat de oorzaak van de storing is ver-
holpen.LAMPJES EN
BERICHTEN
ALGEMENE OPMERKINGEN
De storingsberichten die op het display
verschijnen, zijn onderverdeeld in twee
categorieën: zeer ernstige storingen en
ernstige storingen.
Als een storingsbericht verschijnt, gaat
ook het lampje op het instrumentenpa-
neel branden (waar voorzien) en ver-
schijnt eventueel ook een waarschu-
wingsbericht
In enkele gevallen wordt de storing ge-
signaleerd en kan ook een (instelbaar)
geluidssignaal worden weergegeven.
Deze berichten zijn samenvattend en
waarschuwend en hebben het doel om
aan te sporen tot snelle actie van de be-
stuurder als er een storing van de auto
optreedt. Deze berichten moeten niet
als compleet en/of een alternatief voor
de informatie in het Instructieboekje
worden gezien; het instructieboekje
moet altijd aandachtig gelezen worden. 
Houdt u bij een storing altijd aan de aan-
wijzingen die in dit hoofdstuk beschre-
ven worden.
TE LAAG REM-
VLOEISTOFNIVEAU
(rood)
AANGETROKKEN
HANDREM (rood)
Als u de sleutel in het startsysteem
plaatst, gaat het lampje branden. Na en-
kele seconden moet het lampje doven. 
Te laag remvloeistofniveau
Het controlelampje (bij enkele uitvoe-
ringen verschijnt ook een bericht op het
display) gaat branden als het remvloei-
stofniveau in het reservoir onder het mi-
nimum niveau is gedaald, bijvoorbeeld
door lekkage in het remsysteem.
Aangetrokken handrem
Het lampje gaat branden als de hand-
rem wordt aangetrokken.
Alshetlampjetijdens
deritgaatbranden,
danmoetwordengecontro-
leerdofdehandremnietis
aaangetrokken.Alshetl
ampje
blijftbrandenalsdehandrem
nietisaangetrokken,breng
dandeautoonm middellijktot
stilstandenwendtutothe
t
AlfaRomeoServicenetwerk.
OPGELET
x
165-180 Alfa 159 NL  20-10-2008  14:56  Pagina 166 
Page 168 of 330

167
VEILIGHEID
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN 
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
LAMPJES EN 
BERICHTEN
VEILIG-
HEIDSGORDEL NIET
OMGELEGD (rood)
Bij stilstaande auto gaat het lampje con-
tinu branden als:
❒de bestuurdersgordel niet juist is om-
gelegd;
❒de passagiersgordel niet juist is om-
gelegd en zich een gewicht op de pas-
sagiersstoel bevindt;
❒de bestuurders- of de passagiersgor-
del worden afgedaan.
Bij een rijdende auto gaat het lampje on-
der dezelfde omstandigheden knipperen
en klinkt tegelijkertijd een geluidssignaal
(zoemer) gedurende een korte periode.
Vervolgens blijft het lampje continu bran-
den.
REMBLOKSLIJTAGE 
(geel)
Het lampje (waar voorzien)
gaat branden (bij enkele uitvoeringen
wordt ook een bericht op het display
weergegeven) als de remblokken voor
zijn versleten; vervang in dat geval de
remblokken zo snel mogelijk.
WAARSCHUWINGDe auto is uit-
gerust met een slijtagesensor voor de
voorste remblokken; als deze moeten
worden vervangen, moeten ook de rem-
blokken achter worden gecontroleerd.
d<
De zoemer kan tijdelijk op de volgende
wijze worden uitgeschakeld:
❒leg de veiligheidsgordels voor om;
❒plaats de elektronische sleutel in het
startsysteem;
❒wacht langer dan 20 seconden en
korter dan 1 minuut en doe een van
de gordels af.
Hierdoor blijft de zoemer uitgeschakeld,
totdat de motor wordt uitgezet.
Wendt u voor het permanent uitschake-
len van dit systeem tot het Alfa Romeo
Servicenetwerk. Het “signaleringssys-
teem niet omgelegde veiligheidsgordel”
kan uitsluitend m.b.v. het Setup-menu
van het display opnieuw worden inge-
schakeld (zie de paragraaf “Instelbaar
multifunctioneel display” in het hoofdstuk
“Dashboard en bediening”). 
165-180 Alfa 159 NL  20-10-2008  14:56  Pagina 167 
Page 169 of 330

STORING AIRBAG
(rood)
Als u de sleutel in het start-
systeem plaatst, gaat het lampje bran-
den. Na enkele seconden moet het
lampje doven. 
Het continu branden van het lampje (bij
enkele uitvoeringen in combinatie een
bericht op het display) geeft een storing
in het airbagsysteem aan.
168
VEILIGHEID
LAMPJES EN 
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN 
EN ONDERHOUD 
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD EN
BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
¬
Alsudesleutelinhet
startsysteemplaatst
enhetlampje
¬gaatniet
brandenofblijftbrandentij-
denshetrijden(bijenkeleuit-
voeringenverschijntophett
displayookeenbe
richt),iser
mogelijkeenstoringinhetair-
bag-ofgordelspannersys-
teem;in ndatgevalkunnende
airbagsofgordels
pannersniet
geactiveerdwordenbijeenon-
gevalof,ineenzeerbeperkt
aantalgevallen,nietopde
juistewijzegeacti
veerdwor-
den.Voordatuverderrijdt,
mmoetuzichtothetAlfaRomeo
Servicenetwerkwendenom
hetsysteemdirecttelat
en
controleren.
OPGELET
FRONTAIRBAG
PASSAGIERSZIJDE
UITGESCHAKELD
(geel)
Het lampje (op het paneel van het pla-
fondlampje voor) gaat branden als de fron-
tairbag aan de passagierszijde, de knie-air-
bag aan de passagierszijde (waar voor-
zien) en de zij-airbags aan de passagiers-
zijde m.b.v. de sleutelschakelaar zijn uit-
geschakeld (bij bepaalde uitvoerin-
gen/markten). Als u bij ingeschakelde air-
bags aan passagierszijde de sleutel in het
startsysteem plaatst, gaat het lampje  on-
geveer 4 seconden branden en vervolgens
4 seconden knipperen. Hierna moet het
lampje doven.
F
EendefectlampjeF
wordtaangegevendoor
hetbrandenvanhetlampje
¬.
Daarnaastkunnendeairbags
aanpassagierszijde(frontair-
bagenzij-airbag)automatisch
wordenui itgeschakeld.
Wendtu
onmiddellijktothetAlfaRomeo
Servicenetwerkomhetsys-
teemtelatencontrolleren.
OPGELET
Destoringvanhet
lampje
¬wordtgesig-
naleerdalshetlampje
F
voordeuitgeschakeldepassa-
giersairbaglangerdandenor-
male4secondenknippert.Bo-
vendienzor rgthetairbagsy
s-
teemvoordeautomatischeuit-
schakelingvandeairbagsaan
passagierszijde(fron ntenzij-air-
bags,waarvoorzie
n).Indat
gevalkanhetlampjegeen
storingenindeveiligheiddssys-
temenaangeven.Wendtuon-
middellijktothetAlfa
Romeo
Servicenetwerkomhetsys-
teemtellatencontroleren.
OPGELET
165-180 Alfa 159 NL  20-10-2008  14:56  Pagina 168 
Page 170 of 330

169
VEILIGHEID
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN 
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
LAMPJES EN 
BERICHTEN
je opnieuw gaat branden, wendt u dan
tot het Alfa Romeo Servicenetwerk.
–Als de auto onder zware om-
standigheden gebruikt wordt
(trekken van aanhangers op hellingen,
volledig geladen auto): verlaag de snel-
heid en breng de auto tot stilstand, als
het lampje blijft branden. Stop 2 of 3 mi-
nuten met draaiende motor en geef iets
gas voor een snellere circulatie van de
koelvloeistof. Zet vervolgens de motor
uit.
WAARSCHUWINGLaat na een
zware rit de motor draaien en acceler-
eer iets gedurende enige minuten voor-
dat de motor wordt uitgeschakeld.TE HOGE
KOELVLOEI-
STOF-TEMPERATUUR
(rood)
Als u de sleutel in het startsysteem
plaatst, gaat het lampje (in de koel-
vloeistoftemperatuurmeter) branden. Na
enkele seconden moet het lampje do-
ven.
Het lampje gaat branden (bij enkele uit-
voeringen verschijnt ook een bericht op
het display) als de motor te warm
wordt.
Als het lampje gaat branden, moeten de
volgende handelingen worden uitge-
voerd:
–bij een normale rit: breng de au-
to tot stilstand, schakel de motor uit en
controleer of het koelvloeistofniveau niet
onder het MIN-merkteken staat. Als dit
wel het geval is, wacht dan enkele mi-
nuten zodat de motor kan afkoelen,
open vervolgens langzaam en voor-
zichtig de dop, vul koelvloeistof bij en
controleer of de koelvloeistof tussen het
MIN- en MAX-merkteken op het re-
servoir staat. Controleer bovendien vi-
sueel of eventueel vloeistof weglekt. Als
bij het starten van de motor het lamp-
u
Draaibijeenzeerwar-
memotordedopvan
hetexpansiereservoirnooit
los:gevaarvoorbrandwon-
den.
OPGELET
TE HOGE
MOTOROLIE-
TEMPERATUUR
Als u de sleutel in het startsysteem
plaatst, gaat het lampje (in de motoro-
lietemperatuurmeter) branden. Na en-
kele seconden moet het lampje doven.
Als tijdens de rit het waarschuwings-
lampje gaat branden (bij enkele uit-
voeringen verschijnt op het display ook
een bericht), is motorolietemperatuur te
hoog; zet in dat geval de motor uit en
wendt u tot het Alfa Romeo Service-
netwerk.
`
Alslampje`tijdenshet
rijdenknippert,moetu
zichtothetAlfaRomeo
Servicenetwerkwenden.
165-180 Alfa 159 NL  20-10-2008  14:56  Pagina 169