display Alfa Romeo 159 2009 Instructieboek (in Dutch)
[x] Cancel search | Manufacturer: ALFA ROMEO, Model Year: 2009, Model line: 159, Model: Alfa Romeo 159 2009Pages: 330, PDF Size: 5.05 MB
Page 98 of 330

KINDERSLOTEN
De achterportieren zijn voorzien van een
kinderveiligheidsslotfig. 91 ; hierdoor
kunnen de deuren niet meer vanuit het
interieur worden geopend.
Het systeem kan alleen worden in-/uit-
geschakeld (met de metalen baard in
de sleutel) bij een geopend portier:
❒stand 1: systeem ingeschakeld
(vergrendeld portier);
❒stand 2: systeem uitgeschakeld
(het portier kan vanuit het interieur
worden geopend).WAARSCHUWINGHet systeem
werkt alleen bij de deur waarop het sys-
teem zich bevindt.
WAARSCHUWING Schakel dit sys-
teem altijd in als kinderen in de auto
aanwezig zijn.
WAARSCHUWINGControleer nadat
u het veiligheidsslot bij beide achter-
portieren hebt ingeschakeld, of het slot
daadwerkelijk is ingeschakeld door aan
de handgreep aan de binnenzijde van
de portieren te trekken.
97
VEILIGHEID
LAMPJES EN 
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN 
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
Met het “Setup-menu” (of bij enige uit-
voeringen met het radio-/navigatiesys-
teem) van de auto kan het automatisch
vergrendelen van de portieren bij een
snelheid hoger dan 20 km/h worden
geactiveerd (zie de paragraaf “Instel-
baar multifunctioneel display” in dit
hoofdstuk).
De knop
qwordt uitgeschakeld als de
portieren met de afstandsbediening
wordt vergrendeld, met het vergrendel-
knopje op het bestuurdersportier of na
automatisch vergrendelen na 2,5 mi-
nuut en wordt weer ingeschakeld als de
portieren worden ontgrendeld m.b.v.
knop
Ëop de sleutel, door het ver-
draaien van de metalen baard in het be-
stuurdersportierslot of door het plaatsen
van de sleutel in het startsysteem. 
WAARSCHUWING Als bij centraal
vergrendelde portieren een van de por-
tieren van binnenuit wordt geopend,
worden alle portieren ontgrendeld. Als
de elektrische voeding ontbreekt (ze-
kering doorgebrand, accu losgekoppeld
enz.), blijft het mogelijk de portieren
met de hand te vergrendelen.
A0E0155mfig. 91
083-128 Alfa 159 NL  20-10-2008  14:13  Pagina 97 
Page 102 of 330

101
VEILIGHEID
LAMPJES EN 
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN 
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDENAls de bagageruimte niet goed is ge-
sloten, wordt dit bij enkele uitvoeringen,
aangegeven door het branden van het
lampje
´op het instrumentenpaneel,
bij andere uitvoeringen wordt het sym-
bool
Rweergegeven en verschijnt
een bericht op het display (zie het
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Als de bagageruimte is ontgrendeld, dan
kan deze vanaf de buitenzijde worden
geopend door op het elektrische logo
fig. 94te drukken, totdat de ont-
grendeling wordt waargenomen.
BAGAGERUIMTE
De ontgrendeling van de bagageruimte
vindt elektrisch plaats en kan niet wor-
den uitgevoerd bij een rijdende auto.
M.b.v. het “Setup-menu” (of bij enke-
le uitvoeringen m.b.v. het radio-/navi-
gatiesysteem) kan de ontgrendeling van
de bagageruimte worden ingesteld door
de optie “Bagageruimte onafhankelijk”
te activeren (zie de paragraaf “Instel-
baar multifunctioneel display” in dit
hoofdstuk); als deze functie is geacti-
veerd, wordt alleen de bagageruimte
ontgrendeld als knop
`op de
elektronische sleutel wordt ingedrukt.
A0E0498mfig. 94
Het openen van de bagageruimte wordt
makkelijker gemaakt door de gasdem-
pers aan de zijkant.
Als de bagageruimte wordt geopend,
gaat een interieurlampje branden: de
verlichting gaat automatisch uit als de
bagageruimte gesloten wordt. Als wordt
vergeten de bagageruimte te sluiten,
gaat de verlichting na enkele minuten
automatisch uit.
083-128 Alfa 159 NL  20-10-2008  14:13  Pagina 101 
Page 106 of 330

105
VEILIGHEID
LAMPJES EN 
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN 
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
Als de bagageruimte niet goed is ge-
sloten, wordt dit bij enkele uitvoeringen,
aangegeven door het branden van het
lampje
´(waar voorzien) op het ins-
trumentenpaneel of door het symbool
Sen een bericht op het display (zie
het hoofdstuk “Lampjes en berichten”)
weergegeven.
WAARSCHUWINGControleer altijd
of de motorkap goed is gesloten om te
voorkomen dat deze tijdens het rijden
opengaat.
MOTORKAP
OPENEN
Ga als volgt te werk:
❒trek de hendel A-fig. 98omhoog,
totdat de ontgrendeling wordt waar-
genomen;
❒druk het hendeltje B-fig. 99van
het beveiligingsmechanisme om-
hoog en til de motorkap op.
WAARSCHUWING Het optillen van
de motorkap wordt makkelijk gemaakt
door de twee gasdempers aan de zij-
kant. Deze gasdempers mogen niet wor-
den gerepareerd of gewijzigd; begeleid
de motorkap tijdens het openen.
WAARSCHUWING Controleer voor
het optillen van de motorkap of de rui-
tenwisserarmen niet van de voorruit
staan en of de ruitenwissers niet zijn in-
geschakeld.
A0E0122mfig. 98
A0E0470mfig. 99
SLUITEN
Laat de motorkap tot op ongeveer 20
centimeter van de motorruimte zakken
en laat vervolgens de motorkap vallen;
controleer vervolgens door de motorkap
op te tillen, of de kap goed is gesloten
en niet alleen vastzit aan de veilig-
heidsvergrendeling. Druk in dit laatste
geval de motorkap niet dicht, maar til
hem opnieuw op en herhaal de hande-
ling.
Voerdezehandelingen
alleenbijstilstaande
autouit.
OPGELET
Omveiligheidsredenen
moetdemotorkaptij-
densderitaltijdgoedgesloten
zijn.Controleerdaarom maltijd
ofdemoto
rkapgoedvergren-
deldis.Alsutijdenshetrijden
merktdatdemotorkapniet
go
oedisvergrendeld,stopdan
onmiddellij
kensluitdemotor-
kapopdejuistewijze.
OPGELET
083-128 Alfa 159 NL  20-10-2008  14:13  Pagina 105 
Page 110 of 330

109
VEILIGHEID
LAMPJES EN 
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN 
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
Storing in EBD
Dit wordt gesignaleerd door de brandend
lampjes
>+xop het instrumenten-
paneel (bij enkele uitvoeringen ver-
schijnt ook een bericht op het display)
(zie het hoofdstuk “Lampjes en berich-
ten”).
In dit geval kunnen bij krachtig remmen
de achterwielen vroegtijdig blokkeren
waardoor de auto kan slippen. Rijd ui-
terste voorzichtig verder naar het dichtst-
bijzijnde bedrijf in het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk om het systeem te laten
controleren.
BRAKE ASSIST 
(regeling bij noodstops)
Het systeem, dat niet uitgeschakeld kan
worden, herkent noodstops (afhanke-
lijk van de snelheid waarmee het rem-
pedaal wordt ingetrapt) waardoor het
sneller op het remsysteem kan ingrijpen.
Brake Assist wordt bij een auto met VDC
uitgeschakeld als een storing wordt ge-
signaleerd (een storing wordt aange-
geven door het branden van het lamp-
je    op het instrumentenpaneel (bij en-
kele uitvoeringen verschijnt ook een be-
richt op het display).
STORINGSMELDINGEN
Storing in ABS
Dit wordt gesignaleerd door een bran-
dend lampje 
>op het instrumenten-
paneel (bij enkele uitvoeringen ver-
schijnt ook een bericht op het display)
(zie het hoofdstuk “Lampjes en berich-
ten”). In dat geval blijft het remsysteem
normaal werken, maar zonder de mo-
gelijkheden van het ABS.
Rijd voorzichtig verder naar het dichtst-
bijzijnde bedrijf in het Alfa Romeo Ser-
vicenetwerk om het systeem te laten
controleren.
083-128 Alfa 159 NL  20-10-2008  14:13  Pagina 109 
Page 111 of 330

110
VEILIGHEID
LAMPJES EN 
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN 
EN ONDERHOUD 
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
VDC (Vehicle
Dynamics Control) 
(waar voorzien)
Dit systeem bewaakt de stabiliteit van
de auto als de wielen hun grip verliezen,
waardoor de auto beter op koers blijft.
De werking van het VDC is uitermate
nuttig als de grip op het wegdek wisselt.
ACTIVERING VAN HET
SYSTEEM
Als het systeem in werking treedt, gaat
het lampje 
áop het instrumentenpa-
neel knipperen, om de bestuurder er op
te wijzen dat de auto de stabiliteit en de
grip dreigt te verliezen.
SYSTEEM IN-/
UITSCHAKELEN
Het VDC schakelt automatisch in als de
motor wordt gestart. Tijdens de rit kan
het VDC worden uitgeschakeld door ge-
durende 2 seconden de ASR/VDC-knop
op de middenconsole in te drukken fig.
103. Als het VDC wordt uitgeschakeld,
wordt ook de ASR uitgeschakeld.  Bei-
de functies kunnen opnieuw worden in-
geschakeld door de ASR/VDC-knop in
te drukken.
Als het systeem wordt uitgeschakeld,
gaat het lampje 
áop het instrumen-
tenpaneel branden (bij enige uitvoe-
ringen wordt een symbool op het dis-
play weergegeven) en gaat de led om
de ASR/VDC-knop branden.
Als het VDC tijdens de rit wordt uitge-
schakeld, wordt het na de volgende keer
starten opnieuw ingeschakeld.
STORINGSMELDINGEN
Bij een eventuele storing van het VDC,
wordt het systeem automatisch uitge-
schakeld en gaat op het instrumenten-
paneel het lampje 
ácontinu branden
(bij enkele uitvoeringen verschijnt ook
een bericht op het display) (zie het
hoofdstuk “Lampjes en berichten”).
Wendt u zich in dat geval zo snel mo-
gelijk tot het Alfa Romeo Servicenet-
werk.
A0E0026mfig. 103
083-128 Alfa 159 NL  20-10-2008  14:13  Pagina 110 
Page 113 of 330

ASR
(AntiSlip Regulation)
Dit is een onderdeel van het VDC en con-
troleert automatische de auto als een of
beide aangedreven wielen slippen.
Afhankelijk van de omstandigheden
waarin het slippen plaatsvindt, worden
twee verschillende regelingen inge-
schakeld:
❒als beide aangedreven wielen door-
slaan, vermindert de ASR het mo-
torvermogen;
❒als slechts één van de aangedreven
wielen doorslaat, remt de ASR au-
tomatisch het doorslaande wiel. Als de auto na het verstrijken van deze
tijd niet vertrokken is, zal het systeem
automatisch uitgeschakeld worden en
de remdruk geleidelijk worden verlaagd.
Tijdens deze fase kunt u een typisch ge-
luid horen. Dit geluid betekent dat de
auto ieder moment in beweging kan ko-
men.
112
VEILIGHEID
LAMPJES EN 
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN 
EN ONDERHOUD 
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
Storingsmeldingen
Bij een eventuele storing gaat het lamp-
je
*(waar voorzien) op het instru-
mentenpaneel branden (bij enkele uit-
voeringen verschijnt een bericht op het
display) (zie het hoofdstuk “Lampjes en
berichten”).
WAARSCHUWING Het Hill Holder-
systeem is geen handrem; verlaat dus
nooit de auto zonder de handrem aan
te trekken, de motor uit te zetten en de
eerste versnelling in te schakelen.
083-128 Alfa 159 NL  20-10-2008  14:13  Pagina 112 
Page 114 of 330

De ASR is bijzonder nuttig onder de vol-
gende omstandigheden:
❒doorslippen van het binnenste wiel
in bochten, door verandering van de
wielbelasting of door te felle acce-
leratie;
❒te hoog vermogen naar de wielen,
ook in samenhang met de condities
van het wegdek;
❒acceleratie op gladde wegen en bij
sneeuw en ijzel;
❒verlies van grip op natte wegge-
deelten (aquaplaning).
113
VEILIGHEID
LAMPJES EN 
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN 
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
Deprestatiesvanhet
systeemmogendebe-
stuurdererniettoeverleiden
onnodigeenonverantwoorde e
risico’stenemen
.Hetrijge-
dragdientaltijdaangepastte
wordenaandeconditievan
hetwegdek,,hetzichtenhet
verkeer.Deverantwoo
rdelijk-
heidvoordeverkeersveilig-
heidligtaltijdenove eralbijde
bestuurder.
OPGELETInschakeling van het systeem
De ASR schakelt automatisch in als het
instrumentenpaneel wordt ingeschakeld.
Tijdens de rit kan de ASR worden uit-
geschakeld door kort op de ASR/VDC-
knop op de middenconsole te drukken. 
Als het systeem  wordt uitgeschakeld,
gaat de led op de ASR/VDC-knop bran-
den (bij de uitvoeringen met “Instelbaar
multifunctioneel display”gaat ook het
symbool
Vbranden).
Als de ASR tijdens de rit wordt uitge-
schakeld, wordt het na de volgende keer
starten opnieuw ingeschakeld.
Als u met sneeuwkettingen rijdt, dan
kan het nuttig zijn om het ASR-systeem
uit te schakelen: onder deze omstan-
digheden levert het doorslaan van de
aangedreven wielen juist meer trek-
kracht op.
083-128 Alfa 159 NL  20-10-2008  14:13  Pagina 113 
Page 115 of 330

MSR (regeling van de
afremming op de motor)
Dit systeem, dat geïntegreerd is in de 
ASR, verhoogt bij bruusk terugschake-
len het motorkoppel, zodat overmati-
ge vertraging van de aangedreven wie-
len wordt voorkomen. Dit heeft vooral
voordelen op een wegdek met weinig
grip, waarop de stabiliteit van de auto
snel verloren kan gaan.
114
PLANCIA
E COMANDI
114
VEILIGHEID
LAMPJES EN 
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN 
EN ONDERHOUD 
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
VVooreenjuistewer-
kingvandeASRmoe-
tendebandenopallewielen
vanhetzelfdemerkentype
zi ijn.Zedieneningoedeco
ndi-
tietezijnentevoldoenaan
hetvoorgeschreventype,
merkenmaat(zziedepara-
graaf“Banden”inhethoofd-
stuk“T
echnischegegevens”).
OPGELETStoringsmeldingen
Bij een storing van de ASR wordt de ASR
automatisch uitgeschakeld en bij uit-
voeringen met een “Instelbaar multi-
functioneel display” wordt het symbool
Vweergegeven. Wendt u zich in dit
geval zo snel mogelijk tot het Alfa Ro-
meo Servicenetwerk.
083-128 Alfa 159 NL  20-10-2008  14:13  Pagina 114 
Page 116 of 330

115
PLANCIA
E COMANDI
115
VEILIGHEID
LAMPJES EN 
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN 
EN ONDERHOUD
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
EOBD
(voor bepaalde
uitvoeringen/
markten)
Met het EOBD-systeem (European On
Board Diagnosis) kan een doorlopende
diagnose worden uitgevoerd op die com-
ponenten op de auto die van invloed zijn
op de emissie.
Bovendien meldt het systeem, door het
branden van het lampje 
Uop het ins-
trumentenpaneel (bij enige uitvoeringen
verschijnt een bericht op het display)
(zie het hoofdstuk “Lampjes en berich-
ten”).
Als,alsdesleutelinhet
startsysteemisge-
plaatst,hetlampje
UU
nietgaatbrandenofalstijdens
derithetlampjecontinuofknip-
perendgaatbranden,wendtu
daanzosnelmogelijktot
hetAl-
faRomeoServicenetwerk.De
werkingvanhetlampje
UU
kanmetspecialeapparatuur
doordeverkeerspolitiegecon-
troleerdworden.Houdtuaan
dewetgevin ngvanhetland
waa
rinurijdt.
Het doel is:
❒de werking van het systeem contro-
leren;
❒signaleren wanneer door een storing
de emissies boven de wettelijk vast-
gestelde drempelwaarde uitkomen;
❒de noodzaak van het vervangen van
componenten met een slechte con-
ditie aangeven.
Het systeem beschikt verder nog over
een diagnosestekker die het mogelijk
maakt, na het aansluiten van speciale
apparatuur, de door de regeleenheid op-
geslagen storingscodes en de specifieke
parameters voor de diagnose en wer-
king van de motor te lezen. Deze con-
trole kan ook worden uitgevoerd door
de verkeerspolitie.
WAARSCHUWINGNa het verhel-
pen van de storing moet het Alfa Romeo
Servicenetwerk zorgen voor een com-
plete controle van het systeem, tests uit-
voeren en, zonodig, een proefrit maken
die eventueel een langere afstand kan
omvatten.
083-128 Alfa 159 NL  20-10-2008  14:13  Pagina 115 
Page 119 of 330

PARKEERSENSOREN 
(waar voorzien)
De parkeersensoren leveren aan de be-
stuurder informatie over de afstand tij-
dens het naderen van obstakels aan de
achterzijde van de auto (uitvoeringen
met 4 sensoren achter) of voor en ach-
ter de auto (uitvoeringen met 4 sen-
soren achter en 4 sensoren voor).
Het systeem is een hulp bij het uitvoe-
ren van parkeermoeuvres, zodat obsta-
kels worden gesignaleerd die zich bui-
ten het zicht van de bestuurder bevin-
den.
De informatie over de aanwezigheid van
en de afstand tot een obstakel wordt
aan de bestuurder doorgegeven door
middel van een akoestisch signaal,
waarvan de frequentie afhankelijk is van
de afstand tot het obstakel (als de af-
stand tot het obstakel kleiner wordt,
neemt de frequentie van het akoestische
signaal toe) en, bij enkele uitvoeringen,
verschijnt ook een beeld op het display
(zie de paragraaf “Signalering op het
display”).
118
VEILIGHEID
LAMPJES EN 
BERICHTEN
IN
NOODGEVALLEN
VOORZORGS-
MAATREGELEN 
EN ONDERHOUD 
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH 
REGISTER
DASHBOARD
EN BEDIENING
STARTEN EN 
RIJDEN
A0E0482mfig. 104
INSCHAKELEN
Uitvoering met 4 sensoren
De sensoren voor schakelen in als de
elektronische sleutel in het startsysteem
is geplaatst en de achteruit wordt inge-
schakeld of, bij enkele uitvoeringen, als
op knop A-fig.104op het plafon-
lampje voor wordt gedrukt bij een snel-
heid onder 15 km/h.
De sensoren schakelen uit bij een snel-
heid hoger dan 18 km/h of, bij enke-
le uitvoeringen, als nogmaals op knop
A-fig.104wordt gedrukt bij een snel-
heid lager dan 15 km/h. Als het sys-
teem niet is ingeschakeld, is bij uitvoe-
ringen met een uitschakelknop de led
op de knop gedoofd.Uitvoering met 8 sensoren
De sensoren voor schakelen in als de
elektronische sleutel in het startsysteem
is geplaatst en de achteruit wordt inge-
schakeld of als op knop A-fig.104op
het plafonlampje voor wordt gedrukt bij
een snelheid onder 15 km/h.
De sensoren schakelen uit als nogmaals
op knop A-fig.104wordt gedrukt bij
een snelheid lager dan 15 km/h of als
de snelheid hoger wordt dan 18 km/h;
als het systeem niet is ingeschakeld, is
de led op de knop gedoofd.
Als de sensoren zijn ingeschakeld, start
het systeem met de akoestische signa-
lering m.b.v. de zoemers voor of achter,
zodra een obstakel wordt gesignaleerd;
de geluidsimpulsen hebben een toene-
mende frequentie naarmate het obsta-
kel dichterbij komt.
Als het obstakel zich op minder dan 30
cm bevindt, klinkt het geluidssignaal
continu. Afhankelijk van waar het ob-
stakel zich bevindt (voor en achter)
klinkt de bijbehorende zoemer (voor of
achter). In ieder geval wordt het obsta-
kel aangegeven dat zich het dichtst bij
de auto bevindt.
083-128 Alfa 159 NL  20-10-2008  14:13  Pagina 118